Portugal worstelt met een zware regeringscrisis, nauwelijks twee jaar na de vorige. Na het ontslag van twee ministers probeert eerste minister Passos Coelho de brokken te lijmen. Kan hij vervroegde verkiezingen nog vermijden? Ondertussen blijft de EU-trojka de werkelijke bestuurder van het land.
Van de éne crisis in de andere
De huidige Portugese regering is een wankele conservatieve minderheidscoalitie van de Partido Social Democratica (PSD, een misleidende naam voor deze centrum-rechts liberale partij) onder leiding van eerste minister Pedro Passos Coelho en de Centro Democratico e Social/Partido Popular (CDS/PP) onder leiding van Paulo Portas, minister van buitenlandse zaken.
Op maandag 1 juli nam minister van financiën Victor Gaspar, een partijloos technocraat, architect van het besparingsplan van 78 miljard euro, ontslag omdat hij vindt dat de regering niet drastisch genoeg optreedt. Hij nam het niet dat Portas zich niet achter zijn besparingen in de pensioenen wil scharen.
Tijdens de eedaflegging van zijn opvolger, Maria Luis Albuquerque, nam Portas op dinsdag 2 juli ook ontslag. Eerste minister Passos Coelho nam daarop het ongewone initiaitief om zijn ontslag op een persconferentie te weigeren en te insinueren dat zijn coalitiepartner partijpolitiek boven het belang van het land plaatste. Hij noemde het ontslag van Portas tevens ‘infantiel’. De Portugese historicus José Pacheco Pereira noemde de recente crisis zondermeer een slechte reality show.
Met deze nieuwe minister van financiën zijn de overlevingskansen van de regering niet echt verbeterd. Albuquerque wordt immers genoemd in een schandaal van swapcontracten met overheidsbedrijven. Dit is een zeer controversiële techniek om cash flows van bedrijven tijdelijk met elkaar om te wisselen.
De eerste minister onderhandelt nu met zijn coalitiepartner. President Cavaco Silva wordt daarbij als bemiddelaar ingezet. Ondertussen heeft de linkse oppositiepartij Bloco de Esquerdo (BE, Links Blok) een parlementair debat afgedwongen over ‘de onhoudbaarheid van de huidige besparingsplannen’.
Diepe sociale crisis
Vorige donderdag 27 juni waren er al massale betogingen georganiseerd door de twee grote vakbonden. Nieuwe nationale betogingen werden aangekondigd. De sociale crisis zit dus zeer diep.
Bovendien dreigen nieuwe vervroegde verkeizingen weinig zoden aan de dijk te brengen. De oppositieartijen scoren immers niet veel beter dan de huidige regeringspartijen.
Antonio José Seguro, leider van de centrumlinkse Partido Socialista (PS), wordt niet bepaald als een sterk en vernieuwend leider gezien. Hij volgde in 2011 zijn partijgenoot José Socrates op toen die als eerste minister ontslag moest nemen omdat ook hij het besparingsprogramma van de trojka niet verkocht kreeg.
Gegijzelde democratie
De trojka van de Europese Commissie, de Europese Centrale Bank en het IMF komt overigens binnen twee weken al terug op bezoek. Die heeft al meermaals haar respect voor de demcoratie bewezen door duidelijk te stellen dat voor haar verkiezingen geen verschil maken.
Dat is ook nu weer de trojka-boodschap voor de Portugezen. Wie ze ook verkiezen, de neoliberale aanval op de sociale rechten moet onverminderd doorgaan. Het ziet er voor de nabije toekomst dus niet goed uit voor de Portugese bevolking.