Niet NAVO, maar democratische verplichtingen binden België

FacebooktwitterFacebooktwitter

Reagerend op een Opinieartikel van Alex Van Hove in De Standaard van 4 februari 2000 stellen Peter Vanhoutte en Lode Vanoost dat het verzet van de wapenindustrie tegen de vorming van een nieuw veiligheidsbeleid onaanvaardbaar is.

Het Opinieartikel van Alex Van Hove met de titel “Navo-verplichtingen binden België” geeft goed weer wat de heersende meningen zijn in klassieke militaire en behoudsgezinden kringen. Graag weerleggen wij hierbij de stellingen die door Alex Van Hove worden verdedigd.

1. België heeft geen “verplichtingen” tegenover de Navo, net zomin als het dat heeft tegenover eender welke internationale organisatie waar het land lid van is. België gaat internationale “engagementen” aan. Het land legt trouwens regelmatig internationale engagementen naast zich neer.

België is een van de slechtste uitvoerders van de Europese regelgeving. Als lid van het Non Proliferatie Verdrag, blijft het het engagement om nucleair te ontwapenen naast zich neerleggen. De Verdragen van de Europese Unie worden voortdurend aangepast. Het Navo-verdrag is 50 jaar oud en nooit aangepast. Een land moet inderdaad zijn internationale afspraken nakomen, maar dan ook alle afspraken, niet zoals nu sommige wel en sommige niet.

Bovendien moeten die engagementen altijd bespreekbaar zijn. De enige verplichting die België heeft, is de uitvoering van de wil van zijn bevolking. Tussen haakjes, volgens het Internationaal Gerechtshof in Den Haag zijn de grootste overtreders van internationale “verplichtingen” op dit ogenblik Iran en de Verenigde Staten van Amerika.

2. België zou onder het gemiddelde zitten wat betreft uitgaven door defensie. Frankrijk en Groot-Brittannië dragen de kosten van hun eigen kernwapenprogramma. Turkije heeft een enorm leger om de interne opstand van een deel van zijn eigen bevolking te onderdrukken en om een deel van een ander land (Cyprus) te bezetten. Griekenland heeft nog steeds een conflictueuze verhouding met Navo-partner Turkije. Dat drijft het Europees gemiddelde op.

Zelfs dan zit België nog in de middenmoot en zeker niet bij de hekkensluiters. De verhouding defensie-uitgaven tot het bruto binnenlands product (bbp) bedraagt in Griekenland 4,6 procent, Turkije 3,9, Frankrijk en Groot-Brittannië 3,1, Italië, Duitsland en België 1,7, Spanje 1,5 en het Europees gemiddelde is 2,3.

De defensie-uitgaven per hoofd van de bevolking: Frankrijk 673$, Groot-Brittannië 582$, Spanje 206$, Portugal 197$, België 355$. De vraag is of het budget goed besteed wordt, wat er met dat geld gedaan wordt, niet of het bedrag voldoende hoog is. Daar gaat het echte debat over.

3. Bombardementen met F16 zouden het zware, gevaarlijke of vuile werk zijn. Bij 34.000 vluchten boven Kosovo werden vier toestellen neergehaald, de piloten bleven allen ongedeerd (gelukkig voor hen, daar niet van). De risico’s die zij namen, zijn geringer dan wat de gemiddelde chauffeur op de Ring rond Brussel aandurft.

Conflictpreventie en -bemiddeling, dat is pas werk waar je moedige, gemotiveerde en goed gevormde soldaten voor nodig hebt. Er zijn trouwens Belgische soldaten gesneuveld door de gebrekkige ondersteuning die ze bij dat gevaarlijke werk kregen.

Investeren in mensen die dit aankunnen en materiaal om hen te beschermen is nodig. Megalomane industriële projecten voor propere oorlogsvoering (proper voor de uitvoerders, niet voor de slachtoffers), dat is pas struisvogelpolitiek.

Wij kiezen dus bewust voor de zware, gevaarlijke en vuile taken. Niet iedereen kan blijkbaar die verantwoordelijkheid aan.

4. De groenen zouden een duidelijk gebrek vertonen aan internationale solidariteit. Onze solidariteit met multinationals die wapens produceren, is inderdaad minimaal. Solidariteit met de onderdrukten der aarde in Oost-Timor, Colombia, Koerdistan (onderdrukt met hier aangekochte wapens) én in Kosovo (jaren voor de Navo het probleem ontdekte), maar evengoed met de armen in Kuregem, Anderlecht, is voor de groenen de essentie van hun bestaan.

Volgens het United Nations Development Program van 1994 is veiligheid enkel te bekomen door duurzame menselijke ontwikkeling, economische veiligheid, veilige voedselvoorziening. Binnen deze visie kan er geen sprake van zijn veiligheid te beschouwen als een monopolie van het leger. Wij zullen verspillingen voor bewapening dus blijven aanklagen.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk in De Standaard van 17 februari 2000. Lode Vanoost schreef dit artikel samen met Peter Vanhoutte.