‘Mijn Amerika’: Vlamingen en Nederlanders over ‘hun’ VS

Mijn Amerika

Mijn Amerika (boekcover Pelckmans)

FacebooktwitterFacebooktwitter

Adviseur communicatie Jo Detavernier verzamelde indrukken over de VS van 21 Vlamingen en Nederlanders. De meesten van hen wonen er of hebben dat gedaan. Het is een overwegend conservatieve selectie, maar daarom niet minder lezenswaardig. Lezers van DeWereldMorgen.be mogen wel eens een andere klok horen. Dat kunnen ze met dit boekje.

Voor zover Europeanen vertrouwd zijn met de VS, hebben ze het meestal over de westkust (in hoofdzaak Californië), de noordelijke oostkust (New York en wijde omgeving) en de stad Chicago in het middenwesten. Dat is ook in dit boek het geval. 15 van de 21 bijdragen gaan over die delen van de VS.

Dat maakt de overige hoofdstukken over Utah, Colorado, Michigan,Texas en Louisiana relevanter. Het is iets wat je telkens weer ziet in boeken/reportages/krantenartikels over de VS. Als Europeanen het over de VS hebben, hebben ze het over de westkust en de oostkust, niet over dat enorme binnenland.

Buiten toeristische reportages lees je haast nooit iets over pakweg de bewoners van Noord-Dakota, Montana, Tennessee, Idaho … die staten zijn nochtans even representatief voor de mozaïek die de VS in feit is.

Zoals hierboven al gezegd, Europeanen bekijken de VS vanuit hun eigen bril, noem die ideologisch of iets anders, maar het is wel zo. Dat is geen probleem, zolang de lezer daar maar rekening mee houdt.

Je kan je ook de vraag stellen of er wel zoiets bestaat als de Amerikaan (of pakweg de Italiaan, de Noor, de Vlaming, de Nederlander). Pogen de VS samen te vatten in één boek is dus altijd een risico, je slaat zoveel over dat je wel gedoemd bent om oppervlakkig te blijven. Maar goed, ook dat hoeft geen probleem te zijn, zolang je die bedenking als lezer in je achterhoofd houdt.

Het boek is ingedeeld in zes delen: Amerika droomt, Amerika werkt, Amerika entertaint, Amerika denkt, Amerika verwelkomt en als laatste Amerika lacht. Ik gebruik een paar van die tussentitels ook voor deze recensie.

Amerika Droomt

Voormalig VTM-correspondent Suzy Hendrickx maakt rake observaties over de mondigheid van de gemiddelde Amerikaan. De koppige stilzwijgendheid van de Vlaming is de Amerikaan vreemd. Zij koppelt daar ook inhoudelijke kwaliteiten aan. Dat is voor discussie vatbaar.

Mark Eyskens, gewezen eerste minister, ging er ooit studeren. Vanuit zijn maatschappelijke visie maakt hij een aantal opmerkingen die tot nadenken stemmen. Hoe komt het dat het niet de Chinezen waren die eerst voet aan land zetten op het Amerikaanse continent “die qua wetenschappelijke en technologische vooruitgang in de 15de eeuw zeker niet moesten onderdoen voor de Europeanen?” Ook deze overtuigde atlanticus ontgaat het sociaal darwinisme van de Amerikaanse maatschappij niet.

“Steeds heb ik het onderscheid gemaakt tussen de grote kwaliteiten van de Amerikaanse bevolking enerzijds en het beleid van de Amerikaanse leiders anderzijds, dat zeker niet steeds beantwoordt aan de idealen, devisies en de belangen van Europa.” De man gaat ook uitgebreid in op zijn lidmaatschap van de Trilateral Commission, een orgaan dat in progressieve middens niet bepaald een goede reputatie heeft.

Zijn bijdrage, één van de langste in dit boek, bevat nog wel meer dingen waar ik het niet mee eens ben, maar net dat maakt zijn hoofdstuk het meest boeiende van het geheel. Mark Eyskens verbergt zijn mening niet en confronteert je met de contradicties van je eigen gedachtegoed.

Redacteur van dit boek Jo Detavernier geeft een liberale interpretatie aan ‘zijn’ VS. Sofie Benoot is een documentairemaakster. Haar bijdrage is zwak, overbodig. Wielerjournalist Rik Vanwalleghem biedt naast zijn observaties over de VS ook een rake beschrijving van het West-Vlaamse karakter en heeft het ook even over de verschillen tussen de VS en Canada.

Amerika werkt

Diederik Van Hoogstraten woont voor Elsevier en De Volkskrant in de VS. Hij vertolkt zijn visie op de sociale verwezenlijkingen van ‘het oude’ Europa als volgt: “Tegenover de individuele verantwoordelijkheid die Amerikanen zozeer bewonderen, neem ik op het oude continent groepsslachtofferschap en zieligheid waar. Een voorbeeld van de ideologische bril waar ik het hierboven al had.

Hans Veldman gaat daar op door. De sociale context is er wel, maar wordt veeleer tersluiks, tussendoor, niet echt belangrijk weergegeven. “Het andere aan de southern companies is namelijk dat ze anders en eigengereid zijn. Natuurlijk groeien ze omdat ze een concurrentievoordeel hebben ontdekt, in kwaliteit of lage kosten, maar ze onderscheiden zich ook vanwege hun authentieke bedrijfskundige visie”. De ideologische bril, inderdaad.

Ook een andere ‘bril’ komt aan bod. Ludo Abicht doceerde jarenlang aan Amerikaanse universiteiten. Hij kent de specifieke sfeer van Amerikaanse campussen dus goed. Hij doet ook spitante observaties over dat grote ‘binnenland’ en schuwt de bevestiging van een aantal clichés niet.

“Overal (in de kleine steden) heerst een zalige onwetendheid die amusant zou zijn, indien het hier niet ging om het militair en politiek machtigste land van de wereld, het enige land dat met zijn honderden militaire basissen zowat de hele bevolking van onze planeet in zijn greep houdt … Het gaat hier (die onwetendheid) over een nationale deugd die overal openlijk als the American way of life verkondigd en aangeprezen wordt.”

Abicht ontrafelt ook de mythes rond de grote bedrijven. “… de belangrijkste vernieuwingen in de Amerikaanse industrie (zijn) vooral het werk geweest van kleine ondernemingen en niet van de grote corporaties die deze vernieuwingen na de feiten vaak samen met de kleine bedrijfjes hebben opgeslokt.”

Hij is de enige die verwijst naar hét standaardwerk ooit over de Amerikaanse geschiedenis, Howard Zinn’s  ‘A People’s History of the United States‘, een boek dat niet genoeg kan worden geprezen.

Johan Van Overtveldt, hoofdredacteur van Trends en Knack (waarnemend), vindt van zichzelf dat hij een bekeerd realist is die afstand neemt van wat hij in zijn studentenjaren over economie heeft geleerd. Nee, dan is de University of Chicago zoveel beter. Daar wordt je tenminste op je inhoudelijke waarde ingeschat. Geen zijsprongetje naar Chili en Pinochet voor deze man.

Amerika entertaint

Filmregisseur Jan Verheyen etaleert zijn encyclopedische kennis van de filmgeschiedenis, die uiteraard voor het grootste deel Amerikaanse geschiedenis is. Hij wijst terecht op de enorme kansen die de Amerikaanse filmindustrie biedt aan niet-Amerikaanse filmtalenten.

Schrijver Christophe Vekeman houdt een vurig pleidooi voor de rehabilitatie van de countrymuziek. Daar heersen inderdaad nogal wat vooroordelen over in Europa. Dat is niet altijd zo geweest. Ik herinner me zelfs een radioprogramma voor countrymuziek door een dame die zich Kitty Prins (denk ik) noemde.

Ik deel zijn analyse wel, maar denk toch dat het slechte imago van country niet de enige reden is voor het geringe succes in Europa. Moderne Amerikaanse muziek – te beginnen met rock – was en is een fenomeen van de oostkust, de westkust en Chicago, stedelijke fenomenen die nauwer aansluiten bij de leefwereld van de Europeaan.

Voor heel wat rockartiesten is Europees succes een broodnodige aanvulling van hun inkomen. Dat geldt niet voor de meeste countrysterren (die in de VS zelf heel wat ‘bigger’ zijn dan hun rockcollega’s).

Maar goed, iemand die ronduit de verdediging op zich neemt van country, daar kan ik als liefhebber van Hank Williams, Merle Haggard en – noblesse oblige – Johnny Cash alleen maar blij mee zijn.

Amerika denkt

Hoogleraar kerkelijk recht Rik Torfs (KU Leuven) is blijkbaar ook een VS-minnaar. Tussen de lijnen van zijn bijdrage lees je een voorzichtig pleidooi voor de herwaardering van religie in de maatschappij. Dat neemt niet weg dat hij kritisch kan zijn: “Soms is het respect voor religie (in de VS) te groot. Terwijl Europeanen vinden dat religie altijd onnozel is, denken Amerikanen dat ze dat nooit is. In beide gevallen is de nuance zoek. De gemiddelde Europeaan die een beetje heeft doorgeleerd, kiest voor de zekerheid van het ongeloof, terwijl zijn Amerikaanse collega voor de zekerheid van het geloof opteert.” Dat van die Europeanen is wel een wat te grove veralgemening, maar zijn beschrijving klopt wel grotendeels.

Walter Prevenier is emeritus hoogleraar geschiedenis. Ook hij ziet de tweespalt in de VS. “Vermont en South Carolina liggen in kilometers, in tolerantie of intolerantie voor minderheidsgroepen, even ver van elkaar als pakweg Noorwegen en Roemenië … Het is duidelijk dat de negative clichés over ‘de’ Amerikanen in Europa hun voedingsbodem vinden in het ouderwetse moraliseren en het sociale hardship van het conservatieve volksdeel. De vooruitstrevende keerzijde bestaat echter evenzeer … Amerika bestaat niet .. er bestaan meerdere Amerika’s naast elkaar.”

Matthias E. Storme is een collega van Prevenier. Hij houdt in zijn bijdrage een warm pleidooi voor de debatcultuur aan de Amerikaanse universiteiten. “Ook op dit vlak kunnen we van Amerika leren”. Journalist Frans Verhagen ziet de Amerikaanse geschreven media als “de beste bronnen van intelligent debat over belangrijke onderwerpen”. Dat is vatbaar voor discussie, hij zet wel aan tot denken.

Amerika verwelkomt

De gemiddelde Amerikaan mag dan al religieus conservatief zijn. Volgens VRT-journalist Bert De Vroey contrasteert de tolerantie voor religieuze symbolen in de VS terecht met de dikwijls gecrispeerde houding hier. “In België werden er intussen hevige debatten gevoerd over de hoofddoek op school of over een handvol Franse woorden op een marktkraam in een Vlaamse gemeente in de Brusselse rand.”

Zelfs de staat Texas, niet bepaald bekend voor haar progressieve imago, “verplicht alle statelijke (sic) overheidsinstanties om op het internet ook het Spaans te gebruiken”. In Arizona is daarentegen het omgekeerde waar. Daar mag sinds 1986 de overheidsambtenaar enkel en alleen het Engels gebruiken.

Minder accuraat is zijn pleidooi voor het meerderheidskiesstelsel als bescherming van minderheden. In de Amerikaanse geschiedenis is dat systeem eerder gebruikt geweest om minderhden van de macht te houden door het systeem van gerrymandering, het opsplitsen van etnische buurten.

Een vruchtbare confrontatie met andere meningen

Er staan nog wel meer lezenswaardige bijdragen in dit boek. Die mag de lezer zelf ontdekken. Het beeld dat in dit boek van de VS wordt geschetst, is niet wat op deze site meestal wordt gegeven. Een confrontatie met die andere kijk is echter verrijkend. Daar biedt dit boek ruim gelegenheid toe. De lezer van DeWereldMorgen.be mag ook eens de uitdaging aangaan een boek te lezen dat de lof zwaait van dat enigmatische land aan de overkant. Aanbevolen.

Artikel oorspronkelijk verschenen in DeWereldMorgen.be.