De sociale media bulken van de verontwaardiging over de hypocriete houding van staatsleiders na het overlijden van de Saoedi-Arabische koning Abdullah. Deze dubbele standaard heeft een lange voorgeschiedenis, die in 1945 begon aan boord van een Amerikaans oorlogsschip in het Suez-kanaal.
De meest fundamentalistische ‘Islamitische Staat’ op aarde, het feodale regime van de Saoedische dynastie, past al tientallen jaren dezelfde wrede straffen toe als die meer recente anti-westerse Islamitische Staat doet. Qua onthoofdingen, verminkingen, geselingen, stokslagen kent het koninkrijk van de Saoedi-dynastie echter zijn gelijke niet. In vergelijking daarmee kun je bijvoorbeeld Iran, dat andere theocratische land, eerder verlicht despotisch noemen.
Verontwaardiging groeit
Het is de eerste maal dat de verontwaardiging over Saoedi-Arabië zo luid wordt gehoord, tot in het Belgische parlement. De verdediging van eerste minister Charles Michel voor het bezoek van koning Filip aan Saoedi-Arabië kwam erop neer dat iedereen het doet, dus waarom wij niet. Dat Saoedi-Arabië de grootste klant is van de Belgische wapenindustrie heeft daar uiteraard niets mee te maken.
Zelfs in grote media kwam de kritiek luider dan ooit aan bod. Daar is de druk van de sociale media niet vreemd aan. Weliswaar blijft het een item voor de achterpagina’s en de kleine items op tv, in geen geval een onderwerp voor voorpagina’s met enorme foto’s en titels van grote verontwaardiging of de start van het journaal.
Toch is er een kentering. Dat heeft alles te maken met het feit dat Saoedi-Arabië de laatste jaren een minder betrouwbare westerse partner is geworden en bij de conflicten in Syrië en Irak een dubbelzinnige rol speelt, die nog moeilijk onder de mat kan worden geschoven.
Meer dan faits divers
Er is echter veel meer aan de hand dan het verbod voor vrouwen om met de wagen te rijden of de heldhaftigheid van Michelle Obama om ongesluierd aan het bezoek van haar man aan Saoedi-Arabië deel te nemen. Er mag van worden uitgegaan dat dit is ingefluisterd door de persdienst van het Witte Huis. Dit fait divers leidt immers de aandacht af van het bezoek zelf (en Hillary Clinton, Condoleeza Rice en onze eigen prinses Astrid gingen Michelle Obama in ongesluierdheid voor).
Het zou te eenvoudig zijn om de houding van de westerse landen tegenover het Saoedische koninkrijk te herleiden tot de oliebelangen of tot wapenleveringen. Om te begrijpen waarom dit fundamentalistische regime een oeroude bondgenoot is van het westen moet men teruggaan tot de nasleep van de Tweede Wereldoorlog.
Roosevelt zweert trouw aan een feodaal despoot
Op 11 februari 1945 ontmoette de langst zetelende Amerikaans president ooit, Franklin Delano Roosevelt, koning Abdul Aziz al Saud. Deze man had na dertig jaar burgeroorlog het grootste deel van de koninkrijken en emiraten op het Arabische schiereiland overwonnen en in 1932 het huidige koninkrijk Saoedi-Arabië opgericht.
Dat kon hij als sluw strateeg met steun van de Britse kolonisator verwezenlijken. Helemaal gelukkig was hij niet met die steun, want diezelfde Britten hadden – vanuit hun traditionele koloniale verdeel-en-heersstrategie – de concurrerende dynastieën van de Hashemieten op de troon gezet in buurlanden Jordanië en Irak, stuk voor stuk grondgebieden die hij zelf had willen veroveren. Een en ander was een verder gevolg van het uiteenvallen van het Ottomaanse Rijk na de Eerste Wereldoorlog.
Koning Abdulaziz zou een onbetekenende monarch in een verafgelegen woestijngebied gebleven zijn, ware het niet dat in 1938 op zijn grondgebied aardolie werd ontdekt, zowat de grootste op dat ogenblik bekende voorraad in de wereld. Koning Abdulaziz was niet echt tevreden met de Britse koloniale grootmacht en vond in de VS, die nieuwe opkomende grootmacht, een nieuw bondgenoot.
Groot-Brittannië moet de rol lossen
Na de Tweede Wereldoorlog slaagde Groot-Brittannië er niet meer in zijn imperium te herstellen en de VS nam die ‘beschavingstaak’ als opperste wereldmacht over. Groot-Brittannië moest zich voortaan goedschiks of kwaadschiks neerleggen bij een secundaire rol.
President Roosevelt verzekerde bij zijn ontmoeting op het kruisschip Quincy (zie foto boven) koning Abdulaziz van zijn steun voor het jonge, nog instabiele koninkrijk. “Amerika wil vrijheid en welvaart voor iedereen, terwijl de Britten alleen ‘vrijheid en welvaart made in Britain’ willen.” Dat beviel Abdulaziz. Roosevelt garandeerde militaire bescherming voor het koninkrijk mits een kleine toegift, vrije toegang tot de oliebronnen. Dat engagement werd twee maand later, na Roosevelts overlijden, volledig overgenomen door vicepresident Harry Truman.
Eén van de grootste prijzen
Over dat gesprek van Roosevelt met koning Abdulaziz schreef adviseur Gordon Merriam in een memo aan president Truman: “In Saoedi-Arabië, waar al de oliebronnen een ontzagwekkende bron van strategische overmacht zijn en één van de grootste materiële prijzen in de wereldgeschiedenis, is de concessie voor de exploitatie van de olie onder Amerikaanse controle.” Adviseur Adolf Berle noteerde dat “controle over de oliereserves van het Midden-Oosten, vooral in verband met de constructie van de nieuwe naoorlogse wereldorde, een substantiële controle over de hele wereld inhoudt”.
President Truman begreep echter dat enkel militaire bescherming vanuit de VS niet voldoende zou zijn. In 1949 besliste hij het nog grotendeels feodaal georganiseerde leger van Saoedi-Arabië om te vormen tot een strijdkracht “groter dan Jordanië en Irak samen”. De VS leidden 43.000 militairen op, onder wie 15.000 soldaten voor een luchtmacht. Die nieuwe strijdmacht zou worden ingezet voor twee doelstellingen, controle over de olie en het buiten houden van de Sovjet-Unie uit het Midden-Oosten. Het ultieme doel was de definitieve verankering van “de substantiële controle over de olie van het Midden-Oosten”.
Democratie rijmt niet met middeleeuwse monarchie
Men was zich er in Washington goed van bewust dat hun steun aan de middeleeuwse koninkrijken en emiraten op het Arabische schiereiland niet te verzoenen was met hun uitgesproken steun voor het zelfbeschikkingsrecht van de volkeren in de Franse, Britse, Nederlandse, Portugese en Belgische kolonies. Die wilden ze immers ook loswrikken en zelf gaan domineren. Hun retoriek voor dat democratische zelfbeschikkingsrecht was evengoed van toepassing op deze feodale regimes.
George Kennan, nog een adviseur van de president, was daar zeer pragmatisch over. In 1948 schreef hij een Planning Paper voor het ministerie van Buitenlandse Zaken: “… (na de Tweede Wereldoorlog) heeft Amerika 50 procent van de welvaart van de wereld in handen, maar slechts 6,3 procent van de wereldbevolking. Dit “onevenwicht” zou “jaloezie en weerzin” veroorzaken. “Daarom moeten we een patroon van relaties ontwerpen dat ons toelaat deze positie van onevenwicht te behouden zonder nadeel voor onze nationale veiligheid. Om dat te doen moeten we verzaken aan elke sentimentaliteit en dagdromerij.”
“Onze aandacht moet volledig geconcentreerd zijn op onze onmiddellijke doelstellingen. We moeten onszelf niet wijsmaken dat we ons vandaag de luxe kunnen veroorloven van altruïsme en goeddoen voor de wereld.”
Ver van die ‘world benefaction‘ begonnen de petrodollars te stromen en Saoedi-Arabië is tot vandaag één van de gulste aankopers van duur Frans, Brits, Belgisch wapenspul (dat het koninkrijk niet bepaald efficiënt inzet). Ten gronde is aan deze machtsconstellatie sindsdien niets veranderd.
Geostrategisch belang van het Midden-Oosten blijft
De afhankelijkheid van de VS van aardolie uit het Midden-Oosten is compleet verdwenen. De VS behoudt de controle over de olie van het Midden-Oosten echter om andere redenen: controle over de EU, Japan en zowat alle andere aankopers, zoals de laatste jaren China.
Saoedi-Arabië is echter nooit een gemakkelijke partner geweest. Samen met medeoprichter Venezuela heeft het koninkrijk vanaf 1960 ook regelmatig deOrganisatie van Petroleum Exporterende Landen (OPEC) ingezet, om meer zelfcontrole te verkrijgen over de prijs van de aardolie, maar ook om politieke redenen. Saoedi-Arabië is bijvoorbeeld altijd grillig en dubbelhartig gebleken wat betreft het beleid van de VS tegenover Israël en Palestina. Saoedi-Arabië is met andere woorden nooit een onderdanige vazal geweest van de VS.
Die eigengereidheid blijkt onder meer uit de halsstarrige weigering van het koninkrijk om toegevingen te doen op het gebied van de mensenrechten. Washington had daar nooit principiële problemen mee. De VS was eerder bezorgd over het negatieve imago dat op henzelf afstraalde. In de andere kleinere Arabische feodale koninkrijken is die rechtstreekse invloed altijd groter geweest. Toen Bahrein tijdens de laatste Arabische Lente de doodstraf gaf aan een aantal dokters, die betogers hadden verzorgd voor kogelwonden, liet de VS weten dat het beter zou zijn om dat wat af te zwakken. Uiteindelijk werden hun straffen herleid tot ‘slechts’ vijf à tien jaar.
Saoedi-Arabië trekt zich van dat soort kritiek nog altijd niets aan. In dezelfde maand dat IS in Irak en Syrië zijn twee allereerste westerse slachtoffers onthoofde, werden er in het koninkrijk meer dan 25 anderen onthoofd, meestal buitenlands huishoudpersoneel dat er zonder enige sociale bescherming werkt en geen enkele schijn van een eerlijk proces krijgt. Schrijnend was de onthoofding van een nanny voor de dood van een kindje dat onder haar hoede was gestorven aan een epilepsie-aanval, iets waarvoor de nanny niet was opgeleid. Recent werd een dokter tot vijf jaar veroordeeld omdat hij een persoon in levensnood had geopereerd. Die patiënt was echter een vrouw en dat mag dus niet. Het geval van blogger Raif Badawi is voldoende bekend.
Abdullah, even feodaal als al zijn voorgangers
De uitlatingen van bijvoorbeeld Christine Lagarde, baas van het IMF, dat overleden koning Abdullah een voorvechter van vrouwenrechten zou geweest, zijn te gek om los te lopen. Koning Abdullah was nog regressiever dan zijn voorgangers Fahd en Khalid.
Hij verstond wel iets beter de kunst van de perceptie dan zijn voorgangers Fahd (1982-2005), Khalid (1975-1982), Faisal (1964-1975) en Saud (1953-1964). Het zijn allen zonen en kleinzonen van eerste koning Abdulaziz, net als de nieuwe koning Salman (foto) en de nieuwe kroonprins Muqrin (baas van de inlichtingendiensten).
Sociale media
De relatie van de VS en het Westen heeft dus een zeer lange voorgeschiedenis. Dat de kritiek op dit gruwelijke regime echter luider dan ooit tevoren klinkt heeft een aantal oorzaken die aan de westerse controle ontsnappen.
De sociale media gehoorzamen minder vlot aan de wetmatigheden van de klassieke massamedia. Daarnaast kan nog moeilijk verzwegen worden dat de Arabische Lente in Saoedi-Arabië het hardst is onderdrukt. Ten slotte speelt het koninkrijk een uiterst dubbelzinnige rol in de conflicten in Libië, Syrië, Irak en Afghanistan.
Koning Abdullah heeft bitter weinig moeite gedaan om de financiers in eigen middens van fanatieke integristische organisaties zoals Al Qaida en IS stop te zetten. Bovendien heeft het koninkrijk al enige jaren moeite om zijn suprematie op het schiereiland in stand te houden en vaart het dus een meer eigengereide koers. Qatar voert immers eveneens een zeer agressief eigen buitenlands beleid, dat soms wel, soms niet samenvalt met de belangen van Saoedi-Arabië.
Het ultieme westerse doemscenario
Waren de pogingen tot democratie in Egypte al enigszins zorgwekkend voor het geopolitieke overwicht van het westen in de regio, dan is dat niets vergeleken met het eventuele doemscenario van een revolutie in Saoedi-Arabië. Het koninkrijk zou daarbij zonder enige twijfel uit elkaar vallen, met een wereldwijd negatief gevolg op de oliemarkten.
Daarenboven heeft de VS zelf de voorbije jaren zwaar aan overmacht ingeboet. Het is nog steeds met stip de leidende militaire macht ter wereld, maar initiatieven zoals de BRICS en de economische eigengereidheid van bijvoorbeeld China brengen dat ‘evenwicht’ nog meer in gevaar.
In dat krachtenspel moeten de VS en de westerse economische elite er alles aan doen om de Saoedische monarchie te vriend te houden. Vandaar de krampachtige beslissingen van staatsleiders van de VS, Frankrijk, Groot-Brittannië, en in hun kielzog kleinere meelopers als België, om de woede en walging van de eigen publieke opinie te weerstaan.
Bronnen:
- The U.S. Strategy to Control Middle Eastern Oil: “One of the Greatest Material Prizes in World History”
- Is the world too big to fail?
Artikel oorspronkelijk verschenen in DeWereldMorgen.be.