‘Morgenster’ vertelt het tragische verhaal van Chaim, te beginnen bij zijn voorouder met dezelfde naam ergens in een Pools dorpje. Auteur André Schwarz-Bart neemt de lezer mee op een reis door de tijd, langs het getto van Warschau en de gruwel van Auschwitz. Een geïdealiseerde droomwereld en de terreur van de Holocaust lopen door elkaar heen. Tragisch mooi geschreven.
De schrijver
André Schwarz-Bart (1928-2006) was een Frans romanschrijver van Pools-Joodse origine. Als jonge man verloor hij tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn ouders in het concentratiekamp van Auschwitz, terwijl hij zelf lid was van het Franse verzet (ook al sprak hij toen nog nauwelijks Frans). Die ervaring bracht hem er toe te gaan schrijven vanuit het standpunt van de gewonde overlever.
Voor zijn meest bekende roman ‘De Laatste der Rechvaardigen‘ kreeg hij de Prix Goncourt in 1959. Andere in het Nederlands vertaalde werken zijn: ‘Mulattin Solitude‘ over de strijd tegen de slavernij en ‘Schotel Varkenvlees‘, het levensverhaal van een Antilliaanse vrouw, dat hij samen met zijn vrouw schreef. Simonne Schwarz-Bart, een Française uit het Frans-Caraïbische eiland Guadeloupe, is zelf ook romanschrijfster.
Hij was heel zijn leven lang een overtuigd zionist en verdediger van de staat Israël, maar bleef wel altijd in de diaspora wonen.
Het boek
‘Morgenster‘ verscheen pas in 2009, drie jaar na zijn dood. Het was een van de romans waar hij het langst heeft aan gewerkt. Een aantal delen heeft hij aan zijn zoon gedicteerd omdat hij te ziek was om zelf te schrijven. Het manuscript bleef aanvankelijk twee jaar onaangeroerd liggen tot zijn weduwe het aankon om het te herlezen en vrij te geven voor publicatie in april 2009.
Podhoretz, Polen
Het verhaal begint ergens in het jaar 3000 nadat de aarde door een nucleaire apocalyps is vernietigd en de ‘Onsterfelijken’ met onbegrip terugblikken op zoveel fanatieke domheid, waarna de lezer ergens in de twaalfde eeuw belandt bij een voorouder van Chaim met dezelfde naam.
Armoezaaier Chaim woont in het onooglijke Podhoretz. Hij is aanvankelijk nergens goed voor, maar wordt uiteindelijk een rabbi die voor zijn grote wijsheid alom geroemd wordt. Een gammele viool speelt in zijn verhaal een belangrijke rol. Welke, dat kan de lezer zelf ontdekken.
Vandaar belanden we bij Chaim Lebke, hoofdpersonage van dit boek. Ook hij bespeelt een gammel instrument, een fluit. We bevinden ons dan ergens in de vroege jaren dertig, nog steeds in Polen. Op de achtergrond doemen af en toe vage beelden op van ‘de Duitse adelaar die boven dit alles zweefde’.
Schwarz-Bart maakt van de toenemende Jodenvervolging een bijna onopvallend onderdeel van het verhaal, alsof hij het slechts als achtergrong ziet van het leven van de opgroeiende Chaim. Eerder dan er diep op in te gaan of over zoveel slechtheid moraliserend te schrijven, laat hij de lezer de verstikkende angst voor het groeiende nazisme zelf raden. De vernietigende commentaren op de Poolse radio, de geruchten over progroms naderen echter stilaan het dorpje van Chaim.
Warschau, Auschwitz, Jeruzalem en terug
Het boek voert de lezer mee in de fantasiewereld van Chaim, die zijn trauma’s tracht te verwerken. Over welke trauma’s het precies gaat, dat laat ik aan de lezer van het boek, maar het vraagt niet veel denkwerk om te raden waar het in die periode over gaat. Dat Chaim na de oorlog het enige overblijvende lid van zijn familie is, geeft al een idee.
De auteur maakt regelmatig sprongen van de droomwereld van zijn hoofdpersonage naar de werkelijkheid. Schwarz-Bart (of liever zijn hoofdpersonage) is ook regelmatig zeer kritisch voor bepaalde aspecten van zijn geloof, maar aan het verlangen naar een ver land dat het Joodse volk ooit zal bevrijden, twijfelt hij nooit. Dat land heet aanvankelijk Palestina, wat later Israël wordt.
Je weet als lezer niet hoe Chaim aan de massamoorden in Polen, aan het getto van Warschau en aan Auschwitz ontsnapt. Maar dit is geen relaas van feiten, geen droge opsomming, maar een terugblik. Het einde van het boek maakt dat duidelijk.
Het lijdt geen twijfel dat de hedendaagse zionisten in Israël en daarbuiten in dit boek een verrechtvaardiging vinden van alles wat de Israëlische regering doet, maar dit boek is in de eerste plaats een aanklacht tegen onrecht, geweld en discriminatie. De besluiten die het hoofdpersonage uit zijn lijdensweg trekt, daar hoef je het niet altijd mee eens te zijn, maar dat maakt zijn leed en zijn aanklacht er niet minder om.
Bovendien, ook critici van de staat Israël kunnen uit dit boek leren, onder meer dat lijden erkend moet worden, in welke vorm ook, maar evengoed dat het lijden van de ene groep geen verrechtvaardiging is voor het lijden van de andere groep, in eender welke richting.
Onuitputtelijk onderwerp
De Joodse genocide door nazistisch Duitsland zal een onderwerp van literatuur blijven. Het is en blijft immers het meest schrikbarende voorbeeld van de waanzin waartoe haat, onwetendheid en vooringenomenheid kunnen leiden.
Dit is geen gemakkelijk boek. Daar leent het onderwerp zich niet toe. Je voelt ook dat dit werd geschreven door iemand die zijn persoonlijk einde voelt naderen en nadenkt over zin en onzin van het leven. Het is dus ook geen ontspannende literatuur voor een gezapige namiddag.
Literatuur mag en moet echter meer zijn dan een vrijblijvend tijdverdrijf. Om het heden beter te begrijpen, is het goed het verleden beter te kennen. Daar is dit boek een goede gelegenheid voor.