Op 22 oktober is Abdul-Aziz al Saud, kroonprins van de Saoedi-Arabische monarchie, gestorven in een hospitaal in New York. Hij werd daar voor darmkanker behandeld. Zijn dood werd door de massamedia als een fait divers weergegeven en viel nauwelijks op. Het verschil met de berichtgeving over de dood van Khaddafi geeft een goed idee waar de echte prioriteiten van de VS en de EU liggen.
Een politiek talent
Kroonprins Sultan Abdul-Aziz al Saud was niet de eerste de beste. Hij was een halfbroer van de huidige koning Abdullah. De Saoedische monarchie is blijkbaar altijd zeer getalenteerd geweest. Nauwelijks 17 jaar oud werd Abdul-Aziz in 1953 gouverneur van de hoofdstad Riyad. Hij kon echter meer.
Tien jaar later begon hij een politieke carrière die tot aan zijn recente ziekte ononderbroken doorging. Zo werd hij achtereenvolgens minister van Landbouw, Communicatie, Luchtvaart, vicepremier en minister van Defensie. Dat laatste was hij vijfentwintig jaar.
Hij was de minister van Defensie die vanaf de jaren tachtig Saoedi-Arabië massaal bewapende. Er wordt zelfs beweerd dat zijn bestellingen de Britse militaire luchtvaartindustrie van de ondergang hebben gered. Hij was eveneens het brein achter de commissies die talloze Britse politici mochten opstrijken.
Toen dat in Groot-Brittannië tot een groot schandaal dreigde uit te groeien, zorgde toenmalig eerste minister Tony Blair er voor dat het gerechtelijk onderzoek in de kiem werd gesmoord, omwille van het ‘nationaal belang’.
Abdul-Aziz was ook een van de drijvende krachten achter de Gulf Cooperation Council (GCC). De GCC is een economisch samenwerkingsverband tussen Bahrein, Koeweit, Oman, Qatar, de Verenigde Arabische Emiraten en Saoedi-Arabië, stuk voor stuk retrograde en middeleeuwse regimes.
Die ‘economische samenwerking’ moet je wel heel ruim begrijpen. Ook het streven naar een ‘gemeenschappelijke militaire aanwezigheid’ in de Golf hoort daar bij. Dat mochten de betogers in Bahrein nog recent ondervinden toen de Arabische lente daar gewelddadig werd onderdrukt met behulp van Saoedische troepen die in het kader van de GCC hulp kwamen bieden voor het ‘herstellen van de orde’ in Bahrein.
Terwijl hij zijn talenten ten dienste stelde van zijn land (dus van de kleine elite die het daar voor het zeggen heeft), dacht hij ook wel af en toe aan zichzelf. De militarisering van zijn land maakte hem immers ook een van de rijkste personen op aarde. De onbaatzuchtige Abdul-Aziz was ook een heftig tegenstander van het goddeloze communisme.
Een sociaal bewogen man
De laatste jaren was hij wat weggedeemsterd wegens gezondheidsproblemen. Zijn verregaande dementie belette echter niet dat hij hoge posten bleef bekleden in het Saoedi-Arabische koninkrijk, ook al was dat op het einde nog zuiver formeel. De man is uiteindelijk gestorven in een Amerikaans hospitaal, waar hij de uitstekende medische verzorging kreeg die hij zelf nooit aan zijn onderdanen heeft gegund (en zeker niet aan de honderdduizenden gastarbeiders die in een toestand van bijna slavernij hun diensten aanbieden).
De commentaren in de grote media waren mild lovend voor deze man die blijkbaar een ‘hervormer’ was geweest. Zijn overlijden was dus niet echt frontpaginanieuws. Laat ik dit even herleiden tot zijn reële dimensies. Waar gaat het in feite echt om?
Abdul-Aziz was kroonprins van een van de meest gruwelijke middeleeuwse regimes ter wereld. In Saoedi-Arabië worden onthoofdingen met het zwaard, handafhakkingen en geselingen in het openbaar uitgevoerd op marktplaatsen. Elke vorm van politieke dissidentie wordt in bloed gesmoord. Nu ja, Abdul-Aziz vond dat je dat eigenlijk niet zo in het openbaar hoort te doen.
Alleen de koninklijke familie heeft machtsposities. Familie moet je hier in de brede zin zien, de vader van Abdul-Aziz had meerdere vrouwen, hijzelf ook. Een van zijn vele zonen is prins Bandar, gewezen ambassadeur in de VS, nu voorzitter van de Saoedi-Arabische Veiligheidsraad. Bandar kan je aan het werk zien in de film ‘Fahrenheit 9/11’ van Michael Moore als de eerste ambassadeur die na 9/11 door president Bush werd ontvangen.
Our kind of guy
Samengevat: Abdul-Aziz was ‘our kind of guy’: een middeleeuwse dictator die goed voor onze commerciële belangen zorgde, die elke vorm van dissidentie in eigen land hardhandig en vooral efficiënt onderdrukte en buurlanden bijstond als ze in ‘democratische ‘problemen raken.
Maar hij had ook zijn goede kanten, hij wou zelfs de monarchie democratiseren. Inderdaad, onder zijn impuls werd een koninkijke raad opgericht. De koning kan nu niet meer zomaar alleen zijn opvolger kiezen. Hij moet daarvoor eerst de uitgebreide familie raadplegen. Dat die raad dan gelijk hem als troonopvolger aanduidde, was mooi meegenomen.
Zoveel beter dan die stoute Khaddafi
Het contrast met de berichtgeving en beeldvorming rond Khaddafi kon niet schrijnender zijn. Khaddafi was ook niet bepaald een democraat. In vergelijking met Abdul-Aziz was hij echter een verlichte liberaal. Hij ontwikkelde onderwijs, infrastructuur en gezondheidszorg tot een van de beste in de Arabische wereld.
Dat deed hij onder meer met de opbrengsten van de petroleum. Bovendien was hij een actief pleitbezorger van Afrikaanse eenheid. Khaddafi liep dus niet zomaar aan het lijntje van de westerse grootmachten. Daarom werd en wordt Khaddafi nu afgeschilderd als een gruwelijk despoot.
Khaddafi werd als een beest afgemaakt. Dat spaarde gelijk de moeite van een vervelend proces voor het Internationaal Strafhof (ICC) uit. Abdul-Aziz stierf in een hospitaalbed in de VS. Het contrast kon niet groter zijn.
De manier waarop het overlijden van Abdul-Aziz werd weergegeven in de massamedia toont aan waar de echte prioriteiten liggen. De boodschap aan de dictators van deze wereld is zonneklaar. Wil je een bloedig dictator zijn die je bevolking gruwelijk onderdrukt, geen probleem, zolang je maar onze belangen dient. Doe je dat niet, dan is je lot bezegeld. Dat is de moraal van dit verhaal.
Onze economisch bestel heeft geen morele basis
Staat dit verhaal voor de toekomst van onze wereld? Als je de massamedia moet geloven, wel. De berichtgeving over Abdul-Aziz toont vooral aan hoe moreel verwerpelijk de gecommercialiseerde berichtgeving is geworden. Maar het zou niet fair zijn dat alleen aan de media te verwijten. Zij passen slechts de logica van ons economisch bestel toe. Die economie erkent morele waarden niet.
De vraag is maar of we dat moeten blijven slikken.