Michel Collon is oprichter van het collectief Investig’Action dat in Franstalig België en Frankrijk progressieve berichtgeving verspreidt, geen dagelijks nieuws maar achtergrondanalyse. Hij is tevens auteur van ‘De Zeven Zonden van Chavez’, de vertaling van zijn Franstalige best-seller. DeWereldMorgen.be had met hem een interview.
Het collectief Investig’Action bestaat sinds kort tien jaar. Oprichter en bezieler is Michel Collon, onderzoeksjournalist en auteur van meerdere boeken. Naar aanleiding van het verschijnen van zijn boek ‘De zeven zonden van Chávez’ had DeWereldMorgen.be een gesprek met hem.
De interesse van Investig-Action gaat uit naar progressieve bewegingen en evoluties in de wereld. Venezuela krijgt van jou persoonlijk al jaren bijzondere aandacht. Hoe is die interesse ontstaan?
Toevallig. Ik volgde aanvankelijk Latijns-Amerika en Venezuela niet intensief. Eva Forest, de Spaanstalige uitgeefster van mijn vorige boeken, stelde me in 2005 voor om Venezuela te bezoeken. Er werden daar toen conferenties georganiseerd met beroemde intellectuelen en artiesten van over heel de wereld, in het kader van het netwerk ‘En defensa de la humanidad’. “Wat de media in Europa van het unieke experiment van Chávez maken is een totale misvorming van de waarheid,” zeiden die me toen.
Ik kreeg zo de kans Venezolanen en Venezolaanse organisaties te ontmoeten. Toen zag ik hoe fascinerend het Venezolaanse experiment is en hoeveel weerklank dat heeft bij linkse bewegingen over heel het continent. Eigenlijk is Hugo Chávez het gelukte vervolg van Salvador Allende in Chili. In 1973 werd de hoop van veel Latijns-Amerikanen vermoord. Nu was die hoop gericht op deze nieuwe Allende. Kort na hem werden ook Evo Morales in Bolivia en Rafael Correa in Ecuador verkozen.
Je moet beseffen dat Venezuela al 80 jaar zeer rijk is. Zolang al stromen miljarden oliedollars het land binnen. Wie naar Caracas komt, ziet van de luchthaven tot het centrum echter alleen ellende, de ene volkswijk na de andere. Miljoenen leven in gammele hutten, met golfplaten daken onder een tropische zon, zonder leidingwater, elektriciteit of riolering. Dat was in grote lijnen de toestand toen Chávez in 1999 verkozen werd.
Waar is dat geld dan naartoe?
Om dat te beantwoorden nam een vriend me mee naar een ander stadsdeel, naar een wijk met de Engelse naam ‘Country Club’. Daar zag ik groene grasperken in het droge seizoen, geen villa’s maar paleizen, privé-zwembaden met olympische afmetingen, Ferrari’s en Porsche’s op de inrit, netjes omheind met prikkeldraad onder stroom, camera’s, gewapende lijfwachten …
Dat bleken de ‘plaatselijke’ woningen te zijn van zakenmensen die een groot deel van het jaar in Miami wonen of op hun domeinen in de Caraïben, alles goed onderhouden met Zwitserse bankrekeningen. Zo krijg je al een beter idee van waar al dat oliegeld naartoe ging.
Na 80 jaar olierijkdom had Venezuela in 1999 nog 2,5 miljoen analfabeten. 2 op 3 Venezolanen kwamen nooit bij een dokter. Dokters waren er alleen voor wie kon betalen. Denk daar ondervoeding en gezondheidsproblemen bij. Sinds 1999 is dat anders. Het enthousiasme van de Venezolanen is aanstekelijk. Chávez heeft een echte revolutie verwezenlijkt.
Zijn eerste beslissing was een nieuwe grondwet op basis van een uitgebreide volksraadpleging. Tot in de kleinste dorpjes werden ontwerpteksten besproken en geamendeerd. Daarin stond dat de grondstoffen het ‘onvervreemdbaar eigendom zijn van de Venezolanen’. Het idee dat de bodemrijkdom niet mag gereserveerd worden voor een kleine elite, zoiets in een grondwet verankeren in Latijns-Amerika, dat was een revolutie op zich!
Ook andere dingen werden in gang gezet zoals recht op onderwijs, recht op voedsel, gezondheidszorg. Daarnaast werden basisprogramma’s voor ontwikkeling gestart, zijn ‘misiones’, te beginnen met alfabetisering. Ik heb een aantal cursussen bezocht, waar dames van meer dan 70 jaar trots toonden dat ze konden lezen en schrijven.
Je bent vervolgens meerdere malen teruggekeerd. Hoe is daaruit het idee gegroeid om er een boek over te schrijven?
Mijn werkterrein is de studie van conflicten en oorlogen en de daarmee samenhangende desinformatie in de media hier – wat ik ‘medialeugens’ noem. Wat me opviel was dat zelfs ‘linkse’ media in Franstalig België en Frankrijk de versie van de conservatieve elites van Caracas klakkeloos overnemen. Ik zag ook een grote gelijkenis in de vervormde berichtgeving bij ons over Venezuela met de manier waarop de media berichten over de oorlogen, waarin wij zelf betrokken zijn.
De berichtgeving in Venezuela zelf is voor het overgrote deel in handen van de economische elite, die tot voor 1999 het land bestuurde en dus tegen Chávez is. Diezelfde media hebben economische banden met commerciële mediabedrijven in de VS en met de internationale persagentschappen. Zo krijg je die vervormde berichtgeving.
Chávez heeft natuurlijk niet zomaar één-twee-drie alle problemen opgelost. Hij heeft de mensen echter hoop gegeven, een perspectief. Het idee dat je uit je armoede kon wegraken, dat bestond voor zijn verkiezing niet. Dat valt op als je met de mensen praat. Ze zijn trots, ze glimlachen, ze hebben vertrouwen. Dat is intereressant om te vergelijken met die typische zwartgalligheid, dat pessimisme en fatalisme bij ons, Europeanen. Zij weten dat hun kinderen een beter leven zullen hebben. Dat positief gevoel is wat ik met dit boek naar Europa wou overbrengen.
Hoe ben je op de titel gekomen? ‘De Zeven Zonden van Chávez’, dat is voor een christelijk Latijns-Amerikaans land als Venezuela enigszins provocerend. Wat heeft Chavez mispeuterd?
Die provocatie is doelbewust. Een titel moet de aandacht trekken. Wat een zonde is voor de één is immers een deugd voor de ander. De elite van Venezuela vindt de verwezenlijkingen van Chavez zéér grote zonden.
Dat zit zo. Vanessa Stojilkovic heeft voor het collectief Investig’Action een documentaire gefilmd waarin ze Venezolanen hun gedacht vroeg over Chávez. Ze ging niet alleen naar de volkswijken, ook naar de sjieke buurten. Zo komt er in haar documentaire een 40-jarig kaderlid van een bedrijf aan het woord. Op de vraag ‘Is er nu meer democratie in Venezuela dan vroeger?’ antwoordde hij: “Todo depiende del punto de vista” “Alles hangt van je standpunt af”. Dat was een eerlijk antwoord.
Je hebt die metafoor van ‘de zeven zonden’ ook toegepast in de structuur van het boek.
Inderdaad, die zeven zonden zijn zoveel hoofdstukken: alfabetisering, gezondheidszorg, voedselvoorziening, herverdeling van de rijkdom van het land, democratisering van het politieke systeem, oprichting van overheidsmedia en last but not least, verzet tegen de economische en politieke dominantie van de VS.
Revolutionair was ook zijn beslissing om de nationale petroleummaatschappij te verplichten een deel van de winsten in sociale projecten te investeren, zoals huizenbouw.
Naast ‘de zeven zonden’ heb je in je boek ook zeven andere hoofdstukken ingelast, vier over de geschiedenis van Latijns-Amerika en drie over de ‘strijd voor het zwarte goud’. Daarmee breidde je het boek uit naar het hele Latijns-Amerikaanse continent. Waarom is die context zo belangrijk?
Waarom leeft één Latijns-Amerikaan op twee onder de armoedegrens in een steenrijk continent? Wil je het electorale succes van Chávez vatten, moet je eerst begrijpen waarom de bevolking zo arm is. Daar is om te beginnen een historische reden voor: het Spaanse kolonialisme en vervolgens het Amerikaanse en Europese neokolonialisme.
De geroofde bodemschatten waren een deel van het kapitaal voor de industrialisering van Europa en de VS. In ruil kreeg Latijns-Amerika genocide en economische catastrofe. Ik inspireerde me voor mijn boek ondermeer op ‘De aderlating van een continent’ (‘Las venas abiertas de America Latina’) van Eduardo Galeano. Daarin heeft hij het over de zeven plagen van Latijns-Amerika. Ook hij vertrekt van een globale visie op het continent.
Latijns-Amerika heeft nooit de kans gehad op economische groei en sociale emancipatie. De mechanismen die dat verhinderen zijn de plundering van grondstoffen zoals olie en gas maar ook water en biodiversiteit – het ‘groene goud’. Daarnaast heb je de vernietiging van de kleinschalige zelfvoorzienende landbouw door de agro-industriële multinationals, samen met het dumpen van uit het westen ingevoerde gesubsidieerde producten.
Daar komt de onderdrukking van elke sociale strijd voor arbeidsrechten, beter loon en veilig werk bij. Een goed voorbeeld zijn de maquiladoras in Mexico in de grensstreek met de VS. Daar bovenop heb je een elite die alleen geld vergaart om uit te geven aan geïmporteerde luxegoederen en niets investeert in industrie of productieve werkgelegenheid.
Deze ‘burguesía compradora’ – letterlijk de ‘kopersburgerij’ – neemt geen maatschappelijke verantwoordelijkheid, betaalt geen belastingen, investeert niet in industrialisering maar ‘verkoopt’ het land aan buitenlandse bedrijven en ‘koopt’ met dat geld westerse luxeproducten. Een economische ontwikkeling zoals in Europa tijdens de negentiende en twintigste eeuw was hier dus onmogelijk.
Als klap op de vuurpijl heb je de overheidsschuld waarin IMF en Wereldbank een cruciale rol spelen. Die maakt dat zelfs een overheid die sociale programma’s wil starten, dat niet kan, omdat er geen geld voor is. Als gevolg van de oekazes van het IMF zijn sinds de jaren 1970 alle overheidsactiviteiten die commercialiseerbaar waren geprivatiseerd. De kers op de taart is de vreselijke brain drain, iedereen die maar een beetje een degelijke opleiding heeft wordt weggezogen door diezelfde multinationals.
Dat zijn dan ‘de zeven plagen’ van Latijns-Amerika. Zo begrijp je beter waarom Latijns-Amerika nog altijd zo arm is. Dat is een kennis die je nooit opdoet met de oppervlakkige en tendentieuze berichtgeving van de commerciële media hier. Tussendoor moet je niet vergeten dat dit ook de problemen van Afrika zijn. Ze zijn daar zelfs nog erger. Het experiment van Chávez, Correa en Morales is cruciaal als voorbeeld van wat er kan gedaan worden om hier tegen in te gaan. Ook in de Arabische wereld is het probleem: waar moet het geld van de olie voor gebruikt worden, voor de sjeiks en de VS of voor de gewone mensen?
Die misdaden tegen de bevolking van Latijns-Amerika hebben een naam. Dat zijn onze regeringen en onze bedrijven, Shell, Exxon, BP. Er zijn er natuurlijk veel meer meer maar de energiebedrijven zijn toch essentieel. Kijk naar de publiciteit voor auto’s. Ook onze industrie en een groot deel van onze energievoorziening draait op petroleum. De energiebedrijven bevinden zich in de kern van ons industrieel systeem. Over de misdaden die ze tot vandaag blijven plegen, wordt nauwelijks bericht in de media.
Het gaat ook over bedrijven die meegewerkt hebben aan staatsgrepen zoals in Chili en in Iran, waar ze de sjah aan de macht brachten. Een groot deel van hun macht is echter subtieler. Economische chantage tegen landen die niet aan het lijntje lopen is meestal genoeg om hun zin door te drijven. Daarnaast is er de grootschalige vernietiging van het milieu. Ik vond het nodig dat ook in het boek te bespreken.
Zo begrijp je ook beter wat er in 2003 is gebeurd met de economische sabotage[1]. Na de mislukte staatsgreep van 2002 hebben de multinationals van de petroleumsector in samenspraak met de regeringen van de VS, Frankrijk, Groot-Brittannië, Canada en Spanje gepoogd Chávez tot ontslag te dwingen of af te zetten. De economische chaos die men wilde creëren had die bedoeling. Het voorbeeld voor die strategie was Chili in 1973. Deze keer is die strategie mislukt.
Deze context, die het succes van Chávez verklaart, komt nauwelijks aan bod in de media hier. Je kan er nochtans niet naast kijken dat de sociale strijd nu in Latijns-Amerika grote gelijkenissen vertoont met de sociale strijd hier in de eerste helft van de 20ste eeuw. Waarom herkennen de media dat niet?
Eerst en vooral zijn er de structuren, de grote media zijn in handen van multinationals, ofwel rechtstreeks, ofwel via hun reclame-inkomsten. Hun informatie over Latijns-Amerika halen ze van de grote persagentschappen. Journalisten worden ook niet meer betaald om na te denken over het waarom van de fenomenen waarover ze schrijven of filmen. Het moet rap gaan, snel-snel, copy-paste van een persbericht van Associated Press, Agence France Press, UPI, Reuters … dat op zijn beurt is gekopiëerd van de commerciële media in Caracas, van de elite.
Fastfood-journalistiek is mooi verpakt, snel en goedkoop geproduceerd maar waardeloos om te begrijpen wat in de wereld gebeurt. Bovendien is er bij de meeste journalisten hier geen enkel besef meer van de dimensie van de klassenstrijd op een nog steeds semifeodaal continent zoals Latijns-Amerika. In mijn boeken licht ik dat nader toe. Het komt er op neer dat de berichtgeving van de commerciële media hier over Latijns-Amerika zeer onbetrouwbaar is.
Die fastfoodjournalistiek heeft niet alleen impact op het soort nieuws dat wordt gebracht maar vooral op de manier waarop nieuws wordt gebracht, de omkadering. Dat zijn allesbehalve ideologisch neutrale werkmethodes. Met andere woorden, dit heeft belangrijke ideologische consequenties?
Uiteraard, het is nooit fastfood vanuit het oogpunt van de slachtoffers. Zo krijg je alleen het standpunt van Venezolanen die baat hebben bij een terugkeer naar de periode voor Chávez. Die gaan niet openlijk zeggen dat ze terug willen naar de tijd dat hun meid en hun tuinman spotgoedkoop waren, geen sociale rechten hadden, nauwelijks een loon kregen en geen arbeidscontract konden lezen, laat staan dat ze wisten dat ze daar recht op hadden. Die elite kent zijn wereld. Die zeggen dus dat Chávez een ‘dictator’ is. Dat kan je heel kort samenvatten. Een verhaal over sociale emancipatie daarentegen, dat roept nieuwe vragen op. Dat kan niet in één hamburgerdoosje.
Schokkend is dat zelfs media hier die zich links of progressief noemen die gefilterde versie van de elite in Caracas overnemen. Ze kopiëren hun vooroordelen. Daar komt ook een latent racisme hier bij. Het misprijzen van Europese intellectuelen voor Afrikanen, Arabieren Latijns-Amerikanen zit diep verankerd in het collectieve onderbewustzijn.
Wij zijn – of we dat erkennen of niet – de producten van vijf eeuwen Europese gewelddadige suprematie over de rest van de wereld. We kunnen ons daar tegen verzetten, maar we mogen dat fundamentele probleem niet onderschatten. Dat kan ondermeer door naar de slachtoffers ginder te gaan luisteren, niet naar de onderdrukkers ginder én hier.
Wil je een revolutie starten, dan heb je altijd de bestaande machtsstructuren tegen, te beginnen bij het economisch en politieke machtsapparaat. De grote mediabedrijven zijn daar een onlosmakelijk deel van. Informatie is immers niet zomaar een neutraal product. Het is het resultaat van een strijd tussen belangen.
Venezuela is daar een sprekend voorbeeld van. De commerciële media namen actief deel aan de staatsgreep van 2002. De eis van een aantal generaals voor het aftreden van Chávez, kort na de slachtingen tijdens de betogingen, werd op alle commerciële zenders tegelijk ‘live’ uitgezonden. Achteraf bleek dat het reeds opgenomen was enkele dagen voor de rellen, dus reeds voor er doden waren gevallen.
Tijdens de twee dagen van de coup waren de CEO’s van al die mediabedrijven in het presidentieel paleis om hun berichtgeving te coördineren met de opstandige generaals en de voorzitter van de Venezolaanse werkgeversorganisatie Pedro Carmona.
Chávez heeft daarna nog meer ingezet op openbare media, onder andere met Telesur, in feite de anti-CNN (de Spaanstalige CNN), samen met nog een aantal Latijns-Amerikaanse landen, maar ook in media van en door de lokale gemeenschappen. Die strijd om informatie is cruciaal.
Eigenlijk is je boek een boodschap van hoop. De mensen strijden in Latijns-Amerika voor sociale rechten in veel moeilijkere omstandigheden dan hier en toch doen ze het, terwijl hier fatalisme overheerst. Wat jouw boek zegt, is dat je je wél kan verzetten tegen het systeem.
Zo kan je het samenvatten. Hier in de welvarende Europese landen zegt men dat het onmogelijk is de pensioenen te blijven betalen. Evo Morales heeft de pensioenen in Bolivia, een arm land, verdubbeld. Reizen door Latijns-Amerika confronteert je met een opvallend contrast. Veel mensen hebben daar nu, na het voorbeeld van Chávez, Correa, Morales en anderen, hoop op een betere toekomst.
Ze tonen dat de strijd tegen miserie en armoede wel zin heeft. Het is levensbelangrijk dat dit politieke experiment ook hier bekend wordt, dat het wel kan, met eerlijke politieke leiders. De Europese elite wil de gewone mensen vooral ontmoedigen, ‘het heeft geen zin je te verzetten’, ‘de economen weten het beter’.
Gaat Maduro het succes van Chávez kunnen consolideren?
Dat hangt er ondermeer van af of hij met de bevolking de twee plagen zal kunnen verslaan die het land nog steeds teisteren: corruptie en inefficiëntie van de overheidsadministratie, niet alleen de oude structuren van voor 1999, ook de nieuwe.
Niemand kan immers ontkennen dat onder Chávez heel wat opportunisten meegestapt zijn in zijn projecten. Er zijn genoeg personen die zich ‘chavista’ noemden, enkel om zich te verrijken. Dat is het voornaamste probleem dat Chávez nog niet heeft kunnen oplossen. Toch lijkt het me essentieel deze positieve ervaring – ook met zijn negatieve kanten – naar hier in Europa te brengen. Dat doe ik met dit boek.
Interview Lode Vanoost
Je kan ‘De Zeven Zonden van Chavez’ bestellen op op deze link. Michel Collon geeft dit boek, net als al zijn andere boeken, in eigen beheer uit.
Het collectief Investig’Action bestaat sinds kort tien jaar. Oprichter en bezieler is Michel Collon, onderzoeksjournalist en auteur van meerdere boeken. Het collectief richt zich niet zozeer op dagelijks nieuws zoals DeWereldMorgen.be maar brengt eerder analyse en achtergrondinformatie vanuit een progressieve visie.
Sinds zijn bestaan heeft de website van het collectief tientallen vaste gastauteurs uit België, Frankrijk en uit Franstalige Afrikaanse landen in zijn bestand. De meesten van hen zijn eerder onbekend in Vlaanderen. Regelmatig verschijnen er echter ook vertalingen van Vlaamse auteurs zoals Ludo De Brabander, Marc Vandepitte en Dirk Adriaensens.
Zijn website en nieuwsbrief genereren tussen 5.000 en 15.000 bezoekers per dag, zijn Facebookpagina heeft 50.000 vrienden. Het collectief haalt een aanzienlijk deel van zijn bezoekers in Frankrijk en in Franstalige Afrikaanse landen.
De publicatie en opbrengst van boekenverkoop in eigen beheer is de enige financieringsbron van het collectief, de website en de lonen van twee halftijdse medewerkers. De aanleiding voor dit gesprek is de vertaling van zijn boek ‘De Zeven Zonden van Chávez’ naar het nederlands. Tevens is dit het allereerste Nederlandstalige boek dat de politieke erfenis van Hugo Chávez samenbrengt. Michel spreekt vloeiend Nederlands. Het interview ging dus ook in het Nederlands door.
Van de Franstalige versie van ‘De Zeven Zonden van Chavez’ verkocht hij 5.000 exemplaren. ‘Israel, Parlons-en’ vond 11.000 kopers, ‘Libye, OTAN et Mediamensonges’ 6.000 … Michel Collon spreekt vloeiend Nederlands, je kan hem ook contacteren voor lezingen en debatten op secretariat@michelcollon.info.
Voetnoten
- [1]Eenzelfde economische blokkade wordt ook nu in 2013-2014 opgelegd door de grote privé-bedrijven, sinds Maduro werd verkozen. De volmachtwetten die de president door het parlement liet goedkeuren zijn een rectie op die boycot. Ze kunnen vergeleken worden met de volmachtwetten, zoals die onder WIlfried Martens in de jaren 1980 hier werden toegepast.
Artikel oorspronkelijk verschenen in DeWereldMorgen.be.