Nieuw model interventie VS in de maak? Paraguay = Honduras II

Fernando Lugo tijdens de verkiezingscamapgne in 2007. Links op de foto Federico Franco, de man die hem nu 'opvolgde' met achter hem het banier van de PLRA, zijn partij

Fernando Lugo tijdens de verkiezingscamapgne in 2007. Links op de foto Federico Franco, de man die hem nu 'opvolgde' met achter hem het banier van de PLRA, zijn partij

FacebooktwitterFacebooktwitter

De grote media hier – altijd bezorgd om democratie en mensenrechten als het hen uitkomt – besteden er nauwelijks aandacht aan, maar de afzetting van Fernando Lugo, president van Paraguay, is een bedreiging voor alle Latijns-Amerikaanse landen die pogen hun toekomst vorm te geven, onafhankelijk van de grote broer uit het Noorden.

Het slechte voorbeeld: Venezuela, Bolivia, Ecuador …

Het begon allemaal bijna onopvallend met een ex-militair, ex-putschist en klassiek Latijns-Amerikaans demagogisch populist in 1999 in Venezuela. Hugo Chávez sloeg de elite van zijn land – die sinds de onafhankelijkheid van Venezuela zowat onafgebroken aan de macht was geweest – en de rest van de wereld, maar toch vooral de VS, met verstomming. Deze kerel was niet de zoveelste pion die met veel sociale retoriek toch maar weer de klassieke weg volgde. Deze man meende wat hij zei.

Het werd nog erger. Na Venezuela volgden Evo Morales in Bolivia en Rafael Correa in Ecuador. Heel wat anderen volgden min of meer hetzelfde pad. In Argentinië werd een tot dan onopvallend landelijk provinciegouverneur, die nooit buiten de lijntjes had gekleurd, tijdens de financiële crisis van 2000-2001 de redder van Argentinië. Nestor Kirchner schopte zowaar het IMF en de Wereldbank aan de deur. Ondertussen ontwikkelde Brazilië zich tot een nieuwe economische grootmacht los van de VS. Nog een aantal landen kozen presidenten die min of meer dezelfde richting uitgingen.

Een historische trendbreuk met vallen en opstaan

Wat de laatste jaren in Latijns-Amerika gebeurt – en hier nauwelijks wordt opgemerkt door de grote media of zeer tendentieus en vooringenomen wordt weergegeven – is zonder meer historisch. Voor het eerst in vijfhonderd jaar begint Latijns-Amerika zijn eigen lot in handen te nemen, los van kolonisator Spanje en neokolonisator VS (met de Europese Unie in zijn zog – vooral Groot-Brittannië, Frankrijk en Spanje).  Ondertussen begint ook China zich te roeren in Latijns-Amerika.

Dat proces gebeurt met vallen en opstaan. Niet alle protagonisten van deze nieuwe evolutie zijn even degelijk bezig. De Nicaraguaanse president Daniel Ortega bijvoorbeeld is een scherts geworden van de guerrillero die in 1978 de gruwelijke dictatuur van Somoza omver wierp. Hij is vandaag een platte opportunist die voor het behoud van de macht linkse retoriek gebruikt om zijn onkunde te maskeren.

In zowat alle landen waar deze evolutie plaatsgrijpt, valt zeker wel wat aan te merken. Dat is niet meer dan normaal. Het gaat immers om personen en groepen die nooit eerder de macht hebben uitgeoefend (of eerder ‘mochten uitoefenen’). Eerder dan deze landen dus kritisch te analyseren op de manier zoals ook hier wordt omgegaan met democratisch legitieme meerderheden, hebben de westerse massamedia zich compleet ingeschakeld in het discours van de Latijns-Amerikaanse oppositiemedia, die nog bijna volledig in handen zijn van de oude economische machtsgroepen.

Democratie is het probleem

Voor de traditionele feodale elite van Latijns-Amerika, die eeuwenlang de exclusieve uitoefening van de politieke macht als een natuurlijke evidentie heeft beschouwd, is er grote reden tot ongerustheid. De presidenten waarvan sprake blijken te weerstaan aan de stormen van de commerciële media die volledig door de oppositie worden gedomineerd. Meer nog, ze slagen er keer op keer in herkozen te worden.

Zo maakt de Amerikaanse ambassade zich volgens door Wikileaks uitgelekte documenten ernstig zorgen over de president van Ecuador omdat die ‘de meest populaire president in de geschiedenis van Ecuador is’. Met andere woorden: democratie is het probleem.

Een eerste kink in de progressieve kabel: Honduras

Honduras past niet echt in het rijtje van Latijns-Amerikaanse landen die voor sociale rechtvaardigheid en welvaart kozen. Integendeel, in 2005 stelde Manuel Zelaya zich kandidaat voor een centrumrechtse liberale partij. Tot dan was deze politicus, die ook minister van investeringen was geweest, het klassiek type van de zich liberaal noemende Latijns-Amerikaanse politicus, met een centrumlinks sociaal discours en een neoliberale economische praktijk. In België zou je hem in de ‘linkervleugel’ van de VLD kunnen situeren. Zelaya was bovendien telg van één van de rijkste families en grootgrondbezitters van het land die zich met bosbouw en houtverkoop rijk hadden gemaakt.

Net als Chávez in 1999 verraste hij vriend en vijand toen hij zijn verkiezingsbeloftes begon uit te voeren. Dat was niet naar de smaak van zijn elitegenoten, die alle media in Honduras controleren en hem onmiddellijk begonnen te diaboliseren. De maatregelen die hij nam, waren nochtans nauwelijks links te noemen. Ze kwamen eerder overeen met wat hier in Europa als vanzelfsprekend wordt gezien (tenminste toch tot voor kort) voor een overheid die de eigen economie wil stimuleren (en niet de grote buitenlandse bedrijven).

Verbazing alom, weer een president die zijn beloftes houdt

In de amper twee jaar dat hij president was, kreeg Honduras onder Zelaya voor het eerst (!) in zijn geschiedenis gratis lager en secundair onderwijs, kleine landbouwers kregen subsidies, het minimumloon werd met 80 procent verhoogd (en is daarmee nog altijd op derdewereldniveau, maar toch), gratis schoolmaaltijden werden voorzien voor de 1,6 miljoen leerlingen van het land, bazen van huispersoneel werden verplicht sociale bijdragen te betalen, er kwamen subsidies voor elektriciteit voor arme gezinnen en programma’s voor de armste 200.000 Hondurezen. Heel wat van deze beslissingen werden tergend traag ingevoerd en tegengewerkt door de bureaucratie waar de oude machten nog steeds plak zwaaiden, maar toch … in twee jaar werd de armoede in Honduras met 10 procent verminderd.

De economische elite van het land, die door al dat communistisch gezever iets minder stinkend rijk dreigde te worden, zag dat niet zitten en vond met de actieve steun van de Amerikaanse ambassade de oplossing. Voor Washington was Honduras met Zelaya immers ook een ernstig probleem. Als zelfs traditionele bondgenoten een meer sociale koers ten bate van de eigen bevolking zouden gaan varen, was het hek helemaal van de dam.

ALBA of de stap te ver van Zelaya

Bovendien beging Zelaya de fout van zich bij de Allianza Bolivariana para los Pueblos de Nuestro America (ALBA) aan te sluiten. Dit initiatief van de Venezolaanse president Hugo Chávez probeert de economische en sociale integratie te bevorderen van Antigua en Barbuda, Bolivia, Cuba, Dominica, Ecuador en Venezuela. Deze organisatie heeft zelfs de intentie een gemeenschappelijke eigen munt te ontwikkelen los van de dollar.

De tijden van de klassieke militaire staatsgreep zijn echter voorbij. Dat kan zelfs Washington niet meer gedaan krijgen. Er moest dus naar andere methodes uitgekeken worden. Daarom werd in Washington een nieuwe methode uitgedokterd. Men zou ‘legale’ middelen gaan inzetten om de president af te zetten. Vermits eender welk Latijns-Amerikaanse president wel eens dingen deed en doet die de grenzen van zijn macht en competentie trachtte te verleggen, was het niet lang zoeken naar een excuus.

Toen Zelaya, nota bene op vraag van heel wat organisaties uit het sociale middenveld, voorstelde om de grondwet te wijzigen werden een aantal technisch-legale argumenten ingeschakeld en werd hij wegens ‘overtreding van de grondwet’ afgezet.

Zelaya stelt teleur

Jammer genoeg voor de Hondurezen heeft Zelaya de politieke strijd niet verder gezet vanuit de oppositie en zich eigenlijk in zijn lot geschikt. Vandaag valt Honduras terug onder het normale stramien dat voldoet om geen onderwerp van debat meer uit te maken in de grote media: repressie van sociale organisaties, paramilitaire aanslagen op vakbondsleiders, boeren en kritische journalisten, folterpraktijken en, niet te vergeten, onmiddellijke afschaffing van alle sociale maatregelen die Zelaya had uitgevaardigd. Honduras heeft uiteraard ook onmiddellijk zijn lidmaatschap van de ALBA opgezegd.

Ondanks dit succes is de staatsgreep in Honduras een bewijs van de tanende almacht van de VS. Een militaire staatsgreep kan niet meer. President Obama zag zich zelfs verplicht aanvankelijk op de vlakte te blijven en noemde de afzetting eerst zelfs onwettelijk.

Uiteindelijk werd de VS toch het eerste land dat de nieuwe president wel erkende. Wat echter het meest verbaasde was dat traditionele bondgenoten Colombia en Chili de coup in Honduras ook veroordeelden. Die landen vonden goede betrekkingen met hun buurlanden blijkbaar belangrijker dan die met de grote broer. Een teken aan de wand …

Over naar Paraguay

Fernando Lugo werd op 15 augustus 2008 de allereerste president van Paraguay die niet uit de rangen van de Coloradopartij kwam, de partij die de belangen van de oligarchie vertegenwoordigt en sinds 1954 onafgebroken aan de macht was in Paraguay (tot 1989 onder Alfredo Stroessner). Lugo werd verkozen op basis van een platform dat een landhervorming eiste voor de landloze boeren met de steun van een twaalftal kleinere partijen.

Geen duidelijke meerderheid voor de nieuwe president

De concentratie van landeigendom in handen van een kleine elite is een algemeen Latijns-Amerikaans probleem. Paraguay is er wel het meest extreme voorbeeld van. Ongeveer 85 procent is er in handen van de elite, die goed is voor 2 procent van de bevolking.

Lugo behaalde geen meerderheid in de eerste ronde, maar de tegenkandidaat van de Colorado-partij vond het  verschil van 10 procent te groot en gaf de strijd op zodat Lugo zonder tweede ronde president werd. Zijn vice-president werd Federico Franco, lid van een kleine liberale partij die mee zijn campagne had ondersteund maar zeer snel op dat engagement terugkwam.

Nauwelijks geïnstalleerd werd Lugo persoonlijk geconfronteerd met een aantal vaderschapsclaims uit de tijd dat hij nog bisschop was. Ironisch genoeg ging het over klachten die de katholieke kerk tot dan ‘met de mantel der liefde’ had afgeschermd. Daar hij echter tegen de wil in van de kerk en van de paus president was geworden, was er blijkbaar geen probleem meer voor de vrome vaders om de klachten openbaar te maken.

Lugo stelt teleur

Ondanks een duidelijker links profiel dan zijn Hondurese collega Zelaya, maakte Lugo in de praktijk echter weinig werk van zijn verkiezingbeloftes. Hij deed nauwelijks iets om de almacht van de oligarchie en de Coloradopartij te verminderen. Hij moest daarbij ook rekening houden met een parlement waar hij geen meerderheid achter zich had, zowel in de Kamer als in de Senaat.

Hij nam daarnaast ook een aantal beslissingen van bedenkelijke aard. Zo liet hij toe dat Amerikaanse soldaten in het noorden van Paraguay ‘controleopdrachten’ gingen uitvoeren. Paraguay grenst daar aan Bolivia en Brazilië. Daarnaast liet hij zijn ministerie van landbouw begaan toen dat aan de (van oorsprong Amerikaanse) multinational Monsanto de toestemming gaf om plantages met genetisch gemanipuleerd katoen te starten. Hoewel de milieuvergunning nooit werd toegekend, is het bedrijf daar alvast mee begonnen tegen het protest van de boerenorganisaties in.

Lugo heeft ook nauwelijks geprobeerd om iets te doen aan het nefaste belastingssysteem van Paraguay. De oligarchie, de grootgrondbezitters en de met hen gelieerde multinationals betalen er geen belastingen.

Tenslotte heeft Lugo, in tegenstelling tot zijn collega’s in Venezuela, Ecuador en Bolivia niets gedaan tegen de openlijke Amerikaanse inmenging in de werking van heel wat sociale organisaties, door middel van hun ‘ontwikkelingsorganisatie’ USAID  (United States Agency for International Development) en zijn talloze filialen MSI, DAI en andere.

Frustratie leidt tot nieuwe grondbezettingen

Zijn teleurstellende prestaties leidden er toe dat de boerenorganisaties terug overgingen tot grondbezettingen. Het zou ons hier te ver voeren om dit in zijn historisch perspectief te plaatsen, maar samengevat kan je stellen dat onder de dictatuur van Stroessner en daarna onder de heerschappij van de Colorado-partij zowat alle inheemse volkeren van Paraguay van hun gemeenschappelijke gronden werden verjaagd. Het grootste deel van de landeigendom in Paraguay is met andere woorden het resultaat van brutale moorddadige veroveringen.

Landloze boeren hebben in Paraguay drie opties: aan hongerlonen gaan werken op de enorme plantages die vandaag van Paraguay o.a. een van de grootste uitvoerders van genetisch gemanipuleerde soja maken; naar de steden migreren om in de sloppenwijken een miserabel bestaan te leiden of in het gewapend verzet gaan.

Het excuus is gevonden

Bezettingen en gewelddadige ontzettingen door de politie kwamen de laatste tijd terug regelmatig voor. De bezetters van een domein aan de grens met Brazilië hadden duidelijk gemaakt dat zij zich gewapend zouden verzetten. Uiteindelijk kwamen 6 politiemannen en 11 boeren om bij de actie in opdracht van de betrokken grootgrondbezitter, die met hulp van de politie zijn plantage weer in ‘bezit’ wou nemen.

Dat ‘bezit’ was niet bepaald legitiem. De familie die de bezette gronden claimt, heeft zich recent openbare gronden toegeëigend, waartegen de lokale boeren in opstand kwamen. President Lugo reageerde door de minister van binnenlandse zaken, bevoegd voor de politie, te ontslaan en te vervangen door een politicus van de oppositie. Die maakte een einde aan de dialoog (die al niet veel soeps was) en koos voor de gewelddadige confrontatie.

Dat was echter nauwelijks voldoende om zijn tegenstanders te sussen. Die vonden in de slachtpartij het excuus om een afzettingsprocedure te beginnen. Zowel Kamer als Senaat stemden hem op 24 uur met een ruime meerderheid weg. Verbazend snel voor een parlementair systeem dat zich vooral kenmerkt door jarenlang getalm en getreuzel.

Het scenario lag al lang klaar voor gebruik

Lugo was een zwak president, die zijn beloftes niet waarmaakte en bovendien heel wat betwistbare maatregelen nam (of liet gebeuren zonder in te grijpen). Dat verandert niets aan het feit dat zijn afzetting al lang werd voorbereid, meer dan waarschijnlijk vanaf de dag dat hij werd verkozen, lang voor hij bewees een zwak president te zijn, ondermeer omdat zijn sociaal discours onaanvaardbaar werd geacht door een elite die over één van de armste en meeste uitgebuite volkeren van Latijns-Amerika heerst.

Voor de oligarchie van Paraguay liggen er nu een aantal dossiers op tafel die redelijk snel zullen worden beslist. Waarschijnlijk zal er nu snel een ongeremd gebruik van genetisch gemanipuleerde gewassen door Monsanto en aanverwanten volgen. De geringe sociale voordelen die onder Lugo werden ingevoerd, zullen worden afgebouwd. Vooral de boerenorganisaties wacht een gruwelijke repressie. Bovendien mag men er van uitgaan dat de VS nu snel werk zullen maken van een nieuwe militaire aanwezigheid, iets waar ze al enkele jaren vergeefs naar op zoek zijn.

Het valt te bezien of dat zal lukken. Een en ander zal afhangen van de mate waarin de omringende landen werk maken van het binnen- en buitenlands verzet. De techniek van de juridische staatsgreep is hiermee na Honduras aan zijn tweede uitgave toe.

Het verzet groeit echter

Na zich aanvankelijk nogal mak te hebben neergelegd bij de afzettingsprocedure, lijkt Lugo zich toch te herpakken. Blijkbaar gaat hij een schaduwkabinet oprichten en zijn zaak aanvechten bij de mensenrechtencommissie van de Organisatie van Amerikaanse Staten. Zijn hoofdargument is dat hij onvoldoende tijd heeft gekregen om zijn verdediging voor te bereiden. Dat klopt zeker. Het parlementair initiatief werd op 24 uur geklaard. Hij kreeg nauwelijks twee uur om zich voor de senaat te verdedigen, wat hij geweigerd heeft.

Ondanks zijn gebreken krijgt Lugo veel steun van de omliggende landen. Daar hebben die alle redenen voor. Het voorbeeld van Honduras en nu Paraguay toont immers aan dat de Latijns-Amerikaanse regeringen ondanks hun electorale successen nog steeds zeer zwak staan tegenover de binnenlandse en buitenlandse machten, die het niet kunnen vinden met overheden die de belangen van hun eigen bevolking plaatsen boven die van buitenlandse multinationals. Zelfs Chili onder de rechtse president Piñera en Peru dat zich de laatste jaren eerder afzijdig hield, scharen zich nu achter het verzet tegen deze staatsgreep.

De organisatie Unión de las Naciones Suramericanas UNASUR heeft onmiddellijk Paraguay geschorst als voorzitter en Peru als voorzitter benoemd (Peru moest het voorzitterschap normaal overnemen op het einde van dit jaar). De organisatie belegt deze week een speciale zitting in Argentinië om de crisis te bespreken.

Bovendien hebben alle buurlanden van Paraguay (Uruguay, Argentinië, Bolivia en Brazilië) hun ambassadeurs teruggeroepen en heeft de Braziliaanse president Roussef opgeroepen om het land ook economisch te blokkeren. Daar spelen in haar geval ook wel andere overwegingen in mee. Heel wat Braziliaanse landbouwbedrijven zijn actief in buurland Paraguay. Daar zou nu wel eens een eind aan kunnen komen. Ook Ecuador, Bolivia en Venezuela hebben al beslist de nieuwe president niet te zullen erkennen.

De details verschillen, de essentie blijft dezelfde

Wat men Lugo ook mag verwijten, het verandert niets aan het feit dat hij een legitiem verkozen president was en dat de motieven achter zijn afzetting alles te maken hebben met een economische agenda, die wordt gedicteerd in Washington (en door de lokale oligarchie die zich volledig met deze Amerikaanse agenda vereenzelvigt).

Ik kan alleen maar hopen dat de andere Latijns-Amerikaanse landen voet bij stuk houden en zich hier niet bij neerleggen. Als ze deze zaak behandelen zoals ze met Honduras hebben gedaan, dan voorspelt dat niet veel goeds voor Paraguay en Latijns-Amerika.

Artikel oorspronkelijk verschenen in DeWereldMorgen.be.