‘De bekentenis van Adrià’ van Catalaans talent Jaume Cabré

De bekentenis van Adrià van Jaume Cabré
FacebooktwitterFacebooktwitter

Met ‘De bekentenis van Adrià’ levert Catalaans auteur Jaume Cabré andermaal een meesterwerk, na zijn grote doorbraak ‘De stemmen van de Pamano’. Zeker geen gemakkelijk boek. Er zijn echter wel meer auteurs uit Barcelona beroemd geworden met complexe literatuur als deze. Cabré past perfect naast die andere Barcelonees, waar iedereen het over heeft. Hij verdient het even bekend te worden.

Nog een Catalaanse schrijver?

Jaume Cabré i Fabré (1947) is een Catalaanse leraar en professor Catalaanse filologie. Hij combineerde zijn baan in het onderwijs met opdrachten voor de Catalaanse televisie, waarvoor hij meerdere feuilletons en tv-films schreef (alleen of met collega’s). Zijn eerste literaire werk dateert van 1974.

Zijn kortverhalen en romans situeren zich telkens ergens in de geschiedenis van Catalonië. Hoewel hij vanaf zijn prille debuut in zijn eigen regio een zeer succesvol auteur was, kwam de erkenning in de rest van Spanje en in het buitenland pas redelijk laat in zijn loopbaan.

Zijn internationale doorbraak kwam er immers pas in 2004 met ‘Les veus del Pamano’, in 2007 vertaald als ‘De Stemmen van de Pamano’, een verhaal dat zich eveneens situeert in Catalonië, meer bepaald voor, tijdens en na de Spaanse burgeroorlog (1936-1939).

Jaume Cabré is een oertalent die vertellen met mooi schrijven weet te combineren en er in slaagt de lezer mee te slepen in de denk- en gevoelswereld van zijn talloze personages. Net als in zijn vorig werk neemt hij je nu ook mee door de tijd en reis je terwijl heel Europa af.

Adrià Ardévol met ‘zijn’ viool op zoek …

Zijn laatste roman ‘Jo confesso’ (‘ik beken’) werd in 2013 vertaald als ‘De bekentenis van Adrià’ (met accent grave op de à, je zegt AdriJA, niet AdrIEja, Adrià is trouwens een jongensnaam). Wie, zoals ik, ‘De Stemmen van de Pamano’ al heeft gelezen, kan bijna niet anders dan zich ook dit boek aan te schaffen. Het is al enkele maanden uit, maar ik liet het maanden liggen. Er waren immers zoveel dunnere boeken die ‘even’ voor gingen. Dat was een vergissing. Dit is immers een klassieker in wording.

Zelfs de lezer die moeite heeft om de personages te volgen (er staat achteraan een lijst van 3 pagina’s met alle protagonisten), laat zich ongehinderd meeslepen door het verhaal. Cabré vertelt immers zo goed dat je je niet laat storen door het opduiken van weer een nieuw personage, of het terugkeren van een ander, waarvan je niet direct meer weet wie dat nu weer was.

Het hoofdpersonage, Adrià Ardévol heeft de antiekwinkel van zijn vader geërfd. Hoewel dat niet onmiddellijk duidelijk is, gebeurt dat ergens in de vroege jaren ’50 (van de vorige eeuw). Een waardevolle viool, nog gebouwd door grootmeester Storioni, is de leidraad van het boek. Aan die viool zijn immers meerdere dramatische verhalen verbonden. Adrià vindt geleidelijk aan de waarheid achter die viool, hoe zijn vader ze verkreeg en waarom hij voor dat bezit uiteindelijk vermoord werd (en wat Adrià daar over te ‘bekennen’ heeft).

Adrià wil eerst en vooral begrijpen waarom zijn vader deze viool per sé wou hebben, maar ontdekt veel meer dan hem lief is. Wat was zijn vader eigenlijk voor een man? Wat ging er in het hoofd van zijn koude afstandelijke vader echt om? Waarom bleef zijn moeder zo lang bij deze man, waar ze blijkbaar nooit had van gehouden? En waarom wilde zijn vader dat zijn zoon Adrià een vioolvirtuoos zou worden, maar liet hij hem nooit op zijn Storioni-viool spelen?

Adrià moest van zijn vader bovendien ook nog een taalvirtuoos worden die meer dan twintig talen volmaakt beheerste. Daar zit zelf het Nederlands tussen (een beetje jammer dat de vertaler de enkele zinnen en woorden die ook in de Catalaanse originele versie in het Nederlands geschreven staan niet specifiek aanduidt).

Die talenkennis van het hoofdpersonage is in feite een truukje van Cabré. Het laat hem toe zijn hoofdpersonage op een geloofwaardige manier door Europa te laten reizen en zijn opzoekingswerk te doen. Dit aspect verraadt ook de academische achtergrond van de auteur. Die legt zijn hoofdpersonages, tussen alle bedrijven door, heel wat wetenswaardigheden over Europese en andere talen in de mond.

… naar de echte eigenaars

De jonge Adrià kan zijn nieuwsgierigheid over die misterieuze viool niet bedwingen en haalt ze op een dag uit zijn vaders brandkast (waarvan hij de combinatie toch al jaren kent). Een dag later legt hij ze terug. Daarmee zet hij – zonder dat te beseffen – een keten van gebeurtenissen in gang die de rest van zijn leven zullen bepalen.

De zoektocht naar de oorsprong van die viool brengt echter ook heel wat andere drama’s aan de oppervlakte. Adrià verlaat er zijn woonplaats Barcelona voor en trekt op onderzoek naar o.a. Frankrijk, Italië en Duitsland.  Tussendoor komen via reizen door de tijd ook talloze personages aan bod die in het bestaan van de viool een of andere rol speelden.

Fictieve karakters komen zo in contact met personen die historisch effectief hebben bestaan. Vioolbouwer Storioni (1744-1816) was van de generatie na de roemruchte Stradivarius. De problemen die hij had om aan degelijk hout en vernis te komen zijn authentiek. Cabré weet zo heel wat historische elementen te verwerken tot een boeiend verhaal.

Soms is dat wel eens redelijk ongemakkelijk om lezen. De nonchalance bijvoorbeeld waarmee zijn middeleeuwse personages het gebruik van folteringen goedkeuren of de evidentie waarmee de kerk bekentenissen op die manier afdwingt … wat Cabré dan op één lijn plaatst met de holocaust. Of hoe mensen voor zichzelf onrecht en wreedheid goedpraten, zolang ze er zelf geen slachtoffer van zijn en zolang het maar ‘die anderen’ zijn die er aan ten onder gaan.

Een thriller, een romance, een reisverhaal, een culturele exploratie …

Prachtig geschreven als dit ook is, het is geen gemakkelijk boek. De voortdurende sprongen in tijd en plaats, het hoofdpersoon dat deels ik-verteller is en deels hij-figuur, het vraagt van de lezer geconcentreerde aandacht. Bovendien, er komen ook voortdurend twee figuurtjes in voor uit Adrià’s kindertijd, waarmee hij regelmatig in dialoog gaat. De lezer moet dus goed bij de les blijven. Dit is met andere woorden geen boek om nu en dan in deeltjes te lezen. Even laten liggen en je riskeert de draad kwijt te zijn.

Het verhaal is daarenboven niet onder één noemer te vangen. Het is tegelijk een whodunit-thriller over de moord op zijn vader, een historische reis doorheen Europa, een psychologische analyse van het hoofdpersonage en een liefdesverhaal. Tussen alle zoektochten door, worstelt het hoofdpersonage immers ook met zijn verlangen naar liefde, die hij meent te vinden in iemand, waarvan uiteindelijk nooit duidelijk wordt of ze ooit oprecht van hem heeft gehouden.

Een kanjer van 676 pagina’s

Kortom, Cabré is geen auteur die aan het comfort van zijn lezers denkt. Wie graag bevattelijke, ongecompliceerde verhalen wil, moet hier best niet aan beginnen. Dit is typisch een boek waar de meeste uitgevers zouden voor bedanken, te ingewikkeld, te lang, teveel genres door elkaar … Dit boek zondigt met andere woorden tegen zowat alle regels van de commerciële boekdrukkunst.

Juist daarom verdient dit boek succes. Cabré biedt de lezer een enorme leeservaring. Wie de uitdaging aangaat om dit lijvige boek te lezen, zal er absoluut geen spijt van hebben. Bovendien, er zijn wel meer auteurs uit Barcelona dan alleen die éne die iedereen kent. Cabré is er één van die auteurs. Lezen, die kanjer. Je zal je het geen moment betreuren.

Artikel oorspronkelijk verschenen in DeWereldMorgen.be.