Na de ergste overstromingen in meer dan honderd jaar in de Balkanlanden Servië, Kroatië en Bosnië-Herzegovina dreigt een tweede ramp. De overstroomde gebieden worden in het warme zomerweer broeihaarden van infecties en tropische ziektes.
Bij de recente overstroming van de rivier Sava vielen minstens vijftig doden, een cijfer dat zal oplopen: ongeveer 580 personen blijven nog vermist. De drie betrokken landen Servië, Kroatië en Bosnië-Herzegovina betoonden een grote onderlinge solidariteit om elkaar te hulp te snellen. In de jaren 1990 vochten zij nog een burgeroorlog uit waarbij tienduizenden slachtoffers vielen en waarbij Joegoslavië, het land waar ze samen deel van uitmaakten, uit elkaar viel.
Verrotting
In de hele regio hangt een stank van verrotting. Duizenden karkassen van vee, huisdieren en rottende gewassen liggen overal in de velden. De overstroming heeft chemicaliën van bedrijven, brandstof van de tanks van boerderijen en tankstations en rioolwater over het hele gebied verspreid.
Nadat de eerste reddingswerken zijn verricht, wacht een gigantische hersteloperatie. De getroffen streken zijn landbouwgebieden met veel kleine boerderijen. De overheden hebben de bevolking al opgeroepen in geen geval de eigen gewassen te eten. In Bosnië hebben naar schatting 900.000 mensen, één vierde van de bevolking, geen toegang tot zuiver water. Heel wat plattelandsboerderijen gebruikten immers eigen putwater, dat nu voor meerdere jaren onbruikbaar wordt.
De drie betrokken landen hebben bijgevolg een grote nood aan essentiële materialen zoals chloor en desinfecterende middelen zoals ongebluste kalk. Meer dan 100.000 woningen werden vernietigd en ongeveer 230 schoolgebouwen zijn onbruikbaar geworden. De situatie is nog gevaarlijker in het besef dat ongeveer 9.400 sites met 120.000 landmijnen overspoeld zijn door de modder.
Besparingen
Een overstroming van deze orde van grootte is nooit helemaal te vermijden. Het lijdt desalniettemin geen twijfel dat de besparingen van de overheidsdiensten van de voorbije jaren een impact hebben gehad.
Kort voor het begin van de burgeroorlog had de dienst waterbeheer van Joegoslavië een plan voorzien voor de versterking van de oevers van de Donau en de Sava, de twee grootste stromen. Dat plan voorzag ook de bouw van 34 nieuwe dammen. Daarvan werden er slechts vijf gebouwd. Bovendien dringt het IMF al jaren aan op de privatisering van onder meer deze diensten.
Nieuwe infecties
Ook na het terugtrekken van het water blijft de regio in de komende zomermaanden een broeihaard van infecties. Sommigen vrezen voor een uitbraak van tropische ziektes. Dokter Branislav Tiodorović, directeur van de openbare gezondheidsdienst in de Servische stad Niš, ziet nu reeds een toename van schurft en hoofdluizen in de regio, bij gebrek aan hygiëne.
In de betrokken gebieden zal het aantal insecten en kleine knaagdieren na de overstroming toenemen. Die verspreiden ziektes zoals leptospirosis (de ziekte van Weil). Blootsvoets lopen in ondiep water of zelfs blootsvoets op droge grond zal nog lang aanleiding geven tot huidziektes en andere infecties. Bovendien dreigen maag-, darm- en leverziektes door het gebrek aan proper water voor het koken en het eten van besmet voedsel.
Zorgwekkender is echter de dreiging van malaria, denguekoorts en West-Nijlvirus, door de te verwachten toename van het aantal muskieten. De combinatie van vochtige omgeving met hoge temperaturen en de omstandigheden na de overstroming maken van een uitbarsting van deze ziektes een reële mogelijkheid.
Zo dreigt voor de getroffenen van de overstroming een tweede ramp.
Artikel oorspronkelijk verschenen in DeWereldMorgen.be.