‘The Monsanto Years’, Neil Young versus PlunderCo

'The Monsanto Years', Neil Young versus PlunderCo
FacebooktwitterFacebooktwitter

Neil Young wordt 70 op 12 november 2015, maar weet van geen ophouden. Waar zijn leeftijdgenoten zich tevreden stellen met het eindeloos spelen van de oude hits in het nostalgiecircuit, weet hij zich telkens weer heruit te vinden. Met The Monsanto Years zet hij zijn jarenlange politieke inzet voor Farm Aid verder en levert tegelijk een album met een set stevige nieuwe songs.

Neil Young, je houdt er van of je haat hem. Er zijn er wel meer die de zanger met de hoge nasale stem, de stokkende gitaar en de weemoedige teksten niet pruimen. Dat raakt de die-hard Neil Young niet. Van bij het begin van zijn muzikale loopbaan in 1967 bij de rockband Buffalo Springfield ging hij eigenzinnig zijn weg.

Neil slechts het zoveelste lid van een band en geen onbetwist leider? Dat kon uiteraard niet. Na twee jaar ging hij er van door. Het is nooit meer gestopt. Alleen met Stephen Stills, dat andere lid van die groep, die ook altijd de baas wou zijn, bleef hij een aan/uit vriendschap en samenwerking onderhouden.  Die weet hem af en toe nog te overtuigen om het vierde wiel te zijn van Crosby, Stills, Nash and Young.

Neil Young heeft een loopbaan met vele hoge toppen en even vele diepe dalen. Zelfs in de periodes dat zijn nieuwe albums nauwelijks verkochten bleef hij altijd volle zalen lokken. Zijn charismatische persoonlijkheid blijft een enigma voor de ernstige critici. Zijn concerten zijn zelden of nooit ernstig verzorgd, hij slaat al eens de toon mis, zet een nummer verkeerd in en toch krijgen de fans er  niet genoeg van.

Geen éénhitwonder

Niet te geloven dat deze man met zoveel bekende songs maar één echte nummer één in de hitparade had. Heart of Gold in april 1972. Neil’s songs zijn trage diesels. Je hoort ze direct graag, zonder er echt bij te stil te staan hoe goed ze wel zijn. Like a Hurricane stond al jaren als beginnummer op zijn set voor hij het op plaat zette. Net als Rockin’ in the Free World werd het nooit een hit en toch kent zowat iedereen ze en blijven zijn nummers (niet alleen deze twee) opduiken in Top100-en van alle tijden.

Neil Young

In Europa treedt hij meestal met zijn vaste begeleidingsgroep Crazy Horse op. Minder bekend is dat hij in de VS en Canada (zijn thuisland) ook zeer bekend is het country-rock-circuit. Voor een Europeaan kan zijn recentste album dus enigszins verrassen. Neil Young en landbouw? Zijn Amerikaans publiek weet beter. Neil Young is sinds 1985 een van de vier drijvende krachten achter Farm Aid samen met Willie Nelson, John Mellencamp en David Matthews. Dit zijn in Europa minder bekende country-rockers, die in de VS echter op dezelfde hoogte staan als Neil Young.

Neil Young’s steun aan de kleine, onafhankelijke landbouwers van de graangordel van de Midwest gaat met andere woorden al dertig jaar mee. Hij treedt voortdurend op voor benefits met occasionele begeleidingsgroepen, die zijn muziek – ook zijn hardere nummers – in een countrysausje dopen.

Greendale

In 2003 was er al het beregoede Greendale met Crazy Horse (zonder tweede gitaar Franks Sampedro) die in een zeer sober uitgeklede songs het verhaal vertellen van de familie Green (Neil is niet bepaald subtiel in het uitdrukken van zijn sympathie voor groene actie). Daarin zingt hij over Mister Green en hoe die tracht te overleven als onafhankelijke kleine landbouwer.

De songs op The Monsanto Years sluiten niet alleen thematisch maar ook muzikaal goed aan bij Greendale. Een aantal nummers zoals Big Box en Rules of Change doen ook wat denken aan Mirror Ball, het album dat hij in 1995 opnam met Pearl Jam.

Die drie albums – Greendale, Mirror Ball en The Monsanto Years – hebben met elkaar gemeen dat ze zijn opgenomen op relatief korte tijd met muzikanten die de songs amper enkele dagen eerder voor het eerst hadden gehoord op demo’s in een zeer rudimentaire versie.

Promise of the Real

Voor dit album sprak hij de zonen van Willie Nelson aan, die hij met hun band Promise of The Real had zien spelen in het voorprogramma van hun vader. Op de dvd bij het album zegt een van die zoons: “Ik krijg een telefoon van Neil Young. Of we tijd hadden om met hem een aantal songs op te nemen? Ik maar doen of ik even in onze agenda moest gaan kijken, terwijl ik het zowat in mijn broek doe van de zenuwen. Natuurlijk hadden wij tijd!”

Promise Of The Real
Promise Of The Real

Neil gaf hen slechts wat akkoordenschema’s en een demo waarop hij de melodieën zong met teksten die nog niet helemaal af waren. “Leer er niet te hard aan. Ik wil niet dat het goed afgewerkt klinkt”. Wie niet van de ongepolijste albums van Neil Young met Crazy Horse houdt, waar je de versterkers hoort brommen terwijl de stekkers worden ingeplugd, die zal hier zijn gading niet vinden. Voor de echte fans, is dit weer eens een album van ‘ole’ Neil waarbij je alleen maar YES kan zitten zeggen, terwijl je de luchtgitaar uit de kas haalt.

Politiek en muziek

Politieke protestsongs, het klinkt wat belegen, zo jaren zestig. De vraag is dus maar, staan de songs van Neil Young op dit album ook stevig zonder de politieke context? Ik zei het al, wees maar zeker van YES!

Het begint direct goed met A New Day for Love, over ’the planet’, dat opent met een klassieke Crazy Horse gitaar, zoals die moet klinken, vettig, zwaar, luid en niet helemaal zuiver. Een meezinger.

Wolf Moon is een klassiek akoestisch Young-nummer, had ook op Harvest of Harvest Moon kunnen staan. Hoge altstem, mondharmonica, Neil heeft het nog steeds. Een ode aan de landbouwer, met als einde het doembeeld van de plunderaars die opduiken. “Seeds of life, your golden fields of wheat, windy fiels of barley at your feet, while you endure the thoughtless plundering”.

Mensen geven niet om de de miljoenen van Chevron, de ‘pijplijnpolitici’, de ‘corporations’, wereldhonger, pesticiden… wat ze dan wel willen? People Want To Hear About Love!

Big Box gaat over een fictief bedrijf met de evidente naam PlunderCo maar echte bedrijven worden ook genoemd, zoals supermarktgigant WalMart die vakbonden verbiedt en zijn personeel minder dan het wettelijk minimum betaalt. Ze zijn overal, de corporations.

A Rock Star Bucks a Coffee Shop is een gezapige rocker met een grappig fluitdeuntje tussenin, maar de vrolijke hoempapa dansmuziek bedriegt. Neil wordt venijnig en komt tot de kern van zijn betoog, tot het meest gehate bedrijf van allen: “I want a cup of coffee, but I don’t want a GMO (ggo in het Engels). I’d like to start my day off without helping Monsanto.” en iets verder “Fascist politicians and Chemical Giants walking arm in arm… Monsanto, Let our Farmers Grow, What They Want to Grow”.

Workin’ Man is het echt gebeurde verhaal van de allerlaatste zelfstandige verkoper van zaaigoed in Indiana, die zijn zaak moest sluiten. Zijn zaaigoed was immers ‘besmet’ door zaad van akkers naast de zijne, die door Monsanto waren gepatenteerd. Die besmetting was er uiteraard in twee richtingen. Niet getreurd. Hij moest voortaan peperdure patenten betalen van de rechter. Dat kon hij uiteraard niet en Monsanto lukte in zijn echte doel: een volledig monopolie op alle zaaigoed in de landbouwstaat Indiana, waar het gebruik van eigen zaaigoed voortaan zwaar beboet wordt. Aankoop van Monsanto-zaad en alle producten die dat plantgoed dan nodig heeft is er voortaan verplicht. Voor iedereen, ook hobby-tuiniers (de Europese Commissie werkt voor het ogenblik aan een nieuwe richtlijn die dat ook wil opleggen in de EU).

Rules of Change gaat over de strijd tegen die patenten, over de absurditeit dat het gebruik van zaad uit de natuur of van eigen kweek niet meer mag. Terechte eisen. Wel jammer dat dit nummer het enige is dat als song wat tegenvalt. Een typische ‘protestsong’, een die je alleen speelt omwille van de boodschap.

The Monsanto Years, het lied, ook titel van het album, is de sterkste song van deze CD. Zelfs voor wie geen flauw benul heeft van waar dit over gaat, is dit een beresterk nummer. Ik geef geen citaat uit de tekst. Laat ik enkel zeggen dat dit nummer niet bepaald populair zal worden in de gebouwen van Monsanto. Prachtige typische Crazy Horse gitaren met dat onnabootsbare staccato-ritme. Als afsluiter ten slotte een wondermooie song van opa Neil: “If I don’t Know (what I’m doin)”.

Rommelig goed!

Promise of the Real zijn een bende jonge muzikanten, die heel enthousiast meespelen met de grandfather of rock, ze missen nog ervaring en het klinkt wat rommelig (de Neil Young-fan weet uiteraard dat dat topkwaliteit betekent).

Als toemaatje zit er een dvd bij waarin de leden van Promise of the Real en Neil hun verhaal doen over het instuderen en opnemen van de nummers, haast niets over de politieke boodschap. Heel even leuk voor de diehard-fan, maar nogal overbodig. Houd het maar bij de cd. Meer dan goed genoeg.

Op de hoes nog enkele niet te mis verstane citaten uit de Amerikaanse pers. Hier alvast twee die kunnen tellen:

“People will have Roundup Ready soya (die alleen met Round Up pesticide kan groeien) whether they like it or not – Ann Foster, spokesperson for Monsanto.

“TTIP” EU under pressure to Allow GMO (ggo) Food Imports from US and Canada”

Een politieke boodschap verpakt in stevige songs. Monsanto heeft al gereageerd met een makke boodschap. Dit kunnen ze immers niet door het gerecht laten verbieden. Niet echt populaire move. Dus maar zeggen dat het ‘personeel van Monsanto dat van Neil Young en zijn muziek houdt teleurgesteld is en zich onterecht geraakt voelt door zoveel onbegrip over al het goede dat wij echt doen”. Ochgottekes.

Artikel oorspronkelijk verschenen in DeWereldMorgen.be.