TTIP vernietigend voor democratie en mensenrechten

Maurice-Alfred de Zayas, VN-expert voor mensenrechten

Maurice-Alfred de Zayas (privé foto-archief)

FacebooktwitterFacebooktwitter

Alfred-Maurice de Zayas, VN-expert voor mensenrechten is vernietigend over het vrijhandelsakkoord TTIP tussen EU en VS. “Dit is een aanval op de essentie van soevereiniteit en zelfbeschikking, de stichtende principes van de Verenigde Naties.” Dit verdrag ondermijnt volgens hem het democratisch beslissingsrecht van regeringen en hun kiezers om een eigen beleid uit te voeren.

“Wij kunnen niet toelaten dat globalisering een grotesk globaal casino wordt waar investeerders het systeem op zo’n manier omturnen dat ze altijd winnen”, aldus Alfred-Maurice de Zayas over het TTIP-verdrag (Transatlantic Trade and Investment Partnership). Hij is Amerikaans advocaat en historicus en werkte jarenlang als diplomaat voor de VN. Sinds zijn pensioen in 2012 werkt hij echter verder voor de VN-Mensenrechtenraad als Speciaal Rapporteur voor de Promotie van een Democratische en Rechtmatige Internationale Orde.

Op 16 september 2015 sprak hij de VN-Mensenrechtenraad in Genève toe. Zijn volledige speech (in het Engels) kan je via deze link lezen. Hieronder een eigen vertaling van citaten uit zijn toespraak, die goed weergeven wat deze man over TTIP en over het arbitragesysteem ISDS3 in dit verdrag denkt. Volgens hem moeten onderhandelingen over vrijhandelsakkoorden volledig anders worden aangepakt dan nu het geval is. Staten en parlementen dragen een zware verantwoordelijkheid voor deze gang van zaken. Nochtans hebben ze de wettelijke middelen om op te treden.

Primauteit van het VN-Handvest

“Zeventig jaar na het van kracht worden van het VN-Handvest is het gepast om zijn Doelstellingen en Principes te herbevestigen, vooral dan Artikel 1031, dat stelt dat het Charter boven alle andere verdragen staat. Laat ons goed in gedachten houden dat een democratische en rechtschapen internationale orde enkel geleidelijk kan verwezenlijkt worden door overlegde actie van Staten, nationale mensenrechtenorganisaties, intergouvernementele organisaties en de civiele maatschappij”.

“Staten moeten verzekeren dat alle handels- en investeringsakkoorden – bestaande én toekomstige – de democratische wil van de betrokken bevolkingen vertegenwoordigen. Onderhandelingen over lopende ontwerpteksten mogen niet geheim zijn of via een ‘versnelde procedure’ passeren. Integendeel, ze moeten vergezeld worden van pro-actieve consultaties en een brede maatschappelijke participatie, op basis van onafhankelijke beoordelingen van de impact op mensenrechten, volksgezondheid en het leefmilieu.”

“Staten zouden moeten verzekeren dat parlementen, nationale mensenrechtenorganisaties en ombudsdiensten betrokken worden bij de opstelling (van de teksten), de onderhandelingen, de aanpassingen en de uitvoering van handels- en investeringsakkoorden.”

“Staten moeten garanderen dat alle handels- en investeringsakkoorden de primauteit van mensenrechten erkennen en dat in geval van belangenconflict de mensenrechten altijd voorgaan. Staten moeten hun erga omnes2 verplichting nagaan om mensenrechtenverdragen uit te voeren en er voor te zorgen dat de engagementen vervat in de conventies van de  International Labour Organization, World Health Organization, World Intellectual Property Organization gerespecteerd worden.”

“Staten moeten er voor zorgen dat internationale investeringsakkoorden hun eigen capaciteit niet ondermijnen om een industrieel en macro-economisch beleid te voeren voor ontwikkeling, wat een essentiële doelstelling is van het grondwettelijk recht van de VN. Ze moeten stappen ondernemen om bestaande bilaterale investeringsverdragen en vrijhandelsakkoorden te herzien, wanneer die een negatieve impact hebben op de mensenrechten. Staten moeten bestaande akkoorden ook testen voor hun overeenstemming met verplichtingen van mensenrechtenverdragen en met hun Grondwetten. Ze moeten die verdragen herzien, volgens de procedures voorzien in de Conventie van Wenen over de Wet op de Verdragen, wanneer die verdragen in conflict zijn met die verplichtingen.”

“ISDS is een Paard van Troje dat moet afgeschaft worden, het heeft geen plaats in een democratische wereld… Staten moeten ISDS-afspraken naast zich neerleggen.”

Specifiek over de rol van parlementen heeft hij nog dit te zeggen: “Parlementen moeten weerstaan aan de lokroep van de lobby’s van multinationals, die veel te optimistische prognoses laken van groei en ontwikkeling. Zij moeten daarentegen onafhankelijk economisch onderzoek en beoordeling van de impact op de mensenrechten eisen.”

Ontradend effect op nieuwe democratische initiatieven

Verder wijst de Zayas er nog op dat dit soort verdragen met ISDS-clausules een ontradend effect hebben op nieuwe democratische, parlementaire initiatieven. Volgens hem brengen ISDS en andere bedrijfsrechtbanken de wereld dichter bij een privé gerund internationaal systeem dat de volledige basis van mensenrechten en democratie ondermijnt: “Internationale investeringsakkoorden zijn staatsfuncties aan het leegzuigen, alsof de enige geldende rechten het recht op handel en investeren zouden zijn.”

De Zayas spreekt tegen dat dit soort akkoorden niet kan gestopt of beëindigd worden: “Het stopzetten van internationale investeringsakkoorden mag dan al een complexe taak zijn, het is in ieder geval minder problematisch dan bijvoorbeeld omgaan met gewapende conflicten. De wereldeconomie heeft zich steeds opnieuw moeten aanpassen om de strijd voor menselijke waardigheid te bevorderen.”

“De afschaffing van de zeer winstgevende slavenhandel, de dekolonisering, het werd allemaal door andere economische modellen vervangen… uiteindelijk zullen ISDS-systemen ook worden erkend als pogingen om grondwetten te kapen, die tot de achteruitgang van mensenrechten hebben geleid.”

Tenslotte roep de Zayas op tot internationale samenwerking tegen deze staatsgreep door de multinantionals, omdat “een democratische en billijke internationale orde enkel kan worden verwezenlijkt door internationale solidariteit tussen staten.”

Bronnen:

1 Artikel 103 VN-Handvest: In geval van strijdigheid tussen de verplichtingen van de Leden van de Verenigde Naties krachtens dit Handvest en hun verplichtingen krachtens andere internationale overeenkomsten, hebben hun verplichtingen krachtens dit Handvest voorrang.

2 ‘Erga omnes ’tegenover iedereen’ is een Latijnse juridische formule die impliceert dat er geen enkele uitzondering mogelijk is, dat dit een principe is dat altijd geldt in alle omstandigheden.

3 ISDS (Investor State Dispute Settlement) is het mechanisme voorzien in vrijhandelsakkoorden zoals het TTIP  dat privé-bedrijven toelaat een staat voor een arbitrageraad te dagen om de niet-toepassing van bestaande wetten af te dwingen of vonnissen van nationale rechtbanken te negeren.

Artikel oorspronkelijk verschenen in DeWereldMorgen.be.