Op de Opiniepagina’s van De Standaard van 6-7 februari 2015 reageert redactrice Karin De Ruyter, chef buitenland van de krant, op ‘een nieuwsfeit dat haar niet onverschillig laat’. Zij is verontwaardigd dat de ‘van verkrachting beschuldigde’ Julian Assange zoveel internationale steun krijgt.
In een kort artikel ‘Assange vs. de presentator’ verwoordt ze haar onmin met de volgens haar selectieve verontwaardiging over twee verschillende verkrachtingszaken, die van een Vlaamse radiopresentator en die van Julian Assange, de oprichter van WikiLeaks. Haar pleidooi klinkt zeer redelijk en aannemelijk. Er is maar één ding mis mee. Het klopt niet met de feiten.
Volgens haar zit Assange ‘niet gevangen’, maar is hij “vrijwillig gevlucht” “om te ontkomen aan een onderzoek en een mogelijk proces wegens verkrachting, seksuele dwang en seksueel misbruik in Zweden”. Want: “Twee Zweedse vrouwen hadden hem daarvan beschuldigd”.
Verder: “Of Assange een verkrachter is, weten we niet. Hij weigert immers al jaren elke medewerking aan het onderzoek, op grond van een zelf verzonnen complottheorie die zijn sympathisanten gretig verspreiden”.
“Als Zweden en Groot-Brittannië zich neerleggen bij de uitspraak en Assange vrijuit laten gaan, begraven ze meteen de facto ook het onderzoek naar de mogelijke verkrachting. Het zal de VN worst wezen.”
“Kunnen we misschien ook daarover een beetje verontwaardigd zijn, in plaats van het normaal te vinden dat de ‘held’ Julian Assange brede internationale steun krijgt om zichzelf boven de wet te (blijven) plaatsen?”
De chef buitenland van De Standaard maakt vervolgens een hypothetische vergelijking met (volgens haar) gelijkaardige feiten in Keulen.
Wie zou niet meevoelen met een dergelijke commentaar? Elk redelijk mens kan zich hier bij aansluiten, tot je een en ander met het feitenmateriaal gaat vergelijken. Dan merk je wat er werkelijk gaande is.
‘Verkrachting’
Vanaf de eerste dag dat de aanklacht tegen Assange in Zweden wereldnieuws was, werd de term ‘verkrachting’ gebruikt in zowat alle media om te omschrijven waar Assange van werd beschuldigd, te beginnen bij de Zweedse tabloids, die qua vulgariteit niet moeten onderdoen voor hun Britse evenknieën.
De twee betrokken dames hadden echter geen klacht ingediend voor ‘verkrachting’ maar voor ‘seksueel wangedrag’. Assange had immers op enkele dagen tijd seks met deze twee dames, met de tweede dame zelfs in het appartement van de eerste. Dat was telkens op onbeschermde manier gebeurd. Assange loog tegen beiden tevens over het bestaan van de andere relatie.
Beide dames waren lid van het team dat Assange begeleidde tijdens zijn lezingentoernee door Zweden. Uit videobeelden blijkt dat ze meerdere dagen na de feiten Assange nog steeds begeleidden en vriendschappelijk met hem omgingen.
Nadat beide dames van elkaar ontdekten dat ze niet de enigen waren die Assange’s aandacht kregen, heeft één van beiden voorgesteld om samen naar de politie te stappen, om te eisen dat Assange een medisch onderzoek zou ondergaan en hem aan te klagen voor seksueel wangedrag.
Assange, geen respectvol mens
Uit dat feitenrelaas blijkt dat Assange niet bepaald respectvol, zelfs minachtend, omgaat met de gevoelens van andere personen. Dat mag men terecht moreel verwerpelijk vinden. In Zweden is dergelijk wangedrag bovendien juridisch omschreven en strafbaar.
De aanklacht van beide dames werd door een eerste onderzoeksrechter echter zonder gevolg geseponeerd omdat de aangehaalde feiten volgens haar te licht wogen. Assange heeft zich tijdens het vooronderzoek meerdere malen voor ondervraging aangeboden bij de Zweedse politie en is ook om diezelfde reden meerdere weken langer in Zweden gebleven dan gepland was.
Tweede onderzoeksrechter heropent de zaak
In Zweden kan een parlementslid de heropening van gerechtszaken eisen. Dat is in dit geval gedaan door een extreem-rechts politicus. Een tweede onderzoeksrechter heropende daarop het dossier. Deze dame, Marianne Ny, liet echter na Assange te ondervragen terwijl hij nog in Zweden was. Julian Assange is na verloop van tijd vertrokken naar Groot-Brittannië, zoals was gepland in zijn reisschema.
De vraag is waarom een rechts politicus en openlijk tegenstander van WikiLeaks het nodig vond om een heropening van de zaak te eisen? Uit documenten die door WikiLeaks zelf werden openbaar gemaakt (en die nergens op hun authenticiteit worden betwist) blijkt dat de Amerikaanse autoriteiten alsnog een kans zagen om Assange te laten uitleveren voor spionage.
In de VS ligt immers al enkele jaren een aanklacht tegen Assange voor spionage klaar, waarop levenslang of de doodstraf staat. Officieel wordt het bestaan van die aanklacht ontkend, ook al spreken de gelekte documenten dat tegen. Evenmin weigeren de Amerikaanse autoriteiten uit te leggen waarom ze dan ook geen klacht indienen tegen de Amerikaanse kranten die meerdere lekken van WikiLeaks hebben gepubliceerd (en ook in het verleden staatsgeheimen hebben gelekt).
De ene uitlevering is de andere niet
Een volgende logische vraag is waarom de VS niet gewoon aan Groot-Brittannië de uitlevering van Assange vragen. Dit land is immers de trouwste bondgenoot van de VS. Om dat te verklaren moet men de verschillen in Zweedse en Britse rechtsgang kennen.
Een uitleveringsverzoek moet in Groot-Brittannië in openbare zitting van de rechtbank beoordeeld worden. De beschuldigde blijft ondertussen vrij en zowel hij als zijn verdedigers kunnen openlijk hun zaak bepleiten voor de rechtbank en voor de media. Zo is het ook gegaan met de behandeling van het Zweedse uitleveringsverzoek tegen Assange voor de Britse rechtbank.
In Zweden worden daarentegen uitleveringsverzoeken achter gesloten deuren beslist, terwijl de beschuldigde incommunicado wordt aangehouden. Ook zijn verdedigers mogen niet in het openbaar over de zaak spreken. De VS willen de argumenten voor uitlevering van Assange niet openbaar maken. Een uitlevering via Zweden is daarom ideaal.
Een volgende logische vraag is dus waarom onderzoeksrechter Marianne Ny niet gewoon Assange heeft ondervraagd terwijl hij nog in Zweden was. Dat hield de kans in dat ook zij zou moeten besluiten dat de zaak moest worden geseponeerd wegens te licht voor verdere vervolging.
Nog steeds geen sprake van ‘verkrachting’
Meer dan waarschijnlijk was het verzoek tot uitlevering van de VS aan Zweden nog niet klaar en wachtte zij daar op om Assange aan te houden. Assange verliet echter Zweden voor dat kon gebeuren. Onderzoeksrechter Ny schreef later alsnog een internationaal aanhoudingsbevel uit tegen Assange, om hem te ondervragen in een zaak van ‘mogelijk seksueel wangedrag’ (‘alleged sexual misconduct’, dus nogmaals, niet voor ‘verkrachting’).
Assange en zijn vertegenwoordigers hebben zich vanaf de eerste dag bereid verklaard om mee te werken aan een verhoor, zowel tijdens zijn verblijf in Zweden zelf, tijdens het anderhalf jaar in Londen voor hij naar de Ecuadoraanse ambassade vluchtte als in de drie jaar erna.
Rogatoire commissie
Een ondervraging voor gerechtelijke onderzoeken van verdachten en getuigen die zich in het buitenland bevinden is een geijkte praktijk, die in België en Frankrijk een ‘rogatoire commissie’ wordt genoemd. Om een dergelijke commissie toe te laten moeten een aantal technisch-juridische zaken worden afgesproken, zoals wie de deelnemers aan het verhoor zullen zijn, in welke taal het verhoor zaak zal plaatsgrijpen, waar het verhoor zal doorgaan, welke vragen zullen worden gesteld en dergelijke. Allemaal zaken die routine zijn en ook door Zweden regelmatig worden toegepast.
Twee jaar terug heeft het Zweedse gerecht een Servisch burger ondervraagd in Belgrado, die van pedofilie in Zweden wordt verdacht en voor gelijkaardige feiten reeds een gevangenisstraf uitzit in Servië. Zweden heeft zijn uitlevering niet geëist, hoewel het dat kon doen.
Zowel Ecuador als Groot-Brittannië hebben reeds meermaals laten weten dat zij geen principiële bezwaren hebben tegen de komst van een Zweedse rogatoire commissie naar Londen. Toch laat onderzoeksrechter Ny al vijf jaar na om daartoe de nodige stappen te zetten.
In Groot-Brittannië werd sindsdien een wet gestemd die het onmogelijk maakt om personen te laten uitleveren als het betrokken land geen specifieke aanklacht formuleert. Die wet werd expliciet bepleit om herhaling van zaken als die van Assange te voorkomen. De wet bevat echter ook een bepaling dat ze niet geldt voor lopende zaken. Op het ogenblik van de stemming was dat één zaak: die van Julian Assange.
Heeft het Britse gerecht dan niet het verzoek tot uitlevering van Zweden goedgekeurd? Dat klopt. Het Britse gerecht moest echter alleen de rechtsgeldigheid van het uitleveringsverzoek beoordelen, niet de eventuele misdrijven waarvoor hij al dan niet zou worden aangeklaagd. Het Brits gerecht kon niet eens oordelen over ‘verkrachting’ als argument van de uitlevering, omdat dat misdrijf niet in het uitleveringsverzoek voorkomt.
Op basis van de nieuwe wet zou het Britse gerecht het uitleveringsverzoek hebben geweigerd, omdat er (nogmaals) geen klacht voor een specifiek misdrijf in het verzoek werd geformuleerd.
Een van beide dames heeft ondertussen meermaals verklaard dat het niet haar bedoeling was Assange van wat dan ook te beschuldigen en dat de politie van in het begin een andere interpretatie gaf aan haar verklaringen dan ze zelf wilde.
Het Zweedse Hooggerechtshof heeft bovendien geoordeeld dat de betrokken onderzoeksrechter geen degelijke motivering geeft voor het weigeren van een verhoor van Assange in Londen.
Uitlevering onder voorwaarden dan maar?
Het is een gelijkte juridische praktijk om bepaalde voorwaarden te stellen bij de beoordeling van een uitleveringsverzoek. Zo heeft België de uitlevering van een militair aan de VS goedgekeurd, op voorwaarde dat in zijn zaak de doodstraf niet zou worden uitgesproken. Die persoon had in Florida een vrouw verkracht en vermoord. De Amerikaanse rechtbank heeft die voorwaarde gerespecteerd.
Om dezelfde reden heeft het Britse gerecht de uitlevering van IRA-leden aan de VS geweigerd, die daar werden beschuldigd van dodelijke aanslagen, omdat de VS weigerde de garantie te geven dat de doodstraf niet zou worden uitgesproken. Groot-Brittannië staat nochtans niet bekend voor een zachte aanpak van het Noord-Iers terrorisme en is bovendien de trouwste bondgenoot van de VS.
Assange heeft altijd ingestemd met een eventueel verhoor in Londen en is zelfs bereid om naar Zweden te vertrekken. Hij stelt als voorwaarde dat hij niet voor andere zaken zou worden vervolgd in Zweden eenmaal hij daar aankomt en dat hij niet zou worden uitgeleverd aan de VS. Dit soort voorwaarden zijn een courante praktijk bij uitleveringsverzoeken.
Onderzoeksrechter Ny weigert die garantie te geven met als argument dat voorwaarden nooit worden toegekend bij uitlevering. Dat is manifest onwaar. Zelfs het Britse gerecht spreekt haar daar in tegen en dringt aan op het aanvaarden van deze voorwaarden.
VN-oordeel is correct
Het oordeel van de VN-werkgroep tegen arbitraire detentie spreekt zich niet uit over een mogelijke verkrachting, om de eenvoudige reden dat dit misdrijf nergens in de betrokken documenten voorkomt. Meer nog, in zijn oordeel stelt de werkgroep dat de vrijheidsberoving van Assange een vorm van arbitraire detentie is ondermeer omdat er door het Zweeds gerecht na vijf jaar nog steeds geen specifieke aanklacht tegen zijn persoon van enig misdrijf is ingediend.
De Britse en Zweedse massamedia, daarin getrouw gevolgd door de buitenlandse en Belgische media, hebben Assange ondertussen al lang veroordeeld en gaan onverminderd door met het gebruik van de omschrijving ‘beschuldiging van verkrachting’ in elk bericht over de zaak. De Britse krant Guardian is daarin de voortrekker. Niet gestoord door de zowat unanieme veroordeling van Assange in de massamedia claimt De Standaard dat er ‘brede internationale steun’ voor de ‘held’ Julian Assange zou zijn.
Een mythe doorprikt
Volgens waarnemers als John Pilger, Jonathan Cook en Glenn Greenwald is de ijver van de grote media om Assange te brandmerken gebaseerd op het feit dat WikiLeaks de zelf verzonnen mythe van de massamedia heeft doorprikt dat ze gezagskritisch zouden zijn.
WikiLeaks bracht immers geen geheimen uit toen het bewijzen voor Amerikaanse oorlogsmisdaden in Irak openbaar maakte. Dat wist elke westerse correspondent in Irak al jaren. Alleen werd dat door diezelfde media niet als ‘nieuws’ beschouwd.
Keulen?
De hypothetische vergelijking met een ‘(denkbeeldige) Iraakse asielzoeker die in pakweg Keulen een vrouw heeft lastiggevallen’ toont hoe inaccuraat ongeïnformeerde opiniëring werkt. Als een ‘denkbeeldige Iraakse asielzoeker’ strafbare feiten zou plegen in Keulen, is dat een zaak van het Duitse gerecht.
De Iraakse autoriteiten hebben geen enkele grond om op basis van feiten gepleegd in Duitsland de uitlevering van een Iraaks staatsburger aan hun land te eisen. Eventueel kan het Duitse gerecht het asiel van de betrokkene weigeren. Dat is echter geen zaak die onderwerp zou kunnen uitmaken van een onderzoek door de VN-werkgroep tegen arbitraire detentie.
Samengevat, er klopt niets van de argumenten die De Standaard gebruikt om een vergelijking te maken met een recente echte verkrachtingszaak in België. Dat een gewone krantenlezer, op basis van de selectieve informatie die zijn krant hem aanbiedt, een dergelijke opinie beaamt, valt nog te begrijpen.
Of de betrokken journalist dit al dan niet te goeder trouw heeft geschreven doet hierbij niet terzake. Van de chef buitenland van de grootste kwaliteitskrant van Vlaanderen verwacht je opinies die minstens het feitenmateriaal respecteren.
Van hetzelfde laken een broek?
Tegenstanders van Assange kunnen en mogen pleiten dat de opinie in deze blog toch ook gebaseerd is op een selectief gebruik van feitenmateriaal. Inderdaad, maar vergeet niet het woord ‘ook’ in de vorige zin. Dat heeft deze blog inderdaad gemeen met alle massamedia. Het verschil is dat deze blog niet pretendeert objectief te zijn.
Dat journalisten selectief omgaan met feitenmateriaal en op basis van die selectie opinies verwoorden is een normale praktijk. Niet correct is om te doen alsof er van die selectiviteit geen sprake zou zijn. Argumenten aanhalen alsof ze feiten zouden zijn is geen ‘opiniëring’ en geen correcte vorm van journalistiek.