Ook tijdens deze stakingen ben en blijf ik meer dan ooit een overtuigd gebruiker van de trein. De trein is voor mij immers veel meer dan alleen maar openbaar vervoer. De trein is een uithangbord van een maatschappij waar ik in geloof en waar ik voor wil blijven strijden: misschien niet altijd erg efficiënt maar steeds warm meevoelend en solidair. De trein is van ons allen.
Een jeugdzonde
Ik beken, ik ben vooringenomen: sinds de dag dat ik thuis alleen de deur uit mocht kon ik er maar niet genoeg van krijgen. Dat kinderlijk gevoel geraak ik nooit kwijt. Waar en hoe het begon weet ik niet meer maar het blijft sterker dan mezelf. Ook in het buitenland moet ik treinstations kunnen bezoeken, uurroosters overlopen, de perrons, de treinen bekijken, de informatieborden (de goede en de slechte) en wegdromen. Ooit wordt mijn ultieme droom waarheid: een reis over de Transsiberische spoorweg.
De treingids, die dikke turf die alleen de ouderen onder ons nog kennen, kocht ik elk jaar op de eerste dag van verschijnen. Dat er mensen waren die hem niet wilden kopen aan de spotprijs die de NMBS er voor vroeg kon er bij mij nooit in. Zijn opvolger, de ARI-disk, had ik ook onmiddellijk. Hij heeft niet lang standgehouden tegen het internet. Ik was ook één van de eersten om thuis een ticket af te printen, idem voor het met je identiteitskaart geregistreerde ticket (ik heb er dan ook de kinderziektes van ondervonden – de controleprocedure voor de treinwachter is trouwens nog altijd véél te omslachtig).
De invoering van een nieuw type lokomotief, nieuwe wagons, oude wagons in een nieuw kleurtje … ik heb het altijd als eerste gezien. Zelfs nu terwijl ik op de trein sta te wachten ben ik wagons aan het tellen, staat de lok vooraan of duwt hij, weer een wagon gevandaliseerd door graffiti …
Van de treinzetels naar de sofa thuis
Lyrisch ben ik als het over de trein gaat…hoewel, ik kan er ook wel een potje over klagen. Veertig jaar al weet ik waar de fouten in de treingids staan, erger ik me over zijn ‘administratief’ concept en zijn compleet gebrek aan gebruiksvriendelijkheid. Ook kan ik me ergeren over het gebrek aan informatie in de stations, de zoveelste vertraging en ja hoor, ik vind wilde, onaangekondigde stakingen niet kunnen (meer daarover hieronder).
De trein is voor mij zoals de spreekwoordelijke oude sofa thuis: hij zit dan wel vol scheuren van de kinderen en de poezen, maar hij zit goed en ik kan me de living niet voorstellen zonder …
Mijn liefde voor de trein maakt me niet blind voor zijn gebreken. In het dicht bevolkte, chaotisch bebouwde Vlaanderen (buitenlanders geloven je gewoon niet als je hen vertelt dat België één van de eerste landen ter wereld was met een wetgeving voor ruimtelijke ordening) is de trein heel dikwijls géén optie. Nog altijd slagen de busmaatschappijen er niet in hun uurroosters met de NMBS te coördineren. Het betert wel, maar het gaat allemaal zo vreselijk traag.
De ziekte van de Belgische politiek
Bovendien, de NMBS is al sinds zijn geboorte een gepolitiseerd, administratief gerund bedrijf waar efficiëntie, coördinatie en gewoon ‘gezond verstand’ haast onbekende begrippen zijn. Weet u, lezer, bijvoorbeeld, waarom bepaalde treinen L-treinen worden genoemd hoewel ze niet overal op de lijn stoppen, terwijl andere treinen op dezelfde lijn die wél overal stoppen echter IR-treinen zijn? (U ziet er op de foto boven dit artikel een voorbeeld van)
Dat zou te maken hebben met welke afdeling die bepaalde trein beheert, of welk het zogenaamde thuisstation van de trein is. Dat de klassering van de lijnen een informatie aan de reiziger is en géén interne administratieve aangelegenheid schijnt men bij de NMBS-top maar niet te kunnen snappen.
Rare jongens, die reizigers
Maar goed, ook de reiziger laat wel eens steken vallen. Een oud, taai en koppig zeer is bijvoorbeeld het Centraal Station van Brussel. Reizigers die al jaren dezelfde trein nemen blijven tijdens de spitsuren steeds weer koppig in de middelste wagons samengedrukt staan. Al roept de treinwachter het wel twintig keer om dat vooraan en achteraan lege zitjes over zijn, niemand beweegt een vin … begrijpe wie begrijpen kan. OK, ik moet dan thuis het hele perron afwandelen in plaats van vlak voor de uitgang uit te stappen, maar ik heb wel gezeten en een boek gelezen.
Ik kan er ook nog altijd niet bij dat er steeds weer mensen zijn die een treinwachter durven lastig vallen met de vraag ‘of dit de trein naar Antwerpen is’ terwijl ze onder het bord staan waar dat in koeien van letters geschreven staat … inderdaad, raar maar waar.
Geduld is een deugd voor reizigers én personeel
Het treinpersoneel van de NMBS blijft er stoïcijns geduldig bij. Ik ben al vijftig jaar een frequent gebruiker van de trein en nog nooit, ik herhaal, nog nooit heb ik een treinwachter geweten die zijn geduld verloor. Nou goed, ik zat ooit op een trein die 50 minuten stilstond tussen twee stations. De treinwachter liet zich niet zien, laat staan dat hij ons informeerde. Maar goed, de arme man (meestal was dat een man, dat verandert nu wel) wist het waarschijnlijk zelf ook niet.
Je moet het maar doen, treinwachter. De treinbestuurder wordt niet lastig gevallen (en maar goed ook, mijn recht op veiligheid is me belangrijker dan mijn recht op informatie). De kaartverkopers en de bediendes in de informatiekiosken mogen het af en toe ook horen maar de seingevers, de technici, de omroepers zitten ver weg van de lastige passagier. Niets van dat alles voor de treinwachter. Bovendien, treinwachter, treinbestuurder en seingever … ze zijn allen elke dag vroeg uit de veren, meestal met de wagen want de eerste trein … tja, die hebben ze niet, die moeten ze immers zélf van stal halen.
Een puike prestatie, elke dag weer
Ik nodig elk overtuigd klager over de stakingen uit om eens een dagje te spenderen in één van de drie grote stations van Brussel. Hoe men er daar in slaagt om ondanks jarenlange desinvestering zoveel treinen door de Noord-Zuidtunnel te sturen zonder ongevallen, zondermeer bewonderenswaardig, iets om fier op te zijn.
Dit gaat niet over de vakbonden, dit gaat over mensen
Mijn liefde voor de trein en mijn overtuigd syndicalisme maken me evenmin blind voor de fouten die de spoorvakbonden maken en gemaakt hebben. De top van de spoorvakbonden is teveel ingekapseld in de beheersstructuren van het bedrijf. Bovendien komt er van die top nauwelijks een visie op een modern en efficiënt openbaar vervoer.
Neen, mijn sympathie gaat naar de spoorarbeider, de treinwachter, de loketbediende, de treinbestuurder die me dagelijks door weer en wind de best mogelijke service proberen te geven en daar al bij al relatief weinig voor betaald worden. Als die dan moeten horen dat ze hun slopend werk en hun onregelmatige uren nog enkele jaren meer gaan moeten uitvoeren, kan ik goed begrijpen dat zij voor hun zuur verdiende (en bijna altijd enkel door harde sociale strijd bekomen) rechten opkomen. Van hun eigen bazen moeten ze immers niet veel verwachten. Sociaal verantwoordelijkheidsgevoel is géén vereiste voor een topfunctie bij de NMBS. Aanhorigheid bij een politieke partij is dat wel, maar verwar dat niet met verantwoordelijkheidsgevoel.
De massamedia zijn een deel van het systeem, reken niet op hen
De schandalige manier waarop de massamedia de sociale strijd en de vakbonden portretteren is éénzijdig, vooringenomen en meestal ronduit foutief. Over die manier waarop de media in het algemeen met sociale strijd omgaan kan je hier op www.dewereldmorgen.be genoeg artikels lezen. Daar ga ik hier niet dieper op in.
Dat verandert niets aan het feit dat de vakbonden nog steeds ontstellend veel tactische fouten maken bij het verkondigen van hun boodschap. Wanneer gaan de spoorvakbonden eindelijk een professioneel woordvoerder aanwerven die naast de woordvoerder van de NMBS-top gaat staan om de desinformatie van zijn ‘collega’ tegen te spreken? Met alle respect voor hun verdiensten, maar de meeste vakbondsleiders zijn matige tot ronduit slechte communicatoren.
Bovendien, in een dienst zoals de NMBS doe je gewoon niet aan wilde stakingen. Uitzonderlijke situaties kunnen zich zeker voordoen, maar dit moeten de vakbonden toch echt vermijden. Kan iemand me trouwens uitleggen waar dat idee van een 24-uur staking vandaan komt, beginnend om 22 uur ’s avonds tot de dag erop 22 uur? Bespaar me daarbij alstublieft een ‘administratief’ antwoord.
Neem het initiatief terug in handen
Waarom kondigen de vakbonden niet zelf hun stakingen bij de reizigers aan, met pamfletjes, met duidelijke uitleg in plaats van zich te verlaten op een verwrongen boodschap door de onbetrouwbare massamedia? Waarom nooit eens ludieke acties in de stations? Waarom geen vakbondsmensen ter beschikking stellen van de reizigers om hen naar alternatief openbaar vervoer te begeleiden … zoveel ideetjes zijn mogelijk.
Opgepast, stakingen zijn en blijven een ultiem drukkingsmiddel dat de spoorvakbonden nooit mogen opgeven. De stok achter de deur. De provocatie van minster Van Quckenborne is trouwens ontoelaatbaar. Zijn gedrag zet het historisch model van het sociaal overleg op de helling. Hier moet hard tegen worden opgetreden, bijvoorbeeld met deze aangekondigde (!) staking op 22 december.
Staak van ‘smorgens tot ’s avonds
Laat die echter niet de avond ervoor beginnen. Reizigers die de laatste trein nodig hebben laat je niet aan hun lot over. Toch niet als ze een dag werken achter de rug hebben. De dag erna kunnen ze dan wel niet naar hun werk, maar dat is tenminste duidelijk. Nu krijg je een dubbel negatief effect. Waar slaat dat immers op, een treinstaking stopzetten om 22 uur ’s avonds? Mogen de medearbeiders die die dag toch niet op hun werk geraakten dan wel naar huis? Afschaffen dus, dat rare systeem. Staken doe je één dag (of meerdere) van ’s morgens tot ’s avonds. Duidelijk voor iedereen, geen misverstanden mogelijk.
Denk hier toch eens over na, beste vrienden van het spoor. Het doel heiligt de middelen, maar dat belet niet dat je over die middelen even kan nadenken. Stel een duidelijk stakingsplan op voor de komende weken, communiceer dat goed aan de reizigers. De reiziger zal er dankbaar en begrijpend voor zijn.
Deze staking is nodig
Versta me dus niet verkeerd, ik steun de staking volledig. De sociale rechten van onze kinderen en kleinkinderen staan op spel. Hier is meer gaande dan ‘besparingen’ en ‘hervormingen’. Van Griekenland, over Portugal, over Ierland tot in Brussel, achter dit jargon gaat een neoliberale sociaal regressieve agenda schuil die niet genoeg kan bestreden worden. (zie hierover talloze andere artikels op deze site)
Ik hoop dat deze staking massaal is en veel navolging krijgt in de andere openbare sectoren (en in de privésector!).
Overmorgen vrijdag neem ik terug de trein met evenveel overtuiging als voorheen, mijn krant en een boek heb ik altijd bij de hand, maar een goed gesprek tijdens een toevallig weerzien, een nieuwe ontmoeting, het is altijd welkom. Waar anders dan in de trein is nog een rustig gesprek mogelijk? Geen (dure) parkeerproblemen, geen files, geen dure tankbeurten … gewoon, de trein is altijd een beetje reizen. Ik geniet er nog alle dagen van.
De auto is ‘ik’. De trein zijn ‘wij’.
Ook al ken ik u niet, beste medereiziger, dat wij samen de trein nemen vind ik telkens weer een mooie gedachte.
De trein is de eerste en nog steeds de prachtigste uitvinding van de industriële revolutie.
Ik heb een auto. Die auto, dat is ‘ik’. Als het kan, kies ik echter altijd voor de trein. De trein, dat zijn ‘wij’. Daarom dus.