‘De Verenigde Staten in de 20ste eeuw’, traditionele geschiedschrijving

FacebooktwitterFacebooktwitter

Historicus Maarten van Rossem had zijn boek beter ‘De Amerikaanse presidenten van de twintigste eeuw’ genoemd. Hij schreef het oorspronkelijk in 1984. Na een eerste vernieuwde uitgave in 1991 nu andermaal een geactualiseerde versie. Zijn benadering is oerklassiek. Een land is wat zijn leiders doen. Wie de feiten op een rijtje wil, heeft hier zijn handleiding. Wat de gewone Amerikaan daar verder mee te maken heeft, kom je echter niet te weten.

De auteur

Maarten van Rossem was hoogleraar geschiedenis aan de Universiteit van Utrecht tot 2008. Hij schreef dit boek reeds in 1984. Het was toen zijn tweede publicatie. In 1991 voegde hij er in een tweede uitgave de meest recente gebeurtenissen aan toe. Hetzelfde deed hij nu nog eens over met deze uitgave van 2012.

Sinds 1984 heeft hij nog een achttienttal boeken gepubliceerd over Nederland, de wereldoorlogen, de atoombom en over de VS. Hij was jarenlang een veel gevraagd praatgast in Nederlandse en Vlaamse tv-programma’s, waarin hij persoonlijke commentaren gaf op de hierboven al vermelde onderwerpen.

De Amerikaanse presidenten van de twintigste eeuw

Zoals hierboven al even vermeld, dit is eerder een overzicht van de regeringen van de Amerikaanse presidenten. Daar is op zich niets mis mee, de titel is wel enigszins misleidend. Het boek van van Rossem begint in 1890 en gaat door tot 2002, ook dat is geen bezwaar. Een eeuw is sowieso een kunstmatige onderverdeling. Als vage omschrijving voor een bepaalde tijdsperiode is het best OK, je moet nu eenmaal ergens je onderwerp afbakenen.

Dit is een traditioneel handboek voor de student die in feitenmateriaal is geïnteresseerd. Wie deed wat, wanneer, waarom? Wat waren de motieven, de bedenkingen van de beslissers? Wat was de politieke/sociale/economische context waarin zij hun beslissingen namen? Hoe kwamen zij aan de macht? Hoe verloren zij de macht? Wat bepaalde succes, wat bepaalde mislukking? Wat was trouwens ‘succes’ en waarom werd iets ooit als ‘succes’ gezien, terwijl het nu eerder andersom wordt aangevoeld?

Geschiedschrijving is een riskante bedoening. Bewust of onbewust, je bekijkt de dingen altijd met de ogen van nu, met de morele bril van de huidige maatschappij. Hoe verder weg dat verleden waar je over schrijft, hoe minder groot de kans dat je hedendaagse vooringenomenheid je blik gaat vertroebelen.

Geschiedschrijving van de eigen tijd

Terugblikken naar het verre verleden met alle kennis van zaken – ook van wat er daarna gebeurde – is altijd veel eenvoudiger dan het tijdsgewricht ontleden waar je zelf onderdeel van bent. Dat laatste is dan ook waar Maarten van Rossem met dit boek zwaar in de fout is gegaan.

Hoe dichter dit boek bij het heden komt – het boek stop net voor de laatste presidentsverkiezingen van 2012 – hoe duidelijker de ideologische filters van de auteur duidelijk worden. Vooral het laatste hoofdstuk 9. De babyboomers aan de macht is er teveel aan.

Goede bedoelingen, slechte uitvoering

Die ideologische bril van de auteur is wel meer merkbaar in zijn boek, zoals wanneer hij stelt dat ‘Cuba in een opwelling van altruïsme de vrijheid (werd) geschonken’ (na de Spaanse kolonisatie), hoewel die in de komende jaren zodanig werd beperkt dat het eiland eerder een protectoraat dan een zelfstandige natie werd’.

De mythe van de VS als het land dat het altijd goed bedoelt maar bij het uitvoeren van zijn ideeën wel eens fouten maakt, dingen verkeerd inschat, verkeerde bondgenoten kiest, is een hardnekkige mythe, maar het is vooral dat: een mythe, iets wat met de werkelijkheid géén uitstaans heeft. Idem dito met het beruchte concept van het ‘wilsoniaans idealisme’. Niet belangrijk is wat president Wilson effectief besliste en deed, wel zijn speeches en brieven waren belangrijk enzovoort.

Bovendien is enige vooringenomenheid tegenover andere landen van het Amerikaanse continent de auteur niet vreemd. Wat moet je anders hier van denken? Latijns-Amerikaanse republieken leenden veel geld, maar betaalden het slechts zelden terug, “een probleem dat in die regio kennelijk tot de constanten van de cultuur behoort”. Never mind dat de meeste van die leningen opgelegd werden door de VS, door corrupte dictatoriale elites werden aangegaan, die die leningen onder andere inzetten om de eigen bevolking te onderdrukken. Weer dat idee van de VS die vanuit zijn idealisme domme dingen doet … Never mind ook dat de auteur zelf bevestigt dat de politieke cultuur van de VS zelf door en door corrupt is.

Maar ze bedoelen het altijd goed

Desalniettemin maakt Van Rossem af en toe heel wat rake opmerkingen bij de ‘American way of life’. “De wereld die New Right voor de juiste houdt, die bestaat niet en heeft ook nooit bestaan. Zonder de activiteiten van het leger, de federale overheid en de spoorwegmaatschappijen zouden de geharde pioniers op de High Plains en in het verre westen op tragische wijze verkommerd zijn. Het enorme economische succes van de westelijke en zuidelijke staten na de Tweede Wereldoorlog is in eerste instantie te danken aan de defensie-industrie.”

Als Van Rossem dit soort statements ernstig neemt en consequentie doortrekt, moet hij in feite zijn hele boek herschrijven. Dat doet hij niet. Van Rossem maakt regelmatig dergelijke opmerkingen. Het blijven tussendoortjes, die zijn basisidee van de goedbedoelende VS nooit verstoren.

Dat gaat zo door. Zo is Van Rossem een toegewijd gelover van de mythe van de ‘aardverschuiving’ die Ronald Reagan in 1981 aan de macht bracht. Dat zegt hij terwijl hij even verder de cijfers geeft: Reagan haalde 50,8 procent van de uitgebrachte stemmen, Carter 41 en Anderson 6,8. Met andere woorden, Reagan haalde net de helft van de uitgebrachte stemmen. De Franse president François Hollande haalde meer …

‘Links’ is voor Van Rossem een scheldwoord. “Op het Caribische eilandje Grenada was een links regime ten val gebracht door een groep van nog radicalere schurken. Bovendien waren Cubaanse soldaten bezig een vliegveld aan te leggen”. Dat die Cubaanse bouwvakkers – dus niet soldaten – daar werkten aan een vliegveld dat met subsidies van de Europese Unie werd gebouwd om het toeristisch potentieel van het eiland te vergroten heeft deze historicus nooit geweten …

Niet getreurd, na de Amerikaanse militaire invasie werd de ‘democratie’ er gered en keerde alles terug naar zoals het hoorde, een kleine elite die de rest uitbuit en de winsten deelt met Amerikaanse bedrijven. Allemaal goedbedoeld, dat wel.

De babyboomers aan de macht

Wat de gewone Amerikaan daar allemaal over denkt is niet echt het onderwerp van dit boek. Af en toe een opmerking tussendoor kan er wel af : “De Amerikanen denken niet wezenlijk anders over de taken van de overheid en de aard van de moderne samenleving dan de bewoners van andere hoogontwikkelde industriestaten”. Weer een rake observatie die de fundamentele premisse van dit boek niet in twijfel trekt.

Het boek bevat een laatste hoofdstuk waarin de jaren van president George Bush senior, president Clinton en president George W. Bush worden besproken. Zowel qua inhoud als qua stijl zijn zij een breuk met de rest van het boek. Bovendien kan de auteur het niet laten zijn persoonlijke opinies zwaar te laten doorwegen, veel meer dan in de vorige hoofdstukken.

1890-1990

Het boek zou heel wat consistenter geweest zijn als het in 1990 was gestopt. De laatste twee hoofdstukken maken het boek ook veel te lang. Van Rossem schrijft goed en leest vlot. In de laatste twee hoofdstukken valt het boek echter stil. Vanaf dan is het zwoegen en zweten om tot het einde te geraken.

Van Rossem heeft ook een eigen invulling van democratie. Het presidentieel systeem daarentegen, niets dan lof: “Een president zou moeten leiding geven vanuit zijn diepgevoelde overtuigingen en niet zijn beleid afhankelijk moeten maken van de wispelturige wensen van de kiezers”. Kijk eens aan.

Wie een relaas wil lezen van de presidenten van de VS tussen 1890 en 1990 en tevreden is met klassieke geschiedschrijving komt met dit boek aan zijn trekken. Voor hen is dit boek een aanrader.

Wie meer wil weten over het Amerikaanse volk – waar het in een democratie toch zou moeten om draaien – kan beter ‘De geschiedenis van het Amerikaanse volk’ van Howard Zinn lezen, het nog altijd onovertroffen meesterwerk dat het Amerikaanse volk de waardigheid geeft die het in de klassieke geschiedschrijving zoals deze haast nooit krijgt.

Artikel oorspronkelijk verschenen in DeWereldMorgen.be.