Aalst of Londerzeel? N-VA spreidstand tussen extreemrechts en liberaal

Of gaat de eer naar Karim Van Overmeire? Aan de N-VA om een keuze te maken. (foto n-va)

Of gaat de eer naar Karim Van Overmeire? Aan de N-VA om een keuze te maken. (foto n-va)

FacebooktwitterFacebooktwitter

Buiten de stad Antwerpen is er weinig aandacht voor de coalitievormingen met de N-VA. Controverse is er voorlopig alleen over Aalst. Werden de coalitiepartners inderdaad verrast door de uitspraken van Karim Van Overmeire? Wat voorspelde het lokale programma van de N-VA en hoe zit dat in de andere gemeenten? De N-VA blijkt voor een brede waaier van opinies te staan, een spreidstand die wel eens voor interne problemen kan zorgen.

De heisa rond de toekomstige schepen voor ‘Vlaamse Zaken’ Karim Van Overmeire in Aalst is op het ogenblik van dit artikel nog niet uitgeklaard. Coalitiepartner SP.A heeft blijkbaar last van koude voeten en beraadt zich over deelname aan de meerderheid met CD&V en N-VA.

Aalst, stad mijner dromen

Zijn de recente uitspraken van toekomstig schepen Van Overmeire echt zo een grote verrassing voor zijn coalitiepartners? Net als elke andere partij had de N-VA van Aalst een lokaal verkiezingsprogramma. Daar viel heel wat uit te leren. Het programma van de N-VA-Aalst heeft zeven ‘speerpunten’, waarvan vooral het derde (3. Vlaamse Stad) revelerend is. In ieder geval bevatte dit programma genoeg informatie om goed in te schatten wat van hen kon verwacht worden:

De N-VA van Aalst legt in zijn programma een duidelijke link naar het federale niveau. Aalst kent een grote inwijking van anderstaligen. Dit alles heeft te maken met het feit dat Brussel … ten gevolge van het falend federaal immigratiebeleid verhoudingsgewijs de snelst groeiende stad van West-Europa is. De aard en de omvang van de inwijking bedreigt de sociale cohesie in onze stad en vormt een bron van ergernis en bezorgdheid bij vele Aalstenaars.”

De N-VA staat voor een realistische en kordate benadering van deze problematiek. Daarbij vertrekken we van het eigen Vlaams karakter van Aalst, dat geen immer groeiende voorstad van Brussel mag worden. De N-VA stelt een vijfsporenbeleid voor:

  1. een open en eerlijke communicatie naar de bevolking over deze problematiek;
  2. het maximaal afremmen van de inwijking en van de import van armoede en achterstand;
  3. bijkomende inspanningen van het lokaal bestuur voor het inburgeringsbeleid;
  4. het verhinderen van gettovorming;
  5. gemeenschapsversterkende maatregelen.

De coördinatie van dit beleid moet in handen zijn van een schepen die – naast eventuele andere bevoegdheden – ook de bevoegdheid ‘Vlaams karakter en inburgering’ heeft.”

Dat vijfsporenbeleid wordt als volgt verder toegelicht:

De communicatie moet op een ernstige manier gebeuren, weg van het naïeve ’thee-en-koekjes’- of ‘multiculturele-moederdag’-verhaal dat op dit ogenblik bij brede lagen van de bevolking vooral ergernis opwekt.”

Het beleid moet er op gericht zijn om Aalst compact en leefbaar te houden en dus noch in oppervlakte, noch in aantal inwoners te laten groeien. In de mate dat er toch nieuwe inwoners in onze stad komen wonen, moet het beleid ernaar streven om maximaal jonge tweeverdieners aan te trekken …”

Zolang de huidige wetgeving niet wordt gewijzigd zal bij een regularisatieaanvraag door een illegale vreemdeling de burgemeester slechts een advies afleveren na een persoonlijk gesprek.”

De communicatie tussen de stedelijke overheid en alle inwoners van Aalst moet steeds rechtstreeks gebeuren en niet via religieuze of andere tussenpersonen die zich opwerpen als vertegenwoordigers van een bepaalde gemeenschap.”

Inbreuken op de wetgeving tegen racisme en discriminatie zijn misdrijven en zullen als dusdanig door de politie worden opgevolgd. Een afzonderlijk meldpunt is niet nodig.”

Daarnaast stelt de N-VA van Aalst een aantal ‘gemeenschapsversterkende’ maatregelen voor, o.a.:

  • nieuw type welkombord aan de grenzen (naar analogie met verschillende gemeenten in Vlaams -Brabant);
  • nieuw type straatnaamborden met Vlaamse Leeuw en met straatnaam ook in het dialect;
  • bevlagging stadsgebouwen en in straatbeeld enkel de vlag van de stad en van de regio;
  • het verspreiden van een feestvlag onder de inwoners.”

Verder blijkt de N-VA een liberale visie te hebben op alle aspecten van het gemeentebeleid: minder belastingen, minder overheid, terug meer plaats voor de auto …

Kortom, Van Overmeire vult zijn toekomstige bevoegdheden in zoals ze in het programma van de N-VA te Aalst stonden voor de verkiezingen. De lokale coalitiepartner SP.A is dus niet echt verrast maar eerder geschrokken van de media-aandacht voor Karim Van Overmeire. Dat was nochtans te verwachten. De man heeft immers een verleden bij het Vlaams Belang en was lid van de werkgroep die in 1996 het 70-puntenprogramma van die partij opstelde.

Aalst heeft wel degelijk een probleem met de integratie van nieuwe inwijkelingen uit de hoofdstad en krijgt daar nauwelijks middelen voor van de Vlaamse en federale overheid, maar Vlaamse leeuwevlaggen zijn geen oplossing voor reële sociale problemen en deze problemen toewijzen aan een schepen voor ‘Vlaamse’ zaken al helemaal niet.

Oplossingen beginnen bij de erkenning van het sociale karakter van de problemen en de wil om ze als dusdanig aan te pakken. De N-VA-Aalst kiest voor de confrontatie en heeft daar (voorlopig) de instemming van CD&V en SP.A voor.

In de Brabantse gemeente Asse, ten westen van Brussel, flirt de lokale afdeling openlijk met de grenzen van de wet.

Over naar … Asse

‘De kracht van verandering’ in Aalst is echter niet het meest controversiële lokale programma van de N-VA. In de Brabantse gemeente Asse, ten westen van Brussel, flirt de lokale afdeling openlijk met de grenzen van de wet. Dit staat te lezen in het hoofdstuk ‘Pijler 10: Een eigen huis, een plek onder de zon’ van hun programma:

Woonvoorrecht voor Assenaren en Nederlandstaligen. Om er voor te zorgen dat de eigen bevolking en de eigen jeugd nog in onze gemeente kan blijven wonen, willen we:

  • gronden en panden door de gemeente laten opkopen en deze gecontroleerd doorverkopen met voorkeur aan geboren en getogen Assenaren die het Nederlands als moedertaal hebben …
  • de vestiging van anderstaligen in onze gemeente ontmoedigen en afremmen om zo de verfransing en de uitbreiding van Brussel tegen te houden …
  • een toewijzingsreglement met voorrang voor jonge gezinnen, die een band hebben met onze gemeente en waar elk gezinslid het Nederlands machtig is …”

In Asse haalde de N-VA met 26,4 procent de tweede hoogste score na de CD&V. Die verkoos de vroegere partner te laten vallen voor een nieuwe meerderheid met de Open VLD en de SP.A. Het programma van de N-VA te Asse wordt dus de inspiratiebron voor zes jaar oppositie.

In de veronderstelling dat dit programma wel in een bestuursmeederheid zou zijn vertaald, roept dat toch heel wat vragen op. Een actieve rol van de gemeentelijke overheid op de woningmarkt botst natuurlijk met het liberale programma van de N-VA maar dat is niet het fundamentele probleem. Hoe kan ‘een voorkeur voor geboren en getogen Assenaren’ verzoend worden met de wetgeving tegen discriminatie?

Soms kan het verhelderend werken om dit soort standpunten aan een concrete hypothese te onderwerpen. ‘Geboren Assenaar’ moet vermoedelijk niet te letterlijk genomen worden vermits de meeste kinderen er in Brusselse ziekenhuizen of in Ninove worden geboren. Slaat dat dan op kinderen wiens ouders bij de geboorte in Asse wonen? Wat met een gezin dat kort na de geboorte van hun kind in Asse komt wonen? Wat is trouwens een ‘getogen Assenaar’? Veronderstelt dit criterium dan ook dat een ‘geboren en getogen Assenaar’, wiens ouders niet of niet allebei Nederlands als moedertaal hebben, buiten de aanvaardingscriteria zou vallen …

Reactie van het Centrum voor Gelijkheid van Kansen

Jozef De Witte, directeur van het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding, neemt met ‘gefronste wenkbrauwen’ kennis van het programma van de N-VA te Asse. Vooral de criteria ‘geboren en getogen Assenaar’ en ‘moedertaal Nederlands’ roepen vragen op. Dat betekent bijvoorbeeld dat een ‘geboren en getogen Assenaar’ die een relatie heeft met een EU-ambtenaar niet aan de criteria van de N-VA Asse beantwoordt. Het EU-recht staat geen beperking van het vrij verkeer van personen toe.

Er valt echter, aldus Jozef De Witte, ook wat te zeggen op economisch vlak. Wat als een Frans bedrijf naar Asse zou verhuizen omdat men daar niet-Europeanen mag weren bij aanwerving en in eigen land niet. De Office of the High Commissioner for Human Rights van de VN heeft in 2008 al kritische commentaar gegeven bij bepaalde wooncodes in een aantal Vlaamse gemeenten.

Jozef De Witte merkt wel op: “Het gaat in Asse echter niet om een beleidsintentie. De N-VA van Asse zal zes jaar oppositie voeren. Het Centrum zal het dossier verder opvolgen.”

Vlaamse gastvrijheid

Soms blijkt een lokale afdeling de Nederlandse taal niet altijd goed te beheersen. In het Oost-Vlaamse Denderleeuw heeft de N-VA het over “anderstaligen en Nederlandstalig onkundige belgen” (die kleine b is misschien doelbewust).

In een andere Oost-Vlaamse gemeente, Geraardsbergen, wil de N-VA “de ‘ontnederlandsing’ in Geraardsbergen pro-actief bestrijden, zonder hiervoor evenwel een soort van taalpolitie op te richten … De N-VA sluit niemand uit maar sluit mensen in. Dit betekent dat iedereen welkom is maar bereid moet zijn om zich te integreren in de lokale gemeenschap. Integratie en inburgering berusten op 4 belangrijke pijlers:

  1. het aanleren van de taal;
  2. een plaats innemen op de arbeidsmarkt;
  3. deelnemen aan het gemeenschapsleven;
  4. het aanvaarden van de normen en de waarden van de Vlaamse leidcultuur. “

De lokale afdeling van Geraardsbergen heeft eveneens een zeer liberale visie op de rol van de overheid, minder belastingen, minder personeel maar heeft wel een andere kijk op het belang van overheidsregels want: “regels zijn er niet om de vrijheid te beperken maar net om deze te beschermen en om respectvol en harmonieus samenleven mogelijk te maken.”

Nog in Oost-Vlaanderen vindt de N-VA van Evergem dat “OCMW-steun afhankelijk gemaakt wordt van talenkennis (sic) en werkbereidheid … Er moet een kordate aanpak komen van de rondtrekkende zigeuners. Zij mogen maximaal 24 uur ter plaatse blijven en dan nog mits een waarborg voor gebeurlijke gemeentelijke kosten. Nu gebeurt het al te vaak dat zij een hoop rommel, schade, … achterlaten die dan op de gemeenschap verheeld (sic) worden.”

Soms is het programma in al zijn Vlaamse flinksheid eerder vaag, vrijblijvend en voor een brede interpretatie vatbaar. Het Brabantse Halle ziet het zo: “De sociale huisvestingsmaatschappij krijgt de middelen in handen om kennis van het Nederlands van de bewoners te testen. Wie weigert Nederlands te leren, wordt hiervoor gesanctioneerd. Taal is immers de sleutel tot integratie en zich kunnen uitdrukken in het Nederlands kan heel wat leefbaarheidsproblemen voorkomen.”

Pepingen, een kleine landelijke gemeente in het Brabantse Pajottenland, vreest de opmars van de Franstalige Parti Socialiste (PS): “Pepingen mag absoluut geen PS-gemeente worden, waar velen (als zij al werken) streven naar de bekende 9 tot 5 uur job en dan nog liefst bij de overheid.”

Een huis met vele kamers

De N-VA mag dan al de erfgenaam zijn van de rechtervleugel van de Volksunie (VU), de ideologische spreidstand die de VU kenmerkte en die mee aan de oorsprong lag van de ondergang van die partij, blijkt niet helemaal verdwenen te zijn.

Dat blijkt ondermeer uit het feit dat naast de controversiële programma’s die hierboven geciteerd werden, er ook heel wat lokale afdelingen zijn die wel in staat zijn om een samenhangend democratisch-liberaal programma aan de kiezer te presenteren, waar ook sociale problemen erkend worden en aan bod komen.

Zo zijn de programma’s van de afdelingen in het West-Vlaamse Izegem van Vlaams Minister Geert Bourgeois, het Antwerpse Dessel van Vlaams parlementslid Kris Van Dijck en het Limburgse Bilzen van Europees parlementslid Frieda Brepoels schoolvoorbeelden van goed doordachte en helder opgestelde programma’s. Je kan het met de ideologie die er achter zit oneens zijn maar zij staan voor een democratisch project dat gerespecteerd mag worden.

Zij besteden ruime aandacht aan de Noord-Zuidproblematiek en erkennen het gezag van de Gemeentelijke Raad voor Ontwikkelingssamenwerking (GROS). In Bilzen heeft de N-VA de ambitie om een Fair Trade gemeente te blijven.

N-VA Londerzeel

Wordt Nadia Sminate een representatief boegbeeld voor de N-VA of gaat de eer naar de man op de volgende foto?
Wordt Nadia Sminate een representatief boegbeeld voor de N-VA of gaat de eer naar de man op de volgende foto? (foto n-va)

In Londerzeel vormen CD&V, N-VA en het kartel SP.A-Groen een nieuwe coalitie. Aftredend burgemeester Jozef De Borger (CD&V) wordt de eerste drie jaren burgemeester. Daarna wordt hij opgevolgd door Kamerlid Nadia Sminate (N-VA). Zij zal daarmee de eerste Belgische burgemeester met Marokkaanse roots worden.

Het verkiezingsprogramma van de N-VA-Londerzeel contrasteert schril met dat van buurgemeente Asse (van hierboven). Deze afdeling staat voor een sociaal liberalisme, waar je het mee oneens kan zijn, maar dat in ieder geval een valabel democratisch platform aanbiedt. Zo staat er onder meer in te lezen: “Wij erkennen de multiculturaliteit als een niet meer terug te draaien feit.”

Deze afdeling vult maatschappelijke integratie ook op een heel andere manier in dan een aantal hierboven vernoemde afdelingen: “Vandaag wordt er in slechts 77 procent van de Vlaamse gezinnen thuis Nederlands gesproken. Het aandeel kinderen met een thuistaal die niet het Nederlands is, zal in de toekomst nog toenemen. Door de toestroom van anderstaligen wordt ons onderwijs met nieuwe uitdagingen geconfronteerd …Wat betreft de toestroom van anderstalige kinderen in de gemeentescholen, dringt N-VA Londerzeel erop aan dat de gemeente, in samenwerking met de scholen, werk maakt van een laagdrempelig taalbeleid Nederlands zowel voor de leerlingen als voor de ouders. Hierbij moet de medewerking van vrijwilligers niet worden uitgesloten”.

Een ideologische spreidstand

Wat opvalt is dat de federale politiek (op enkele uitzonderingen na, in de rand rond Brussel en in Aalst) volledig afwezig is in de lokale programma’s. Er is ook nergens een verwijzing naar een toekomstig onafhankelijk Vlaanderen, zelfs de vraag naar meer Vlaamse autonomie is op lokaal vlak bijna volledig afwezig.

Dat is natuurlijk logisch voor gemeenteraadsverkiezingen. Rekening houdend met de nationale campagne van boegbeeld Bart De Wever is het desalniettemin symptomatisch dat het belangrijkste actiepunt van de voorganger van de N-VA nergens aan bod komt in de lokale campagnes. De oude interne tweespalt die de VU kenmerkte, blijkt stilaan terug te keren: zeer rechtse figuren en ideeën naast standpunten die eerder links-liberaal (genre de Nederlandse D66) aanvoelen.

De vraag kan dus gesteld worden in hoeverre de roep van Bart De Wever voor een confederale hervorming van het land werkelijk gedragen wordt door de kiezers van de N-VA. Dat de voorstanders van de splitsing van het land massaal voor zijn partij hebben gestemd, staat vast. Hoe representatief zij zijn voor het volledige kiezerspubliek van de N-VA is echter verre van uitgemaakt.

De mythe van het platteland

Dat de N-VA een groot deel van de kiezers van het Vlaams Belang heeft binnengehaald, staat dus vast. De partij is echter evengoed de reïncarnatie van de oude VU. Bovendien, de verheerlijking van het ‘dorpse, landelijke karakter’ is in al de hierboven reeds besproken programma’s een steeds weerkerend thema. Dat geeft de indruk dat de N-VA evengoed een reïncarnatie is van de CD&V, weliswaar zonder de christelijke C. Ten slotte blijkt uit de programma’s van de lokale afdelingen dat de N-VA een duidelijk liberaal profiel heeft, minstens even blauw als de VLD. De N-VA is een huis met vele kamers.

Londerzeel of Asse/Aalst

De N-VA mag dan de partij zijn die binnenkort de grootste stad van Vlaanderen gaat besturen, uit de programma’s blijkt eerder een verlangen naar een dorpse, landelijke samenleving ver van de stedelijke problematiek. Niet erg realistisch maar wel typisch Vlaams.

Alle aandacht gaat nu naar Antwerpen. De komende zes jaar zal de N-VA echter een andere keuze moeten maken: Londerzeel of Asse/Aalst. Geen uitgemaakte zaak.

Lode Vanoost

Lode Vanoost is voormalig Kamerlid voor Groen (1995-2003) in Brussel-Halle-Vilvoorde en woont in Sint-Genesius-Rode. Hij is sinds 2004 partij-ongebonden.

Artikel oorspronkelijk verschenen in DeWereldMorgen.be.