De klokkenluider, achter de recente revelaties over massale monitoring van zowat alle telefoon- en internetverkeer door de Amerikaanse overheid, is bekend. Edward Snowden, computeranalyst, wil een voorbeeld zijn voor andere klokkenluiders. De Amerikaanse en Britse media volgen hem niet. Europese media beginnen zich toch vragen te stellen.
Aarzelende media
Hoe het schandaal van het jaar precies in de kranten kwam, is nog onduidelijk. Edward Snowden zou – toch volgens een reconstructie van de Huffington Post – eerst Glenn Greenwald hebben benaderd. The Washington Post werd er bijgehaald voor de onthullingen over het spionagenetwerk Prism om “official Washington te betrekken”.
Maar omdat The Washington Post bleef dralen, besloot Greenwald om het toch zelf uit te brengen in The Guardian zodat beide kranten bijna gelijktijdig het nieuws brachten.
Barton Gellman van The Washington Post heeft een andere versie. Volgens hem stapte Snowden pas naar Greenwald toen hij van de Amerikaanse krant geen garantie kreeg dat het document over Prism zou gepubliceerd worden.
Glenn Greenwald heeft ondertussen al beloofd dat er nog veel meer zaken zitten aan te komen.
Pentagon Papers
Het gaat hier zonder meer om het grootste politieke schandaal sinds de openbaring van de Pentagon Papers door Daniel Ellsberg in 1971. Die documenten gaven bewijzen dat de regeringen van presidenten Kennedy en Nixon systematisch hadden gelogen over de oorlog in Viëtnam.
De aanleiding voor die oorlog, de zogenaamde beschieting van een Amerikaanse schip in de Golf van Tonkin voor de Vietnamese kust, bleek een fabricatie. De regering wist van bij de aanvang dat de oorlog nooit gewonnen kon worden maar loog systematisch over de kansen om de strijd toch te winnen.
In de plaats van dit toe te geven besliste president Nixon tot vervolging van de krant die met de documenten uitpakte. Een verdict in kortgeding belette de verdere publicatie door de New York Times voor 15 dagen. Die korte sluiting was een unicum in de Amerikaanse geschiedenis. Uiteindelijk verloor de overheid de zaak.
Daniel Ellsberg werd vervolgd voor spionage op basis van dezelfde wet die nu tegen Bradley Manning wordt gebruikt. Hij kon echter op zijn proces bewijzen leveren dat zijn telefoon illegaal werd afgetapt en dat de FBI had gepoogd zijn geloofwaardigheid in twijfel te trekken door zijn medisch dossier te stelen, in de hoop er elementen in te vinden die hem in een slecht daglicht zouden kunnen stellen. Zijn proces werd ongeldig verklaard.
United Stasi of America[1]
Volgens Daniel Ellsberg is wat Snowden deed een kans om ‘de staatsgreep van de regering tegen de grondwet’ ongedaan te maken. De regering beweert alles te doen op basis van een gerechtelijk bevel. Dit bevel overtreedt echter zowat alle principes van de rechtstaat. De rechter oordeelde in het geheim en er is geen enkel overzicht door een hogere rechtbank mogelijk.
Daniel Ellsberg: “Deze macht is extreem gevaarlijk.”
Deze manier van werken werd trouwens al eerder toegepast om het gebruik van foltering tijdens verhoren, moorden door drones of doodseskaders, een wettelijk zegel te geven. Volgens Ellsberg zijn elementen nu aanwezig om van de VS een politiestaat te maken. “Als er nu een grote anti-oorlogsbeweging zou ontstaan zoals met de oorlog tegen Vietnam – of, wat meer waarschijnlijk is, als we weer een aanslag zouden krijgen zoals 9/11, dan vrees ik voor onze democratie. Deze macht is extreem gevaarlijk.”
Wat in het artikel van Ellsberg opvalt is dat hij de legitimiteit van inlichtingendiensten en het geheim van het vergaren van inlichtingen over communicatie niet in twijfel trekt.“Dit is waarom Bradley Manning en ikzelf – die beiden toegang hadden tot inlichtingen hoger dan ‘top secret’ – geen enkele informatie van dat niveau hebben uitgebracht. Het is ook daarom dat Snowden zich heeft geëngageerd om de publicatie tegen te houden van het grootste deel van de informatie die hij had kunnen uitbrengen”.
Waar de media toen nog op de gelegenheid sprongen om onwettig en/of ontoelaatbaar gedrag door de overheid te openbaren, zijn ze vandaag veel inschikkelijker geworden.
De belangrijke nevenaspecten
Het is zeer opvallend hoe de Engelstalige media vandaag zich concentreren op de nevenaspecten van de zaak en de echte problematiek uit de weg gaan. Niemand kan daar blijkbaar meer op de minachting rekenen van journalisten als een niet-journalist die doet wat zij zelf hadden horen te doen.
Glenn Greenwald, de man die de zaak uiteindelijk aan het rollen bracht, is niet eens een journalist maar een internetblogger met een opinie. Bij The Guardian is hij bovendien een buitenbeentje. Hij is er bijvoorbeeld de enige die nog steeds de verdediging van Julian Assange op zich neemt, terwijl de krant er alles aan doet om Assange te ridiculiseren en te marginaliseren.
Nadat hij de betrokken documenten in zijn blog op de website van The Guardian openbaar maakte, veranderden zowel The Washington Post als The Guardian hun houding tegenover de zaak. Glenn Greenwald hield het aanvankelijk op ‘een trouw lezer’ van zijn blog als zijn bron. Edward Snowden besliste uiteindelijk zelf naar buiten te komen, o.a. omdat hij verwachtte zijn identiteit niet lang meer geheim te kunnen houden.
In een interview met Glenn Greenwald vanuit een hotelkamer in Hong Kong legt hij de redenen voor deze stap uit. Zijn grootste vrees is dat er niets zal veranderen. De manier waarop de Engelstalige media met zijn onthullingen omgaan voorspelt wat dat betreft niet veel goeds. Deze media zetten in deze de toon voor de andere internationale media, die meestal dezelfde lijn volgen.
Character assassination
Een aantal media zijn inderdaad al begonnen met wat daar ‘character assassination’ wordt genoemd. The Independent benadrukte in de titel boven hun artikel dat Snowden een ‘school drop-out’ is. De BBC stelt reeds de vraag ‘Is he going to defect?’ Dat suggereert allerlei dingen. Door de benadrukking van zijn verleden als een mislukte schoolverlater geeft de krant onuitgesproken de suggestie dat frustratie of weerwraak zijn motivatie zou kunnen zijn. Voor de BBC is tevens het feit dat hij in de voormalige Britse kolonie Hongkong verblijft verdacht. Hij zou wel eens een Chinese spion kunnen zijn.
Eén BBC-journalist bakt het nog bruiner en stelt: “Life is too short to worry about whether the FBI is reading my mail”. Wat BBC-journalist Rory Cellan-Jones, technology expert, vertelt gaat echter nog verder. Zijn onuitgesproken oordeel is in feite een volledige ridiculisering van wat Snowden heeft gedaan. So what als de NSA je e-mails leest? En dan? Je doet toch niets verkeerds? Laat ze maar doen, dus, ik stoor er mij niet aan.
Het Amerikaanse tijdschrift USA Today aanvaardt dat “Ten gronde zijn de acties van Snowden een plus. Hij heeft een publiek debat geforceerd over de programma’s die ons overzien, dat eigenlijk had moeten worden gevoerd voor ze opgezet waren … (maar) pure motieven en lovenswaardige effecten veranderen het feit niet dat hij de wet heeft overtreden.” Voor deze krant mag Snowden dus vervolgd worden. Afluisteren en monitoren van internetactiviteit van alle Amerikanen is voor deze krant OK, omdat het wettelijk is. Zonder twijfel een argument dat van toepassing is op het vervolgen en opsluiten van Russische of Chinese dissidenten.
It’s all about the war on terror
Volgens de Chicago Tribune is er fundamenteel niets mis met deze operatie over het verzamelen van inlichtingen. “Als de regering aan het zoeken zou zijn naar telefoongesprekken met Pakistan of Jemen, waarom vraagt het dat niet gewoon alle oproepen naar die landen op? Is er geen manier om bij die zoektocht de meeste Amerikanen er buiten te laten?” Ook hier, een voorstelling van zaken dat het allemaal een beetje overdreven is, maar best OK, want voor het goede doel.
Volgens de Washington Post: “Gezien de bedreiging van het terrorisme en de mandaten die het Congres heeft gegeven voor de nationale veiligheid, hadden de inlichtingendiensten weinig keuze.” Blogger Jeffrey Toobin noemt Snowden op de website van het weekblad The New Yorker zondermeer ‘een grandioze narcist die verdient in de gevangenis te vliegen’.
Het verst gaat columnist David Brooks van The New York Times: “Om goed te kunnen functioneren heeft een maatschappij minimale niveaus van vertrouwen en samenwerking nodig, respect voor de instellingen en voor de geijkte procedures. Door te beslissen unilateraal geheime documenten van de NSA te lekken, heeft Snowden al deze principes verraden.”
Het misprijzen van de grote columnisten in de Amerikaanse media voor de gewone Amerikaan is al langer bekend. Zelden wordt echter zo openlijk geëist dat de burger zijn vermogen tot nadenken en kritische analyse moet opgeven (en overlaten aan ‘verstandige’ mensen).
Samengevat: het is allemaal niet erg netjes, maar het is wettelijk en die jongeman heeft misschien wel edele motieven, maar hij blijft een overtreder van de wet. Bovendien, de oorlog tegen de terreur vraagt nu eenmaal drastische maatregelen om onze vrijheid te beschermen.
Politieke veroordeling is unaniem
De reacties van het politieke establishment in de VS voorspellen evenmin enige degelijke zelfanalyse. James Clapper, de directeur van National Intelligence (in feite de coördinator van alle inlichtingendiensten in de VS), noemde de onthullingen ‘verwerpelijk’ en heeft reeds een gerechtelijk onderzoek tegen Snowden bevolen.
Mike Rogers, Republikeins congreslid, voorzitter van het Intelligence Committee, stelt:“Journalisten die hier over berichten hebben geen idee hoe die dingen werken; die persoon (Snowden), die zonet juist genoeg informatie heeft gelost om het echt gevaarlijk te maken, ook niet.” Democratisch senator Dianne Feinstein, voorzitter van het Intelligence Committee van de Senaat, zei eveneens dat de ‘lekker’ vervolgd moet worden.
Een gevaar voor de democratie
Hier en daar duiken echter degelijke kritische analyses op. Stephen M. Walt schrijft op de website van het tijdschrift Foreign Policy – nochtans niet bepaald een progressief blad – het volgende: “Het echte risico voor onze democratie is wat deze toestand zal doen met mogelijke dissidenten, met klokkenluiders, onderzoeksjournalisten en eender wie die vindt dat één of ander aspect van het overheidsbeleid slecht, onethisch of zelfs onwettelijk is.”
“Als jij zo iemand bent – zelfs al is het maar over één ding – en je beslist publiek te gaan met je bezorgdheid, dan is er de mogelijkheid dat iemand (van al die ambtenaren in de inlichtingendiensten), die niet bepaald opgezet is met wat je doet, zal beslissen om één en ander over jou op te zoeken. Dat moet niet eens de minister van justitie te zijn, het kan evengoed een anonieme bureaucraat zijn of één of andere onderaannemer.”
“Misschien is het wel iemand die op een goed blaadje wil staan met zijn bazen of die zijn 15 minuten roem wil. Het heeft allemaal geen belang. Tenzij jij een absoluut vlekkeloos online- en telefoonleven hebt geleid, zou je wel eens wakker kunnen worden met de vaststelling dat een minder aangenaam moment uit je verleden breed uitgesmeerd in de blogosfeer staat of wordt besproken in de New York Times.”
Walt geeft de voorbeelden van de Amerikaanse ambassadeur Joseph Wilson in Niger, die de stelling van president Bush dat Irak tonnen uranium had aangekocht in Niger van de kaart veegde. Hij werd aangepakt door de identiteit van Valerie Plame, zijn vrouw, vrij te geven die voor de CIA in Pakistan werkte en haar werk moest opgeven. Generaal Petraeus moest ontslag nemen omdat een nijdige ambtenaar via de persoonlijke e-mailcorrespondentie van zijn biografe uitbracht dat ze een verhouding hadden. Dat zijn dan nog maar voorbeelden van personen met een hoog profiel.
Zijn besluit stemt tot nadenken: “De echte reden waarom je bezorgd zou moeten zijn over al die onthullingen van overheidsspionage is niet zozeer dat ik en jij zouden worden gevolgd, vervolgd of in de openbaarheid zouden worden gebracht. Je zou bezorgd moeten zijn omdat dit onze levendige, strijdbare en vooral vrijdenkende maatschappij zal omturnen tot een natie van schapen.”
In de Europese media was de aanvankelijke berichtgeving in grote lijnen een copy/paste van de Angelsaksische pers. De teneur was ‘we weten het allemaal al’, ‘wat is dat voor een rare kerel’ en bovenal ‘in de strijd tegen het terrorisme moeten er nu eenmaal offers worden gemaakt.’
ECHELON, the sequel
Op het VRT-journaal van maandag 10 juni kwam de expert van dienst nog uitleggen dat het uiteindelijk allemaal wettelijk is ‘al zeven jaar lang’, alsof daarmee de kous zou af zijn. Ook de kranten hier focusten aanvankelijk vooral op de nevenaspecten van de zaak, zoals de persoonlijkheid van Snowden en speculaties over zijn mogelijke beweegredenen.
In De Standaard van dinsdag 11 juni gaat de berichtgeving echter al duidelijk een andere richting uit. Er worden kritische vragen gesteld over hoe Europa hier gaat op reageren. De krant brengt het volledige opiniestuk van Daniel Ellsberg over the United Stasi of America.
Dit is allemaal al eens eerder gebeurd. Jaren terug werd het beruchte ECHELON-project in de openbaarheid gebracht. Dat project hield de monitoring in van alle wereldwijde communicatie via satellietspionage door de inlichtingendiensten van de VS, Australië en Nieuw-Zeeland. Zowel de Europese Commissie als het Europees Parlement hebben dat programma toen in zeer krachtige termen veroordeeld. De vraag is dus of ze dat nu opnieuw zullen doen.
De nationale regeringen van de EU-lidstaten blijven voorlopig oorverdovend stil over de hele zaak. Kritische media hebben hier een cruciale rol te spelen. Dat kunnen ze doen door deze zaak niet los te laten en er te blijven op doorgaan.
[1] Stasi is de afkorting van Staatssicherheit, de Oost-Duitse staatsveiligheidsdienst