Op 20 september mag Griekenland voor de vijfde maal in drie jaar verkiezingen doorstaan. Die zullen zo goed als geen impact hebben op het beleid. Na de wurggreep van de Eurogroep en de overgave van Alexis Tsipras hebben de Grieken alle illusies verloren. De enige relevante vraag is of Tsipras zelf politiek overleeft of niet.
Na de verkiezingen van 25 januari 2015 hield de Syriza-regering onder leiding van Alexis Tsipras vijf maanden stand tegen de oekazen van de Eurogroep. Het mocht uiteindelijk niet baten. De redding van de Duitse, Franse en Nederlandse banken en de politieke vernedering en nederlaag van de allereerste anti-austeriteitsregering in de EU waren de enige motieven die de Eurogroep dreven.
De onverwacht hoge score (61,31 procent) van de neen-stem in het referendum van 5 juli 2015 verbaasde vriend en vijand. De Griekse bevolking liet zich niet afdreigen door de politieke maatregelen van de Europese Centrale Bank. Voor zoveel onbeschaamdheid werden de Grieken gestraft met een wurgakkoord dat nog verder ging dat het akkoord dat door het referendum was verworpen.
Een Europese staatsgreep
Alexis Tsipras wierp nauwelijks enkele dagen later de handdoek in de ring en legde zich bij de bevelen van de Eurogroep neer. Daarmee stelde hij niet alleen de Griekse bevolking teleur, ook in de rest van de EU en daarbuiten was de kater bij progressieve anti-austeriteitskrachten immens.
Over de verantwoordelijkheid van Tsipras zelf voor deze ondergang wordt oeverloos gebakkeleid door bepaalde delen van links. De man draagt zeker een deel van de verantwoordelijkheid. Feit blijft echter dat de fundamentele verantwoordelijkheid licht bij de beleidskeuzes van de Eurogroep, meer bepaald bij de Duitse en Nederlandse vertegenwoordigers in dit orgaan, dat officieel niet eens bestaat, alleen achter gesloten deuren vergadert en geen verslagen bijhoudt van zijn bijeenkomsten.
Je kan een winkelier verwijten dat hij uiteindelijk toegeeft en toch protectiegeld betaalt aan de maffia. Het is echter de maffia die moet worden bestreden, niet haar slachtoffers.
Eerste minister Tsipras moest vaststellen dat hij enkel een parlementaire meerderheid behaalde om het Europees schuldenakkoord (het ‘memorandum’) er door te jagen met de stemmen van de oppositie. Veertig leden van Syriza hadden hem niet gevolgd. Hij had met andere woorden geen meerderheid meer in eigen rangen en diende zijn ontslag in.
Onzekere peilingen
Of hij na 20 september terug eerste minister kan worden is verre van zeker. In de peilingen halen Syriza en de conservatieve partij Nieuwe Democratie ongeveer hetzelfde aantal stemmen. De grootste partij worden – ook al is het met een verschil van maar één stem – is cruciaal in het Griekse electorale systeem. Slechts 250 van de 300 zetels in het parlement (Griekenland heeft geen senaat) worden proportioneel verkozen. 50 zetels gaan naar de grootste partij.
Dat bonussysteem was voor de twee traditionele partijen PASOK (de sociaal-democraten) en Nieuwe Democratie het ticket voor afwisselend met elkaar permanente regeringsdeelname van 1974 (het einde van de fascistische dictatuur) tot 25 januari 2015, toen Syriza met die bonus ging lopen, maar toch nipt een absolute meerderheid miste.
Die peilingen zijn echter zeer onbetrouwbaar, meer nog dan bij vorige verkiezingen, om meerdere redenen. Grieken moeten, net als in eender welk ander land, gaan stemmen in de gemeente waar ze officieel in het bevolkingsregister staan. Een typisch Grieks fenomeen is echter dat heel wat Grieken in Athene en andere steden wonen, maar hun officieel adres nog steeds op het platteland of op de eilanden hebben (om allerlei redenen die ik hier niet toevoeg). Om te stemmen moeten ze dus naar hun dorp reizen. Gezien de algemene apathie na de recente politieke evoluties zullen heel wat Grieken gewoon ’thuis’ blijven.
De bewoners van de eilanden stemden traditioneel vooral PASOK en op 25 januari 2015 op Syriza. Zij genoten tot voor kort van sociale extra-voordelen en lagere btw-tarieven, als compensatie voor dure transportkosten van goederen en om de eilanden bewoonbaar te houden.
De afschaffing van deze voorkeurbehandeling door de Eurogroep maakt het kiesgedrag van de eilandbewoners nu moeilijk voorspelbaar. Hun kiesgedrag is ook onzeker omdat de eilandbewoners worden geconfronteerd met de vluchtelingenstroom uit Turkije, waar de door de Eurogroep zwaar beknipte overheidsdiensten amper mee overweg kunnen. Hoe dat het stemgedrag zal bepalen is ongeweten.
De andere partijen
De Griekse media zullen net als bij alle voorgaande verkiezingen massaal campagne voeren voor Nieuwe Democratie, de partij van dat deel van de Griekse bevolking, dat niet al te veel last heeft van de crisis en volop wordt gesteund door de oligarchie. Dat was altijd al zo en heeft de overwinning van Syriza op 25 januari 2015 niet belet.
Nieuwkomer To Potami (De Stroom), een liberaal antwoord op Syriza, doet het niet goed in de peilingen. De extreem-rechtse Gouden Dageraad daarentegen scoort wel terug. De andere rechtse partij ANEL, de kleine coalitiepartner van de Syriza-regering, riskeert onder de kiesdrempel van 3 procent te vallen.
De communistische KKE haalt al jaren ongeveer 5 procent, heeft een zeer trouw kiezerspubliek maar is zeer doctrinair en verwerpt elke vorm van regeringsdeelname. Zij zijn dus geen factor van overweging na de verkiezingen.
Dan is er nog de scheurlijst van 25 van de 40 Syriza-parlementairen die tegen het Europees memorandum hebben gestemd, onder leiding van Panagiotis Lafazanis, minister van energie onder Tsipras. In de peilingen halen ze net niet de kiesdrempel. Parlementslid en voormalig minister van financiën Yanis Varoufakis neemt niet deel aan de verkiezingen.
Impact van de kiesdrempel
Het percentage nodig om een parlementaire meerderheid van zetels te halen met de 50-zetel bonus ligt tussen 36 en 40 procent. Afhankelijk van het aantal stemmen dat verloren gaat door deelnemende partijen die onder de kiesdrempel van 3 procent vallen varieert dat cijfer. Meer afvallers betekent immers dat de grootste partij minder moet halen om de bonus te verkrijgen.
Geen van de twee grootste partijen Syriza en Nieuwe Democratie komen in de buurt van dat cijfer. In diverse peilingen balanceren beide partijen rond de 24 à 30 procent. Meer peilingen geven Syriza een lichte voorsprong, maar die is meestal kleiner dan de foutenmarge (en zoals hierboven al gezegd, deze peilingen zijn zeer onzeker).
Democratie als een holle doos
Aan het regeringsbeleid van de volgende regering zullen deze verkiezingen niets veranderen. Griekenland is met handen en voeten gebonden aan de voorwaarden van het Europese memorandum. Het Griekse parlement is de facto niet meer bevoegd over het eigen overheidsbudget.
Het Grieks parlement heeft de historisch allereerste en nog altijd belangrijkste taak in het systeem van democratische volksvertegenwoordiging verloren, namelijk het vastleggen van de bestemming van het belastinggeld van de Griekse burgers.
Overleeft Tsipras?
In feite is het enige relevante aan deze verkiezingen de vraag of Alexis Tsipras politiek overleeft na 20 september. Een zware nederlaag betekent het einde van zijn politieke loopbaan. Een grote overwinning betekent echter niet zomaar dat hij terug eerste minister wordt. Een te groot verschil gaat immers de andere partijen afschrikken om met hem in zee te gaan, Nieuwe Democratie in de eerste plaats.
Tsipras zelf is nog steeds de populairste politicus van het land, maar dat is hij vooral omdat de andere Griekse politici zo impopulair zijn. In tegentelling tot 25 januari 2015 zal Syriza op 20 september vooral scoren omdat de andere politieke partijen nog minder vertrouwd worden.
In het Griekse politieke systeem heeft de grootste partij weliswaar de eerste kans om een coalitie te vormen, maar dat kan dus best mislukken. Dan komt een coalitie van de tweede grootste met andere partijen in het vizier.
In feite maakt Tsipras het meeste kans om terug eerste minister van een coalitieregering te worden als hij een nipte overwinning behaalt op Nieuwe Democratie.
Ondertussen is er een ander nieuwsfeit dat nog niet veel aandacht heeft gekregen in de media, maar dat wel een heel bijzinder licht werpt op de omstandigheden waaronder Tsipras het ultimatum van de Eurogroep heeft aanvaard. Niet tekenen betekende volgens de Eurogroep immers dat Griekenland uit de Eurozone zou worden gestoten en aan zijn lot overgelaten.
“Grexit werd nooit ernstig overwogen”
Vítor Constâncio, vice-directeur van de Europese Centrale Bank (één van de drie instellingen van de trojka) stelde in een interview met journalisten van het persagentschap Reuters op 17 september 2015 dat de “dreiging met een Grexit nooit echt was, omdat dat onwettelijk was… er was daar onder de leden van de eurogroep nooit enige twijfel over… twijfels daarover moeten weerlegd worden.” Het was de Eurogroep zo goed als uitsluitend te doen een politieke nederlaag te bekomen voor de verkiezingsuitslag van 25 januari 2015.
Voor het eerst mag een Europees volk democratische verkiezingen houden in het volste besef dat zij enkel en alleen leiders kiezen om in hun naam het reeds volledig besliste politieke programma van de Eurogroep uit te voeren. Daar houdt hun democratische inspraak op.
De Griekse parlementaire democratie wordt op 20 september herleid tot een ratificatiemechanisme van besluiten die in Brussel worden genomen door de Eurogroep, een orgaan dat geen enkele democratische legitimiteit heeft en dat ook niet wil.
Bronnen:
- Key Greece election on a knife edge
- Two polls show conflicting results ahead of Greek election
- La sortie de la Grèce de la zone euro, une menace «bidon» des créanciers?