Bart De Wever lanceerde dit weekend zijn voorstel van een sociaal-economische herstelregering in de gratis krant ‘De Zondag’ (correctie 16 november 2013). Als geen ander weet hij hoe de media werken en hoe hij daar gebruik van kan maken.
Je kan Bart De Wever veel verwijten maar niet dat hij een domme mediastrategie zou hebben. Op dat gebied overtreft hij op grandioze wijze alle andere politieke concurrenten. Als geen ander voelt hij immers aan hoe de grote media werken.
De voorzitter van de N-VA kent de kracht van woorden, vooral woorden die de indruk geven iets te betekenen, maar in feite inhoudsloos zijn en voor iedereen iets anders kunnen betekenen. Zijn idee van een ‘sociaal-economische herstelregering’ is daar een goed voorbeeld van.
Zowel een werkloze havenarbeider, een gestresseerde nachtverpleegster, een kleine zelfstandige als een neoliberale bedrijfsleider vinden er immers hun gading in. Wat er precies hersteld moet worden, op welke manier, om wat te verkrijgen als alternatief voor het oude systeem, dat vul je voor jezelf in. Iedereen tevreden naar huis.
De keuze voor een gratis zondagskrant om zijn herstelregering te lanceren is ook niet toevallig. Geen echt interview maar een netjes geregisseerde en tot in de puntjes afgesproken artikel zonder één wederwoord, zonder één tegenargument, zonder één kritische vraag, zo hoort het.
Ook de steeds weerkerende vijand doet wat van hem verwacht wordt. De PS blijft de handige boeman van dienst. Geen enkele Vlaming stemt voor (of tegen) die partij want ze staat nergens in Vlaanderen op een stembrief (of stemcomputer). Voor de splitsing van het kiesarrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde kon dat daar nog wel.
Nu kan het alleen nog voor de Brusselse Vlamingen en – als ze er voor zouden kiezen op de Brusselse lijsten te stemmen – voor de Vlamingen in de zes faciliteitengemeentes rond Brussel. Van de PS moet geen weerwerk verwacht worden, gebrek aan populariteit in Vlaanderen is geen electorale overweging voor de partij. Kortom, zwijgen over de echte oorzaken van de problemen en een gemakkelijke tegenstander kiezen. Goed gezien.
De oplossing die De Wever voorstelt is zo vaag dat iedereen er wel in vindt wat hij/zij er in wil zien. Een zoektocht naar wat we zelf verkeerd doen – het idee alleen al – is verder overbodig. Dat alles overgoten met een algemeen taalgebruik van ‘wij, Vlamingen’ en het eten is klaar.
Kan je dit de man verwijten?
Neen, hij heeft overschot van gelijk te doen wat hij doet op deze manier. Dat politici eigen ideeën hebben en een strategie ontwikkelen om die ideeën er door te krijgen is niet meer dan normaal in een parlementaire democratie. Dat hij daarbij de minder populaire aspecten van zijn ideologie verdoezelt, is eveneens ‘normale’ politieke praktijk. We hebben toch de waakhond van de media om daar mee om te gaan, toch?
Net daar wringt het schoentje. Bart De Wever komt hier mee weg omdat de grote media hun taak als waakhond van de democratie hebben geofferd op het altaar van de bedrijfslogica. Wat kan je nog verwachten van media die werken als commerciële bedrijven, informatie als koopwaar zien en niet als een democratisch recht, die dossierkennis niet langer relevant vinden? Met andere woorden, wat kan je nog verwachten van media die de ideologie van de grote politieke partijen delen, tot de hunne hebben gemaakt?
Zowat in alle dossiers waarin de N-VA het voorbije jaar heeft gescoord is het falen van de media om een kritische analyse te maken een constante. Interviews, artikels, reportages, ze bulken van de niet gestelde vragen, de onuitgesproken en onbewezen vooronderstellingen, de ongeïnformeerde commentaren … Tegenwerk komt er wel, hoor, een paar dagen later, achteraan in de opiniepagina’s en hier en daar een editoriaal. Nooit op het ogenblik dat het een verschil zou maken, namelijk op dezelfde dag.
Zonder verpinken weet De Wever ondertussen zichzelf te verkopen als een figuur die het oh zo moeilijk heeft om aan de bak te komen en de zeldzame inhoudelijke kritiek – de essentie van het democratische debat – naast zich neerlegt en omturnt tot ‘mediabashing’. Ook dat krijgt hij verkocht dankzij diezelfde media die hem dat zonder ernstige weerlegging laten uitbazuinen.
Na een scoop zoals vorig weekend in de zondagskrant is een tijdje uit de belangstelling verdwijnen prima. De mythische indruk van een daadkrachtig politicus blijft ondertussen hangen. Daar is het immers om te doen, om de perceptie, niet om de realiteit.
Uiteraard zijn er meer redenen voor het huidige succes van de partij dan alleen maar een uitgekiende mediastrategie. Ook het morele failliet en het ideologisch vacuüm van de andere politieke partijen speelt daarin een rol. Een kritische analyse van het politieke verschijnsel N-VA kan echter niet zonder een analyse van de massamedia.
Die analyse moet je niet te snel verwachten.
UPDATE en CORRECTIE (16 november 2013). In een essay in De Standaard van 16 november 2013 getiteld ‘Precies wat een krant doet, eigenlijk’ vermeldt Tom Naegels, tevens ombudsman van deze krant, dat het artikel dat in deze bijdrage wordt besproken niet in ‘Het Nieuwsblad’ is verschenen maar in ‘De Zondag’. Ik heb me inderdaad vergist tussen ‘Het Nieuwsblad op Zondag’ en ‘De Zondag’ bij het verzamelen van mijn krantenknipsels. In de intro boven deze opinie had ik ‘in de gratis zondagskrant van het Nieuwsblad’ geschreven, wat dus fout is. Dat werd nu vervangen door de correcte bron ‘De Zondag’. Na herlezing van het volledige artikel blijkt dat dit de enige wijziging is die aan deze opinie dient te gebeuren. Aan de gedachtengang en ontwikkeling der argumenten dient verder niets veranderd te worden.