Met zijn derde boek ‘En uit de bergen kwam de echo’ graaft Khaled Hosseini verder in het leven van de gewone Afghanen die er steeds weer het beste pogen van te maken. Hij is een uitstekend verteller. Dit boek veroordeelt niemand, maar laat de lezer kennis maken met het mooiste en het lelijkste dat familieleden elkaar kunnen aandoen. Zonder te moraliseren vertelt de auteur ook het verhaal van de gruwel die armoede en sociale uitbuiting heet.
Khaled Hosseini (1965) emigreerde in 1980 naar de VS met zijn ouders en zijn broer, nadat zijn vader als ambassadeur van Afghanistan in Iran niet terug kon, na de staatsgreep van 1978 en de inval van de Sovjet-Unie in 1980.
Tot aan het verschijnen van zijn eerste boek ‘De Vliegeraar’ (2003) werkte hij als arts in Los Angeles. Het verschijnen van zijn eerste boek viel goed mee. Het liet hem toe sindsdien uitsluitend als schrijver te werken. ‘De Vliegeraar’ werd verfilmd in 2007.
Ook zijn tweede roman ‘Duizend Schitterende Zonnen’ werd een groot succes. Net als ‘De Vliegeraar’ situeert het verhaal zich in Afghanistan in de periode gaande van de jaren ’60 tot vandaag. De oorlogen, de invasies, de burgeroorlogen zijn daarbij steeds aanwezig als achtergrond van het verhaal, zonder echter ooit op de voorgrond te treden.
Met zijn derde roman ‘En uit de bergen kwam de echo’ gaat de auteur verder met dezelfde thematiek. De roman situeert zich niet alleen in het landelijke Afghanistan en de hoofdstad Kaboel maar verhuist ook regelmatig naar Parijs (waar de auteur als kind een tijd leefde, toen zijn vader daar ambassadeur was) en naar de VS, zijn huidige woonplaats en nieuwe vaderland. Hosseinis verhalen zijn fictie, maar de situering in de tijd, de bezochte plaatsen, de karakters zijn duidelijk autobiografisch.
De rode draad door dit verhaal is het kleine meisje Pari (een authentieke Afghaanse meisjesnaam, niet toevallig ook fonetisch gelijk aan de stad Parijs in zijn Franse uitspraak), dat in 1952 in dramatische omstandigheden gescheiden wordt van haar broertje Abdullah. De straatarme ouders van Pari zien zich verplicht hun dochtertje te ‘verkopen’ aan een kinderloos echtpaar uit de hogere burgerij in Kaboel.
Hosseini beschrijft de maatschappelijke mistoestanden in het rurale Afghanistan en de rol van de godsdienst bij de instandhouding van sociaal onrecht zonder moraliserend te doen. Hij laat de lezer zelf zijn besluiten trekken. Ook de decadentie van de Afghaanse burgerij die volledig op de Frans/Britse ‘beschaving’ gericht is en blind is voor de mistoestanden in eigen land wordt weergegeven zonder dat de auteur zelf een standpunt inneemt.
Hoe aartsconservatief de islam op het platteland ook was, er bestond in de jaren ’50 en ’60 nergens in het land zoiets als het extremisme dat Afghanistan nu zo teistert. Integendeel, Hosseini brengt een verhaal dat zeer herkenbaar is. Wanneer de toekomstige nieuwe mama van Pari op bezoek komt in het dorp spreken de mensen schande over haar blote armen, korte rok en vranke taal en houding tegenover mannen. Niemand haalt het echter in zijn hoofd om haar daar op aan te spreken. Integendeel, men kijkt bewonderend op naar de welvaart die ze tentoonspreidt en waar ze stilletjes ook naar verlangen.
Schrijnend is bijvoorbeeld het verhaal van een nevenpersonage dat rijk wordt met sociale uitbuiting en daarna die rijkdom gebruikt om de weldoener uit te hangen in Pari’s dorpje.
Dat mensen bereid zijn hun eigen kinderen af te staan in de al dan niet ijdele hoop hen zo een betere toekomst te gunnen, zegt op zich al genoeg over de wreedheid en het onrecht van armoede. Dat die armoede een gevolg en een essentieel onderdeel is van de rijkdom van een kleine elite, leer je niet echt uit het boek. Dat stoort echter niet. De manier waarop Hosseini de koude, berekende manier omschrijft waarmee de welstellende burgerij van Kaboel met elkaar omgaat, de emotieloze omgang met eigen familieleden, is duidelijk genoeg.
Deze auteur kan prachtige verhalen vertellen. Zonder diep in te gaan op de politieke achtergronden en de brutale oorlogen die het land teisteren vertelt Hosseini een verhaal van gewone mensen die er het beste van proberen te maken. Tussendoor hekelt hij ook de beschavingsdrang van ons, westerlingen, die het altijd beter weten en met die betere kennis er altijd weer in slagen om echte oplossingen in de weg te staan.
Ik heb de eerste twee romans van Khaled Hosseini niet gelezen. Dit is mijn kennismaking met deze auteur. Dat hij een zeer degelijk schrijver is die vlot schrijft, mooie verhalen vertelt en prachtige personages neerzet lijdt geen twijfel. Waarom hij echter zo een overweldigend succes heeft is me echter een raadsel. Er zijn zoveel andere auteurs die minstens even goed zijn en toch veel minder lezers vinden.
Een en ander heeft misschien te maken met het land dat centraal staat in zijn boeken. Afghanistan komt niet bepaald positief over in de nieuwsberichten. Lezers hebben blijkbaar behoefte om een andere kijk op dit getormenteerde land te krijgen dan wat ze in de media dagelijks voorgeschoteld krijgen. Uit dit boek leer ik alvast dat het gruwelijke fundamentalisme dat er vandaag zoveel ellende veroorzaakt, allesbehalve een inheemse oorsprong heeft.
Hosseini sleept je mee door dit verhaal. Je vraagt je voortdurend af of Pari ooit haar broer zal terugvinden en hoe. Binnen dat grote verhaal spelen zich meerdere kleinere verhalen af. Het boek verspringt regelmatig van tijd en hoofdpersonage. Aandachtig lezen is dus geboden.
Het verraad, de leugens, de roddels waarmee geliefden elkaar de duivel aandoen, het passeert allemaal de revue. Uiteindelijk telt maar één ding, de liefde en de genegenheid die mensen voor elkaar voelen, de offers die ze daarvoor maken.
Vind Pari ooit haar broer Abdullah terug? Het antwoord op die vraag is niet helemaal wat je verwacht …