De Griekse media zijn niet mals met hun kritiek op het bereikte akkoord. Ook de oppositie roert zich. Voormalig minister Samaras ziet het verschil niet met wat zijn regering had afgesproken. Maar er is één ding waar de media en de oppositie in alle talen over zwijgen.
Woensdag 25 en donderdag 26 februari vergaderen alle 149 leden van de parlementaire fractie van Syriza om hun standpunt te bepalen over het in Brussel bereikte akkoord.
Intern debat Syriza
“36 procent van de Grieken hebben voor Syriza gestemd, voor een partij die amper vijf jaar terug nog maar een klein 5 procent haalde. Dat zijn grotendeels mensen die zijn overgestapt van de traditionele partijen, vooral dan van PASOK maar ook van de conservatieve Nieuwe Democratie. Die zijn voorlopig nog altijd gematigd positief over de bereikte resultaten”, aldus correspondent Bruno Tersago, die al vijftien jaar in Athene woont en werkt.
Hij verwacht dat alleen de meer extreme linkervleugel van de partij – die geen echte partij is maar een coalitie van partijen – nog een harde dobber zal zijn voor eerste minister Alexis Tsipras. Zij staan immers voor een radicale breuk met het beleid van de vorige regeringen en zien een Grexit – een uitstap uit de euro – wel zitten. Zij willen ook de reeds uitgevoerde privatiseringen van overheidsbedrijven terugdraaien.
“Het is natuurlijk ook een spel met woorden”, volgens Tersago. “In het akkoord staat dat de reeds uitgevoerde privatiseringen niet worden teruggedraaid, maar dat nieuwe privatiseringen moeten gebeuren volgens eerlijke marktprijzen en niet tot privémonopolies mogen leiden. Met die argumenten kan je echter zowat alle door de vorige regering goedgekeurde privatiseringen afkeuren, want daar gaat het over bedrijven die voor een appel en een ei werden verkocht, ver onder hun reële marktprijs.”
Minister van Productieve Heropbouw, Leefmilieu en Energie Panagiotis Lafazanis komt uit die linkervleugel van Syriza en heeft al openlijk verklaard zich niet neer te leggen bij een aantal ‘uitgevoerde’ privatiseringen. De vraag is wanneer juist een privatisering uitgevoerd is. Volgens sommigen is dat wanneer de onderhandelingen beëindigd zijn en er een akkoord is over de aankoper, volgens anderen geldt dat pas als die aankoper ook effectief zijn koopsom gestort heeft in de Griekse staatskas.
Tersago: “Tsipras zal met de achterban van Lafazanis nog een aardig robbertje moeten uitvechten. Hij zal dat denk ik wel halen, want per slot van rekening kan zijn linkervleugel niet geloofwaardig een regering laten vallen die amper één maand bestaat. Bovendien, er staan toch ook heel wat maatregelen in de steiger, die voor de arme Grieken wel degelijk een verschil zullen maken”.
De coalitiepartner van de partij Onafhankelijke Grieken zal daarentegen geen enkel probleem geven. “De partij van Kammenos had zware klappen gekregen en is net boven de kiesdrempel gebleven. Kammenos zelf is minister van Defensie en profileert zich enkel met het uitbrengen van omkoopschandalen in het leger. Werk genoeg. Verder worden ze in Griekenland niet meer ernstig genomen. Daar zitten immers politici bij die geloven in de samenzwering van ‘chemtrails‘ (het idee dat vliegtuigen sproeistoffen lozen die de mensen hersenspoelen).”
De Griekse media
De media zijn bijzonder kritisch, zegt Bruno Tersago. “Zij stellen de vraag of er wel iets veranderd is. Er is wel een deel van het bereikte akkoord waar ze het niet over hebben, en waar de politici van de oppositie ook liever over zwijgen.”
Het gaat over volgende alinea (pagina 3 van het akkoord, 5de bullet point onder de titel ‘Public administration & coruption): Onmiddellijk de bestaande (maar niet toegepaste) wetgeving activeren, die de inkomsten van de media (pers en internet) regelt, verzekeren dat (door gepast opgestelde openbare offertes) zij aan de staat marktconforme prijzen betalen voor de gebruikte zendfrequenties, de huidige operatie verbieden van voortdurend verlieslatende media (zonder een transparant proces van herkapitalisering).
Tersago: “De media betalen hier helemaal niets voor zendlicenties, voor de radiofrequenties en dergelijke. De wet voorziet dat wel, maar die werd nooit afgedwongen. Ook de trojka heeft daar nooit een punt van gemaakt. Dit gaat nochtans over veel geld. De media hier, die sowieso niet aan de kant van Syriza staan, zijn daar dus heel ongerust over en zwijgen in alle talen over dat deel van het akkoord.”
De algemene publieke opinie in Griekenland staat ondertussen nog altijd zeer gunstig tegenover de regering. In de recentste opiniepeiling van zondag 22 februari haalde eerste minister Alexis Tsipras 80 procent en Yanis Varoufakis, zijn minister van Financiën, 75 procent. “Dat zijn ongezien cijfers in de Griekse politiek”, aldus Bruno Tersago.
Andere percepties van de crisis
Professor Jan Blommaert van de Universiteit van Tilburg is in Athene, in het kader van een samenwerkingsproject met de Hellenic American University. “We onderzoeken hier hoe de crisis gepercipieerd wordt, hoe woorden en definities worden gebruikt, hoe meningen als evidenties worden voorgesteld.”
Volgens Blommaert is er wel degelijk sprake van een betekenisvolle overwinning voor Griekenland. “Men heeft een basisprincipe van de democratie hersteld. De trojka werd gedelegitimeerd en in feite gemarginaliseerd. Zij mogen nog als boekhouders komen kijken hoe de Grieken hun eigen oplossingen voor de crisis uitwerken. Men is hier ook razend enthousiast over het feit dat er terug echt onderhandeld werd in Brussel. Met de vorige regeringen was dat zeer droevig gesteld. Die deden niet eens de moeite om voor hun eigen land te vechten.”
Toch zal er nog hard gekibbeld worden door de Eurogroep over de concrete invulling van het akkoord. “Wat opvalt is hoe sommigen nog steeds de arrogantie van de macht niet kunnen afleggen. Christine Lagarde, de grote baas van het IMF, vond dat er te weinig details in het akkoord staan over de hervorming van het arbeidsrecht. Deze houding is zo vanzelfsprekend geworden dat de meeste media dat niet eens opmerken. Het komt erop neer dat Lagarde vindt dat niet het Griekse parlement maar zij wetsontwerpen moet kunnen beoordelen en goedkeuren.”
“Bij ons staat men daar niet bij stil, maar dat Duits minister van Financiën Schauble zomaar kon zeggen dat het niet aan de Grieken is om te bepalen wat het minimumloon is, of dat onze minister van Financiën Van Overtveldt kan zeggen dat ‘ongeacht de Griekse verkiezingsuitslag’ de besparingen van de trojka onverminderd moeten doorgaan, is een regelrecht aanval op de essentie van de democratie.”
“In feite is die overname van de democratie door de economische machten al een tijd bezig, maar in 2008 heeft men via de trojka de forcing willen voeren. Dat is aanvankelijk ook goed gelukt. Het idee dat enkel nog ‘economische experten’ economische beslissingen mogen nemen, werd algemeen toegepast. Ze breidden dat daarna uit tot zowat alle beleidsdomeinen. Griekenland heeft dat veranderd. Dit is onze crisis, dus gaan wij die ook met onze methodes aanpakken. De uwe hebben immers nooit gewerkt.”
Blommaert merkt dat in Athene de mensen heel anders praten over de crisis dan hier. “Varoufakis heeft dat goed gezien. Voor hem betekent ‘crisis’ de humanitaire crisis van de arme Grieken en is die andere ‘crisis’, die van het geld, een Europees probleem. Daarmee heeft hij een fundamentele verandering geforceerd.”
Waardigheid
Jan Blommaert merkt onder zijn Griekse studenten een herwonnen gevoel van welbehagen. “Zij hebben het over waardigheid en soevereiniteit. Er is ook een andere symbolische verandering gaande. De politie is uit het straatbeeld verdwenen. Het Syntagmaplein is niet meer permanent afgezet met bussen vol ordetroepen in robocop-uitrusting. Ook rond de campussen zijn ze verdwenen. Dit is een regering die toont dat zij de bevolking vertrouwt en haar vrij laat om te betogen.”
“We zien hier heel goed het failliet van de klassieke politiek, met professionele politici, gevestigde partijen. Wat in Griekenland is gebeurd is ook een teken aan de wand voor de media, niet alleen in Griekenland trouwens. Ondanks jarenlange bashing van Syriza in zowat alle media heeft de bevolking voor hen gekozen.”
“Toen ze de vorige verkiezingen nog verloren hadden, gingen de media er ook van uit dat het voor Syriza gedaan was. Ze werden afgeschilderd als passé. Dat is niet gebeurd, integendeel. Je merkt dat ook in andere landen, Podemos in Spanje bijvoorbeeld. Dit kan je alleen verklaren door het feit dat de mensen de media niet meer geloven.”
“De Grieken zijn zich bewust van de groeiende steun in de andere Europese landen, onder de radar van de media, maar eigenlijk hebben ze vooral hun eigen keuzes gemaakt. Terwijl in de rest van de EU alle media de komende ‘catastrofe’ aankondigden waarin Griekenland zou terechtkomen als er op 28 februari geen akkoord zou zijn, hadden zij het over de echte ‘catastrofe’, die van de duizenden bedelaars, de mensen die uit hun huis gezet zijn, de mensen die voor een hongerloon werken, de armen die ze dagelijks op straat zien.”
Artikel oorspronkelijk verschenen in DeWereldMorgen.be.