Stopt EU financiering bezette gebieden in 2014?

Studenten betogen tegen de samenwerking van Belgische universiteiten met wapenfabrikanten in Israël

Studenten betogen tegen de samenwerking van Belgische universiteiten met wapenfabrikanten in Israël (foto Wouter Elsen)

FacebooktwitterFacebooktwitter

Volgens een nieuwe richtlijn zal de EU vanaf 2014 de financiering van en samenwerking met Israëlische instellingen stopzetten, die in de bezette gebieden werken. Een politieke aardverschuiving volgens commentatoren in Israël. Hier is er nauwelijks aandacht voor deze zoveelste veroordeling van de bezetting.

Symbolische stap vooruit

In feite is het niet eens een grote stap vooruit. De EU-richtlijnen over de bezetting zijn immers al jaren zonneklaar. Alleen werden ze nooit effectief hard gemaakt. Ook nu is er nauwelijks sprake van afdwingbaarheid. In Israël is men echter vooral bezorgd over de symbolische betekenis van deze beslissing.

Betekenisvolle toegevingen van de sterkste actor in dit conflict kwamen er vroeger nooit omdat Israël nooit aansprakelijk werd gesteld voor de misdaden tegen de Palestijnen. Zo kan Israël nog steeds landbouwproducten uitvoeren vanuit de koloniale nederzettingen in de bezette gebieden. Wat de nieuwe richtlijnen symbolisch veel vervelender maakt voor Israël is dat er nu niet langer sprake is van alleen grenscontroles. Dat had uitsluitend te maken met de landbouwproducten die als ‘Made in Israel’ werden uitgevoerd naar de EU.

Nu gaat het over eender welke vorm van samenwerking met instellingen in de bezette gebieden, dus ook over cultuur en wetenschappelijk onderzoek. Israëlische universiteiten krijgen nu heel wat onderzoeksbeurzen, zonder dat er rekening mee wordt gehouden dat ze ook in de bezette gebieden actief zijn. Dat geldt voor zowat elke universiteit. Ook de volledige cultuursector in Israël is actief in het promoten van de kolonisering.

Daarnaast is er het groeiend besef bij de EU dat zij de facto de bezetting subsidieert. Zowat alle landbouw-, gezondheids- en onderwijsprojecten voor Palestijnen in de bezette gebieden worden door de EU gefinancierd, hoewel dat volgens de Conventies van Genève volledig onder de verantwoordelijkheid van de bezettende macht valt. Bovendien financiert de EU ook de heropbouw van diezelfde projecten, telkens nadat de Israëlische strijdkrachten ze vernielen bij een of andere vergeldingsactie.

Israël panikeert

De Israëlische regering ziet hierin de hand van de BDS-boycotactie (Boycot-Divest-Sanction). Rechtse leden van het Israëlische parlement roepen op om de Palestijnse arbeiders hiervoor te laten boeten en nog meer koloniale nederzettingen op te richten. Eerste minister Netanyahu zag zich verplicht een persconferentie te houden waarop hij benadrukte dat het regeringsbeleid niet zal veranderen.

Zijn minister van economie zei tot voor kort nog dat de wereld niet geïnteresseerd is in de bezetting en het vredesproces, maar wel in technologie en handel. Hij noemt deze beslissing ‘een terreuraanval op het vredesproces’. Als je de technische werkdefinitie van het vredesproces ziet zoals die door Israël en de VS wordt gehandhaafd, klopt dat wel.

Het ene vredesproces is het andere niet

Volgens die definitie is het ‘vredesproces’ eender welke gang van zaken die Israël toelaat ongestraft verder te gaan met de bezetting en de kolonisering en tegelijkertijd te eisen dat de Palestijnen zowat al hun rechten opgeven. Dat ‘vredesproces’ wordt met deze recente beslissing van de EU inderdaad bemoeilijkt.

Aan de linkerzijde van het politieke spectrum hoort men echter een ander discours. Volgens hen drijft de rechtse politiek van de laatste jaren Israël meer en meer naar internationaal isolement. Volgens hen kan het zo niet langer. Het besef groeit daar dat Israël niet onbeperkt kan blijven doorgaan met de bezetting, de kolonisering en het weigeren van grenzen te erkennen. Dat besef gaat echter niet uit van het idee dat die bezetting en kolonisatie in se slecht zouden zijn, maar van de vaststelling dat ze een hinderpaal worden.

Netnayahu een tweede de Klerk?

Toch valt een eventuele oplossing eerder te verwachten van een rechtse meerderheid dan van links. ‘Links’ is in Israël al een bijzonder relatieve term. Historisch zijn de grootste koloniatiegolven onder linkse regeringen gebeurd. Israëlisch links verloor telkens stemmen aan rechts als ze teveel ’toegevingen’ deed aan de Palestijnen. Rechts heeft dat probleem niet.

De Israëlische econoom Shir Hever ziet daar een mogelijkheid: “Als we naar de ineenstorting van de apartheid in Zuid-Afrika kijken, was het de rechtse eerste minister de Klerk die toegaf aan de druk en een algemene verkiezing toeliet. Hij was nochtans de regeringsleider van de partij die zich verzette tegen de ontmanteling van de apartheid, tegen mensenrechten voor de zwarte meerderheid.”

Artikel oorspronkelijk verschenen in DeWereldMorgen.be.