BM&S bewijst zin en noodzaak van sociale actie

BM&S bewijst zin en noodzaak van sociale actie
FacebooktwitterFacebooktwitter

Na 124 dagen werden vijf onterecht ontslagen werknemers van het schoonmaakbedrijf BM&S terug aangeworven.Tussen al de nationale sociale acties tegen het regeringsbeleid door heeft dit langst aanslepende sociale conflict van 2014 nauwelijks aandacht gekregen.

Wie er de berichtgeving en de opiniepagina’s van de voorbije weken op naslaat, kon er niet naast kijken. Er was behoorlijk wat kritiek op de sociale acties die de vakbonden organiseerden tegen het besparingsbeleid van de federale regering-Michel.

Vreemd genoeg was er voor het langst aanslepende conflict van 2014 nauwelijks aandacht, al helemaal niet voor het uiteindelijke resultaat. De sociale actie van het personeel van schoonmaakbedrijf BM&S – dat voor de NMBS treinstellen reinigt van graffiti –  bereikte na 124 onafgebroken staking de inwilliging van alle sociale eisen.

Wat voorafging

Op 21 augustus 2014 beslist de directie van het schoonmaakbedrijf BM&S vijf werknemers op staande voet te ontslaan. Twee van hen zijn tevens vakbondsafgevaardigden van het ABVV. Het ontslag wordt in de officiële briefwisseling op geen enkele manier gemotiveerd, maar voor de werknemers is het duidelijk. De directie wil komaf maken met het sociaal overleg in het bedrijf en voortaan eenzijdig zijn wil opleggen aan het personeel.

Wanneer vervolgens het voltallige personeel het werk neerlegt, besluit de directie van BM&S tijdelijk personeel aan te werven om de staking te breken. De stakende werknemers besluiten daarop de werkvloer in het vroegere rangeerstation van Schaarbeek te bezetten. De directie reageert op zijn beurt met het vorderen van de politie en het zenden van een deurwaarder naar de stakingspiketten.

Het aanwerven en inschakelen van tijdelijk personeel tijdens stakingen is wettelijk verboden. Onmiddellijk ontslag is evenmin toegestaan zonder motivering, bovendien gelden slechts een beperkt aantal redenen als geldige motivering (diefstal, geweld tegen collega’s, sabotage van materiaal…) voor een ontslag op staande voet.

De rechter in kortgeding beveelt enerzijds de onmiddellijke terugtrekking van het tijdelijk personeel maar legt tevens een dwangsom op van 500 euro per dag voor elke dag dat de stakerspost aan het bedrijf niet wordt verwijderd. Deze beslissing komt er op ‘eenzijdig verzoekschrift’. Concreet betekent dit dat één betrokken partij van de rechtbank een aantal ‘behoudende’ maatregelen mag eisen om, in afwachting van een beslissing ten gronde, eventuele schade door het conflict te vermijden.

Met andere woorden, een dergelijke beslissing spreekt zich niet uit over de grond van de zaak. Het is een veel gebruikte procedure in burgerlijke zaken. In sociale conflicten was dit tot voor kort eerder uitzonderlijk. Het argument van eventuele directe schade geldt in sociale acties immers in twee richtingen tegelijk.

De beperking van zogenaamde economische schade voor een bedrijf door middel van een eenzijdig verzoekschrift kan immers in werkelijkheid evengoed een manier blijken te zijn om sociaal onrecht te bestendigen via juridische weg, door het creëren van een onomkeerbare toestand ten nadele van de werknemers.

Dit was in het geval van BM&S overduidelijk het geval. De uitspraak van de rechtbank in eerste aanleg over de grond van de zaak was immers vernietigend voor de directie van het bedrijf. Zo vermeldt het vonnis:

“Zodoende blijkt dat BM&S niet  enkel getracht heeft om stakingsbrekers van elders aan te voeren, maar tevens dat zij gepoogd heeft om de instrumenterende  gerechtsdeurwaarder en de voorzitter van deze rechtbank te misleiden over de ware toedracht van de beweerde feitelijkheden. Er is niet aangetoond dat de stakingsposters de grenzen van hun grondwettelijk recht op vereniging en vrije meningsuiting te buiten gaan.”

Sociale uitbuiting is de oorzaak

Ondanks dat vernietigend oordeel van de rechtbank heeft de directie van BM&S nog wekenlang het been stijf gehouden. Onderhandelingen werden niet ernstig gevoerd, het bedrijf rekende op de vermoeidheid van de stakers om de actie te breken. Uiteindelijk had de directie geen keuze, onder meer omdat de NMBS er mee dreigde het onderhoudscontract met het bedrijf op te zeggen.

Alle ontslagen werknemers, waaronder ook de twee vakbondsvertegenwoordigers, werden terug aangeworven met terugwerkende kracht. In hoeverre het bedrijf hen zal behouden moet nog blijken, maar voorlopig ziet het er naar uit dat de werknemers het pleit hebben gewonnen.

Kroniek van een aangekondigd conflict

Terugblikkend op de voorgeschiedenis van het bedrijf BM&S kan men niet anders dan vaststellen dat dit een conflict was dat in de sterren stond geschreven. Sedert 1 april 2014 nam BM&S de schoonmaak van treinen en verwijdering van graffiti over bij de NMBS-stelplaats te Schaarbeek, nadat zijn offerte voor de overname van deze werken door de NMBS werd aanvaard.

Het bedrijf is een nieuwkomer in de sector van de schoonmaak. Zoals contractueel voorzien, nam BM&S het personeel over van het vorige bedrijf One Fleet Services. Onder hen bevonden zich eveneens de twee later ontslagen syndicale afgevaardigden van de Algemene Centrales van de ABVV, de sectoriële centrale bevoegd voor onder meer schoonmaakpersoneel.

BM&S verkreeg zijn contract voor deze werf door een bod te doen dat 40 procent lager lag dan dat van voorganger One Fleet Services. BM&S wilde immers de kosten drukken door het uitbesteden van de reinigingswerken door middel van onderaanneming. De vakbondsvertegenwoordigers verzetten zich onmiddellijk tegen deze intentie. Dit kwam er immers op neer dat elke vorm van werkzekerheid zou wegvallen. BM&S wilde nog verder gaan en zelf eigen ‘vakbondsafgevaardigden’ aanstellen.

Sociaal verzet heeft wel zin

De werknemers van het bedrijf hebben na 124 dagen sociale actie gedaan gekregen dat de uitspraak van de rechtbank wordt gerespecteerd en dat de plannen voor verdere uitholling van hun sociale rechten werden gedwarsboomd.

Daarmee is dit conflict echter verre van beëindigd. Zelfs met behoud van hun sociale rechten blijven de werknemers van de schoonmaaksector behoren tot de slechts betaalde en minst beschermde werknemers van de Belgische economie.

De federale overheid heeft geen enkele moeite gedaan om in dit conflict het respect voor de wet en voor sociale rechtvaardigheid af te dwingen. Bovendien is diezelfde overheid onrechtstreeks zelf verantwoordelijk voor deze wantoestanden. De steeds verder schrijdende uitbesteding van werkzaamheden zoals de schoonmaak door de NMBS is immers een verdoken manier om de eigen sociale verantwoordelijkheid als werkgever te ontwijken.

De strijd van het personeel van BM&S is een zoveelste illustratie van de werkelijkheid van de sociale machtsverhoudingen in dit land. Enerzijds toont dit verhaal aan dat sociale strijd wel degelijk werkt, anderzijds toont het aan dat sociale strijd nog altijd nodig is om elementaire sociale rechtvaardigheid af te dwingen. Dat was zo in de 19de en de 20ste eeuw. Dat is nog steeds zo in de 21ste eeuw.

Artikel oorspronkelijk verschenen in DeWereldMorgen.be.