Obama noch Romney wisten de Amerikanen te bekoren. Er zijn ongeveer 12 miljoen Amerikanen minder gaan stemmen dan in 2008. Ongeveer de helft van de bevolking nam opnieuw niet deel aan de verkiezingen. Uiteindelijk werd 5 miljard dollar uitgegeven aan politieke propaganda om alles bij het oude te laten.
De helft plus één
De volledige cijfers zijn nog niet beschikbaar. Het machtigtse land ter wereld heeft een verkiezingssysteem dat meerdere dagen nodig heeft om volledige cijfers te berekenen. De voorlopige cijfers zijn echter duidelijk genoeg. Obama haalt iets meer dan 50 procent van de stemmen, Romney ongeveer 48,5. De overige stemmen werden ongeldig verklaard of gingen naar kansloze derde kandidaten.
Die derde kandidaten zijn zoals steeds volledig weggedrumd door de grote twee. Je kan je maar afvragen hoeveel Amerikanen voor een derde alternatief zouden stemmen als ze zouden weten dat ze bestaan (en waar ze voor staan) en als ze hun kansen voldoende hoog schatten om de moeite te doen er voor naar de stembus te gaan. Bovendien, hoeveel kiezers die effectief zijn gaan stemmen zouden dan voor derde kandidaten stemmen?
Erg goed weten we dat nooit. Er wordt nooit ernstig onderzoek naar gedaan en de media zullen er zeker niet om vragen, al was het maar omdat die derde kandidaten nauwelijks geld in het laatje brengen voor peperdure advertentiecampagnes in diezelfde media. De commerciële media zijn zondermeer een onderdeel van het politieke tweepartijensysteem (of zoals Ralph Nader zegt: de tweepartijendictatuur).
De Tea Party, weet je nog?
Net als in de jaren ’60 met de New Right en in de jaren ’80 met de Moral Majority blijkt ook nu weer dat de invloed van de Tea Party beweging binnen de Republikeinse Partij schromelijk werd overschat. Niet dat die bewegingen onbetekenend zijn, ze zijn altijd goed geweest voor 20 à 25 procent van de kiezers, maar ook niet meer dan dat.
Door het historisch ontbreken van werkelijke politieke partijen met een stevige organisatorische structuur – zoals de traditionele partijen hier – maken assertieve, goed georganiseerde en zwaar gefinancierde minderheidsbewegingen altijd meer kans om in de media boven hun werkelijke klasse te spelen.
Hun invloed is zeker niet uitgespeeld. Op niveau van de federale Kamer van Volksvertegenwoordigers bijvoorbeeld hebben ze weer heel wat kandidaten verkozen gekregen. Dat neemt niet weg dat ook nu weer deze christelijk fundamentalistische beweging zwaar werd overschat door de media (en ze ook veel meer aandacht kreeg dan de Occupy-beweging).
Obama zal een zwak president blijven
Obama moet doorgaan met een Republikeinse meerderheid in de Kamer. In de Senaat behouden de Democraten weliswaar hun meerderheid, maar het wetgevende overwicht ligt in het parlementaire systeem van de VS bij de Kamer. Bovendien, heel wat Democratische senatoren moeten qua conservatieve standpunten niet onderdoen voor hun Republikeinse collega’s.
Commentatoren in de grote media voorspellen dus dat Obama ‘zich zal moeten schikken’ naar de wil van het parlement maar dat klopt niet. Obama is immers een man van het systeem, hij is een product van de leidende politieke cultuur van zijn land. Hij is gepokt en gemazeld in de politiek praktijk van zijn thuisstad Chicago, waar de Democratische leiding al honderd jaar bekend staan voor zijn cliëntelisme en zijn corruptie.
Wat ze gemeen hebben
Als er iets is dat Obama en Romney gemeen hebben is het wel hun politiek opportunisme. Obama was als jonge advokaat goed bekend met de sociale problematiek van zijn land. Hij kende bijvoorbeeld ook heel goed de echte problemen van Palestina. Romney was als gouverneur van Massachusetts verantwoordelijk voor de invoering van één van de eerste systemen van gezondheidszorg door de overheid (van de deelstaat, niet federaal), nog voor er van Obamacare sprake was.
Tijdens deze campagne zeiden ze dus allerlei zaken waar ze als persoon niet achter staan. Dat deerde hen echter niet. Het doel heiligt immers de middelen. Het zijn allebei machtspolitici die voor het behalen en het behoud van politieke machtsposities zeggen en doen wat ze moeten doen om aan de macht te blijven.
Je kan van Romney’s kandidaat vicepresident Paul Ryan veel zeggen – o.a. dat hij compleet krankzinnige maatschappelijke ideeën verdedigt – maar die man gelooft wel echt wat hij zegt. Dat kun je van hun frontrunners niet zeggen. Dat voelen heel wat Amerikanen aan en dat gevoel hebben ze bevestigd door thuis te blijven.
De helft blijft dus thuis, opnieuw
Uiteindelijk gaat het natuurlijk alleen over de stemmen van de Amerikanen die beslist hebben om effectief te gaan stemmen. In de VS zijn politieke campagnes veel minder bedoeld om mensen aan te zetten om voor iemand te stemmen. Waar het om gaat is de mensen die sowieso al aan jouw kant staan te overtuigen ook effectief te gaan stemmen op de dag van de verkiezingen. Daar is Obama feitelijk minder in geslaagd dan Romney.
Ongeveer 10 miljoen Democratische kiezers van 2008 (de definitieve cijfers zijn nog niet beschikbaar op woensdag 7 november) zijn dit jaar niet meer komen opdagen. Dat Obama toch wint komt omdat hij een ruime voorsprong had in 2008 en dat Romney zelf ook ongeveer 2 miljoen Republikeinse kiezers van 2008 niet heeft kunnen overtuigen om te gaan stemmen.
Inderdaad, de juiste cijfers zijn er nog niet, maar ongeveer 12 miljoen kiezers van 2008 vonden het niet meer nodig om effectief te gaan stemmen en hebben met hun voeten gestemd, door weg te blijven van dit commerciële mediacircus dat voor verkiezing moet doorgaan.
Historische tendensen worden bevestigd
De VS is meer dan ooit een verscheurd land. Zelfs nu hij verliest kleurt Romney het enorme binnenland van de VS rood (de kleur van de Republikeinen). Het blauw van de Democraten overheerst zoals altijd de oost- en de westkust en een paar centraal gelegen noordelijke staten.
De Republikeinen zijn meer dan ooit de partij van blanke plattelandsbewoners en inwoners van de kleine steden, van het immense dunbevolkte binnenland. De Democraten zijn de partij van, wel, van de rest. Obama scoort wel beter bij de jongere Amerikanen dan Romney. Dat is echter geen gebetonneerde zekerheid. De African-Americans stemden sowieso en masse Democratisch, zeker nu de Democratische kandidaat ‘a brother’ is.
Het zit de Republikeinen niet mee
Als de demografische evolutie van de VS één ding duidelijk maakt, dan is dat wel de toename van de ‘hispanic’ of ‘latin vote’. De immigranten uit Latijns-Amerika of hun nakomelingen, zelfs als ze gaan behoren tot de middenklasse of de rijke elite, sluiten nauwelijks aan bij de Republikeinen. Hun aantal blijft alleen maar toenemen.
De Republikeinen moeten zich stilaan de vraag gaan stellen of ze in de toekomst nog presidenten kunnen verkozen krijgen.
Republikein en Texaan George W.Bush kon hen nog een beetje bekoren omdat hij Spaans kan (jawel, dat kan de man écht), Romney daarentegen kan je van veel beschuldigen maar niet dat hij een andere taal dan Engels zou beheersen. De Republikeinen moeten zich stilaan de vraag gaan stellen of ze in de toekomst nog presidenten kunnen verkozen krijgen.
Dat is geen contradictie met het feit dat de Republikeinen de Kamer blijven domineren. Amerikanen stemmen wel meer Democratisch voor de president en Republikeins voor de plaatselijke politicus. Bovendien, het Amerikaanse verkiezingessysteem kent proportioneel meer zetels in de Kamer toe aan kleine en landelijke staten. De Republikeinen kunnen zo de Kamer nog wel enkele jaren blijven beheersen zonder de meerderheid van de stemmen te behalen
Gejubel in de Europese media
Zoals de eeuwenoude traditie het wil luiden de Europese massmedia haast unaniem de lof van Obama voor zijn ‘glansrijke’ overwinning. De grootste democratie ter wereld heeft weer eens wijs gehandeld. Alles is terug goed aan de overkant van de oceaan.
Obama krijgt dus ook weer de kans om op buitenlands vlak vier jaar lang zijn ding te doen. Wat dat ding is, is bekend: more of the same. Dat het buitenlandse beleid van de Amerikaanse regering zo goed als nihil impact heeft gehad op het kiesgedrag van de gemiddelde Amerikaan – wat die Amerikaan dus gemeen heeft met de gemiddelde Europeaan – doet daarbij even niet terzake.
Waar blinde adoratie al goed voor is
Wat ik voel bij al dat opgepepte hoerageroepkan ik moeilijk onder woorden brengen. Daarom vertaal ik als besluit deze twitterboodschap van een fan van de Britse progressieve mediawatchsite Medialens.org (mijn vertaling):
“Wat ik zo onvoorstelbaar vind is de mate van slaafse adoratie en ongebreidelde euforie over deze overwinning bij zelfverklaarde ‘progressieven’.”
“Dit is een regering (Obama) die gepoogd heeft ‘onbegrensde aanhouding zonder vorm van proces’ in Amerikaanse wetten te gieten, die dissidenten gefolterd heeft, die begrafenissen en hulpverleners bombardeert (zie artikel ‘Drones en terrorisme’ in ‘Lees Ook’ hieronder, nvdr) en die executies laat uitvoeren zonder enige vorm van rechtspraak (of die, als je het anders wil zeggen, mensen laat vermoorden).”
“Dit is een regering die in bepaalde geografisch afgebakende zones alle mannelijke personen van ‘militaire leeftijd’ beschouwt als legitieme militaire doelwitten; die meer klokkenluiders heeft vervolgd dan eender welke regering in de (Amerikaanse) geschiedenis; die clusterbommen heeft gegooid op burgers en dan heeft samengezworen met een dictator om dat feit voor het publiek geheim te houden; die oorlogen (openlijk of verborgen) heeft gelanceerd of geëscaleerd in Libië, Afghanistan, Jemen en Somalië.”
“Dit is het beleid van een autoriatire bruut, eerder dan van een linerale progressieveling, een beleid dat door diezelfde progressievelingen zou gezien worden als verwerpelijk en onaanvaardbaar wanneer het wordt begaan door een of andere stereotypische Bad Guy leider – zeker als die een land regeert dat de VS besliste aan te vallen.”
De strijd gaat gewoon door
Toch moet dit circus niet tot wanhoop aanzetten. De geschiedenis staat vol gruwelijke dingen. De geschiedenis toont ons echter evengoed voorbeelden van succesvolle strijd. De middeleeuwen waren een perfect systeem van tirannie van een minderheid over de rest. Het is aan zijn eigen contradicties ten onder gegaan.
De slavernij was een fantastisch winstgevend en zeer machtig economisch systeem. Ook dat systeem is in elkaar geklapt.
De klassieke geschiedschrijving van de VS heeft het altijd maar over de wijsheid van presidenten en gezagsdragers. Wie echter ‘De geschiedenis van het Amerikaanse volk’ van Howard Zinn leest leest dat het Amerikaanse volk een zeer dappere sociale strijd heeft gevoerd, die heeft geleid tot de afschaffing van de slavernij, de burgerrechten en stemrecht voor zwarte ex-slaven, voor sociale rechten van de arbeiders.
Het systeem met als formeel hoofd de president heeft zich steeds met hand en tand tegen deze strijd verzet. Sociaal verzet is traag en moeizaam, hard en soms teleurstellend maar altijd zinvol.
Amerikaanse presidenten gaan nooit uit zichzelf goede dingen doen, alleen de publieke opinie krijgt hen zover om dat te doen. Dat blijft ook zo nu Obama opnieuw voor vier jaar president is van de VS.