Noam Chomsky’s ‘Occupy’ is een hart onder de riem van de gelijknamige beweging. Dat die net hem kiest als eerste auteur van hun publicaties is een erkenning van zijn moreel gezag. Nuttige literatuur voor wie meer inzicht wil in wat er gaande is.
De initiatiefnemers
Dit is in feite geen echt ‘boek’, het is een politiek pamflet. In zijn inleiding legt uit waarom de eerste keuze viel op de publicatie van de speeches en interviews die Chomsky gaf op enkele Occupy-plaatsen. Greg is medeoprichter van Open Media Series in 1991 en heeft samen met de actiegroep Adelante Alliance in New York City de nieuwe Zucotti Park Press en Occupied Media Series opgericht.
Adelante Alliance (‘Alliantie Voorwaarts’) is een organisatie die opkomt voor de rechten van Latijns-Amerikaanse immigranten. Zucotti Park is de plaats in New York City waar de Occupy-beweging haar eerste tentenkamp had (ondertussen zijn ze daar verdreven en naar Union Square verhuisd – de naam is gebleven).
Eerste onmiskenbaar succes
Ondanks het feit dat de hele Occupy-beweging nog steeds door de grote media wordt verzwegen/geridiculiseerd/verkeerd begrepen of wordt verdacht gemaakt heeft ze volgens Chomsky al heel wat verwezenlijkt. Het nu ingeburgerde gebruik van de symbolische cijfers 99 procent en 1 procent is er maar een voorbeeld van.
Belangrijker is dat de toenemende ongelijkheid in de VS (en de rest van de wereld) tussen rijk en arm een thema is geworden in de grote media, die zelfs de terminologie van de beweging overnemen (zonder dat openlijk te erkennen).
Welkome reactie op het neoliberalisme
Wat dit pamflet de moeite waard maakt, is dat Chomsky in vijf korte hoofdstukken haarfijn uitlegt waarom dit een historisch precedent is dat potentieel heeft. Dit is een reactie op dertig jaar onafgebroken neoliberale aanvallen op de verworvenheden van de sociale welvaartstaat.
Hoewel de sociale omstandigheden tijdens de Grote Depressie van de jaren ’30 veel erger waren, is er een belangrijk verschil. Er was toen nog hoop dat het beter zou worden. Nu is er alleen maar wanhoop bij de bevolking, die dan dikwijls soelaas zoekt bij extreemrechtse bewegingen zoals de Tea Party.
Dat er nu toch een dergelijk activisme de kop opsteekt en het al zo lang volhoudt, is dan weer een teken van hoop. Meer en meer mensen leggen zich niet neer bij de ‘feiten’. Meer nog, ze zoeken naar alternatieven. De massamedia stellen dan wel dat er geen duidelijk programma is, maar dat is volgens Chomsky normaal. Zoiets moet immers groeien.
De één procent weet wat ze wil: meer
Bovendien, een vraag naar zo een ‘programma’ is een typische eis van media die met dit nieuwe fenomeen geen blijf weten omdat het niet in hun voorgekauwde denkkader past.
Dit gaat echter niet over de strijd tegen een domme elite die niet zou zien dat hun draconische besparingsmaatregelen averechtse effecten hebben op de bevolking. Neen, de gevolgen van hun beleid zijn wel degelijk weloverwogen en zo bedoeld. Het gaat om niet meer of niet minder dan een aanval op de bevolking ten bate van een steeds kleinere en steeds rijkere minderheid (de symbolische 1 procent).
Treffend is hoe Chomsky de vorige baas van de Amerikaanse Centrale Bank citeert die net voor de huidige crisis nog openlijk stelde dat het succes van de groeiende economie is gebaseerd op ‘de toenemende werkonzekerheid’ van de bevolking.
De negenennegentig procent neemt dat niet langer
Occupy komt volgens Chomsky niets te vroeg. Er dreigt niet alleen een economische maar ook een ecologische ramp. Bovendien neemt de dreiging van een kernoorlog toe, iets waar de grote media amper over spreken. Toch denkt hij niet dat er een rechtse fascistoïde overname van de macht dreigt. Het gevaar schuilt elders.
Daar de elites sinds de jaren ’30 beseffen dat ze de macht hebben verloren om hun wil op te leggen, is hun klassestrijd van methode veranderd: waar het nu over gaat, is de bevolking passief te laten worden en zich te vergeten in een cocktail van consumerisme, passiviteit, apathie, etnische zondebokken en entertainment.
Daarom is een beweging zoals Occupy zo belangrijk. Het spreekt de hypothese van die zogenaamd onvermijdelijke fataliteit tegen en jaagt de economische elite de stuipen op het lijf.
De één procent is hier bang van
Dat komt ook omdat de beweging de afschaffing van het wettelijk verankerde principe van bedrijven als ‘rechtspersonen’ met dezelfde rechten als echte personen als eerste punt op zijn programma heeft staan. Chomsky wijst er ook op dat er helemaal geen economische wetmatigheid bestaat die zegt dat bedrijven door hun aandeelhouders zouden moeten worden bestuurd.
Wat de Europese Centrale Bank nu doet – besparingen opleggen in tijden van economische recessie – zal de situatie gegarandeerd verergeren, tenminste voor de bevolking, voor een kleine minderheid wordt het kassa-kassa.
Vergroot je basis
De uitdaging voor Occupy is volgens Chomsky een groter deel van de bevolking te betrekken bij de activiteiten. Vage sympathie is mooi maar niet genoeg. Daarvoor moet de beweging ook niet rekenen op de twee Amerikaanse partijen die op enkele nuances na voor dezelfde regressieve economische agenda staan.
Chomsky spreekt ook tegen dat het verzet tegen de oorlogen tegen Irak en Afghanistan niets heeft opgeleverd. Die bezettingen zijn verschrikkelijk genoeg maar de VS durft niet meer de massale chemische sproeicampagnes en tapijtbombardementen aan die op Vietnam, Laos en Cambodja neerkwamen.
Chomsky brengt ten slotte eer aan de overleden historicus Howard Zinn en betreurt dat die dit niet meer heeft mogen meemaken.
Rechten en plichten van de Occupier
Als laatste hoofdstukje staat in dit pamflet een tekst van de National Lawyers Guild (de nationale gilde van advocaten) waarin ze uitleggen wat de rechten en plichten zijn van burgers bij hun aanhouding.
Lode Vanoost
Occupied Media Pamphlet Series en Zucotti Park Press brengen de komende weken nog een viertal andere pamfletten uit. Ze zullen even goedkoop zijn en komen zeker nog aan bod op deze site.
Deze recensie is gebaseerd op de oorspronkelijke uitgave.