Drones en terrorisme, zoek de verschillen

Foto: archief DeWereldMorgen.be

FacebooktwitterFacebooktwitter

De Amerikaanse president Barack Obama is een ijverig gebruiker van onbemande vliegtuigen (‘drones’) om ‘terroristen’ uit te schakelen. Zijn voorganger W. Bush was minder enthousiast. Twee Amerikaanse universiteiten stellen de wettelijkheid en de efficiëntie van dit nieuwe wapen in vraag en waarschuwen voor averechtse gevolgen.

Drones?

De Engelse term ‘drone’ komt oorspronkelijk uit de muziek. Een ‘drone’ is een aanhoudende toon of een voortdurend herhaalde toon op de achtergrond van een melodie. Vrij vertaald zou je een ‘drone’ dus een ‘zoem’ of een ‘brom’ kunnen noemen.

De term wordt de laatste jaren meer en meer gebruikt om onbemande vliegtuigen te omschrijven. Het zachte bromgeluid dat deze toestellen produceren tijdens de vlucht is daar verantwoordelijk voor.

Wat in de muziek een aangenaam achtergrondeffect is, heeft voor miljoenen Pakistanen en andere slachtoffers een heel andere betekenis. Voor hen betekent het horen van een naderende drone paniek en doodsangst.

Niet van gisteren

De techniek van onbemande toestellen bestaat al zeer lang. Zelfs tijdens de Tweede Wereldoorlog werden pogingen gedaan om kleine geleide toestellen in te zetten om de vijandelijke stellingen te fotograferen. De beperkte zendcapaciteiten en de onmogelijkheid om kleine stille motoren te maken, hield de ontwikkeling van deze toestellen echter tegen.

Dat veranderde grondig met de ontwikkeling van de moderne computertechnologie, de beschikbaarheid van satellieten en de ontwikkeling van nieuwe vederlichte kunststoffen. Vanaf de jaren tachtig worden dergelijke onbemande toestellen al ingezet voor fotografie, militair en burgerlijk, zowel voor zuiver wetenschappelijke doeleinden als voor politionele of militaire opdrachten.

Geen kleintjes meer

De drones die nu door de VS worden ingezet, zijn echter niet bepaald klein. Ze zijn in staat om één of twee geleide bommen te transporteren. Hun capaciteit om met satellietbegeleiding zeer laag te vliegen met relatief hoge snelheden maakt er bovendien een ideaal tactisch wapen van, uitermate geschikt voor kleine doelwitten.

Bovendien heeft het ontbreken van een piloot ook het ‘voordeel’ dat ze kunnen worden ingezet in gebieden die te risicovol zijn voor bemande toestellen. Een drone heeft ook geen rusttijden nodig. Kwatongen stellen dan ook dat drones een ‘laf’ wapen zijn, bestuurd door computernerds in een veilig beschermde bunker duizenden kilometers verwijderd van hun doelwitten.

Daarnaast zijn drones wapens waar je geen leger voor nodig hebt. Je kan bij manier van spreken je ‘opdrachten’ aan de privésector uitbesteden. In de praktijk laat de regering van de VS dat nu over aan de inlichtingendienst CIA (Central Intelligence Agency). Ook dat is een voordeel. De CIA kan de door haar agenten vergaarde informatie onmiddellijk zelf inzetten voor een aanval met haar eigen drones.

Rechtstreeks bevel van de president

Vermits ze vooral worden ingezet tegen vijanden in landen waar de VS officieel geen oorlog mee voert, moet voor elke aanval een toestemming worden gegeven van de opperbevelhebber van de Amerikaanse troepen, d.w.z. de president. Zo schrijft in ieder geval de Amerikaanse wetgeving voor. De vraag is of dat wel beantwoordt aan het internationaal recht.

Daarnaast is het ook een open vraag of deze drones wel zo efficiënt zijn als wordt gesteld door de Amerikaanse regering. Ze zouden in staat zijn ‘chirurgische ingrepen’ uit te voeren met minimale collateral damage.

Juridisch doorgelicht

De rechtsfaculteiten van Stanford University en New York University (NYU), twee gerenommeerde Amerikaanse universiteiten, hebben het gebruik van drones onderzocht in de regio die er het meest mee te maken heeft: het Pakistaanse grensgebied met Afghanistan.

Negen maand lang onderzochten zij gevolgen en impact van de aanvallen met drones in de betrokken regio. Hun vaststellingen zijn verbijsterend. Van het officiële verhaal over de efficiëntie van de drones blijft geen spaander heel.

Doelstelling juist, methode verkeerd

De betrokken instellingen kunnen zeker niet van anti-Amerikaanse vooringenomenheid beschuldigd worden. Zij stellen immers dat de VS het recht heeft “om in staat te zijn zich tegen terroristische bedreigingen te beschermen”, dat er “echte bedreigingen voor de VS bestaan in het Pakistaanse grensgebied”.

Zij stellen zich dus geen fundamentele vragen bij de militaire aanwezigheid van hun land in Afghanistan en Irak, evenmin stellen zij de officiële doelstellingen van die aanwezigheid in vraag. Hun analyse komt er op neer dat de VS in de uitvoering van haar rechtmatig beleid fouten en blunders maakt. Desondanks blijft hun rapport hallucinante lectuur.

1. Burgerslachtoffers. Tussen 2004 en 2012 werden in het onderzochte gebied minstens 2.562 tot 3.325 mensen gedood door drones, onder wie 447 tot 881 zeker burgers waren en 176 kinderen. Het gaat hier over effectief vastgestelde en geregistreerde overlijdens. Het echte cijfer ligt veel hoger.

Dat valt ook niet te verwonderen in een regio waar geen geboorteregisters bestaan, nauwelijks hulpdiensten aanwezig zijn en doden traditioneel de dag zelf of hoogstens één dag later worden begraven, meestal nog voor een officieel onderzoeksteam ter plaatse is aangekomen. Organisaties zoals het Bureau for Investigative Journalism schatten het aantal effectieve gedode terroristen op slechts 2 procent van het totaal aantal slachtoffers.

2. Psychische terreur. Drones veroorzaken veel meer dan fysieke terreur. De voortdurende mogelijkheid het aankomende gezoem van de drones te horen, heeft het leven in de regio compleet ontwricht. Mensen durven geen groepsactiviteiten meer te organiseren (begrafenissen, huwelijken, doopfeesten), kinderen mogen niet meer de straat op.

Bovendien blijkt er een bijzonder cynische tactiek achter de drone strikes te zitten. Er wordt regelmatig een tweede aanval op het vernietigde doelwit uitgevoerd enige tijd na de eerste aanslag. Dat werkt verlammend op elke poging om hulp te bieden. Onder de slachtoffers bevinden zich meerdere hulpverleners.

3. Meer fanatici. Volgens de eigen rapporten van de CIA is het aantal jonge rekruten voor extremistische gewapende groeperingen in de getroffen regio spectaculair toegenomen. Concreet betekent dit dat de VS er minder veilig door is geworden. Deze impact is te voelen in heel Pakistan. Een recente opiniepeiling wijst uit dat 74 procent van de Pakistaanse bevolking de VS als een vijand van hun land beschouwt.

4. Illegaal. De aanvallen zijn volgens de eigen Amerikaanse wetgeving illegaal, omdat de president slechts kan toestemming geven voor aanvallen tegen personen die een verband hebben met de aanslagen van 9/11. Bovendien zijn de drone strikes ook volgens het internationaal recht illegaal. Het zijn immers daden van agressie tegen en op het grondgebeid van andere landen.

5. Escalatie. De VS zal zijn bijna monopolie op militaire aanvalsdrones niet lang behouden. Meerdere landen zoals Frankrijk, Groot-Brittannië, Duitsland, China, Rusland, India, Noord-Korea, Iran, Venezuela … zijn bezig met de ontwikkeling van hun eigen technologie. De VS zet de escalatie van een nieuwe oorlogstechniek in gang met deze massale inzet van drones.

6. Inschikkelijkheid van de media. Voor het overgrote deel nemen de massamedia de persmededelingen en voorstelling van feiten letterlijk over van de officiële bronnen in de VS. Die rekenen systematisch alle volwassen mannelijke slachtoffers als ‘vijandelijke strijders’.

Een aanval op een traditionele samenkomst in maart 2011 van tribale leiders – allemaal mannen – werd zo een ‘succes’ van 40 gedode terroristen. Er worden nochtans bijna nooit bewijzen gegeven dat de betrokkenen inderdaad schuldig zouden zijn aan terroristische, tegen de VS gerichte daden.

Zoals hierboven al vermeld, heeft dit rapport een aantal structurele tekorten. Het stelt immers geen vragen bij de aanwezigheid zelf van de VS in Afghanistan/Pakistan.

De onveiligheid van de bezetter

Een Brits officier zei recent in The Guardian over zijn werk in Afghanistan: “Wij zijn hier om de wegen veilig te houden. Maar die wegen zijn alleen maar onveilig omdat wij hier zijn.” Hetzelfde kan je van de aanwezigheid van de VS zeggen.

De VS heeft een militair budget dat groter is dan de volgende 12 landen samen op de wereldranglijst en slechts één van die twaalf is geen bondgenoot. De gemiddelde Amerikaan zal het niet geloven, maar Afghanistan noch Pakistan (of groeperingen in die landen) vormen een bedreiging voor het grondgebied van de VS. De Amerikaanse militairen in Afghanistan en Pakistan zijn enkel een doelwit omdat het leger daar als bezetter aanwezig is.

De oorlog tegen/van het terrorisme

Het is voor de massamedia bijna een dogma geworden, boven elke discussie verheven, dat ‘wij’ in die landen aanwezig zouden zijn als onderdeel van onze ‘oorlog tegen het terrorisme’.

Zelfs de Britse, Franse en Amerikaanse inlichtingendiensten stellen in hun eigen rapporten onomwonden dat het net de militaire aanwezigheid van het Westen in Irak en Afghanistan is die de dreiging van terroristische aanslagen aanzienlijk vergroot heeft.

Hetzelfde geldt nog meer voor de getroffen grensstreek in Pakistan. De talibanstrijders hebben net als de rest van de lokale bevolkingen de door de Britten opgelegde grenzen nooit erkend. Zij verschuilen zich dus evengoed in dat deel van Pakistan dat zij als ‘hun land’ beschouwen.

Vandaag bondgenoot, morgen …

Pakistan is officieel een bondgenoot van de VS en van het Westen – of liever de regering en de machthebbers van dit land. Het is bovendien een kernmacht. Hierboven staat het al: 74 procent van de Pakistanen beschouwt de VS als een vijand.

Het extremisme neemt er als direct gevolg van de Amerikaanse terreur toe. Een overname van de macht in Pakistan dreigt zo kernwapens in de handen van een bende fanatiekelingen te drijven.

Het rapport van Stanford en NYU behandelt slechts een deel van het probleem. Desalniettemin zijn de vaststellingen in het rapport zeer relevant.

Rechtstreekse verantwoordelijkheid

Er is meer. Er zijn weinig oorlogsoperaties waarbij een zo rechtstreekse en aantoonbare band bestaat tussen de actie en de president zelf. Dat was trouwens ook de reden waarom George W. Bush nogal aarzelend stond tegenover het gebruik van drones. Zijn juridische adviseurs hadden nog wat twijfels.

Obama heeft daar minder problemen mee. Niet dat tegenkandidaat Mitt Romney het anders zou doen, integendeel. Dit thema zal echter nauwelijks impact hebben op de verkiezingsstrijd in de VS. Rapporten van decadente ‘linkse’ universiteiten maken daarin geen verschil. Integendeel.

Voor zover de gemiddelde Amerikaan al weet dat zijn regering drones inzet, is hij/zij het daar volledig mee eens. Ze maken de VS immers zoveel veiliger. Zo eenvoudig is dat.

Artikel oorspronkelijk verschenen in DeWereldMorgen.be.