Jeremy Corbyn toont wat ‘links’ en democratie voor de media betekent

Jeremy Corbyn op 2 augustus 2015 in Glasgow

Jeremy Corbyn op 2 augustus 2015 in Glasgow (CoventryCiaran/CC)

FacebooktwitterFacebooktwitter

Backbencher Jeremy Corbyn, een uitgesproken socialist ‘riskeert’ de nieuwe voorzitter van Labour te worden op 12 september 2015. Een ongeziene barrage van negatieve berichtgeving in de Britse media werkt blijkbaar contraproductief want Corbyn leidt in alle opiniepeilingen. De elite van de partij, Tony Blair op kop, panikeert.

Na de nederlaag van Labour bij de Britse parlementsverkiezingen van 7 mei 2015 diende voorzitter Ed Milliband zijn ontslag in. Hij was er niet in geslaagd een parlementaire meerderheid te behalen. De peilingen hadden die nochtans voorspeld. Zijn vertrek was het logisch gevolg van dit slechte resultaat.

Nederlaag op zijn Brits

De nederlaag van Labour bij de laatste verkiezingen moet in zijn Britse context bekeken worden. Daar is naar continentaal Europese normen een en ander erg bizar aan. Wanneer de Britse media het hebben over ‘overwinning’ of ‘nederlaag’ bedoelen zij immers niet het aantal behaalde stemmen, maar het aantal behaalde zetels.

In Groot-Brittannië geldt het systeem van de éénzeteldistricten, waarbij de partij met de meeste stemmen – wat niet eens 50 procent hoeft te zijn – de enige te behalen zetel verwerft. Dat maakt dat partijen die relatief goed scoren over het land maar nergens de meeste stemmen halen toch geen zetels bekomen. Dat was ditmaal ondermeer het geval voor het extreem-rechtse UKIP dat met 12,7 procent van de stemmen één van de 650 zetels behaalde en de Green Party die met 3,8 procent eveneens één zetel behaalde.

Partijen die in één regio goed scoren en in de rest van het land helemaal niet geven eveneens zeer disproportionele resultaten. Met 4,7 procent van de totaal uitgebrachte stemmen behaalde de Scottish National Party 59 zetels, allemaal in Schotland. In de rest van het land diende de SNP geen kandidaten in. Die zetels werden allen behaald ten koste van Labour. Een historische ommezwaai, want het is Schotland dat Labour altijd zijn parlementaire meerderheden heeft bezorgd, ondermeer onder Tony Blair.

Onbetrouwbare opiniepeilingen

Dit maakt dat voorspellingen over parlementsverkiezingen in Groot-Brittannië eigenlijk zo goed als onmogelijk te maken zijn. Zo kan een partij stemmen verliezen en toch zetels winnen en omgekeerd. De Conservatieve Partij van eerste minister David Cameron behaalde 36,9 procent van de uitgebrachte stemmen, een stijging van 0,8 procent. Hij behaalde daar wel 24 zetels meer mee én een parlementaire meerderheid in het Lagerhuis. Labour behaalde 30,4 procent van de stemmen, een stijging van 1,5 procent maar verloor 26 zetels. Dat komt omdat Labour in Schotland al zijn zetels op één na verloor aan de SNP, maar in de rest van Groot-Brittannië won Labour wel 22 zetels bij.

Van alle Britse stemgerechtigde burgers ging bovendien 33,9 procent niet stemmen – er is geen stemplicht – net iets meer dan één op drie Britten. Het komt er op neer dat Groot-Brittanië wordt geregeerd door een partij die 24,4 procent van de Britse stemgerechtigde bevolking vertegenwoordigt.

Labour ’te links’?

Alle commentatoren in de Britse mainstreammedia menen dat Labour de strijd heeft ‘verloren’ door het ’te linkse’ discours van voorzitter Ed Milliband. Vanuit die redenering is het dan logisch om te stellen dat een nog linksere voorzitter als Jeremy Corbyn een totale catastrofe zou betekenen voor Labour. De partij dreigt in dat scenario immers te verzanden tot een kleine protestpartij zonder enig perspectief op regeringsdeelname.

De grootse verdediger van dit scenario is uiteraard voormalig eerste minister en partijleider Tony Blair. Die heeft Labour na zeventien jaar bestuur door de Conservatieven onder Margaret Thatcher (19789-1990) en John Major (1990-1997) terug in de regering gebracht en drie verkiezingen op rij gewonnen, een prestatie die geen enkel Labourleider in de Britse geschiedenis hem ooit voordeed.

Blair heeft bovendien een zeer persoonlijke reden om zich tegen een kandidaat als Jeremy Corbyn te verzetten. Die laatste heeft in zijn 32-jarige parlementaire loopbaan altijd tegen de oorlog in Irak gestemd. Corbyn heeft daarenboven al gezegd dat Blair moet worden berecht voor oorlogsmisdaden.

Dat deed Blair door Labour om te vormen tot een partij van de middenklasse en de traditionele achterban van de arbeiders in de industrie grotendeels te laten vallen. Het zijn dan ook de kiezers uit de armere gezinnen die tot vandaag massaal afhaken door niet meer te gaan stemmen. Tony Blair heeft met andere woorden Labour terug aan de macht gebracht door van kiezerspubliek te veranderen.

Dat kon hij door een sociaal wat zachtere vorm van het neoliberaal programma van de Conservatieven over te nemen. Margaret Thatcher zei dat het haar verdienste was dat ze niet één maar twee partijen had omgevormd, de hare én Labour. “Er is nu geen alternatief meer dan mijn beleid.”

De redenen waarom de huidige elite van Labour nu zo furieus is over de mogelijkheid dat Jeremy Corbyn het zou halen liggen bij die toenmalige ideologische ommezwaai. Deze elite is gepokt en gemazeld in de salons van de economische macht, van de machtsuitoefening als evidentie en is diep overtuigd van het grote gelijk van het softe neoliberale programma als enig zaligmakend axioma. Deze elite weet die ideologie weliswaar te verwoorden met een links klinkend discours, maar de essentie blijft dezelfde. Ook Ed Milliband stond voor een zachte versie van het programma van de Tories.

De denktanks achter de huidige Labourleiding zijn echter niet zo dom om die schijnbare linksheid niet door te hebben. Wat zij vrezen is niet dat Jeremy Corbyn de partij zou marginaliseren met zijn ideologisch profiel. Integendeel wat zij vrezen is dat hij een totaal nieuw kiespubliek gaat aanspreken om terug aan de verkiezingen deel te nemen.

Nieuwe regels

Het is inderdaad best mogelijk dat Jeremy Corbyn heel wat kiezers zal verliezen voor Labour aan zijn rechterzijde. Daar staat tegenover dat hij heel wat kiezers zal overtuigen aan de linkerzijde. Dat laatste blijkt nu al uit de grote toeloop die zijn toespraken over heel het land – Schotland inbegrepen – krijgen. Britten hebben zich massaal geregistreerd als lid van de partij om te kunnen stemmen voor Corbyn. Daarmee is het nieuwe interne kiessysteem dat Ed Milliband heeft ingevoerd om de vakbonden nog meer aan banden te leggen als een boemerang in zijn aangezicht terug gevlogen.

In 2013 had voorzitter Ed Milliband  de regels voor de verkiezing van de partijvoorzitter laten wijzigen.  De bestaande regels gaven volgens de elite van de partij immers nog steeds teveel invloed aan de vakbonden. Die hadden één derde van de uit te brengen stemmen in handen. Officieel werd de aanpassing van de regels voorgesteld als een interne democratisering. Dat was het ook wel voor een deel, individuele partijleden kregen zo meer inspraak. De inperking van de invloed van de vakbonden was daarbij echter mooi meegenomen.

Eerste minister Corbyn?

Jeremy Corbyn lijkt dus af te stevenen op een overwinning. Dit alles zou kunnen betekenen dat er in 2020 een Britse regering komt die het neoliberale project – en al diegenen die het tot dan hebben verdedigd – verwerpt. Deze mogelijkheid – het is nog altijd maar een ‘mogelijkheid’ – zendt uiteraard schokgolven tot in Brussel. Groot-Brittannië is immers noch Griekenland, noch Spanje, het is niet eens lid van de Eurozone en kan dus een beleid gaan voeren dat radicaal ingaat tegen de ideologische dogma’s van de huidige Eurogroeplanden.

Niet alleen de elite van Labour is hier zeer ongerust over. Ook de Britse media zijn in alle staten. Een nooit voorheen geziene barrage van negatieve ‘berichtgeving’ over Corbyn moet het idee er doorjagen dat met deze man Labour naar een catastrofe wandelt.

Media die zich in de voet schieten

Die campagne heeft echter een voor de media onverwacht gevolg, dat ze niet hadden zien aankomen. Corbyn blijkt immers aan populariteit te winnen bij het publiek naarmate hij meer wordt aangevallen. De man is authentiek en sinds zijn eerste verkiezing in het parlement in 1983  zeer consequent rechtlijnig. Hij heeft meer dan 500 maal tegen de eigen Labourregeringen van Blair en Gordon Brown gestemd. Hij praat in verstaanbare taal en draait niet rond de pot. Hij is met andere woorden een compleet ander type politicus dan de Britten gewoon zijn.

Dit contraproductieve effect van negatieve moddercampagnes is echter geen nieuw fenomeen. Ook Podemos in Spanje en Syriza in Griekenland boekten electorale successen tegen zowal alle media in eigen land in. Een aantal Britse commentatoren verklaart het succes van Corbyn nu als een soort ‘hippe anti-reactie’ van internetjongeren die tegendraadsheid een verdienste vinden. Er is echter iets heel anders aan de hand, dat ze niet willen (of kunnen) zien. Er is een hele generatie jongeren aan het opgroeien voor wie de mainstreammedia niet meer bestaan als bronnen van informatie, voor wie BBC, Guardian en the Sun hetzelfde zijn, iets wat ze nooit bekijken of lezen.

Zij scharen zich achter Corbyn, niet omdat hij tegendraads zou zijn, niet omdat hij in de media wordt verdoemd, maar omdat voor hen de klassieke media compleet irrelevant zijn geworden. Hun referentiekader bevindt zich in een ander universum.

Links liberale media bepalen de grenzen van het discours

Hoe de Britse media de voorbije dagen zijn omgegaan met het vooruitzicht op een echt links leider voor Labour blijkt uit de lijst onder dit artikel. Voor deze selectie is veel aandacht gegaan naar ‘links-liberale’ kranten als de Guardian en de Independent. Die verkopen zichzelf als progressieve leidinggevende kwaliteitskranten. Wat daar werkelijk van aan is kan de lezer uit deze lijst opmaken.

Waarom focus op links-liberale pers en niet op de rechtse media?

In 2010 zei Noam Chomsky in een interview op Truthdig: “Ik doe de moeite niet over Fox News te schrijven. Dat is te gemakkelijk. Waar ik over schrijf zijn de liberale intellectuelen, zij die zichzelf voorstellen en zichzelf zien als de ‘uitdagers van de macht’, als ‘moedig’, als ‘strijders voor de waarheid en voor rechtvaardigheid’. Zij zijn in feite de echte bewakers van het ‘geloof’. Zij stellen de grenzen van het debat. Zij zeggen ons hoe ver we mogen gaan. Zij zeggen van zichzelf: “Zie hoe dapper ik ben. Waag het echter niet één millimeter verder te gaan dan hier.”

Nergens maken de progressieve mainstreammedia een kritische analyse van de politieke voorstellen van Corbyn. De onuitvoerbaarheid van zijn programma, zijn ‘onverkiesbaarheid’ worden als evidenties neergezet.

Het spectrum van het respectabele debat beperkt zich tot de manieren waarop een overwinning van Corbyn kan worden afgewend. Dat gaat aan de ene kant van de tafel over zij die stellen dat hij eenmaal verkozen als partijvoorzitter zo snel mogelijk moet worden gesaboteerd en tot aftreden gedwongen tot zij aan de andere kant die stellen dat men hem dan maar moet laten doen, zodat hij zelf kan ondervinden hoe onrealistisch zijn programma wel is.

De tegenkandidaten van Corbyn worden daarentegen wel ‘kritisch’ doorgelicht, door uitsluitend in te gaan op hun persoonlijke karakteristieken en hun leiderscapaciteiten, niet door in te gaan op hun politieke profiel. Dat wordt zo goed als verzwegen – in feite als een evidentie gezien, namelijk een verderzetting van de beleidskeuzes van de voorbije jaren. Zo wordt in geen enkel artikel vermeld dat de drie tegenkandidaten van Corbyn altijd voor de oorlog in Irak hebben gestemd.

Corbyn wordt door de liberale pers even hard aangevallen als door de conservatieve media en door de tabloids. Zo worden hem allerlei zaken verweten, zoals vriendschap met Hamas, sympathie voor Stalin, banden met Venezuela. Op zowat al deze opmerkingen heeft Corbyn reeds jaren geleden een degelijk antwoord gegeven. Dat weten die media wel, maar toch stellen ze een en ander voor alsof hij pas nu met die antwoorden komt. Ook zijn privé-leven moet er aan geloven.

De strijd is nog niet beslist

Het mag ondertussen niet baten. Zowat alle peilingen (die in dit geval wel iets meer betrouwbaar zijn dan voor de parlementsverkiezingen – zie hierboven) geven hem zelfs de kans om reeds in de eerste ronde de helft van de stemmen te behalen.

Zover is het echter nog niet. Ook nu kunnen de peilingen flink verkeerd zijn. Bovendien gebeurt ook deze verkiezing op een voor continentaal Europa ongewone manier. De kiezer mag namelijk een ‘preferentiële stem’ uitbrengen op alle kandidaten. In dit concrete geval van vier kandidaten op de lijst kan de kiezer achter elke naam een 1,2,3 of 4 cijfer zetten naargelang de volgorde van zijn/haar voorkeur.

Wanneer na de telling van de ‘eerste’ stemmen geen enkel kandidaat de helft heeft behaald van de uitgebrachte geldige stemmen, wordt een tweede telronde georganiseerd. Daarbij wordt de kandidaat met de minste ‘eerste’ stemmen geschrapt van de lijst en worden de ’tweede’ stemmen van deze kandidaat opgeteld bij de kandidaat naar wie die tweede stem is gegaan. Dat gaat eventueel zo door met de derde en de vierde stemmen tot een kandidaat de meerderheid heeft behaald. Kiezers zijn niet verplicht alle vier kandidaten een cijfer te geven. Wie voor de kandidaat stemt die het eerst afvalt en geen 2,3,4 heeft aangeduid verliest dan wel zijn stem bij de volgende rondes.

Bizar inderdaad, maar in feite wel heel democratisch. Het betekent echter dat de strijd voor Corbyn lang niet gestreden is. Men weet immers niet goed hoe alle nieuw geregistreerde leden van Labour gaan stemmen. Gezien aan de massale aanwezigheid op de meetings van Corbyn zou dat best in zijn voordeel kunnen zijn, maar zeker is het niet. Bovendien is het zo goed als onmogelijk te voorspellen naar wie de tweede-derde-vierde voorkeur gaat gaan van de Labourkiezers.

Anyone but Corbyn?

Liz Kendall wordt algemeen als kansloos gezien. Yvette Cooper en Andy Burnham scoren beter maar staan in de peilingen op ongeveer dezelfde hoogte en geven elkaar geen duimbreed toe. Als de kiezers die aan een van deze drie de voorkeur geven zeer massaal Corbyn als laatste vierde keuze wegzetten is het nog altijd mogelijk dat Yvette Cooper of Andy Burnham het in een tweede-derde ronde toch nog haalt, met de tweede en derde stemmen van de afvallers.

Hoe dan ook, het is een teken aan de wand dat in meer en meer landen kandidaten en partijen aan populariteit winnen die tegen het sociale inleveringsbeleid ingaan (over het programma van Corbyn en zijn tegenstrevers meer in een volgende bijdrage). Dat gebeurt ook niet altijd in linkse, sociale richting. Wat met Syriza in Griekenland gebeurt ziet er voorlopig zeer slecht uit. Podemos in Spanje is nog geen uitgemaakte zaak.

Het is absoluut niet gegarandeerd dat Jeremy Corbyn er als partijvoorzitter zal in slagen de huidige neoliberale koers van de partij te veranderen. Een overgrote meerderheid van de parlementsleden staat immers niet achter hem. De kans is inderdaad reëel dat hij zal mislukken, al was het maar omdat het apparaat van zijn eigen partij er alles zal aan doen om hem te doen mislukken.

Zowat alle revoluties en omwentelingen zijn er echter gekomen tegen beter weten in. Je weet dus maar nooit.

Artikels over Jeremy Corbyn:

Uit deze opiniepeiling blijkt ondermeer dat 84 procent van de Britten voor een hernieuwde nationalisering zijn van de openbare gezondheidsdienst NHS, 68 procent voor de nationalisering van alle energiebedrijven, 67 procent voor de post en 66 procent voor de Britse spoorwegen. De Media blijven ondertussen stellen dat Jeremy Corbyn niet staat voor wat de Britten zouden willen.

60 procent van alle Britten en 42 procent van alle Conservatieve Britten zijn voorstander van het idee dat de overheid limieten oplegt aan de huurprijzen van privé-woningen volgens deze peiling, eveneens een programmapunt van Corbyn

Opiniepeiling van de Sunday Times

Een onderzoek van de Royal Statistic Society wijst uit dat de Britse media het publiek niet inlichten over de statistische feiten, geen context geven en ongenuanceerd indrukken verspreiden die niet met de feiten overeenkomen:

  • zo schatten Britten dat 24 procent van alle sociale voordelen frauduleus wordt verworven (het echte cijfer is 0,7 procent);
  • Britten schatten het aantal migranten op 31 procent (het echte cijfer is 13 procent);
  • de criminaliteit neemt toe, denken de Britten (de misdaad is met 53 procent gedaald sinds 1995)
  • Britten schatten dat ongeveer 15 procent van alle meisjes onder 16 zwanger worden (het officiële cijfer is 0,6 procent)

Een Brits Labour lid van het Hogerhuis poogde de drie kandidaten te overtuigen alledrie ontslag te nemen om zo de verkiezing van de voorzitter uit te stellen

Een aantal parlementsleden van Labour is bereid ‘in het ondergronds verzet’ te gaan tegen het ‘regime van Corbyn’ 

Een commentator van de Independent roept op om Corbyn geen antisemiet te noemen, maar hem op meer geloofwaardige punten aan te vallen

In een editoriaal roept de Independent op niet voor Corbyn te stemmen, want ‘Corbyn’s verkiezing is goed want dan blijven de Conservatieven aan de macht’

In deze reportage van SkyNews wordt 11 minuten lang uitgegaan van de evidentie dat stemmen voor Corbyn waanzin is (‘bonkers’, ‘Titanic’, ‘complete shambles’, op geen enkel ogenblik krijgt Corbyn een positieve commentaar, zijn supporters worden door ‘passion’ gedreven of door ‘nationalism’)

Voormalig eerste minister Gordon Brown waarschuwt om niet voor Corbyn te stemmen

De Daily Mail noemt ‘Corbyn een tragedie voor links én rechts’

Volgens de Independent is Corbyn een ‘groteske mediocriteit’

Deze twitteraccount werd recent gecreëerd door onbekenden. Ze verspreidt antisemitische boodschappen en ‘steunt’ Corbyn (ongevraagd – die heeft zich al gedistantieerd)

Een kritische analyse van de Britse media over Corbyn

Volgens deze commentator in de Independent wordt Groot-Brittannië een éénpartijstaat met de Conservatieven permanent aan de macht als Corbyn wint

Artikel oorspronkelijk verschenen in DeWereldMorgen.be.