Russell Brand’s ‘Revolution’ bizar en intrigerend

Russell Brand's 'Revolution'
FacebooktwitterFacebooktwitter

‘Revolution’ van stand-up comedian Russell Brand is een nogal warrig boek dat niet veel nieuwe informatie brengt. De grote verdienste van dit boek is echter dat het op een speelse, nooit belerende manier een jong publiek in contact brengt met ideeën en personen die ze verder kunnen exploreren.

Ik beken. Ik had tot een goed jaar geleden nog nooit van Russell Brand gehoord. Nu ja, een beetje, vaagweg wist ik dat hij een stand-up comedian was, met een neiging voor grove provocaties en een tumultueus huwelijk met een of andere ster.

Op zich geen probleem dat een prille zestiger als ik niet echt meer voeling heeft met de sterren van vandaag. Zo gaat dat nu eenmaal als je idolen Rory Gallagher (wie zegt u?), Jimi Hendrix, Neil Young en Joni Mitchell heten, allemaal personen die of heel dood of heel oud zijn.

Russell Brand verscheen pas op mijn radar toen een interview van hem met topjournalist van de BBC Jeremy Paxman een hype werd op het internet. Brand is een hyperkinetische prater die tussen al de ongein wel wat te vertellen heeft, al is het allemaal nogal chaotisch en soms wel erg vrijblijvend.

The Trews

Op YouTube ontdekte ik zijn recente nieuwsprogramma dat met een wat raar klinkend neologisme The Trews heet (samenvoeging van truth en news). Op zijn eigen komische manier praat Brand er over een breed scala aan politieke thema’s, gaande van bedelaars op straat tot de opwarming van het klimaat.

Met zijn ratelend Brits arbeidersaccent – dat niet geveinsd is, Russell komt uit een arm arbeidersgezin – is hij niet altijd even verstaanbaar, maar wel to the point en hilarisch. Politiek nieuws kan blijkbaar ook grappig gebracht worden. Tussendoor maakt hij op een zeer gevatte manier brandhout van de ‘objectieve BBC’ en andere Angelsaksische media.

Sinds enige tijd is nu zijn boek Revolution uit. Wat er in staat, is niet echt wat je van de titel zou verwachten. De commentaren in de Britse mainstream waren echter zo denigrerend en gelijkgestemde kopies van elkaar – een schaamteloze karaktermoord, dat ik de stap alsnog zette en het boek kocht.

Russell Brand schrijft inderdaad niet wat je van een boek met een dergelijke titel zou verwachten. Dit is even warrig en chaotisch als zijn stand-up optredens. In deze tijden waarin oppervlakkigheid van het nieuws de norm is geworden, is dit boek echter een verfrissing. Hij brengt jonge mensen in contact met ideeën en personen die ze anders ‘links’ zouden laten liggen, wegens nooit over gehoord in de media of ‘niet hip’.

Wie jonge mensen een en ander weet te vertellen over de Spaanse Revolutie, Homage to Catalonia van George Orwell, Manufacturing Consent van Noam Chomsky (die hij uitgebreid citeert en becommentarieert op zijn eigen typische manier), wie hen zaken als inkomensongelijkheid en klimaatopwarming bijbrengt, wie hen uitlegt wat Thatcher en Ronald Reagan hebben aangericht, die aantoont dat Che Guevara veel meer is ‘dan een kerel die vaagweg op Russell Brand lijkt’, die jonge mensen introduceert tot het anarchisme (de ideologie, niet de karikatuur die er van gemaakt wordt) en dat allemaal doet zonder dat je ooit de indruk hebt naar een lezing te luisteren of een droge analyse te lezen, zo iemand verdient geprezen te worden.

Voor de iets ouderen onder ons is dit niet altijd aangename literatuur. Russell Brand springt voortdurend van de hak op de tak, mijmeringen over luchtvervuiling wisselen af met commentaar op zijn eigen strijd met drugs en alcohol, over zijn hyperkinetische zelf en zijn angst om terug arm te worden zoals in zijn jeugd…

Hij is soms genant openlijk over die innerlijke strijd. Gaat hij met deze politieke mijmeringen doorgaan? Zal dit zijn toegang tot de media als excentriekeling niet afsnijden en daarmee zijn voornaamste bron van inkomsten? Wordt dit een korte bevlieging of iets dat zijn leven definitief zal veranderen en eventueel zelfs zijn carrière – de oorzaak van zijn beroemdheid – ondermijnen? Hij is er nog niet uit.

Na het lezen van zijn boek ben ik wat gaan surfen. Brand blijkt een talent te hebben om heikele thema’s aan bod te laten komen in ogenschijnlijk oppervlakkige shows. Zo is er een grandioos fragment in een of andere Amerikaanse praatshow uit 2005, waarin hij heel hilarisch doet over een reis die hij met de auto had gedaan door de Midwest.

Tot zijn ’teleurstelling’ stelde hij vast dat de mensen in een boerendorpje in the middle of nowhere niet op de zwarten zaten te kappen, maar zaten te leuteren over die rare filosoof Noam Chomsky “die wil dat iedereen hetzelfde denkt als hij”. Tussendoor rammelt hij wel de essentie af van wat in Chomsky’s boek Manufacturing Consent over de media wordt gezegd. De presentator doet vrolijk mee en heeft niet door dat Brand het hele verhaal uit zijn duim heeft gezogen en in feite een politieke boodschap afdreunt.

In de VS en Groot-Brittannië is Revolution een bestseller, tot grote woede van deftige commentatoren in de Guardian en consoorten, die er zich over ergeren dat hij de term ‘Revolution‘ gekaapt heeft.

Dit is leesvoer voor een jong publiek dat alleen Russell Brand (de mediafiguur en standup-comedian) kent, maar onbewust aanvoelt dat dit meer is dan leeg entertainment. Als slechts tien procent van de jonge lezers van Revolution hierna wat verder gaan kijken in al de dingen die Brand vermeldt, dan is dat een prestatie die onze lof verdient.

De opbrengst van zijn boek gaat naar een project om herstellende drugsverslaafden aan een baan te helpen.

Artikel oorspronkelijk verschenen in DeWereldMorgen.be.