Bij hun oprichting in 1945 veroordeelden de Verenigde Naties (VN) de gesel van het kolonialisme. De recente VN-richtlijnen voor het fenomeen ‘land grabbing’ zijn echter tandeloos. Voorlopig kan deze nieuwe fase van het kolonialisme ongehinderd zijn vernietigende gang gaan
Richtlijnen voor ‘land grabbing’
De Food and Agriculture Organization (FAO – Voedsel- en Landbouworganisatie van de VN), de Wereldbank en de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) hebben recent vergaderd met vertegenwoordigers van het bedrijfsleven en NGO’s om richtlijnen op te stellen voor ‘land grabbing’ die beantwoorden aan de noden van de Derde Wereldlanden.
Meer en meer bedrijven en landen kopen immers enorme oppervlaktes landbouwgrond op in de Derde Wereld, wat ten koste gaat van de noden van de plaatselijke bevolking. Op het eerste zicht lijkt dat een perfect legitiem initiatief. Enige reserve is echter op zijn plaats.
‘Historisch’ initiatief
Vooral Engelstalige media waren quasi unaniem lovend. Het woord ‘historisch’ kwam regelmatig voor in de commentaren die dit nieuwe initiatief van de VN bespraken. De grote media zijn allang voorbij het stadium waarin ‘historisch’ enkel werd gebruikt om zaken te beschrijven die hun impact gedurende een bepaalde periode hadden bewezen. Deze richtlijnen moeten daarentegen nog alles bewijzen.
Misschien zullen ze wel tot substantiële veranderingen leiden. Mijn ervaring met de geschiedenis leert me dat we daar beter ernstig aan twijfelen. Eenmaal de glinsterende persbrochures ongeopend op een of ander bureau zijn achtergelaten en iedereen weer de baan op is voor een of andere ‘dringende’ aangelegenheid, net dan is het juiste ogenblik om een en ander eens nauwkeuriger te bekijken.
Wat is ‘land grabbing’
Waar hebben we het hier eigenlijk over? Laat ons eens naar dat fenomeen ‘land grabbing’ kijken. Dit is wat Wikipedia erover te vertellen heeft:
“Land grabbing is de betwiste praktijk van grootschalige landverovering, door het opkopen of leasen van steeds grote oppervlaktes grond in de Derde Wereld, door binnenlandse of buitenlandse multinationals, door regeringen en door individuele aankopers. Hoewel het in de loop der geschiedenis altijd al is voorgekomen, bedoelt men er tegenwoordig vooral de grootschalige aankopen van land mee na de globale crisis van de voedselprijzen in 2007 en 2008 … de plaatsen van deze landaankopen liggen in de Derde Wereld, voor 70 procent in Sub-Sahara Afrika.” (eigen vertaling van de definitie in de Engelstalige Wikipedia).
Wikipedia is wat het is – meestal een excuus voor personen die, zoals ik, te lui zijn om zelf ernstig onderzoek te doen – maar kan zeker niet van progressieve vooringenomenheid beschuldigd worden. Net dat maakt deze definitie interessant. Laat ons dat even met een aantal feiten confronteren.
Land grabbing is diefstal
Ze begint met een contradictie: ‘grabbing’ (letterlijk ‘vastgrijpen’, ‘wegrukken’ …) is een opgesmukt synoniem voor ‘stelen’, terwijl ‘opkopen’ een legale (en legitieme) transactie tussen koper en verkoper veronderstelt. Daarna volgt nog een contradictie. ‘Land grabbing’ zou een praktijk zijn die “in de loop der geschiedenis altijd al is voorgekomen”. Desalniettemin zou het toch vooral over een recent fenomeen sinds 2007-2008 gaan.
Een en ander gebeurt vooral in de Derde Wereld, voor 70 procent dus in Afrika ten zuiden van de Sahara. Omwille van een of andere ondoorgrondelijke reden, komt er geen ‘land grabbing’ voor in de landbouwstreken in het zuiden van Frankrijk of de centrale vlaktes van de VS. Het zou allemaal bedoeld zijn voor de productie van voedsel (en drinkbaar water) voor het ‘Noorden’ (waaronder de welvarende bevolking in Noord én Zuid moet worden verstaan).
De definitie van Wikipedia zegt ons verder ook dat dat alles wordt ondernomen “door binnenlandse of buitenlandse multinationals, door regeringen en door individuele aankopers”. Vermits grote bedrijven in de Derde Wereld zonder uitzondering ofwel onderafdelingen zijn van of financieel gelinkt zijn aan westerse multinationals, kan men de ‘binnenlandse’ deelname aan ‘land grabbing’ best schrappen.
Regeringen in de Derde Wereld hebben een aantal karakteristieken gemeen, zoals weinig of geen democratische aansprakelijkheid als het niet zonder meer systemische corruptie is, kleine en ontoereikende budgetten en zwakke en disfunctionele overheidsinstellingen. Dat komt er dus op neer dat deze regeringen land opkopen met leningen van diezelfde multinationals of van de Wereldbank en het Internationaal Muntfonds (IMF). Dan zijn er nog de “individuele aankopers”, die we best kunnen vervangen door ‘extreem rijke individuele aankopers’.
Een waakhond zonder tanden
Deze VN-richtlijnen zijn niet-bindend. Regeringen en multinationals ‘zouden’ de rechten van vrouwen op het land moeten respecteren en ze ‘zouden’ niet mogen betrokken raken bij schendingen van de mensenrechten. Er worden geen formele wettelijke sancties voorzien voor overtreders.
Wat betekent dat voor pakweg Chinese bedrijven in de Democratische Republiek Congo of voor Canadese bedrijven in Zambia? Deze richtlijnen zijn in feite een onderdanige manier om te zeggen: “Och ja, tussen haakjes, zouden jullie die praktijken die jullie altijd al hebben toegepast om zo rijk te worden nu niet meer willen toepassen?”
Een allesbehalve nieuw fenomeen
Ik heb de vruchtbare gronden gezien die er braak bijliggen ten oosten van Kinshasa, kilometerslang, naast de door Chinese bouwbedrijven nieuw geasfalteerde weg naar Bandundu. Het is allemaal privé-eigendom van de erfgenamen van voormalig dictator Mobutu Sese Seko. In zijn tijd werden die landen wél bewerkt – voor export, zeker niet voor de eigen bevolking.
Land grabbing is helemaal geen nieuw fenomeen. Wat was kolonialisme anders dan het grijpen van het volledige ‘land’? Door het volksverzet in het Zuiden (en in mindere mate omdat de publieke opinie in het Noorden veranderde) werd dat systeem te kostelijk en ‘schonken’ de koloniale machten de onafhankelijkheid. Zo werd toen omschreven om uit te leggen dat we moesten teruggeven wat nooit van ons was geweest.
Dit keer gaan we het wél goed oplossen
Daar vonden we snel een oplossing voor. Van Paraguay tot Indonesië hebben wij corrupte dictators gefinancierd en bewapend om de westerse economische wurggreep over de Derde Wereld te behouden. Nadat we jarenlang onze smerige vrienden overstelpten met gulle leningen is ook dat systeem in elkaar geklapt.
Nu dringen we aan op ‘democratie’ (en even terzijde – ook op het correct betalen van de rekeningen), terwijl we heel goed weten dat deze landen niet de middelen hebben om hun toekomst zelf te bepalen.
Maak je echter geen zorgen, de ‘historische’ oplossing komt er aan. Le nouveau ‘land grabbing’ est arrivé. Beter en meer ethisch verantwoord dan de vorige. Zelfs de Wereldbank staat klaar om te helpen, dezelfde instelling die geen probleem zag in het lenen van geld aan Soeharto in Indonesië en consoorten.
Waarom is het NU zo een groot probleem?
Maar … vermits ‘land grabbing’ al zo lang bestaat, waarom is dat dan nu ineens een probleem dat moet aangepakt worden? Wel, de oude koloniale machten zitten met een probleem. Ze hebben de middelen niet meer om op de ‘vrije markt’ te concurreren met nieuw opkomende machten zoals de BRICS-landen (Brazilië, Rusland, India, China en Zuid-Afrika/South Africa).
Hun eigen bevolking wil niet langer de lasten dragen van nieuwe koloniale veroveringen. In feite zeggen de westerse landen nu aan China en anderen voor hun ‘land grabbing’: “Schandalig, jullie durven doen wat wij altijd gedaan hebben!”.
De westerse grootmachten hebben daar maar één optie meer tegen, die waarin ze nog steeds de sterksten zijn: militaire overmacht. De NAVO plant zijn nieuwe globale strategie met Libië als model. Dat wordt allemaal mooi overgoten met de retoriek van ‘mensenrechten’, ‘democratie’ en ‘de verantwoordelijkheid om te beschermen’ om zo een nieuwe massale ‘land grabbing’ van de grondstoffen van de Derde Wereld te plannen.
Zolang je de aard van het beest niet verandert …
Niemand kan de toekomst voorspellen. Het zou dus best kunnen dat dit keer deze nieuwe VN-richtlijnen wel een gunstig effect gaan hebben voor de uitgehongerde bevolking van de Derde Wereld. Ik blijf sceptisch. De NGO’s, die beweren dat deze richtlijnen een belangrijke eerste stap zijn, hebben in zekere zin gelijk, tenminste als ze binnen het denkkader blijven denken van het overheersende economische systeem. Als je dat systeem als een vast gegeven aanvaardt, dan zijn die richtlijnen inderdaad nuttig.
Deze NGO’s zijn minstens naief en in het ergste geval medeplichtig als ze dat zo stellen. Immers, zolang het winstmotief de enige drijvende kracht blijft achter onze economie, zullen de dingen gebeuren zoals nu het geval is. Richtlijnen zullen verkracht worden, multinationals zullen het algemeen belang naast zich neerleggen.
Dat is net zo min een samenzwering als het feit dat al het water naar de zee stroomt. Het is de aard van het beestje. Dat is wat multinationals verondersteld worden te doen. Dat is dus wat ze zullen doen.
‘Land grabbing’ is kolonialisme
Jamaar, moeten wij dan geen plannen maken voor de steeds maar toenemende wereldbevolking, voor de voedselcrisissen van de toekomst? Wel, de bevolking van de Derde Wereld crepeert nu al, nu terwijl we dit bespreken. Ze doet dat al vijftig jaar of langer. Als we dat probleem nu eens eerst aanpakten?
De dingen liggen niet onherroepelijk vast. Het is nooit te laat om zich te verzetten. We zouden echter moeten beginnen met het over één ding eens te zijn. De VN moeten deze rush voor het grijpen van land in de Derde Wereld illegaal verklaren. Is dat onrealistisch? Zeker, maar veel minder dan de huidige wedloop die ons als lemmings naar de afgrond jaagt.
In 1945 werd bij de oprichting van de VN een volledig hoofdstuk gewijd aan het recht van de volkeren om zich aan het koloniale juk te onttrekken. Als de VN consequent is veroordeelt zij de huidige ‘land grabbing’ als het nieuwe kolonialisme.