“Vaarwel Istanbul”: het Ottomaanse Rijk sterft, Turkije wordt geboren

Vaarwel Istanbul van Ayse Kulin
FacebooktwitterFacebooktwitter

Turks auteur Ayşe Kulin schreef een familie-epos dat zich afspeelt in de laatste dagen van het Ottomaanse Rijk in 1922-1923, kort voor het ontstaan van de Turkse republiek. Ze biedt een boeiende inkijk in de rijke Turkse geschiedenis en confronteert ons met onze vooroordelen over dit fascinerende land.

Ayşe Kulin (1941) (zeg ‘Aajsje Koelin’) debuteerde in 1984 met een bundel kortverhalen. Eén verhaal uit die bundel werd in 1986 verfilmd en kreeg meerdere prijzen. Zij werkte daarna vooral als scenarioschrijver, filmregisseur en producer van televisieseries. Pas in 1996 hervatte zij haar werk als auteur. Sindsdien heeft ze 28 novelles, romans en kortverhalen gepubliceerd. Tweemaal verkreeg ze de Turkse titel “auteur van het jaar”.

Internationale doorbraak

Haar in 2014 in het Nederlands vertaalde roman Vaarwel Istanbul schreef ze reeds in 2007. Het boek werd na een heruitgave in 2009 in het Engels vertaald, waarmee ze in het buitenland enige naam verwierf met oud en nieuw werk. Nog drie andere boeken van haar werden sindsdien in het Engels gepubliceerd. Toch is ze nog relatief bekend buiten haar eigen land. Vaarwel Istanbul is in Turkije haar grootste succes, met meer dan 500.000 verkochte exemplaren.

Kulin behoort tot de Turks-nationalistische mainstream. In een interview verklaarde ze ooit dat er redenen waren voor de Armeense genocide en dat “zulke dingen nu eenmaal gebeuren in oorlogstijd”. Later kwam ze daar op terug en bood de Turks-Armeense gemeenschap haar excuses aan.

Fictie en geschiedenis

De auteur draagt dit boek op aan haar overgrootvader Ahmet Reşat Paşa (zeg ‘Reshat Pasha’) en haar moeder Sitare. Dat zijn ook de namen van de twee hoofdpersonages in Vaarwel Istanbul. Het is niet duidelijk of het boek ook werkelijk over haar eigen familieleden gaat. Ahmet Reşat Paşa was één van de eerste Turkse economen met een Westerse opleiding. Hij werkte reeds voor sultan Abdul Hamid II, de laatste monarch die nog reële absolute macht had over zijn rijk tot aan zijn afzetting in 1909. Daarna had Reşat meerdere functies in de centrale regering in Istanbul, tot aan de ontbinding van het Ottomaanse rijk in 1923 1.

Dit boek kan je op verschillende manier lezen. Als het verhaal van een familie in turbulente tijden of als een inkijk in een belangrijk historisch keerpunt. Wat is een staat, een volk, een natie? Wat bindt bewoners van een land, hun taal, hun godsdienst, hun cultuur? Worden culturen evenwaardig behandeld?

Je kan het boek ook lezen als de analyse van een veranderende maatschappij. De maatschappelijke zekerheden van het feodale Ottomaanse Rijk gaan moeizaam over in de moderne maatschappij, zonder de tussenstap van de industriële revolutie, zoals in Noordelijk West-Europa.

Meermaals confronteert Kulin de lezer met zijn/haar eigen vooroordelen. Jonge Turkse vrouwen blijken het arrangeren van hun huwelijk door hun ouders heel normaal te vinden. Dat betekent echter niet dat ze slaafse onderdanen van hun partners zijn. Voorstellen van de ouders worden openlijk afgekeurd en mannen worden regelmatig op hun plaats gezet in het huishouden. Ze zijn ook allesbehalve passief of onderdanig op seksueel vlak. Daar staat tegenover dat naar buiten alleen de heer des huizes het woord voert en dat de dames nooit met hun mannen over hun werk praten.

Istanbul

Dit is een verhaal van de betere klasse van Turkije. Het verhaal speelt zich bijna uitsluitend af in de kamers en de grote tuin van een ruime stadswoning in de wijk Beyazit van de (toenmalige) hoofdstad Istanbul. Ahmet Reşat is minister in de regering van het Ottomaanse Rijk, maar geen lid van de rijke elite. Zijn gezin kan je best omschrijven als hogere middenklasse. Dat maakte hen nog altijd deel van een kleine toplaag van de bevolking. In 1923 bestond het overgrote deel van de Turkse bevolking (net als de andere volkeren van het Ottomaanse Rijk) nog uit arme boeren.

Deze familie leeft in twee zeepbellen, een ruimtelijke van de hoofdstad Istanbul en een sociale zeepbel, die van haar maatschappelijke klasse. De dames spenderen de dag met roddels, intriges, schandaaltjes en koppelarij, terwijl de heren ‘ernstige’ zaken bespreken. Ondertussen loop het Ottomaanse rijk op zijn laatste benen. De hoofdstad wordt bezet door buitenlandse troepen. In het Turkse binnenland woedt zowel een interne Turkse burgeroorlog als een oorlog met bezettende Britse, Griekse en andere troepen.

De oudste dochter van het gezin vindt het op zestienjarige leeftijd geen probleem om uitgehuwelijkt te worden aan de veertigjarige huisarts, maar staat er ondertussen op dat ze haar opleiding niet zal onderbreken na haar huwelijk. Kortom, dit gezin leeft in een soms bizarre combinatie van feodale en moderne leefgewoontes. Koppelarij is uitsluitend een zaak van de vrouwen zelf. De mannen brengen formeel het besluit van de vrouwen naar buiten als het hunne, maar in werkelijkheid heeft de oude oma de beslissing genomen.

Van feodaliteit naar moderniteit in één generatie

Met onze hedendaagse blik valt het moeilijk te vatten, maar de auteur vertelt het heel geloofwaardig. De Ottomaanse elite leefde effectief op een tweesprong tussen moderniteit en feodaliteit. Het is dezelfde dubbelzinnigheid waarin het gezin Reşat leeft, die ook het Ottomaanse rijk ten val bracht.

Als een nog grotendeels middeleeuws georganiseerd imperium was het Ottomaanse rijk immers niet opgewassen tegen de technologische ‘moderne’ overmacht van de andere imperia – dat waren in hoofdzaak het Britse en het Franse imperium, het Russische imperium speelde ook wel een rol in die ondergang, maar was enkele jaren eerder – in 1917 – zelf bezweken onder een interne revolutie. Ook dat andere imperium Oostenrijk-Hongarije overleefde de ‘Groote Oorlog’ (de Eerste Wereldoorlog) niet.

Minister Reşat, het hoofdpersonage, moet zijn trouw aan het regime verzoenen met zijn familiale plicht. De familie-eer dwingt hem een neef te verbergen voor de politieke repressie van het regime waar hij zelf deel van uitmaakt. Zijn neef Kemal heeft meegewerkt aan een beweging die wil breken met het feodale Ottomaanse Rijk, om een modern Turkije op te richten. Kemal is zwaar ziek na zijn deelname aan de burgeroorlog in het binnenland. Zijn lichaam is zwaar gehavend door langdurige onderkoeling.

Mehpare, een ver nichtje, weet hem met haar goede zorgen in leven te houden en enigszins op te kalefateren, waarna van het een het ander komt. Dat romantisch subverhaal is de enige wat zwakke schakel in dit verder zeer boeiende familie-epos.

Het blijft immers ongeloofwaardig hoe die romance ongezien kan evolueren in de strakke gezinsorganisatie van dit Turkse upper class-gezin, waar geen plaats of begrip is voor privacy, en waar een seksuele romance nooit ongemerkt maandenlang kon doorgaan. De zwangerschap die eruit volgt, leidt zonder al te veel problemen tot een huwelijk tussen personen, hoewel die niet tot dezelfde klasse behoren en er geen enkele voorafgaande instemming van de betrokken families aan voorafging.

De familie Reşat heeft het volgens eigen aanvoelen niet breed. Voor haar levensonderhoud heeft ze echter de beschikking over een uitgebreide staf personeel, die in het verhaal de historisch correcte rol krijgt van achtergrondfiguratie.

Geen enkel personeelslid heeft een privéleven die naam waardig. Hun meningen, als er al om wordt gevraagd, zijn nette kopietjes van de gedachten van hun bazen. Zij zeggen niet wat ze echt denken, maar geven de antwoorden waarvan ze denken/vermoeden dat dat de juiste antwoorden zijn, die hun meesters zal bevallen. Best aangenaam voor het gezin, maar niet bepaald ideaal om te weten wat er leeft onder de bevolking.

Een eeuwenoud rijk sterft

Minister Reşat heeft wel meer zorgen aan zijn hoofd dan zijn gezin en zijn rebelse neef. Ook over het regime zelf heeft hij zijn twijfels. Geleidelijk aan nemen die toe, tot de omstandigheden hem verplichten het onvermijdelijke in te zien.

Wanneer hij uiteindelijk moet vluchten voor een dreigende executie, laat hij zijn gezin achter met de boodschap dat het voorbij is en dat de status, de zekerheid en de stabiliteit die het rijk hen bood niet meer zal terugkomen. Zijn gezin zal zijn weg moeten vinden in het nieuwe Turkije. Vaarwel Istanbul alludeert zo ook op het einde van Istanbul als hoofdstad van dat immense imperium, de rebellen hebben immers al beslist dat Ankara de nieuwe hoofdstad wordt.

Auteur Kulin heeft al deze elementen verwerkt tot een zeer vlotte roman. De lezer heeft geen moeite om in dat kluwen de personages te herkennen als mensen van vlees en bloed, die met hun tekortkomingen en de onbewuste vooroordelen van hun tijd er toch het beste van proberen te maken.

Turkije wordt geboren

Vaarwel Istanbul geeft een boeiende inkijk in de ondergang van het Ottomaanse Rijk, het laatste imperium dat zich nog openlijk zo noemde. De lezer begrijpt na dit boek beter de Turkse mentaliteit, die maakt dat de Turken zich een miskend volk voelen en menen dat hun rijke cultuur en historisch erfgoed door het westen niet naar waarde wordt geschat en dat Turkije veel meer in zich heeft dan zijn huidige grenzen.

Na het lezen van dit boek begrijp je ook beter waarom het Turkse volk in zijn geschiedenis enerzijds altijd veel respect heeft betoond voor de rechten van minderheden, andere talen en godsdiensten, maar tezelfdertijd er van uitging dat de Turkse cultuur in dat grote geheel wel dominant hoorde te zijn en bereid was die dominantie gewapenderhand op te leggen.

Turks auteur Ayşe KulinIn hoeverre is die heersersmentaliteit echter verschillend van de vanzelfsprekende houding waarmee West-Europa in de rest van de wereld vandaag ‘vrijheid’ en ‘democratie’ promoot, vanuit de onuitgesproken stelling dat onze beschaving superieur is, een houding die zo vanzelfsprekend wordt gevonden dat ze nooit uitgesproken hoeft te worden?

Ayşe Kulin schreef een fascinerend boek dat zowel de fan van historische werken, de politieke analist als de liefhebber van familiedrama’s en romantische intriges zal aanspreken.

Van Ayşe Kulin verscheen in vertaling ook De laatste trein naar Istanbul (2008).

1 Het boek werd (uitstekend) vertaald door de Nederlandse Sytske Breunesse en Irene ’t Hooft. Zij gebruiken het in Nederland courante “Osmaanse Rijk”, naar analogie met het Duitse “osmanisch”. In Vlaanderen zegt men eerder “Ottomaanse Rijk” zoals in het Engelse “Ottoman Empire”. Beide termen zijn evenwaardig. Uitgeverij De Geus heeft ook gekozen voor “Istanbul” in plaats van “Istanboel”. Beide schrijfwijzen zijn correct.

Artikel oorspronkelijk verschenen in DeWereldMorgen.be.