In zijn recente State of the Union deed Obama wat alle presidenten in het jaar van de verkiezingen voor hun tweede mandaat doen. Mooie woorden voor de gewone Amerikaan zonder al te concrete beloftes. De economisch/militaire keuzes blijven immers exact dezelfde. De VS wil en zal de dominante alleenheerser zijn en blijven over de wereld. Wat de rest van de wereld daar van denkt, is niet relevant.
Een traditioneel ritueel
De jaarlijkse State of the Union in januari is een rotsvaste traditie in de Amerikaanse politiek. Het parlementair jaar valt in de VS samen met het kalenderjaar en 2012 is een verkiezingsjaar. Voor een president op het einde van zijn eerste mandaat is dat een niet te missen kans om alle aandacht van de media te krijgen.
Het is één van die ogenblikken dat de zetelende president voluit van het voordeel van zijn functie kan genieten tegenover zijn rivalen, vooral omdat in het Amerikaanse politieke systeem de andere partij haast nooit in januari al één duidelijke tegenkandidaat heeft.
Een sterk leider tegenover een verdeelde oppositie
Het gehakketak tussen de republikeinse kandidaten begint te vernauwen naar twee mogelijke kandidaten – Mitt Romney en Newt Gingrich – maar enkele ‘derde’ kandidaten zoals Ron Paul hebben de strijd nog niet opgegeven. Die gaan nu over elkaar heen vallen in het afbreken van deze toespraak. Maar dat deert niet. Zelfs als die kritiek iets zou betekenen, zou het imago van de bekvechtende republikeinen overheersen.
Hoewel Gingrich en Romney een exacte kopie van elkaars sociaal-economisch profiel zijn, gaat hun strijd bikkelhard. Het zijn allebei neoliberale fanatici. Het gaat in deze soap echter vooral over ‘waarden’ en ‘perceptie’, niet over inhoud.
De zetelende president kan zich daar tegenover plaatsen als de man die met één stem voor zijn partij spreekt. Duidelijk en met gezag. Een man voor de hele natie.
‘Verstandige’ speech
Vanuit het standpunt van de traditionele politiek in de VS tussen de twee machtspartijen was deze State of the Union een zeer verstandige zet van Obama. Daarmee is de strijd echter nog niet gestreden. Het is goed om op dit elan door te kunnen gaan, maar de strijd is daarmee verre van gewonnen.
Er zijn immers wel meer presidenten geweest die een sterke State of te Union afleverden en toch geen tweede mandaat haalden (Carter, Bush sr.). Er zijn er ook wiens State of the Union zwak was, maar die toch een spetterende overwinning haalden (Nixon).
Een ‘koninklijke’ intrede
Wie van deze jaarlijkse show concrete toezeggingen verwacht, begrijpt de bedoeling niet. De manier waarop de president het halfrond betreedt, is al veelzeggend. Het heeft meer weg van de intrede van een beroemde filmster op een filmfestival. In het halfrond zetelen niet alleen de parlementsleden; hun partners zijn er ook bij, en ook heel wat hogere ambtenaren. Vreemd is ook dat het publiek op de tribunes mee mag klappen met het oorverdovende minutenlange applaus, iets wat in haast geen enkel ander parlement gedaan wordt, zelfs niet in Frankrijk.
Het presidentieel systeem in de VS is in feite een verkozen tijdelijke monarchie, compleet met hofhouding en ‘first lady’. Waar elders krijgt de onverkozen echtgenote van een staatshoofd ook een kabinet, bureaus, een staf met medewerkers? Het Franse systeem heeft er ook wel wat kenmerken van, maar is toch niet zo excessief als het Amerikaanse.
Spreken tot het parlement hoort dagelijkse routine te zijn
Wat in feite de gewoonste zaak van de wereld zou moeten zijn, zelfs een normale verplichting – een staatshoofd dat als leider van de regering naar het parlement zijn beleid komt toelichten – is in het Amerikaanse parlementaire systeem de uitzondering. Zo uitzonderlijk zelfs dat men er een waar feest van maakt.
Dit is de moderne versie van de Franse koningen die voor de opening van het bal alle aanwezigen komen begroeten. Wie krijgt een handdruk, wie een handdruk plus een kort praatje, wie een korte knik? Pracht en praal, verder alleen de leegte. Na zijn speech verlaat de tijdelijke monarch het halfrond. Hij gaat zich zeker niet verlagen tot aanwezigheid tijdens de debatten, laat staan dat hij op vragen van de parlementariërs zou antwoorden.
Obama stak van wal met de militaire verwezenlijkingen: de oorlog in Irak is ten einde, Osama bin Laden is uitgeschakeld. Daarna schakelde hij over op de economie, de echte zorg van de gewone Amerikaan, de ‘kiezer’, weet je wel. Ook daarover was deze speech met al zijn platitudes duidelijk genoeg: het wordt meer van hetzelfde als al de jaren voorheen, met alleen wat meer mooie woorden over jobs voor iedereen, meer kansen, een eerlijkere verdeling van de lasten en de lusten, minder inkomensongelijkheid …
Harde aanpak zal vervolgingen vertragen
Obama gaat de financiële fraude en de misbruiken van de hypotheekcrisis aanpakken. Daar gaat hij zelfs een Special Task Force voor oprichten. Het eerste probleem daarmee is dat de regering van Obama dat al drie jaar zegt, in een of andere vorm. Het tweede probleem is dat de oorzaak van dit falen bij de deelstaten ligt, die hun eigen justitiedepartementen niet dwingen die zaken prioritair te behandelen. Rechtsvervolging gebeurt in de VS door ambtenaren van de deelstaten die ‘attorney-general’ worden genoemd (niet echt vergelijkbaar met onze systemen, ergens tussen openbare aanklager en onderzoeksrechter).
Als de bestaande historische ervaring met dergelijke federale bemoeienissen in de rechtspraak door de deelstaten een aanwijzing geeft, dan is het dat dergelijke initiatieven de zaken eerder vertragen. De attorneys-general die wel actief vervolgen, zullen er door gehinderd worden. Zij die de misbruiken niet of met hangende poten vervolgen, gaan nog meer op de rem staan.
Bovendien worden die attorneys-general – raar maar waar – niet benoemd na rekrutering en promotie, maar ‘verkozen’ door de bevolking op basis van hun politiek profiel. Deelname aan die verkiezingen ligt dikwijls rond de 15 à 20 procent. Het zijn niet de middenklassers en de armen die gaan stemmen.
Traditioneel sociaal beleid: geen
Ook op gebied van gezondheidszorg gaat Obama door op de ingeslagen weg. Openbare subsidies mogen enkel dienen om de privésector meer performant te maken, in geen geval komt er een openbare gezondheidszorg.
Hij gaat ook niets doen om het openbaar onderwijs uit zijn diepe depressie te halen. Het openbaar onderwijs staat in de VS de facto op het punt helemaal te verdwijnen. Ook hier blijft Obama bij het ideologische dogma van openbare fondsen voor privé-initiatieven.
General Motors, het model van de toekomst
Obama pochte tijdens zijn speech over het ‘grote succes’ van de herlevende auto-industrie. Dat gaat dan voornamelijk over General Motors (GM). Dat zou het model voor de toekomst moeten zijn. Obama heeft dat bedrijf inderdaad van het bankroet gered door een enorme injectie met overheidsgeld – of beter: belastinggeld. Het bedrijf heeft inderdaad de financiële crisis overleefd en is terug ‘productief’.
Daar horen echter heel wat kritische noten bij die je in de speech van Obama niet terugvindt. GM was niet in crisis wegens de dalende productiviteit, gebrek aan innovatie of iets dergelijks. Het bedrijf dreigde ten onder te gaan door zijn onverstandig financieel beleid.
De VS verwelkomt de Derde Wereld in haar midden
Toch zijn het niet de bazen die de crisis hebben veroorzaakt, die nu het gelag betalen, maar de werknemers van GM. Sinds twee jaar wordt er met een ‘tweelagensysteem’ gewerkt. Dat komt er op neer dat nieuwe werknemers geen enkel recht meer hebben op de sociale voordelen van hun oudere collega’s. De bestaande CAO’s gelden voor hen niet. Het uurloon is gehalveerd van 28 naar 14 dollar! Dit is niet meer of niet minder dan de finale doodsteek van de Amerikaanse vakbondsbeweging.
Met andere woorden, GM is niet gered door een of ander nieuw industrieel beleid. GM is gered door de sociale uitbuiting van zijn werknemers. De arbeiders van de toekomst zullen bij GM niet genoeg meer verdienen om een bestaan in de middenklasse op te bouwen. Ze zullen geen geld meer hebben voor een eigen huis, laat staan voor een vakantie of andere vormen van comfort.
Toppunt van ironie: Obama beweert dat Amerikaanse wagens opnieuw worden verkocht in Seoel (hoofdstad van Zuid-Korea). De Amerikaanse wagen van het jaar 2011 was wel de Hyundai Elantra …
Met deze president gaan de banken nooit echt vervolgd worden voor de misbruiken van het verleden. Tegenover openbare steunfondsen voor hun redding wordt geen enkele openbare verplichting geplaatst.
Obama heeft het in zijn speech ook even over eerlijke belastingen en het probleem van de toenemende inkomensongelijkheid. Hij doet daarmee wat zowat elke president doet in een verkiezingsjaar, even aandacht besteden aan de gewone Amerikaan. Over Occupy Wall Street, een beweging die nu al historisch mag worden genoemd, rept hij met geen woord.
Hij presteert het wel om te beweren dat de Arabische lente op ‘Amerikaanse waarden’ is gebaseerd. Dat die opstanden er kwamen tegen regimes die voluit door de VS en Europa werden gesteund, zal je van hem niet horen.
Business as usual: olie en verkochte verkiezingen
Hij gaat een aantal initiatieven nemen voor meer groene energie bij het leger (de enige sector van de Amerikaanse industrie waar de president rechtsreeks over kan beslissen). Goed, maar veel te weinig. Voor het overige blijft de VS zweren bij olie, kernenergie en blijft fracking (zeer vervuilende oliewinning uit teerzand) een voorname bron van oliewinning.
Met deze president blijft de Federal Electoral Commission (FEC) (federale verkiezingscommissie) een dienst onder rechtstreeks toezicht van het Congress. In België net zoals in zowat alle andere landen van de wereld is dat een overheidsdienst onder controle van neutrale ambtenaren van het ministerie van Binnenlandse Zaken.
Maar vooral pakt Obama de essentie van het politiek systeem niet aan, namelijk de invloed van geld in de politiek. Hij blijft daar zeer vaag over. Dat doet hij om evidente redenen. De verkiezingscampagne van 2012 belooft de duurste ooit te worden (zowel in absolute als in naar inflatie gecorrigeerde cijfers). Hij gaat zijn eigen bronnen niet afsnijden.
Obama mag dan wel een Nobelprijs voor de Vrede gewonnen hebben (niet dat hij dat in de verkiezingsstrijd gaat uitspelen – Nobelprijzen hebben in de VS niet de weerklank die ze in de rest van de wereld hebben), hij is en blijft een president van het imperium. Dat imperium heeft in grote lijnen twee doelstellingen: controle van de markten (de ‘vrije markt’) en zoveel mogelijk monopolies (‘vrijheid van ondernemen’). Obama is daar de geknipte man voor.
Het grootste leger ter wereld
Hij gaat weliswaar ‘besparen’ over de komende tien jaar, daarmee blijft het Amerikaanse leger wel boven het niveau van net na september 2011. Dat leger is nog altijd groter dan de veertien volgende legers samen op de ranglijst. Bovendien blijkt die ‘besparing’ over de komende tien jaar in feite een ‘verminderde toename’ te zijn.
Het militaire budget zal namelijk ‘minder’ stijgen dan oorspronkelijk voorzien was voor de komende tien jaar. Wow, indrukwekkend, inderdaad. Hij zegt het allemaal wel heel mooi en omfloerst, maar waar het op neerkomt, is dat deze man pocht met het aantal mensen dat hij heeft vermoord en nog zal vermoorden.
“De oorlog in Irak heeft de wereld voor ons allen veiliger gemaakt en we worden er meer voor gerespecteerd”. Selectieve blindheid … in Irak is de toestand zonder meer verschrikkelijk (zoals een zoveelste bomaanslag met meer dan dertig doden tijdens het schrijven van dit artikel op 30 januari nog maar eens aantoont).
Obama voert de beloftes van voorganger W. Bush uit
Bovendien, Obama heeft Irak verlaten rond de tijd die de Iraakse regering al afgesproken had met de regering Bush. Die Iraakse regering werkt helemaal niet meer goed samen met de VS en steekt dat zelfs niet onder stoelen of banken. De invasie van Libië heeft het regime van de in ongenade gevallen bondgenoot Khaddafi vervangen door een ander terreurregime. Er heerst nu ongecontroleerde terreur in Libië. Gelukkig zijn er onze massamedia om ons daar niet (of zonder context) op te wijzen.
Obama zegt in zijn State of the Union dat de VS een ‘indispensable nation in world affairs’ blijft (onmisbare natie in de wereldpolitiek). Typisch wollig Amerikaans taalgebruik. Dit is echter zonder meer een groteske uiting van imperialistische hoogmoed. Wat betekent dat? Dat andere landen wel ‘dispensable’ zijn?
‘God bless America’
Kan je je ook maar één ogenblik inbeelden dat Rusland of China iets dergelijks zouden beweren? Onze grote commentatoren zouden over elkaar vallen in hun verontwaardiging. Niets van dit alles hier. Als een Amerikaans president dat zegt en zijn speech dan nog beëindigt met een religieuze spreuk als ‘God bless America’, vinden wij dat normaal. Het Amerikaanse parlement opent al zijn zittingen met een gebed. Dat heeft het gemeen met parlementen in theocratische staten als Saoedi-Arabië.
Obama zei er nu niet veel over, maar de VS gaat zich de komende jaren meer concentreren op de Stille Oceaan en het Verre Oosten (zie daarover artikel in ‘Lees Ook’ hieronder). Met andere woorden, Obama de vredesduif is bezig een nieuwe koude oorlog in de steigers te zetten.
Obama zal meer dan waarschijnlijk Israël weerhouden van een oorlog met Iran voor de verkiezingen. Niet om principiële redenen, maar omwille van de mogelijke economische gevolgen. Je wil verkiezingen toch niet verprutsen met weer een nieuwe oorlog in primetime op tv.
Democraten zijn toch zoveel beter
De usual suspects zullen in de media weer komen uitleggen waarom wij moeten hopen op een zege van democraat Obama, want republikein Romney of – complete griezel – Newt Gingrich zijn zoveel erger. Ondertussen gaan ze wel voorbij aan het feit dat een verkiezing met als enige mogelijkheid een klassieke neoliberale imperialist of een doorgedraaide reactionair geen democratische keuze is.
Ook nu zal nog een andere eeuwige dooddoener terug de kop opsteken, die van het idee dat de president in zijn tweede mandaat wel beter zijn beloftes zal kunnen houden. Hij moet tijdens het tweede mandaat immers niet meer voor een herverkiezing strijden. Die stelling is nooit door de feiten bewezen, maar ze blijft wel telkens weer opduiken.
Het idee erachter is dat de man wel zou willen, maar door de zakenwereld, de republikeinse meerderheid, de lobbyisten en zo meer wordt gedwongen om te doen wat hij doet. Dat is larie en apekool. Deze president doet wat hij beloofd heeft te doen: meer van hetzelfde maar met een andere retoriek, met prachtige slogans en grootse speechen.
De essentie blijft voor het overige dezelfde.
Dit artikel verschijnt in samenwerking met www.uitpers.be