Volgens een opiniepeiling van 10 juli is 55 procent van de Amerikanen overtuigd dat Edward Snowden een klokkenluider is, geen verrader. Tegenover de haast unanieme Snowden-bashing in de massamedia is dat een merkwaardig hoog cijfer. Ondertussen gaat de demonisering van Snowden, WikiLeaks, Assange en Manning onverminderd door.
Meer dan de helft pro-Snowden
Volgens een opiniepeiling van de Quinniac University in de Amerikaanse deelstaat Connecticut is 55 procent van de Amerikaanse bevolking er van overtuigd dat Edward Snowden een klokkenluider is. Volgens hen heeft Snowden correct gehandeld door geheime afluisterprogramma’s van de Amerikaanse overheid openbaar te maken.
In diezelfde opiniepeiling is tevens 45 procent van mening dat de regering te ver gaat met de beperking van de burgerlijke vrijheden in de oorlog tegen het terrorisme. Een gelijkaardige opiniepeiling van januari 2010 plaatste het aantal Amerikanen die er zo over dacht slechts op 25 procent.
Peter Brown, analyst aan de Quinnipiac University, vindt deze uitslag zeer merkwaardig: “Het verdict, dat Snowden geen verrader is, gaat in tegen de bijna unanieme mening van het politiek establishment van de natie”.
Democraten en Republikeinen zijn het eens
Wat daarbij ook nog opvalt is dat er geen merkbaar verschil is in de opinie van Amerikanen met Democratische en Republikeinse sympathieën. Nog volgens Brown: “Het feit dat er nauwelijks een verschil is volgens de partijlijnen over de oorlog tegen het terrorisme en over de burgerlijke vrijheden is op zichzelf ongewoon in een land dat over zowat alles zwaar verdeeld is volgens strikte partijlijnen.”
Dat politieke establishment, waar de grote massamedia in de VS een onlosmakelijk deel van zijn, laat zich ondertussen niet storen door die breuk met de publieke opinie over de zaak Snowden (en WikiLeaks, Assange en Manning).
NYT: the news that’s fit to print
Zo heeft de New York Times op 24 juni een artikel gepubliceerd waarin de krant zonder enig bewijs stelt dat de Chinese autoriteiten de vier laptops van Snowden tijdens zijn verblijf in Hongkong hebben gekopieerd.
Als ‘bewijs’ gebruiken zij een taktiek die wel meer wordt toegepast: een anonieme ‘bron’ met een officieel karakter die je niet kan dubbelchecken. Twee ‘niet-geïdentificeerde inlichtingenexperten’ zeggen dat ze ‘geloven’ dat de Chinese autoriteiten de laptops hadden gekopieerd. Na dit artikel verspreidde het ‘nieuws’ zich als waarheid.
Op basis van die informatie schreef het weekblad The New Yorker vervolgens dat China Snowden had laten vertrekken omdat hij niet langer nuttig was, ‘nu ze de inhoud van zijn laptops hadden’. Vanaf dan ging deze stelling als ‘feit’ de wereld rond.
Edward Snowden heeft die aantijgingen echter altijd ontkend (zie dit verslag van Glenn Greenwald). Dat geldt blijkbaar niet als ‘bewijs’ volgens de betrokken media. Een ontkenning is inderdaad geen bewijs, maar dat geldt evenzeer voor de stelling dat hij wél zou gelekt hebben. Door van twee onbewezen tegenstrijdige stellingen één voor te stellen als de waarheid laten deze media elke pretentie van objectiviteit varen.
Het kan nog erger
De Washington Post bakte het nog bruiner. Maandag 8 juli publiceerde de krant een column van Walter Pincus, een van de sterjournalisten van de krant, waarin een samenzweringstheorie uit de doeken werd gedaan.
WikiLeaks en Julian Assange zouden in samenwerking met Glenn Greenwald (de journalist die als eerste de onthullingen van Edward Snowden publiceerde) en Laura Poitras (een onafhankelijke documentaire filmregisseur) de lekken van Snowden op voorhand georganiseerd hebben en Snowden’s acties gestuurd hebben. Daarna zouden ze de documenten genereus aan The Guardian hebben afgestaan in plaats van ze zelf te publiceren.
Walter Pincus leverde daarvoor geen enkel bewijs. Hij gebruikte de klassieke truuk van schuld door associatie. Daarbij suggereer je een verband dat er niet is, waarvan je kan blijven beweren dat je het niet zelf gelegd hebt. De meest voorkomende strategie is die van de suggestieve vragen, die de lezer naar een vooraf bepaald besluit drijven.
Heeft WikiLeaks Snowden geholpen?
“Heeft Edward Snowden zomaar alleen besloten om journalisten op te zoeken om daarna een baan te zoeken bij dat bedrijf in Hawaï?” “Hebben Assange en het personeel van WikiLeaks Snowden geholpen of begeleid naar die journalisten?” “Was hij door het personeel van WikiLeaks aangemoedigd of begeleid om die baan aan te nemen, als deel van een breder plan om de operaties van de NSA te lekken naar geselecteerde journalisten?”
Walter Pincus had voor zijn column niet de moeite genomen om de betrokken journalisten Greenwald en Poitras te contacteren. Glenn Greenwald toonde zich echter zoals steeds een alert observator en reageerde bijna onmiddellijk met een punt voor punt weerlegging van de beweringen in het artikel.
Ondanks meerdere e-mails aan de hoofdredacteur en aan Pincus deed de kwaliteitskrant The Washington Post er 36 uur over om de rechtzettingen bij het artikel te plaatsen. De eerste versie van het betrokken artikel was ondertussen al een eigen leven gaan leiden op het internet.
Kleine leugens ten dienste van de grote waarheid
Is Walter Pincus, een topjournalist met een loopbaan van veertig jaar, zo dom dat hij niet verwachtte dat zijn ongerijmde insinueringen niet zouden worden weerlegd? Het antwoord op de vraag waarom hij dit artikel zo schreef moet ergens anders worden gezocht.
Een man met zijn ervaring weet perfect dat zijn artikel ruim zal verspreid worden tijdens de eerste pakweg 24 uur na publicatie en dat eventuele rechtzettingen veel minder aandacht zullen krijgen. Tot bewijs van het tegendeel mag men er dus van uitgaan dat het wel degelijk zijn bedoeling (en die van zijn krant) is Snowden, WikiLeaks en collega-journalist Glenn Greenwald in een negatief daglicht te stellen.
Deze vooringenomen manipulatie van de feiten heeft alvast succes. De Europese media nemen Amerikaanse en Britse media altijd als primaire ‘betrouwbare’ bron. Ook nu.