De Organisation for the Prohibition of Chemical Weapons (OPCW) krijgt de Nobelprijs 2013 voor de Vrede. Daarmee lauwert het Nobelprijscomité een organisatie die tot vandaag een eerder moeizaam en sluimerend bestaan leed en met het Syrisch conflict tamelijk onverwacht op de voorgrond trad.
Met zijn keuze eert het Nobelprijscomité een organisatie die zich inzet voor de totale verbanning van chemische wapens wereldwijd. In zijn toespraak blikte de voorzitter van het Comité terug op de gruwelijke geschiedenis van gifwapens in de wereld, van de Eerste Wereldoorlog tot en met de slachtpartijen in Syrië dit jaar.
Hij loofde de verwezenlijkingen van dit verdrag voor de verbanning van chemische wapens. De OPCW is daar het uitvoerend orgaan van. De organisatie staat in voor het toezicht op de uitvoering van het verdrag door de lidstaten, zoals bijvoorbeeld nu om de vernietiging van de chemische wapens in Syrië te begeleiden en te controleren.
De weldra te verwachten verwijdering van alle chemische wapens (ten minste die van de Syrische overheid) zal de OPCW een veel grotere status, prestige en bekendheid geven dan tot nog toe het geval was. Dat was jammer genoeg nog niet het geval. De OPCW heeft sinds zijn oprichting in 1997 (effectieve inwerkingtreding op 20 mei 1998) immers een eerder sluimerend bestaan geleid, vanuit zijn hoofdkwartier in het Nederlandse Rijswijk.
Daarmee geeft het Nobelprijscomité een belangrijke steun in de rug aan de onderhandelingen voor de eliminatie van alle chemische wapens in Syrië. Een zeer lovenswaardig streven, dat ons echter niet mag afleiden van een aantal cruciale zaken die verre van uitgeklaard zijn.
Geen reden voor Westerse zelfgenoegzaamheid
Met deze prijs zou immers de indruk kunnen gewekt worden dat de recente ontwikkelingen in Syrië er zouden gekomen zijn dankzij de inspanningen van de volledige wereldgemeenschap. Niets is immers minder waar. Heel wat westerse landen die op een of andere manier betrokken zijn bij het conflict in Syrië zullen zonder twijfel niet aarzelen om deze pluim voor de OPCW op hun hoed te steken. Daar kan best zeer kritisch mee worden omgesprongen.
Om te beginnen waren de VS en Rusland altijd al de grootste hinderpalen om het verdrag te verwezenlijken. Bovendien hebben beide grootmachten jaar na jaar uitstel gevraagd (en afgedwongen) voor de uitvoering van de hoofdeis van het verdrag, namelijk de vernietiging van de eigen chemische wapens.
President Obama gaf in zijn toespraak tot de Amerikanen, waarin hij aankondigde dat hij toestemming zou vragen aan het Congres voor een vergeldingsaanval tegen Syrië na de recente gifgasaanvallen, de indruk dat de VS één van de voortrekkers was voor de totstandkoming van dit verdrag. Dat is zonder meer een loopje nemen met de waarheid.
Noord-Korea, Birma, Angola, Egypte, Zuid-Soedan en Israël
Bovendien is het ook de VS die een buurland van Syrië de hand boven het hoofd houdt om niet tot dit verdrag toe te treden. Israël heeft in 2009 nog fosforbommen gebruikt tegen de burgerbevolking van Gaza, een oorlogsmisdaad zoals in Syrië. Waar de daders van de gifgasaanvallen in Damascus nog steeds niet bekend zijn, bevestigt het Israëlisch leger openlijk de inzet van deze chemische wapens. Onderzoek is daar niet eens nodig om de daders te kennen. Geen internationale verontwaardiging, geen eis tot interventie … (Israël heeft het verdrag wel ondertekend maar niet geratificeerd, wat concreet betekent dat het nog niet gebonden is door de vereisten van het verdrag).
Egypte, eveneens geen lid, is al tientallen jaren het land dat de meeste militaire steun kreeg van de VS, de VS gebruikte die hefboom evenmin om het land te dwingen om toe te treden. De VS gebruikt dwang en chantage liever voor andere doeleinden …
De VS zag zijn poging mislukken om de voor hen meest vertrouwde klassieke aanpak, bruut militair geweld, toe te passen. Het voorstel om de chemische wapens te laten verwijderen is er immers gekomen dankzij de handige diplomatie van Rusland. De VS én zijn bondgenoten hebben zich daar slechts noodgedwongen bij aangesloten.
Reden voor Westerse schaamte
In een oprechte wereld zouden de VS en zijn akolieten vandaag met rode kaken aan de zijlijn staan. Dat zullen ze meer dan waarschijnlijk niet doen, met dank aan de westerse massamedia. Die zullen er wel voor zorgen dat de correct gefilterde versie van de feiten alle aandacht krijgt.
Dat de recente evolutie in Syrië de volledige verdienste is van Rusland mag ons ondertussen niet verblinden voor het feit dat ook Rusland – net als de VS – nog steeds zijn verplichting voor het vernietigen van het eigen chemisch wapenarsenaal niet is nagekomen. De voorzitter van het Nobelprijscomité verwees daar ook kort naar in zijn toespraak.
Al met al een redelijke keuze dit jaar, met de nodige reserves zoals ik ze hierboven net beschreef, in ieder geval geen schande zoals met de keuzes voor de EU vorig jaar en president Obama drie jaar terug.
Aan heel degelijke kandidaten was overigens geen gebrek, zie daarover dit artikel.