Voor de tweede maal in zes maanden is president Obama er niet in geslaagd een vrijhandelsakkoord met de landen van de Stille Oceaan af te ronden. Ondank een mediaboycot in de VS en de betrokken staten over dit verdrag, blijven de protesten van de bevolking aanhouden.
Ook tweede poging mislukt
In oktober 2013 had president Obama reeds een tournee gepland langs een aantal staten in Zuid-Oost-Azië, met de bedoeling de onderhandelingen over het vrijhandelsakkoord Trans Pacific Partnership (TPP) met 12 landen rond de Stille Oceaan uit het slop te halen. Die ging niet door omwille van de sluiting van alle overheidsdiensten in de VS door een blokkering van het overheidsbudget door de Republikeinen.
Officieel ging het toen nog slechts over een aantal technische bezwaren van enkele deelnemende landen. In werkelijkheid worden de regeringen van de betrokken landen geconfronteerd met groeiend protest van de eigen bevolking.
Het TPP is de westelijke tegenhanger van het verdrag dat de VS met de EU onderhandelt, het Transatlantic Trade and Investment Partnership (TTIP). De afsluiting van de onderhandelingen voor het TTIP werd begin dit jaar eveneens meerdere maanden uitgesteld.
In een poging alsnog tot een slotakkoord te komen heeft president Obama nu Japan, Zuid-Korea, Maleisië en de Filipijnen bezocht. Japan, de tweede grootste handelspartner van het TPP na de VS zelf, heeft Obama echter andermaal wandelen gestuurd zonder een akkoord.
Officieel werd een en ander wel ingekleed in diplomatisch taalgebruik “Een akkoord is naderbij. Er moeten enkel nog een aantal technische bezwaren onderhandeld worden.” Het zou ondermeer gaan over importbeperkingen op Amerikaans rundvlees op de Japanse markt. De VS wil komaf maken met de strengere gezondheidsregels in Japan op gebied van toegelaten hoeveelheden niet-lichaamseigen hormonen en antibiotica.
Japanse boeren zeggen neen tegen TPP
De Japanse regering moet echter steeds toenemende protestbetogingen van Japanse boeren trotseren. Die verwijzen ondermeer naar de desastreuze sociale gevolgen die het NAFTA-vrijhandelsakkoord van 1994 tussen Canada, de VS en Mexico hebben gehad voor de Mexicaanse landbouw.
Miljoenen maïsboeren konden toen niet langer concurreren tegen de gesubsidieerde import uit de VS. Zij konden na het verlies van hun inkomen enkel nog kiezen voor laagbetaalde lonen en erbarmelijke werkomstandigheden in Amerikaanse bedrijven aan de grens met de VS, voor illegale arbeid in de landbouw in het Zuiden van de VS of voor meedraaien in de drugshandel.
Boeman van dienst China
De VS maken zich grote zorgen over de toenemende economische invloed van China in Zuid-Oost-Azië, die bijna volledig aan hun controle ontsnapt en hun eigen bedrijven verplicht te concurrern. Heel wat traditionele partners van de VS kiezen eieren voor hun geld en verhogen de lucratieve handel met China.
De VS kijkt echter niet passief naar deze evolutie en heeft plannen bekend gemaakt voor een aanzienlijke toename van de Amerikaanse zeemacht in de regio. Militaire macht is immers de enige sector waar de VS nog onbetwistbaar wereldleider is. Dat doet de VS met de nauwelijks verholen doelstelling China te verplichten meer financiële middelen te voorzien voor defensie.
China heeft een enorm klassiek landleger, maar een relatief kleine luchtmacht. Met 255.000 soldaten heeft China wel de tweede grootste vloot ter wereld. Die zeemacht is echter nog uitgerust met wapentechnologie van de jaren 1990. China ontplooit zijn zeemacht alleen in de zeeën rond China zelf. Bovendien trotseert het land niet alleen de Amerikaanse vloot maar ook die van al zijn buurlanden.
Tegen 2020 wil de VS twee derde van de volledige Amerikaanse zeemacht overplaatsen zijn naar de Aziatische kant van de Stille Oceaan. De Amerikaanse vloot heeft voor het ogenblik ongeveer 426.000 krachten, verspreid over de hele wereld. Qua vuurkracht is de vloot nog veel sterker.
“Dit is de grootste militaire concentratie in dit enorme gebied sinds de Tweede Wereldoorlog. In een wijde boog van Australië tot Japan, zal China Amerikaanse raketten en kernbommenwerpers rond zich aantreffen. Op het Zuid-Koreaanse eiland Jeju wordt een strategische maritieme basis gebouwd, minder dan 650 kilometer van de Chinese metropool Sjanghai en het industriële hartland van het enige land dat de economische macht heeft om sterker te worden dan de VS. Dit is bedoeld om de invloed van China in de regio te ondermijnen. Dit is een wereldoorlog die begonnen is met andere middelen”, aldus nog John Pilger.
Heropleving historische territoriale conflicten
Bovendien stookt de VS doelbewust de animositeit tussen China en een aantal buurlanden over conflicten met de soevereiniteit van een aantal eilanden in de Stille Zuidzee. Die conflicten bestaan al sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog, toen de VS deze disputen arbitrair en unilateraal besliste ten nadele van China, dat op dat ogenblik met een interne burgeroorlog wel andere katten te geselen had. China is voor zijn oliebevoorrading echter nog steeds grotendeels (en in toenemende mate) afhankelijk van olie-transport over zee via de Chinese Zuid-Zee, waar deze betwiste eilanden liggen.
De VS ziet blijkbaar alleen en probleem in de betwistingen met China. Andere identieke conflicten tussen Maleisië, Vietnam, de Filipijnen, Indonesië, Japan en Zuid-Korea onderling worden immers niet op de spits gedreven. Daar speelt de VS dan weer een bemiddelende, de-escalerende rol. Nochtans doen zich tussen deze landen onderling evengoed regelmatig openlijke conflicten voor. Ook nu tijdens deze tournee heeft president Obama bemiddeld tussen Zuid-Korea en Japan over gelijkaardige eilandconflicten.
De VS worden wereldwijd meer en meer geconfronteerd met een afname van economische macht, terwijl ze ondertussen wel militair ongenaakbaar blijven. Dat blijkt ook nu weer. Economische akkoorden geraken niet afgerond, maar een nieuw militair samenwerkingsakkoord kwam er wel, ditmaal met de Filipijnen.
Kritiek van ‘down under’
Zelfs hier is er echter meer en meer kritiek te horen. Malcolm Fraser, voormalig eerste minister van Australië (1975-1983), meent in een verklaring van 28 april 2014 dat zijn land door de VS wordt meegesleurd in een mogelijks vernietigende oorlog met China, omdat zijn land zich strategisch volledig heeft ondergeschikt gemaakt aan de wensen van Washington.
Fraser is allesbehalve een links politicus. Als eerste minister was hij verantwoordelijk voor de eerste neoliberale ‘hervormingen’ van de sociale zekerheid en de ziekteverzekering in zijn land, voor de vermindering van de belastingen en de afbouw van de rol van de overheid (behalve op militair vlak).
Hij maakt zich ernstig zorgen over de toenemende spanningen tussen Japan en China, over de betrokken eilanden. “Australië is militair reeds zo verweven (met de VS) dat het land onvermijdelijk bij een eventueel conflict (tussen Japan en China) zal betrokken raken”. Het is de eerste maal dat een Australisch toppoliticus zich op dergelijke wijze distantieert van de Amerikaanse politiek in Azië sinds de Tweede Wereldoorlog. Hij bevestigt hiermee de stelling dat de huidige militarisering van China niet de oorzaak is maar het gevolg van de toenemende Amerikaanse militaire aanwezigheid in Zuid-Oost-Azië.
Dat de president van het machtigste land ter wereld tweemaal in zes maanden tijd van een kale reis terugkomt, is echter een teken aan de wand. Gevreesd mag worden dat de VS daarom nog meer dan tevoren zullen kiezen voor militaire confrontatie. Daarmee is een nieuwe Koude Oorlog niet alleen in Europa een feit. In Azië speelt zich een zelfde scenario af.
Artikel oorspronkelijk verschenen in DeWereldMorgen.be.