Journalist Ignacio Ramonet sprak meer dan honderd uren met Hugo Chávez, president van Venezuela van 1999 tot aan zijn dood in 2013. Waar groeide hij op? Waarom werd hij militair op 17-jarige leeftijd? Hoe ontstonden zijn politieke ideeën? Ramonet bundelde hun gesprekken in een fascinerend interviewboek.
In 1992 schreef Ramonet in een artikel naar aanleiding van de poging tot staatsgreep over de toen nog onbekende kolonel Hugo Chávez: “Dit is geen poging tot klassieke staatsgreep zoals die voortdurend worden gepleegd in Latijns-Amerika. De samenzwering van 4 februari (1992) was van het nasseriaanse type, geleid door progressieve militairen.”
Zeven jaar later werd diezelfde man tot ieders verbazing (hemzelf inbegrepen) president van Venezuela, wat hij tot aan zijn dood in 2013 bleef. Meer dan 12 maal doorstond hij glansrijk presidentsverkiezingen, verkiezingen voor het nationaal parlement en voor de deelstaatparlementen en twee referenda. Daarvan verloor hij er één zeer nipt, het referendum voor een nieuwe grondwet, een nederlaag die hij onmiddellijk erkende.
Dertien verkiezingen onder zijn presidentschap werden door alle internationale waarnemende organisaties unaniem als fair, transparant en correct beoordeeld. Desondanks werd en wordt Hugo Chávez in het merendeel van de westerse media afgeschilderd als een potentaat, een dictator, een machtswellusteling. Het Venezolaanse volk is zo vrij er anders over te denken.
Mijn eerste leven voor 1999
Over president Chávez en zijn beleid zijn etteloze boeken geschreven, het ene al minder objectief dan het andere – zowel in positieve als in negatieve zin. Hugo Chávez – Primera Vida (Franse titel Ma première vie) is het eerste en meest volledige boek dat de mens Chávez zelf aan het woord laat, over zijn ‘eerste leven’ voor hij president werd.
Wie was hij? Van waar kwamen zijn maatschappelijke ideeën? Hoe is hij, een beroepsmilitair, in de politiek beland? Hoe kon hij in 1999 met nauwelijks middelen voor een campagne en met alle Venezolaanse media (de openbare media incluis) tegen zich toch voor het eerst verkozen raken tot president?
Het zijn slechts enkele van de honderden vragen die Ignacio Ramonet stelde tijdens meer dan honderd uren opgenomen gesprekken. Ramonet had grootse plannen voor een boek over Chávez. Ma première vie zou het eerste deel van een tweeluik worden, dat naast het leven van Chávez tot voor het presidentschap vanaf 1999 ook dat presidentschap zelf zou omvatten. De auteur had met dat doel van april 2008 tot midden 2011 reeds ongeveer honderd uren conversaties opgenomen.
Ramonet liet de uitgeschreven teksten grondig nalezen door Chávez en afspraken werden gemaakt voor een verderzetting van de gesprekken. Die werden echter uitgesteld omdat Chávez zich niet al te best voelde. Het is er nooit meer van gekomen.
De ziekte en het overlijden van Chávez hebben er anders over beslist. Rest ons dit boek over ‘het eerste leven’ van een fascinerende mens, dat eindigt met zijn verkiezingsoverwinning van 1999, net voor hij de trappen van het presidentieel paleis Miraflores betreedt, over het ‘eerste leven’ van een man die de politieke kaart van Venezuela en Latijns-Amerika heeft hertekend.
Een mens met kwaliteiten en gebreken
In vijftien chronologische hoofdstukken vertelt Hugo Chávez over zijn leven, zijn dromen, zijn illusies, zijn tekortkomingen, zijn vergissingen, zijn triomfen, zijn vrienden. De gesprekken gingen door tussen zijn hectische agenda als president in. Chávez nam immers nooit verlof, werkte elk weekend en elke avond (een werkritme dat heeft bijgedragen tot het veel te laat vaststellen van zijn ziekte). De gesprekken gingen eender waar door waar het even paste.
Hugo Chávez werd geboren in 1954 in het dorpje Sabaneta in de deelstaat Barinas, één van de 23 staten van de Venezolaanse federatie. Barinas ligt in het centrale westen van het land, tegen de Colombiaanse grens. Hoewel zijn ouders arm waren, kwam hij niets tekort op vlak van voeding. “Het leven was eenvoudig. Ik voelde nooit aan dat ik arm was als kind, dat kwam pas later.”
Hugo was een zeer goede leerling en student, maar zijn arme afkomst maakte universitaire studies onmogelijk. Hij deed dus wat vele van zijn lotgenoten deden om sociaal op te klimmen: een militaire carrière.
Het Venezolaanse leger verschilt qua sociale en mentale structuur fundamenteel van de meeste andere Latijns-Amerikaanse legers.
Waar het in de rest van het continent altijd de traditie was om de arme bevolkingsgroepen enkel toe te laten tot de lagere rangen van de militaire hiërarchie en de status van officieren uitsluitend voor te behouden aan de zonen van de hogere klassen, was het in Venezuela al lang mogelijk om met een militaire studiebeurs ook hogerop te geraken. Zo was een aanzienlijk deel van zelfs de topgeneraals van zeer eenvoudige afkomst.
Het is weinig geweten, maar Hugo Chávez was noch de eerste noch de enige officier in Venezuela met progressieve maatschappelijke ideeën. De zeemacht was iets klassieker maar het landleger (waar hij deel van uitmaakte) en de luchtmacht werden grotendeels gevormd door mensen uit alle lagen van de bevolking. Uitzonderlijk was zijn politiek profiel binnen het leger dus niet.
Een atypisch Latijns-Amerikaans leger
Dat atypisch karakter heeft Chávez’s traject naar de macht mee mogelijk gemaakt. Uit de gesprekken met Ramonet blijkt hoe hij langzaam van een politiek passief toeschouwer veranderde in een activistische officier, die progressieve kringen oprichtte, onder het niet bepaald goedkeurend oog van zijn superieuren. In andere landen van Latijns-Amerika betekende dergelijke activiteit een zeker doodvonnis, niet in Venezuela.
Hugo Chávez bleef ondertussen een zeer leergierige jongeman, die zijn kennis vergrootte door zelfstudie en door te lezen. Hij had ook een fenomenaal geheugen, wat ondermeer blijkt uit de tientallen citaten en de boeken die hij aanbrengt tijdens zijn gesprekken met Ramonet.
Boeken, gedichten, liederen
Deze man las veel. Boeken zijn een steeds weerkerend thema in zijn gesprekken. Als president gaf hij een exemplaar van De aderlating van een continent (Las venas abiertas de América Latina) van Eduardo Galeano cadeau aan president Obama. Op een zitting van de Algemene Vergadering van de VN in Washington, DC toonde hij een Spaans exemplaar van het boek Hegemony or Survival van Noam Chomsky. Beide boeken kregen er een enorme boost van in de verkoop. Chávez deed dat dus niet zomaar, hij had die boeken eerst zelf gelezen.
Dat enorme geheugen blijkt ook uit de teksten die hij citeert, de gedichten, de liederen. Chávez had bovendien een aardige toonvaste zangstem, iets wat hij later als president sans gêne gebruikte tijdens tv-uitzendingen en tijdens meetings.
Zijn militaire opleiding, die hij aanvankelijk begon als enig alternatief om sociaal vooruit te geraken, werd geleidelijk een overtuiging. Hij deed het zeer goed in het leger en maakte snel promotie. Het militair plichtsgevoel en de zelfdiscipline die hij daar aanleerde bleef hij tijdens zijn presidentschap trouw.
Solidariteit
Chávez was wat we een niet-praktiserend katholiek zouden noemen (zelf gebruikte hij die term nooit) maar beschouwde zich wel als ‘spiritueel religieus’, echter zonder enig respect voor het instituut van de Kerk en zijn hiërarchische vertegenwoordigers. Dat hoeft niet te verbazen. De hautaine samenhang van de top van de katholieke Kerk met de rijke elite botste compleet met zijn solidariteit voor de arme Venezolaan – wat hij zelf ook geweest was. Solidariteit met de arme bevolking – de meerderheid – was zijn leidmotief.
Een andere rode draad doorheen dit boek is de geschiedenis van Venezuela en Latijns-Amerika. Zowat alle historische figuren van het continent – in de eerste plaats Simón Bolívar – passeren de revue. Hij heeft ze allen gelezen en bestudeerd. Lezen en studeren was zowat het enige wat hij deed tijdens zijn vrije tijd in het leger.
Doorheen de verhalen van Hugo Chávez is dit interviewboek daarom ook een reis door de geschiedenis van Venezuela. Het Venezolaanse volk heeft een zeer lange geschiedenis van verzet tegen onderdrukking. Tussen 1830 en 1903 alleen waren er 39 revoluties en 127 opstanden, staatsgrepen, bloedig onderdrukte rellen… Toen president Cipriano Castro (geen familie van…) in 1902 weigerde de buitenlandse schulden – aangegaan door vorige dictatoriale regimes – te betalen, werd het land op zee geblokkeerd door de marines van Groot-Brittannië, Duitsland, Italië en de VS.
Petroleum, toen al
Chávez vertelt het in zijn eigen woorden. “Toen reeds was petroleum de echte reden. Tijdens een ziekteverlof van de president (Castro) in Europa (in 1909) kwamen Amerikaanse oorlogsbodems een ‘nieuwe transitieregering helpen’. Een jaar later werd een wet gestemd die de petroleummaatschappijen van de gringo’s alle faciliteiten gaf.” Er volgden jaren van gruwelijke repressie.
Hugo Chávez was allesbehalve een man met extreem-linkse ideeën toen hij in 1999 president werd. Integendeel. Hij was altijd een tegenstander van dogmatische denkpatronen. Hoewel hij heel veel las, was zijn gedachtengoed immers vooral gebaseerd op zijn levenservaring.
Samengevat zou je zijn ideeën bij het begin van zijn presidentschap kunnen samenvatten als gematigd sociaal-democratisch (voor zover je deze Europese termen kan toepassen). Dat was volgens de Venezolaanse media in de Latijns-Amerikaanse politieke context dus behoorlijk ‘extreem-links’. Zijn openlijke keuze voor een Latijns-Amerikaans ‘Bolivariaans socialisme’ kwam er pas na de mislukte staatsgreep van april 2002.
Simón Bolívar
Chávez benadrukte tijdens de gesprekken met Ramonet altijd dat hij veel respect had en veel had geleerd van de Europese filosofen en denkers, maar dat zijn inspiratie toch vooral kwam van eigen Latijns-Amerikaanse iconen, in de eerste plaats Simón Bolívar, de grote strijder tegen de Spaanse kolonisator en bevrijder van Latijns-Amerika. Bolívar’s gedachtengoed komt regelmatig aan bod in de gesprekken met Ramonet.
Hoewel militaire staatsgrepen dus deel uitmaken van de Venezolaanse geschiedenis was Chávez lang een overtuigd tegenstander van het idee. Hij vond dat het leger ten dienste moest staan van de democratie, hoe onvolmaakt die in Venezuela ook was. Dat dacht hij tot 1989…
Het keerpunt, de Caracazo van 1989
De beruchte Caracazo – de slachtpartij door het leger op honderden betogende burgers tegen de besparingsmaatregelen opgelegd door het IMF op 27 februari 1989 – was voor hem echter een mentaal keerpunt. Dat collega’s officieren het bevel van de president hadden uitgevoerd en honderden Venezolanen hadden gedood, was een brug te ver. Hij begon een staatsgreep te plannen.Drie jaar later volgde de door hem georganiseerde coup. Nadat die mislukte gaf hij zich over en in een verklaring die gelijktijdig door alle zenders werd uitgezonden en die minder dan twee minuten duurde nam hij de volledige verantwoordelijkheid voor de mislukking ‘por ahora’ (voor het ogenblik) op zich.
Hij besefte het toen zelf niet, maar met die korte boodschap werd hij een bekend gezicht voor het hele land. De machthebbers hadden ingeschat met zijn ‘bekentenis’ het verzet in de kiem te smoren. De gewone Venezolaan zag echter een man die openlijk zijn falen durfde toegeven en daar de verantwoordelijkheid voor nam. Zij zagen geen vernederd man maar een nieuwe held.
Mede dankzij vele sympathiserende officieren overleefde hij aanslagen op zijn leven tijdens zijn gevangenschap. Toen Carlos Andrés Pérez, de president die de Caracazo had bevolen en hem had gevangengezet, drie jaar later zelf het land moest ontvluchten wegens grootschalige corruptie, kwam hij onverwacht vrij. Duizenden Venezolanen uit de arme wijken van Caracas stonden hem op te wachten. Vier jaar later stapte hij de trappen op van het presidentieel paleis Miraflores. De rest is geschiedenis.
Er staat nog zoveel veel meer in dit lijvige boek, dat voor zijn aanhangers zonder enige twijfel een niet te missen topper is. Voorlopig alleen te verkrijgen in het Spaans en het Frans. Een Engelse versie is gepland. Deze recensie is gebaseerd op de Franse versie.
Ignacio Ramonet
Ignacio Ramonet (1943) is journalist en voormalig directeur van het maandblad Le Monde diplomatique. Voor het ogenblik is hij directeur van de Spaanstalige editie van Le Monde Diplomatique en voorzitter van de organisatie Mémoires de Luttes.
Ramonet is auteur van Fidel Castro: Biografía a dos voces (Engelse titel My Life: A Spoken Autobiography), verschenen in 2006. Twee jaar later wist Ramonet, met dat boek als referentie, Chávez te overhalen om met hem honderd uren door te brengen over een periode van drie jaar (2008-2011).
Ramonet is tevens een van de oprichters van de Association pour la Taxation des Transactions financières et pour l’Action Citoyenne, vandaag wel bekend met zijn afkorting ATTAC.
Artikel oorspronkelijk verschenen in DeWereldMorgen.be.