De beslissingscarrousel over het vrijhandelsakkoord TTIP tussen de EU en de VS draait volop. Het verzet tegen dit akkoord groeit in zowat alle EU-lidstaten naarmate duidelijker wordt waar dit verdrag voor staat. In tegenstelling tot wat voorstanders beweren, is dit verdrag allesbehalve een gedane zaak.
De Commissie Internationale Handel (INTA) van het Europees Parlement heeft in haar recente zitting niet over het TTIP-verdrag zelf gestemd. Dit verdrag is nog niet aan goedkeuring toe. De INTA-Commissie heeft enkel een rapport van de Europese Commissie besproken van de lopende onderhandelingen over het verdrag en een aantal ‘aanbevelingen’ geformuleerd.
De betrokken Commissie heeft deze aanbevelingen in een eigen rapport samengebracht. 35 Europarlementsleden van de INTA-Commissie hebben het goedgekeurd, 20 hebben tegen gestemd, 2 hebben zich onthouden. Onder de voorstemmer waren de aanwezige Belgen, Mark Demesmaeker (N-VA) en Hilde Vautmans (VLD). Het derde Belgische lid van de INTA-commissie Marie Arena (PS) was niet aanwezig.
Niet de laatste stap voor het TTIP
Het INTA-rapport gaat naar de plenaire vergadering van het Europees Parlement, waar het naar alle waarschijnlijkheid de goedkeuring zal krijgen van de drie grootste politieke fracties: de sociaal-democraten (met SP.A en PS), de conservatieven (met N-VA, CD&V en CDH) en de liberalen (met VLD en MR). De groene fractie (Groen) en de fractie van verenigd links (waaronder het Spaanse Podemos en het Griekse Syriza) zullen tegen stemmen, net als de meeste onafhankelijke parlementaire groepen. Daarmee wordt een verdere stap gezet naar het afsluiten van het TTIP-akkoord.
Wie voor het eerst een dergelijke tekst leest, zal de indruk hebben dat een en ander redelijk meevalt. Er worden veel zinnen in de voorwaardelijke wijs geformuleerd (‘zouden’ en ‘kunnen’ zijn frequent gebruikte werkwoorden) . Dat is niet ongewoon in dit soort documenten, die het resultaat zijn van wikken en wegen tussen politieke fracties, die elk hun ei kwijt willen. Iedere fractie wil immers wel een paar zinnen die ze daarna kunnen citeren om hun stemgedrag te verantwoorden.
Zoals: “een ambitieus en evenwichtig akkoord met de VS zou de herindustrialisering van Europa ondersteunen“. Los van het feit of een verdere milieuvernietigende industrialisering gewenst zou zijn, is dit een stelling die door geen enkel onderzoek of ervaring met andere vrijhandelsakkoorden wordt bewezen.
Hetzelfde geldt voor de volgende stellingen: “[dit verdrag heeft] potentieel om opportuniteiten te creëren voor KMO’s … een overeenkomst tussen de twee grootste economische blokken van de wereld heeft het potentieel om standaarden, normen en regels te creëren die zullen overgenomen worden op globaal niveau, die in het voordeel van derde landen zou zijn en die een verdere fragmentering van de wereldhandel zou kunnen voorkomen“.
Niet vrij, niet over handel, geen akkoord
In feite is de gekozen titel ‘vrijhandelsakkoord’ misleidend. Eerst en vooral is dit geen ‘vrij’ akkoord. Het wordt volledig achter gesloten deuren onderhandeld door Europese ambtenaren, die de richtlijnen van de Europese Commissie volgen (niet die van het Europees Parlement, laat staan van de INTA-Commissie).
De onderhandelingen zijn echter allesbehalve geheim voor de grote bedrijven, die met honderden adviseurs rechtstreeks betrokken worden bij de bilaterale gesprekken tussen de EU en de VS. Volledig afwezig zijn consumentenorganisaties, vakbonden, leefmilieuorganisaties en zowat alle organisaties van de civiele maatschappij, samengevat: de bevolking zelf, inclusief ditmaal de Europese parlementsleden.
Geheimhouding is geen probleem
De INTA-Commissie omzeilt in haar rapport het probleem van die geheimhouding. Ze bevestigt zelfs dat dit de goede manier van handelen is “een zekere mate van vertrouwelijkheid is vereist in onderhandelingen om een resultaat van hoge kwaliteit te bekomen, de beperkte mate van transparantie waarmee de onderhandelingen werden gevoerd in het verleden hebben geleid tot tekortkomingen op vlak van democratische controle van het onderhandelingsproces“ Overigens hebben zelfs deze parlementsleden geen inzage in de documenten van de onderhandelingen.
Ten tweede is dit geen akkoord over ‘handel’ maar over de bescherming van de voorrechten van investeerders. Het is ten slotte ook geen ‘akkoord’, vermits er geen enkele betekenisvolle democratische inspraak is van de betrokken bevolkingen, aan beide zijden van de Atlantische Oceaan.
Last but not least, dit is niet eens een akkoord ‘tussen de EU en de VS‘. Dit is een overeenkomst die wordt onderhandeld tussen bedrijven in de VS en de EU aan de ene kant en de overheden van de VS en de EU aan de andere kant. Deze manier van voorstellen is weliswaar een vereenvoudiging van de complexe realiteit – overheden en bedrijfswereld zijn immers organisch met elkaar verbonden – maar het beeld klopt toch.
Dit is een akkoord dat de belangen van de bedrijven in de VS én de EU boven de belangen van de bevolking in de VS en de EU zal stellen.
De haalbaarheidsstudies die de Europese Commissie bestelde bij studiebureau’s bleken niet onafhankelijk te zijn en aan elkaar te hangen met los zand van onbewezen veronderstellingen. Een aantal studies door Europese universiteiten weerlegden de beweerde streefcijfers van deze prognoses volledig. In haar rapport maakt de INTA-Commissie zich ervan af met een dubbelzinnige formulering: “haalbaarheidsstudies tonen tegenstrijdige resultaten“.
Dit verdrag gaat de economische beslissingsmacht van landen overdragen aan multinationals en hun advocaten. Hoe gebrekkig onze parlementaire democratieën ook zijn (en dat zijn ze), een regering door bedrijven gaat veel verder.
Het verzet groeit
In de ons omringende landen is het verzet tegen dit verdrag al enige tijd bezig. In Frankrijk focust men vooral op de bescherming van eigen culturele rechten. Nederlanders tonen zich bezorgd over de mogelijkheid dat Amerikaanse chloorgebleekte kippen voortaan ook in de supermarkten zullen verkocht worden, zonder dat dit vermeld wordt op het label. In Duitsland beseft men dat ook de sociale rechten zwaar onder druk zullen komen te staan.
Het rapport bevestigt het centrale dogma van het neoliberale gedachtegoed: “export door handel en groei door investeringen zijn sleutels voor banen en economische groei die geen overheidsinvesteringen vergen”. Voor de overheid is met andere woorden geen rol van betekenis weggelegd. Dit is uiteraard een ideologische stellingname.
De Belgische publieke opinie hinkt tot recent wat achterop, maar een brede waaier van middenveldorganisaties heeft zich op 5 mei 2015 verenigd in een actieplatform tegen het verdrag
Weinig aandacht in media
Hoewel de onderhandelingen over dit verdrag al meer dan twee jaar bezig zijn, hebben de Belgische mainstream media er tot voor kort nauwelijks of geen aandacht aan besteed. De recente berichtgeving geeft een beeld van voor- en nadelen, wat de indruk wekt dat het hier om een akkoord gaat dat wel kritisch mag worden bekeken, maar in ieder geval globaal gezien positief zal zijn voor de EU.
Dat dergelijke ‘akkoorden’ zo geheimzinnig zijn en weinig media-aandacht krijgen, is op zich niet ongewoon. Internationale verdragen zijn meestal saai en het is niet altijd eenvoudig om uit te leggen wat het belang is voor de man en vrouw in de straat. Deze vrijhandelsakkoorden zijn echter een categorie apart.
Dit gaat niet over de erkenning van elkaars rijbewijzen en nummerplaten van de auto. Dit akkoord wil het wezen van de democratie zelf, namelijk het vorm geven aan de maatschappij op sociaal en economisch vlak, uitbesteden aan multinationals.
De ondoorgrondelijke teksten van dergelijke akkoorden zijn smulfestijnen voor gespecialiseerde juristen. De tekst van het rapport van de INTA-Commissie is daar een goed voorbeeld van. Dat weten de onderhandelaars en de voorstanders ook. Ook de Europese Commissie rekent volgens een interne nota op de volledige steun van de media.
De ‘gemiddelde diepte’ van de rivier is maar één meter
Voorstanders zullen hun gelijk dus steevast verdedigen met veralgemeniserende platitudes, zoals de gemiddelde opbrengst die dit akkoord voor elke EU-burger zal met zich meebrengen. Daar zeggen ze dan wijselijk niet bij of die meeropbrengsten wel gelijkmatig zullen worden verdeeld over de bevolking. Dat wordt met ‘gemiddelden’ immers gesuggereerd.
Daarnaast wijzen ze op het verwachte hoge aantal nieuwe banen. Of dit hoogbetaalde banen zullen zijn met werkzekerheid, zal je van hen niet te weten komen, evenmin als het aantal banen dat op andere plaatsen zal verloren gaan.
Hoe betrouwbaar de geciteerde cijfers zijn, blijkt uit dit interview met toenmalig Europees Commissaris voor Handel Karel de Gucht. Dit interview toont aan hoe belangrijk (en zeldzaam) een goed geïnformeerde journalist is.
Het mag verbazen dat mainstream media ondertussen niet het gevaar zien voor hun eigen voortbestaan. Buitenlandse, Amerikaanse, Franse, Britse, Duitse mediabedrijven zullen hier vrij kunnen ‘concurreren’ en de Belgische mediawetgeving naast zich neerleggen, want ‘vervalsende concurrentie’.
Sociaal verzet heeft altijd zin
Amerikaans historicus Howard Zinn zei het al: “Het probleem is niet ongehoorzaamheid van de mensen, het probleem is hun gehoorzaamheid”. Wie zich bij voorbaat gewonnen geeft, steunt mee de verwezenlijking van dit verdrag. Wie zich verzet, alleen of samen, creëert de kans dat de democratie het toch haalt.
Dit verdrag kan wel degelijk nog tegengehouden worden. Het is in de recente geschiedenis al tweemaal gebeurd. Het Multilateral Agreement on Investment (MIA) werd van 1995 tot 1998 eveneens achter gesloten deuren onderhandeld en is gestrand op massaal verzet van de civiele maatschappij in de betrokken OESO-landen. Recenter werd het Anti-Counterfeiting Trade Agreement (ACTA) in 2013 gekelderd.
Eenmaal de TTIP-onderhandelaars een finale tekst overeengekomen hebben, moet die door het Europees Parlement gesluisd worden. Daarna moeten de eigen parlementen van alle 27 EU-lidstaten dit verdrag nog met een meerderheid ratificeren.1 (Nauwelijks opgemerkt is dat de huidige Griekse regering al heeft laten weten dat zij TTIP niet zal goedkeuren – het verdrag geldt alleen als alle lidstaten ratificeren). Dat schept ruimte en tijd voor politieke actie.
Het maatschappelijke middenveld is gealarmeerd. Hun wacht de taak de publieke opinie te informeren en te mobiliseren.
1 Door de goedkeuringsstemming in het nationale parlement wordt een verdrag een wettelijk bindende tekst. Men noemt dit ‘ratificatie‘ en niet gewoon ‘stemming’ omdat verdragen in tegenstelling tot gewone wetten niet kunnen worden geamendeerd of gewijzigd door het parlement. Verdragsteksten zijn in hun geheel te nemen of te laten.
Artikel oorspronkelijk verschenen in DeWereldMorgen.be.