In Senegal wordt het proces aangevat tegen één van de vermoedelijke daders van de moord op Congolees mensenrechtenactivist Floribert Chebeya en zijn chauffeur Fidèle Bazana, vier jaar geleden in DR Congo.
Floribert Chebeya was oprichter en leider van de organisatie Voix des Sans Voix pour les Droits de l’Homme. In de nacht van 1 op 2 juni 2010 werd het lichaam van Chebeya aangetroffen in zijn auto in een buitenwijk van Kinshasa. Het lichaam van Fidèle Bazana, zijn chauffeur, werd nooit teruggevonden. De organisatie had de avond ervoor alarm geslagen, toen hij niet terug was gekomen van een afspraak met generaal John Numbi, opperbevelhebber van de Congolese politie.
De moord deed zich voor enkele weken voor de viering van 50 jaar Congolese onafhankelijkheid op 30 juni 2010. Op deze plechtigheid werden meerdere regeringsleiders verwacht, waaronder een grote delegatie uit België, de vroegere kolonisator van het land.
Op 23 juni 2011 werden vijf van acht beschuldigde politieagenten veroordeeld voor moord en ontvoering, vier van hen kregen de doodstraf, één levenslang. Drie van de terdoodveroordeelden werden echter bij verstek veroordeeld, omdat ze op de vlucht zijn. Drie agenten die wel aanwezig waren, werden vrijgesproken.
De hoofdverdachte van de moord is generaal John Numbi (foto), op het ogenblik van de feiten opperbevelhebber van de Congolese politie. Numbi werd zelf nooit in beschuldiging gesteld, maar wel geschorst als opperbevelhebber.
Hij heeft op dit ogenblik geen enkele officiële functie meer. Voor het ogenblik woont hij in de zuidoostelijke provincie Katanga waar hij zich in het zakenleven heeft gestort. Waarnemers zien hem als één van de drijvende krachten van de rebellengroepering Bakata Katanga, een afscheidingsbeweging.
Het proces in Senegal is gericht tegen majoor Paul Mwilambwe, eveneens verdacht van medeplichtigheid aan de moord op Chebeya en Bazana. Mwilambwe was op het ogenblik van de feiten verantwoordelijk voor de veiligheid van het kabinet van opperbevelhebber Numbi. Mwilambwe verblijft al enige tijd in Senegal, nadat hij eerder in andere Afrikaanse landen had verbleven.
De weduwes van Chebeya en Bazana zijn speciaal voor het proces naar Dakar afgereisd. Het Senegalees gerecht verklaarde zich bevoegd voor deze zaak op basis van VN-Conventie tegen Foltering, omdat de klacht tegen de moord ook de beschuldiging van foltering omvat. Het lichaam van Chebeya werd door twee Nederlandse pathologen onderzocht. Die kwamen tot de vaststelling dat Chebeya het slachtoffer was geweest van zware folteringen, met de dood tot gevolg.
Artikel oorspronkelijk verschenen in DeWereldMorgen.be.