Een delegatie van Belgische parlementairen en kabinetsmedewerkers was van 13 tot 18 maart 2000 in Washington DC voor gesprekken met overheidsdiensten, parlement en ‘think tanks’. Onderwerp van de gesprekken was de transatlantische alliantie, defensie en de NAVO, de rol die België en de VS daarin zouden moeten spelen en de (financiële) engagementen die ze daarvoor moeten aangaan.
De delegatie bestond uit vijf federale parlementairen (4 kamerleden, 1 senator), 3 federale kabinetsmedewerkers (Defensie en Eerste Minister), 3 gewestelijke kabinetsmedewerkers (één uit elke regio), 1 begeleider van de VS-ambassade in Brussel en 1 vertegenwoordiger uit het Groothertogdom Luxemburg. Aan het Vlaams Blok werd geen medewerking gevraagd door de VS-ambassade in Brussel. CVP en PSC waren wél gevraagd maar konden blijkbaar geen mensen beschikbaar stellen (jammer, want het zou voor hen eveneens een nuttige ervaring geweest zijn al was het maar omdat ze eens zonder kabinetsmedewerkers aan dergelijke reizen mogen meedoen). Daarmee was de VU de enige deelnemende oppositiepartij.
Opzet van de reis volgens de VS-ambassade was een betere kennis van elkaars standpunten (VS en België) over defensie, veiligheid, NAVO … te verkrijgen door het stimuleren van dialoog, uitwisseling van gedachten en debat op basis van wederzijds respect. Mooi. Daarom kregen de bezoekers een breed programma van officiële en privé-contacten aangeboden.
Anecdote: ons hotel bevindt zich op enige blokken van de Watergate-building en op enige blokken van Sheridan Circle waar Orlando Letelier en Ronni Moffitt omkwamen bij een bomaanslag. Deze moord op de gewezen Minister van Buitenlandse Zaken van premier Allende van Chili werd meer dan waarschijnlijk door generaal Pinochet rechtstreeks bevolen en door de CIA ondersteund. Beide personen werkten op het ogenblik van de aanslag als Chileense ballingen voor het Institute of Policy Studies.
Eerste vaststelling : Noord-Amerikanen houden zich aan het afgesproken tijdsschema, spreektijden worden amper overschreden maar vooral: er wordt niet rond de pot gedraaid en wollig taalgebruik is hen vreemd. Je weet direkt wat je er aan hebt. Enkele voorbeelden: een spreker van het American Enterprise Institute for Public Policy Research begon met te stellen dat het European Security and Defense Identity (ESDI) als échte bedoeling een ‘hidden agenda’ heeft om de VS op lange termijn uit de NAVO te smijten. Een spreker van de National Defense University stak zo van wal: ‘Europeans are lazy, selfish, selfcentered, crummy allies, wij nemen ten minste onze verantwoordelijkheid, jullie laten al het vuile werk door anderen doen …’. Als intro kon dat tellen. In het Congres mochten we aanhoren hoe schandalig het toch wel is dat de Amerikanen alleen stonden in hun morele verontwaardiging over de slachtingen in Kosovo en alleen stonden in hun bereidheid om op te treden. Zijn jullie eigenlijk niet beschaamd?
Tweede vaststelling: volgens de Noord-Amerikanen boden zij ons een gevarieerd programma dat een zeer brede schakering van standpunten weergeeft. Bekeken vanuit het standpunt van de overheid, de twee politieke partijen, de grote think tanks en de grote media klopt dat. Het Amerikaanse politieke systeem zou ik zo samenvatten, eerst wordt er voor gezorgd dat het overgrote deel van mogelijke opinies effectief wordt gemarginaliseerd of genegeerd, daarna wordt binnen de nauwe marges die nog overblijven een zeer levendig debat gehouden over de details van de beslissingen. Geen enkele van de contacten trok in twijfel dat de budgetten voor defensie terug naar omhoog moeten, dat er terug zwaar moet worden geïnvesteerd in wapenprogramma’s en dat Europa een groter deel van de last (‘burden sharing’) moet gaan dragen. Met andere woorden, over de kern van de zaak bestaat geen enkele soepelheid of bereidheid tot het aangaan van een debat, de VS is de morele leider van de wereld die het recht, sorry, de plicht heeft om overal ter wereld zijn wil op te leggen. Zo simpel is dat. Over de manier waarop de VS zijn leidersrol moet spelen kan je een heel levendig debat hebben, niet over de rechtmatigheid van die leidersrol zelf.
Derde vaststelling: de Amerikanen zijn keien in het formuleren van een eenzijdig discours dat zo wordt verwoord dat wie het er niet mee eens is wel een communist, een dommerik, een lafaard of een gevaarlijk psychopaat moet zijn (kies zelf het meest gepaste adjectief). Enkele voorbeelden :
- Kosovo ging alleen over mensenrechten. Bent u voor etnische zuiveringen?
- Defensiebudget doen stijgen is een kwestie van verantwoordelijkheden nemen. U bent daar tegen omdat u niet wil besparen op onderwijs en sociale zekerheid, zegt u, u geeft dus toe aan demagogie en populisme, U bent dus geen waardig staatsman.
- Noord-Korea staat op het punt Los Angeles te bombarderen, hebben wij dan niet het recht om ons daar tegen te verdedigen met een Anti Missile Defense (AMD), dat is wat onze bevolking van ons vraagt, die verantwoordelijkheid durven wij aan, u niet?
- Wij dragen altijd alle lasten, u spendeert veel minder en zet veel minder mensen in voor ‘internationale taken’ enzovoort …
Om een lang verhaal kort te maken, de arrogantie en zelfingenomenheid van de Amerikaanse machthebbers is zo drukkend dat men zich goed moet ‘wapenen’ om niet ten prooi te vallen aan een verpletterend gevoel van machteloosheid. Daar staat tegenover dat wie zich goed voorbereidt daar wel tegen opgewassen is, ze zijn niet alleen arrogant op een onbewuste manier, ze zijn ook perfekt voorspelbaar.
Moet België meestappen in het Joint Strike Fighter project ?
Voor de VS is het een uitgemaakte zaak dat de defensiebudgetten omhoog moeten. Het debat gaat over HOE dat budget omhoog moet, met welke strategieën, welke wapensystemen …
Het is blijkbaar een uitgemaakte zaak voor al onze gesprekspartners in Washington dat de VS wereldleider moeten blijven omdat … ja, waarom eigenlijk … wel, dààrom. De wereld is nog steeds een gevaarlijke plaats vol onbekende bedreigingen. Hoewel zowat iedereen die we spraken moest toegeven dat men eigenlijk geen flauw idee heeft hoe de wereld er binnen pakweg 10 jaar zal uitzien, hebben de Amerikaanse defensiespecialisten wel al een antwoord op dat onbekende klaar: een multifunctionele, overal inzetbare jachtbommenwerper voor gezamenlijke acties zoals in Kosovo: de Joint Strike Fighter.
Hoewel het onderwerp tijdens de reis bijna nooit rechtstreeks werd aangehaald, was de JSF toch permanent aanwezig in alle gesprekken. Het is voor de Amerikanen een evidentie dat dit toestel er gaat komen, ook de recente kritische opmerkingen van het General Accounting Office (GAO), veranderen daar niets aan (de hoorzittingen in het Congres met het GAO waren nog bezig tijdens ons bezoek).
De JSF is goed voor de economie, creëert duizenden jobs en stimuleert hoogtechnologische evolutie. De burgerlijke luchtvaartindustrie doet daar dan zijn voordeel bij. Andere landen moeten wel dom zijn om zo een duidelijke kans te laten schieten. Dat het vooral de VS zélf en haar economie zijn die daar wel bij varen is mooi meegenomen maar is toch eerder toevallig. Amerikanen doen zoiets immers niet uit zelfbelang, daarvoor is hun verantwoordelijkheids-gevoel tegenover Europa te groot! Dat de VS zichzelf daarmee verder blijft verzekeren van haar militaire, technologische en militaire dominantie zal wel toeval zijn zeker.
Mijn gevoel bij dit alles is het volgende. De toekomst is onzeker. Er bestaan geen duidelijke dreigingen meer. De kans is dus groot dat Europa meer en meer twijfels heeft over de noodzaak van de Amerikaanse bescherming en van de investeringen in defensie en meer en meer een eigen neutrale koers gaat varen, met andere woorden een evenwaardige economische en geopolitieke concurrent van de VS gaat worden (of nog erger, een eigen militaire industrie gaat ontwikkelen). Dat verklaart ook de reden waarom men in de VS zo sceptisch staat tegenover de initiatieven voor het ontwikkeling van een eigen Europees veiligheids- en defensiebeleid.
Het hele JSF-project heeft naast de vanzelfsprekende motieven van economische en militarie aard ook andere bestaansredenen. Door zoveel partners in dit project mee op sleeptouw te nemen, verzekert de VS zich op lange termijn – het gaat hier over zware investeringen die de betrokken landen binden voor de komende dertig jaar (onderzoek, ontwikkeling, aankoop én gebruik van dit toestel) – van de deelname van Europa aan het globale project dat de VS van haar dominante positie moet blijven verzekeren. Bij gebrek aan een duidelijke vijand op maat van de Sovjet-Unie (alhoewel, verschillende sprekers lieten hun heimwee naar de Koude Oorlog voelen, sommigen lieten zelfs uitschijnen dat Rusland wel eens opnieuw zou kunnen beginnen, je weet maar nooit) wordt het Kosovo-model flink in de verf gezet. Dat is de oorlog van de toekomst! Bovendien blijft de VS zo verzekerd van haar technologische voorsprong. Immers, hoe hard Europa zich ook zou inspannen, die achterstand zal altijd blijven bestaan. Stel dat Europa in tien jaar het huidige peil van de VS bereikt, ondertussen staat de VS weer tien jaar verder, onbegonnen werk dus.
Op dit soort opmerkingen werd tijdens het bezoek steeds ontwijkend geantwoord. De meeste van onze gesprekspartners gaan niet echt in op dit soort tegenargumenten (Rare jongens, die Europeanen).
Samengevat kan ik stellen dat het bezoek zeer leerrijk was, zij het niet in de zin dat de VS zou gewild hebben. De JSF is en blijft een gevaarlijk project dat elk deelnemend land zal verplichten een nieuwe wapenwedloop aan te gaan. Vroeger kon de VS nog pretenderen dat het tegen de aartsvijand in Moskou was bedoeld, die schijnreden is er niet meer. Desondanks is er blijkbaar niets veranderd.
In oktober 1992 was Noam Chomsky op een lezing in de VUB. Onderwerp van gesprek was de nieuwe wereldorde. In zijn inleiding zei hij het ongeveer zo : ‘De nieuwe wereldorde is de oude wereldorde. Er is niets veranderd. Ik zou daarmee direkt kunnen eindigen en samen met u een pint bier gaan drinken. U bent echter taltijk gekomen om naar mij te luisteren. Ik zal dat dus maar niet doen.’
Dat is dan ook de indruk die ik van deze reis heb overgehouden. De leidende groepen in de VS zijn niet veranderd. Dat is ook niet mogelijk zolang er aan de interne machtsverhoudingen in de VS geen fundamentele wijzigingen komen. Het ziet er voorlopig niet naar uit dat dat gaat gebeuren. Men zal er dus best rekening mee houden dat de VS een gevaarlijke ‘partner’ blijft. Kosovo is geen nieuw begin, het is de voortzetting van een decennialange machtspolitiek waarvan de JSF de logische uitvoering is.
Als het België menens is met nastreven van een betere wereld, kan er geen sprake zijn van deelname aan het JSF-project. Mijn bezwaren zijn na deze informatieve reis alleen maar toegenomen.
Artikel oorspronkelijk verschenen in www.uitpers.be.