Journalist Glenn Greenwald heeft geen hoge pet op van de hedendaagse journalistiek. In een vlammend artikel in The Guardian veroordeelt hij een collega van The Independent voor zijn openlijke onderdanigheid aan het gezag.
Het doelwit van Greenwald’s verontwaardiging is collega journalist Chris Blackhurst van de Britse krant The Independent. Niet gestoord door de naam van zijn eigen krant wist die het volgende te zeggen over de publicatie van de spionagepraktijken van de Amerikaanse NSA en de Britse inlichtingendiensten MI5, MI6 en GCHQ:
“Edward Snowden’s geheimen zouden gevaarlijk kunnen zijn. Als de MI5 waarschuwt dat het openbaren van die geheimen niet in het openbaar belang is, wie ben ik dan om dat niet te geloven?” Hij zegt het zelfs tweemaal. Even later herhaalt hij immers: “Als de veiligheidsdiensten benadrukken dat iets in strijd is met het openbaar belang en hun operaties zou kunnen schaden, wie ben ik dan – zelfs met mijn levenservaring sinds Watergate[1] en daarna – om hen niet te geloven?”
Het verbaast Greenwald niet dat heel wat journalisten zo redeneren. Wat hem wel verrast, is dat deze collega zich niet schaamt is om dat openlijk toe te geven. Deze journalist heeft niet eens de waardigheid om de eer aan zichzelf te houden.
Blackhurst mag dan al uitzonderlijk open zijn over dit verzaken aan elke kritische houding tegenover de overheid, hij is wel representatief voor het gedachtengoed van een groot deel van de journalisten in de Westerse massamedia. Dit soort journalisten wil in feite niets liever dan dat kritische journalistiek – en in het bijzonder onderzoeksjournalistiek – gewoon verdwijnt. Zij zien er, volgens Greenwald, ook geen graten in dat onderzoeksjournalisten vervolgd worden door de overheid.
Zij hadden dus ook liever gehad dat de schandalen rond WikiLeaks, Snowden en Manning nooit gebeurd waren, omdat die de mythe van de vrije pers doorprikken en vooral omdat ze de boodschap uitdragen dat zijzelf hun journalistieke werk niet goed doen. Samengevat: dat soort onthullingen tonen aan dat inlichtingendiensten allesbehalve met veiligheid bezig zijn maar een groot deel van hun werk spenderen aan het massaal bespioneren van gewone burgers en aan economische spionage ten dienste van grote bedrijven, blijkbaar geen reden om die inlichtingendiensten eens kritisch te bekijken …
Greenwald verbaast zich over de openheid van Blackhurst, maar is er eigenlijk ook blij mee: “Het blijft me verbazen dat personen, die zich ‘journalist’ noemen, openlijk toegeven dat ze zo denken. Maar wanneer ze dat doen, helpen ze ons eigenlijk, omdat ze op die manier duidelijk blootleggen hoe diep de kloof is tussen de beweerde functie van establishmentjournalisten en de feitelijke rol die ze spelen.”
Voetnoten
- [1]In 1972 werd op bevel van Republikeins president Nixon ingebroken in het hoofdkwartier van de democratische Partij om de partij te bespioneren. Dat hoofdkwartier bevond zich in een wolkenkrabber in Washington die ‘Watergate Towers’ werd genoemd. Nixon werd uiteindelijk de eerste president die ontslag moest nemen, omwille van dit schandaal. Zijn opvolger Gerald Ford verleende hem onmiddellijk gratie tegen rechtsvervolging.