Voorlopig bijten de architecten van regime change in Venezuela in het zand. Met een combinatie van overmoed, gebrek aan inzicht en ontkenning van de eigen rol in het veroorzaken van de crisissituatie heeft de operatie om regime change in Venezuela te forceren nog geen resultaat geboekt. Het gevaar is echter allerminst geweken. De kans op een zware provocatie om alsnog militaire interventie goed te praten wordt daarmee met de dag groter.
Een eerste misrekening was de ‘eedaflegging’ van Juan Guaidó op 23 januari 2019 (zie Onbekende Venezolaan wordt interim-president: Juan Guaidó?). In Washington schatte men de mogelijkheid veel te positief in om met Guaidó een politieke crisis te veroorzaken die zou leiden tot het overlopen van politie en leger. Guaidó deed toen een oproep aan beide instellingen om zich aan zijn kant te scharen.
De onvrede met de gang van zaken is bij de politie en in de lagere rangen van het leger niet te onderschatten. De politie is per stad, per regio, per deelstaat altijd zeer verdeeld geweest over de steun aan Chávez en Maduro. De politie in de hoofdstad heeft bijvoorbeeld openlijk meegewerkt aan de staatsgreep van 2001. Het leger staat daarentegen bijna volledig achter Maduro. Rechtse officieren, zeker aan de top, zijn er zeer zeldzaam. Waar de adviseurs van Trump zich echter zwaar vergisten, was hun inschatting dat die ontevreden delen van politie en leger zomaar bondgenoten van Guaidó zouden worden.
Guaidó was een van de leiders van de gewelddadige protesten van 2014-2015 en 2017, de fameuze guarimba’s. Daar zijn toen naast burgerslachtoffers ook tientallen soldaten en politieagenten omgekomen. Van alle leiders van die protesten was Guaidó de meest openlijke verdediger van het vermoorden van politieagenten en soldaten. In een toenmalig tv-interview vroeg men hem naar die doden. Hij was blijkbaar niet gebriefd, want in zijn antwoord gebruikte hij niet het argument dat toen in de buitenlandse media werd gebruikt, namelijk dat alle doden slachtoffers zouden zijn van brutale repressie door de regering. Hij beweerde daarentegen dat de doden die aan hen werden verweten gewoon nooit hadden plaatsgegrepen. Deze man was dus met andere woorden niet bepaald geloofwaardig om een paar jaar later soldaten en politieagenten achter zich te krijgen.
Hulpkonvooi
De poging om alsnog een doorbraak met massale deserties te forceren aan de grenzen met Colombia en Brazilië is evenmin geslaagd. Een charge met twee pantservoertuigen door drie politieagenten vond geen enkele bijval bij hun collega’s. Drie trucks met hulpgoederen reden vervolgens voorbij de Colombiaanse grenspost naar de Venezolaanse grenspost, met in hun zog talrijke guarimbero’s. Die hadden zich tevoren voorzien van molotovcocktails. Toen het tweede voertuig kort daarop vuur vatte, waren ze zo onvoorzichtig van zichzelf beelden te verspreiden terwijl ze die molotovcocktails wierpen, waarvan een aantal op de tweede truck terecht kwamen.
Colombiaans president Duque was de eerste om de brand te wijten aan een granaat van de Venezolaanse politie. Op drone-beelden boven de incidenten is echter te zien dat de trucks nog niet in de buurt van de Venezolaanse politie kwamen, dat de eerste truck volledig onbeschadigd bleef en dat de tweede door brandende voorwerpen werd geraakt die vanachter kwamen toegevlogen, van de Colombiaanse kant.
Er werden ook opnames gemaakt van guarimbero’s die jerrycans leeggoten op deze truck, die ze kort daarvoor onder het passief toeziend oog van de Colombiaanse politie hadden gevuld. Slechts één parlementslid van de oppositie was bij deze rellen aanwezig. Guaidó was ondertussen nergens te bespeuren. Jezelf filmen tijdens de voorbereidingen van aanvallen met molotovcocktails en die beelden op internet verspreiden getuigt niet echt van strategisch inzicht. Verwachtten zij massale bijval aan de overkant, die deze beelden snel overbodig zou maken?
Er zouden tijdens de voorbije dagen tussen de zestig en de honderd agenten en soldaten zijn overgelopen naar Colombia en Brazilië. Op ongeveer 50.000 politieagenten en 350.000 actieve militairen is dat geen spectaculair cijfer. Eén gepensioneerde generaal en een luchtmachtgeneraal in actieve dienst hebben eerder al de kant gekozen van Guaidó.
Venezuela heeft een Latijns-Amerikaans leger…
Een uitleg die commentatoren voor dit teleurstellende resultaat geven is dat het leger sinds Maduro president werd in 2013 belangrijke economische voordelen heeft gekregen en niets te winnen heeft bij een machtswissel. Maduro heeft niet het charismatisch leiderschap van zijn illustere voorganger, die bovendien zelf kolonel was met een uitstekende reputatie. Dat de top van het Venezolaans leger belangrijke economische troeven heeft verworven klopt zeker, maar dat was reeds onder Chávez het geval. In de Latijns-Amerikaanse context kan je dat echter bezwaarlijk een Venezolaans probleem noemen. Ook in Argentinië, Brazilië, Chili, Colombia, Peru, Mexico, El Salvador, Guatemala en Mexico is dat het geval, bovendien in nog veel grotere mate dan in Venezuela.
Het is wel zo dat in het leger én bij de politie corruptie bestaat én betrokkenheid bij de drugshandel. Wat dat laatste betreft moet echter een belangrijk element worden toegevoegd. Venezuela produceert zelf geen drugs, het is een transitland voor drugs uit buurland Colombia. Wie de aan drugshandel gelieerde corruptie in Venezuela aanklaagt, moet dus – tenminste als hij/zij dat probleem ernstig neemt – onvermijdelijk Colombia mee met de vinger wijzen. Daarenboven, waar in Venezuela zeker officieren betrokken zijn in de drugstransit is dat probleem in Colombia van een totaal andere grootte-orde. De drugsmaffia, de rechtse gewapende milities en het leger zijn er één organisch geheel, van de laagste soldaat tot de hoogste generaal. Dat is niet het geval in Venezuela.
Venezuela heeft ook een groot probleem met illegale goudsmokkel (het land heeft naast zijn olievoorraad ook een van de grootste nog niet ontgonnen goudvoorraden ter wereld). Keer op keer moeten officieren van politie en leger worden vervangen omdat ze in de lucratieve smokkel betrokken raken. Het is te gemakkelijk om over de poreuze staatsgrenzen goud en andere goederen te smokkelen om aan de verleiding te weerstaan. Maar nogmaals dezelfde bemerking: op dit vlak is Venezuela niet uitzonderlijk. Goud- en andere smokkel is in Brazilië bijna volledig in handen van de politie.
Voor officieel en openlijk grensverkeer zijn er niet zoveel overgangen met Colombia en Brazilië, maar wie wil smokkelen doet dat met kleine vrachtwagens langs ruige veldwegen door de bossen en door de bergen. De hulpkonvooien van USAID aan die officiële grensovergangen zijn er vooral omwille van de internationale zichtbaarheid.
Kortom, voorlopig is de operatie regime change in Venezuela niet gelukt. De VS hebben blijkbaar niet meer de overmacht en de impact om zomaar plannen uitgedokterd in Washington uit te laten voeren. Vice-president Pence, de echte leider van de hele operatie (Trump weet Venezuela amper liggen op de kaart) was zeer teleurgesteld tijdens het laatste overleg van de groep van Lima, de informele alliantie van 12 rechtse bondgenoten in Latijns-Amerika plus Canada, waarmee de VS pogen de bestaande internationale instellingen als de OAS te omzeilen.
Militaire invasie
Lima-groepsleden Colombia, Brazilië, Argentinië en Paraguay legden een aparte verklaring af waarbij ze militaire actie uitsloten. Braziliaans vice-president Hamilton Mourão en voormalig generaal heeft openlijk verklaard dat er geen sprake kon zijn van het gebruik van het Braziliaanse territorium door Amerikaanse troepen voor een militaire invasie in Venezuela. Mourão is allesbehalve een linkse rakker of ideologisch kompaan van Maduro, hij is nog extreem-rechtser dan president Bolsonaro. Hij behoort echter tot een generatie Braziliaanse militairen die niet langer een vazal-relatie met de VS aanvaarden en een gelijke positie als wereldmacht opeisen. Ook de EU verzet zich tegen militaire actie en blijft pleiten voor onderhandelingen.
Wat de VS bovendien parten speelt – ook al wordt dit door de media volledig verzwegen – is dat het Rode Kruis en de VN in Colombia elke medewerking hebben geweigerd aan de ‘humanitaire’ konvooien van USAID. Zij hebben die zelfs veroordeeld en opgeroepen om ze niet te laten doorgaan, omdat zij enkel een politiek doel dienen. 70 humanitaire organisaties in Brazilië, Venezuela en Colombia hebben zich hier bij aangesloten. Dit is op zich al voldoende om de humanitaire pretentie van deze operatie volledig onderuit te halen.
De frustratie in Washington moet op dit ogenblik groot zijn. Gevreesd moet daarom worden dat een of andere provocatie, een casus belli, zal worden georganiseerd die de VN en de bondgenoten alsnog aan boord moet halen. Een van de mogelijke doelwitten om een dergelijk effect te bereiken is Guaidó zelf. Hij werd erkend door tientallen landen. Als hem iets zou overkomen zijn ze wel verplicht te reageren.
Er werd al meermaals gesuggereerd dat Guaidó’s leven in gevaar is in Venezuela. Zelf stelt hij al bedreigd te zijn geweest door de politie die zijn huis zou zijn binnengedrongen, kort na zijn eedaflegging, terwijl zijn vrouw en kinderen er alleen waren.
Voluntad Popular, de partij van Guaidó, is de meest gewelddadige van alle partijen in de rechtse coalitie van de MUD. De leiders van de andere rechtse partijen hebben alleen hun haat tegen Maduro gemeen en gunnen elkaar voor het overige het licht in de ogen niet. Guaidó is niet eens de echte leider van zijn eigen partij. Zijn verschijning en toespraken tot nu waren zeer zwak, allesbehalve van het gehalte van de echte baas van de partij Leopoldo López. López zou zelf aanwezig zijn gebleven bij de bruggen tijdens de incidenten.
Het zou al evenmin de eerste maal zijn in de Latijns-Amerikaanse geschiedenis en de rol van de VS daarin dat een eigen leider wordt omgebracht. Guaidó ombrengen en Maduro er de schuld voor geven kan de vonk zijn om alsnog militair in te kunnen grijpen. Door hem te erkennen hebben de betrokken landen een gevaarlijk precedent geschapen. Als hij omkomt moeten ze wel harde maatregelen eisen.
Ten slotte nog dit: Juan Guaidó baseert zich voor zijn eedaflegging op Artikel 233 van de Venezolaanse Grondwet. Dat artikel schrijft voor dat hij binnen de dertig dagen na zijn eedaflegging als interim-president nieuwe verkiezingen moet uitschrijven, in dit geval ten laatste op 23 februari. Guaidó heeft hierover nog geen enkele verklaring afgelegd. Hij stelt ook niet dat hij in de onmogelijkheid zou verkeren om verkiezingen te organiseren, hij zwijgt er volledig over.
Artikel 233: Zullen absolute ingebrekestellingen zijn van de President van de Republiek: overlijden, ontslag of afzetting door vonnis van het Hooggerechtshof; permanent fysieke of mentale ongeschiktheid, vastgesteld door medisch tribunaal aangeduid door het Hooggerechtshof en bevestigd door de Nationale Assemblee (= het parlement); het verlaten van zijn post, vastgesteld door de Nationale Assemblee, evenals de herroeping van zijn mandaat door het volk. Wanneer de absolute ingebrekestelling van de verkozen President zich voordoet voor hij zijn functie opneemt, zal worden overgegaan tot een nieuwe algemene, directe en geheime verkiezing binnen de dertig volgende dagen. In de tussentijd dat hij (de President) wordt verkozen en zijn functie opneemt, zal het Presidentschap van de Republiek worden waargenomen door de Voorzitter van de Nationale Assemblee… (eigen vertaling, origineel zie hier).