Na negen dagen staken, hervatten de meer dan 30.000 leerkrachten in de 600 scholen van het openbaar onderwijs van Chicago het werk. Hun eisen werden grotendeels ingewilligd. In het huidig antisociaal klimaat van de VS is dit een historische overwinning, waaruit vakbonden in de VS en wereldwijd lessen en inspiratie kunnen trekken. Wat de grote media ook mogen beweren, sociale strijd heeft wél zin.
Woensdag 19 september heeft Karen Lewis, voorzitter van de Chicago Teachers Union (CTU), medegedeeld dat de 600 vakbondsafgevaardigden voor een beëindiging van de staking kozen, die negen dagen eerder met groot succes was ingezet.
30.000 leerkrachten gaan vanaf donderdag 20 september opnieuw les geven aan hun 350.000 leerlingen in het openbare onderwijs van Chicago, de grootste stad van de noordelijke centrale staat Illinois. In grote lijnen slaagde haar vakbond er in het eisenplatform van de staking te realiseren.
Dit is een historische overwinning
Een en ander zal nog in de praktijk moeten worden gezet – en dat zal nog veel inzet vergen – maar de toon is gezet voor andere onderwijsvakbonden in de VS en daarbuiten. Alvorens in te gaan op de inzet van deze sociale strijd, een korte terugblik op de sociale geschiedenis van Chicago.
Chicago is met 9,8 miljoen inwoners de derde grootste metropool van de VS naast New York City (18,9 miljoen inwoners) en Los Angeles (17,8 miljoen inwoners). Ik schrijf ‘metropool’ omdat de ‘gemeente’ Chicago slechts 2,7 miljoen inwoners van de stedelijke metropool errond bevat (zoals de ‘stad’ Brussel één van de 19 gemeentes van het ‘gewest’ Brussel is).
Een stad met een verleden
Het is een stad met een zeer belangrijk historisch verleden van sociale strijd én van zijn reactionaire tegenkrachten. Hier op de University of Chicago ontstond de economische denkrichting van de ‘Chicago School‘ die met Milton Friedman haar vurigste verdediger had van wat we vandaag gemeenzaam het ‘neoliberalisme’ noemen.
Chicago is echter ook de stad die we elk jaar in de hele wereld herdenken op 1 mei, Dag van de Arbeid, want die herdenkingsdag is ontstaan na de moorddadige repressie van de politie van Chicago tegen stakers voor de achturendag in 1886. In de VS zelf wordt 1 mei niet gevierd. Dat hebben Republikeinen én Democraten altijd tegengehouden.
Het overheersende beeld in de media over de VS geeft de indruk dat vakbonden en sociale strijd er quasi onbestaand zijn. Niets is minder waar. De sociale strijd in de VS is veel harder en intensiever geweest dan in Europa. Op een bepaald ogenblik, vlak voor de Tweede Wereldoorlog, had de werkende Amerikaan zelfs méér rechten dan zijn Europese makkers verworven. Jammer genoeg is die vooruitgang na de Tweede Wereldoorlog, eerst langzaam, maar pijlsnel vanaf eind de jaren zeventig, vernietigd.
(Wie de sociale strijd van de Amerikaanse bevolking beter wil kennen, raad ik het boek ‘De Geschiedenis van het Amerikaanse Volk‘ van Howard Zinn aan, verschenen bij www.epo.be)
Openbaar onderwijs is een sociale ramp
Het openbaar onderwijs in de VS was vlak na de oorlog (naar de normen van die tijd) het beste wat de wereld te bieden had. Sindsdien is het van kwaad naar erger gegaan. Bepaalde openbare scholen in de arme districten van de stadskernen van grote steden zoals Chicago zijn verworden tot ommuurde opvangcentra, waar overwerkte leerkrachten voor overvolle klassen nauwelijks nog aan onderwijs toe komen.
De openbare scholen zijn in meer welvarende districten beter, maar in grote lijnen is het openbaar onderwijs in de VS in vergelijking met Europa en Azië (en zelfs Latijns-Amerika) van bijzonder slechte kwaliteit.
Je moet Amerikanen die nog bereid zijn een carrière aan te vatten in het openbaar onderwijs bewonderen. Dit doe je alleen vanuit een gevoel van maatschappelijke betrokkenheid. Het is zeker ook niet zo dat de leerkrachten van Chicago die verloedering van hun onderwijssysteem passief hebben ondergaan. Vanaf 1970 tot 1983, 1984 en 1987 hielden ze massale stakingen.
De staking van 1987 begon ook in september en duurde 19 dagen. Ronald Reagan was echter president, hij had eerder al de staking van de luchtverkeersleiders gebroken door hen massaal te ontslaan. Deze beslissing heeft de vakbondsbeweging in de VS toen gekraakt voor tientallen jaren. De staking van 1987 werd ook daarom een nederlaag op alle vlakken. De lonen werden verlaagd, subsidies voor de schoolgebouwen gedecimeerd, duizenden leerkrachten werden ontslagen.
Eénstemmigheid tegen openbaar onderwijs
De afbraak van het openbaar onderwijs ging onder de opvolgers van Reagan, Bush senior, Clinton, Bush junior en nu Obama gestaag door. W. Bush junior tekende de No Child Left Behind Act (‘geen kind achtergelaten’). De naam was bijzonder cynisch.
Het was immers niet meer of niet minder de abdicatie van de overheid om verantwoordelijkheid te nemen voor de opvoeding van de Amerikaanse kinderen. Obama heeft die lijn verder gezet. De afbraak van het openbaar onderwijs is daarmee al dertig jaar een zaak die zonder intern debat door Republikeinen en Democraten gezamenlijk wordt aangepakt.
Obama vervolgde daarmee trouwens het beleid dat hij al verdedigde als lid van de senaat van de staat Illinois en daarna als lid van de federale senaat. Hij is een groot voorstander van het ‘charter’ systeem. Dat komt er op neer dat ouders die het onderwijs van hun kinderen niet kunnen betalen onderwijschecks krijgen waarmee ze ‘vrij’ kunnen kiezen om hun kinderen naar één of andere privéschool te sturen – dat is tenminste de theorie, in de praktijk komt daar niets van.
Het privé-onderwijs in de VS is van wisselende kwaliteit, soms zeer goed, soms abominabel slecht – maar dan om andere redenen dan in het openbaar onderwijs. Meerdere van die privéscholen leren hun kinderen aartsconservatieve dingen aan die elke vorm van kritisch denken in de kiem smoren. In ieder geval is privé-onderwijs in de VS peperduur. Reken al snel 500 tot 1000 euro per maand per kind.
Niet het beste moment voor een sociaal conflict voor Obama
Op de Democratische conventie van 4 tot 6 september 2012 voor de nominatie van Obama kwam ook zijn eerste kabinetschef als president aan het woord. Emanuel Rahm is nu burgemeester van de stad Chicago. Hij sprak op de conventie over zijn grootse ideeën voor de hervorming van het openbaar onderwijs.
De huidige minister van onderwijs is Arne Duncan. Die was tot voor zijn benoeming tot minister in 2009 de grote baas van de Chicago Public Schools (CPS). Daar had de man zich al laten kennen als iemand die maar één ding wou: besparen, besparen, besparen, minder leerkrachten, minder scholen, grotere klassen, minder schoolboeken …
Even tussendoor. Emanuel Rahm en Barack Obama zonden hun eigen kinderen nooit naar het openbaar onderwijs, maar naar de ‘Lab School’, een privéschool van de University of Chicago.
Felicitaties uit onverwachte hoek
De staking van het openbaar onderwijs sinds 10 september, nauwelijks een paar dagen na de conventie, kwam voor Obama dus zeer ongelegen. Obama hield zich afzijdig en nam geen standpunt in. Wie dat wel deden waren Mitt Romney en Paul Ryan, de Republikeinse kandidaten. Die feliciteerden Rahm met zijn kordate houding en riepen hem op niet aan de eisen van de CTU toe te geven.
Rahm deed echter niets meer dan de ideeën van Obama’s minister van Onderwijs in de praktijk brengen. Zo was hij onder meer van plan de 600 openbare scholen van Chicago te herleiden tot 150. Duizenden leerkrachten zouden hun baan verliezen en honderdduizenden leerlingen zouden nog slechter onderwijs krijgen.
Juridisch steekspel pakt niet
Dit moest dus zo snel mogelijk opgelost worden. Burgemeester Rahm diende een klacht in bij het gerecht wegens de (volgens hem) onwettelijkheid van de staking. Er is inderdaad een wet van de staat Illinois die elke staking verbiedt als ze niet over financiële eisen gaat. Het eisenplatform van de CTU omvatte echter ook looneisen.
Het tweede juridische argument van Rahm was dat de actie de veiligheid en gezondheid van de kinderen in gevaar bracht. Wie de belabberde toestand van heel wat schoolgebouwen in Chicago kent, fronst dan wel even de wenkbrauwen. Rahm beet echter in het zand. Hij stond met de rug tegen de muur. Hij onderschatte volledig de vastberadenheid van de CTU en de omvang van de solidariteit onder de bevolking. Hier moest snel een oplossing voor komen.
Dit zou Obama anders wel eens de 21 zetels in het kiescollege voor de staat Illinois kunnen kosten, om maar te zwijgen van de impact van dit conflict in andere staten. Er is weliswaar weinig kans toe dat dit conflict kiezers van Obama naar Romney gaat verschuiven – Romney is nog erger – het gevaar zit hem echter in de teleurgestelde thuisblijvers. Als te veel Democratische kiezers thuisblijven is dat ten voordele van Romney.
Grote overwinning dankzij een breed solidariteitsfront
De CTU wist een substantiële loonsverhoging in de wacht te slepen, maar kreeg nog veel meer gedaan. Dat deden ze niet alleen. Ze hadden dit onder meer te danken aan de massale steun van de ouderverenigingen van de scholen en van de bevolking (opiniepeilingen gaven de stakers 47 procent steun, 34 procent tegen en 19 procent onbeslist). Meerdere andere vakbonden (elektriciteitssector, luchtvaartpersoneel, verplegers, …) kondigden solidariteitsacties aan. Onderwijsvakbonden in andere delen van Illinois en in de buurstaat Indiana betuigden hun solidariteit.
De CTU kon ook gedaan krijgen dat 500 ontslagen werden ongedaan gemaakt. Het ging daarbij officieel om personen die niet door hun evaluatie waren geraakt, het waren echter allen vakbondsmilitanten die doelbewust werden gezocht.
De CPS moet ook honderden sociale werkers aanwerven en begeleidend personeel. Muziek, kunsten, talen en technologie moeten weer een onderdeel van het leerprogramma worden. Voor 6.000 andere leerkrachten die via het evaluatiesysteem dreigden ontslagen te worden, werd de procedure stopgezet.
Evaluatie als ideologische selectie
De huidige evaluatieprocedures voor leerkrachten – ingevoerd door de No Child Left Behind Act van W. Bush – is zeer controversieel. Leerkrachten worden enkel nog beoordeeld op basis van de resultaten van hun leerlingen in gestandaardiseerde tests met meerkeuzevragen, die geen enkele mogelijkheid voor nuancering laten.
Niet voor niets stelde CTU-voorzitter Karen Lewis dat de scholen niet verantwoordelijk kunnen worden gesteld voor maatschappelijke problemen zoals honger, geweld, armoede, dakloosheid en de daarmee gepaard gaande huiselijke problemen … stuk voor stuk zaken die de leerprestaties van kinderen zwaar beïnvloeden.
Schoolboeken
Een afgedwongen eis die de lamentabele toestand van het onderwijs goed illustreert, is de volgende: de CTU heeft afgedwongen dat de leerlingen vanaf nu hun tekstboeken ontvangen op 1 september en niet twee à drie maand later, zoals nu de gewoonte is. Bovendien moet de grootte van de klassen worden verminderd, nu zijn klassen van 40 en meer leerlingen de regel.
Daarnaast eist de CTU de herstelling of installatie van airconditioning in de scholen, waar klastemperaturen in de zomer tot 37° Celsius oplopen. Bovendien moeten de schoolbesturen voortaan verkozen worden en er moet een programma komen van begeleidende activiteiten om de schoolomgeving aangenamer te maken.
Een complete primeur van deze onderhandelingen is het afdwingen van een antipesterijenprogramma (tussen leerlingen, tussen leraars en tussen leraars en leerlingen – dat laatste is een groot probleem in de laatstejaarsklassen van de middelbare scholen).
Wat nog niet is afgedwongen, is een embargo op het sluiten van scholen. De CTU heeft echter al laten verstaan dat de actie is ‘opgeschort’ (‘suspended’), een niet mis te verstane dreiging om opnieuw te beginnen.
Karen Lewis
Dit is de verwezenlijking van duizenden. Toch verdient de voorzitter van de CTU bijzondere aandacht. Deze kranige dame stond tot voor twee jaar zelf nog voor de klas. Bovendien was ze leerkracht in één school in de Southside van Chicago, de meest verarmde en een grotendeels zwarte en hispanic wijk.
Ze is dus geen doorgewinterd vakbondskaderlid. Bovendien gaf ze in haar speeches blijk van een zeer ruim en goed inzicht in de grotere maatschappelijke context. Deze staking was volgens haar een strijd tegen de ‘marktbenadering van onderwijs’, die zij als een bedreiging voor de democratie ziet.
Onderwijs gaat voor haar over het opleiden van kinderen tot zelfbewuste, kritisch denkende burgers. Dit gaat over de keuze tussen een competitief of een samenwerkend onderwijs.
Haar officiële gesprekspartner was het bestuur van de CPS, maar haar echte tegenstrever was burgemeester Emanuel Rahm. Die liet haar ooit weten dat hij het nut van openbaar onderwijs niet ziag. Waarom geld steken in kinderen die toch nergens goed voor zullen zijn?
Karen Lewis ziet het succes van de CTU ook in de eigen aanpak. De structuren van de CTU werden verlicht en er werd de laatste jaren zwaar geïnvesteerd in organisatiecapaciteit in plaats van in kaders. Deze overwinning is volgens Karen Lewis dan ook een precedent voor de vakbondsbeweging in heel de VS.
Bron van inspiratie voor de Europese vakbeweging
Wat de CTU in Chicago heeft bereikt, is historisch. Ze had zeker het geluk op een zeer moeilijk ogenblik te vallen voor Obama en de Democraten. De bewustwording van een grote kritische groep mensen in het onderwijs en de solidariteit in de lokale gemeenschappen telde zeker ook mee. De verdienste gaat ook naar de vakbondsmilitanten. Amper negen dagen geleden waren zij niet zeker van hun toekomst. Toch hebben zij doorgezet, tegen de heersende stroom in de maatschappij en de media in.
Ook in Vlaanderen staat het openbaar onderwijs zwaar onder druk. De kwaliteit van ons ondewijs is nog altijd veel beter dan dat van Chicago. De klok tikt echter en niet in de goede richting. De neoliberale partijen staan te popelen om in het budget van onderwijs te snijden. Maar net als voor de spoorwegen is de discussie over de kostprijs van ons onderwijs een iedologisch debat.
Wat de militanten van de CTU in véél moeilijkere omstandigheden hebben verwezenlijkt, moet hier ook kunnen. Dit historisch precedent kan een katalysator zijn voor vernieuwd sociaal bewustzijn in Vlaanderen en Europa. Dat kan echter alleen als de vakbonden dit verhaal zelf wereldkundig maken.