VN oordeelt wettelijkheid vervolging Julian Assange

Julian Assange twee jaar in ambassade Ecuador in Londen

Julian Assange twee jaar in ambassade Ecuador in Londen

FacebooktwitterFacebooktwitter

Op 5 februari 2016 publiceert een VN-werkgroep zijn advies over de zaak van Julian Assange. Die heeft onderzocht of de vijf jaar durende vrijheidsberoving van Julian Assange in overeenstemming is met nationale en internationale criteria van rechtspleging.

De VN-Werkgroep over Arbitraire Detentie publiceert op 5 februari 2016 zijn advies over de zaak van Julian Assange, die reeds meer dan drie jaar in de ambassade van Ecuador in Londen verblijft om deportatie naar Zweden en de VS te vermijden. Dit advies is niet bindend maar brengt Zweden en Groot-Brittannië wel in een lastig parket.

Deze UN Working Group on Arbitrary Detention (WGAD) werd opgericht in 1991, als onderdeel van de UN Office of the High Commissioner for Human Rights. Op dit ogenblik omvat de werkgroep zes internationale juristen uit Zuid-Korea, Mexico, Benin, Australië en Oekraïne. De WGAD heeft zes taken:

  • onderzoek van gevallen van vrijheidsberoving die willekeurig (arbitrair) zijn opgelegd zonder degelijke wettelijke motivering en niet overeenstemmen met de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en andere internationale verdragen;
  • informatie verzamelen bij betrokken regeringen, overhiedsdiensten en ngo’s over betrokken personen, hun familie of hun vertegenwoordigers;
  • zenden van dringende oproepen aan betrokken regeringen om verduidelijking te geven over hun motivatie voor de betrokken detentie;
  • uitvoeren van onderzoeksmissies ter plaatse om de situatie ter plaatse te evalueren;
  • geven van adviezen aan VN-lidstaten over specifieke gevallen;
  • publiceren van een jaarrapport over hun onderzoeken en uitgebrachte adviezen.

De werkgroep WGAD heeft de zaak van Julian Assange onderzocht nadat hij via zijn advocaten een klacht had ingediend tegen de manier waarop Groot-Brittannië weigert hem politiek asiel in Ecuador te verlenen en tegen de weigering van het Zweedse gerecht om een aanklacht te formuleren en hem te komen ondervragen in de Ecuadoraanse ambassade in Londen.

Wat voorafging

Julian Assange verblijft daar sinds Zweden een internationaal arrestatiebevel voor zijn uitlevering heeft ingediend om hem te ondervragen over de klacht van twee Zweedse dames. Aanvankelijk had Assange zich een aantal weken in Zweden zelf ter beschikking gehouden voor ondervraging over hun klachten over ‘mogelijk seksueel wangedrag’ (formulering in het internationaal arrestatiebevel).

De eerste openbare aanklager die op de zaak werd gezet liet na hem te ondervragen en had, nadat Assange al terug naar Groot-Brittannië was vertrokken, de zaak aanvankelijk geseponeerd. Dat veranderde toen op vraag van een Zweeds conservatief parlementslid de zaak opnieuw werd geopend door en ander aanklager.

Ondertussen werd duidelijk dat de VS een gerechtelijk onderzoek had geopend tegen Assange op beschuldiging van spionage, omwille van de publicatie door WikiLeaks van geheime Amerikaanse documenten. In Groot-Brittannië worden verzoeken tot uitlevering aan derde landen in het openbaar gevoerd, terwijl de beschuldigde op vrije voeten blijft en vrij met de buitenwereld kan communiceren. De VS moet haar argumenten voor een Britse rechtbank in het openbaar verdedigen.

In Zweden verloopt dat totaal anders. Een beschuldigde wordt onmiddellijk aangehouden en elk contact met de buitenwereld ontzegd. De VS kan er zijn argumenten voor uitlevering achter gesloten deuren geven en tegen de uitlevering is geen beroep mogelijk zoals in Groot-Brittannië.

In die omstandigheden wenste Assange niet langer terug te keren naar Zweden zonder dat hem garanties werden gegeven dat hij niet zou worden aangehouden en uitgeleverd aan de VS. Zweden weigert nog steeds deze garanties te geven.

Vijf jaar vervolgd zonder aanklacht

In de media wordt regelmatig vermeld dat Assange zou verdacht worden van verkrachting. Dat strookt niet met de feiten, eerst en vooral omdat de betrokken dames dit niet in hun klacht hebben gesteld. Bovendien heeft het Zweedse gerecht nog steeds geen enkele officiële inbeschuldigingstelling (waarin het misdrijf wordt omschreven) ingediend. Uitlevering van Assange wordt door Zweden enkel geëist om hem te verhoren in het kader van een onderzoek, dat nog moet uitmaken wat de precieze tenlastelegging zal worden.

Het verhoren van een verdachte of van een getuige in het buitenland is een frequente en routineuze praktijk, die ook in zaken als deze regelmatig wordt toegepast, ook door Zweden. In België noemt men dit een ‘rogatoire commissie’. Ook Zweden past deze praktijk regelmatig toe. Dergelijke commissies worden technisch afgesproken met het gerecht en de politie van het betrokken land. Zo wordt onder meer afgesproken wie bij het verhoor zal aanwezig zijn, ook van het land waar de persoon verblijft, in welke taal het verhoor zal gebeuren, welke vragen zullen worden gesteld en dergelijke.

In het geval van Assange weigert de Zweedse openbare aanklager dit nog steeds te doen, ook al heeft Ecuador reeds officieel laten weten dat het bereidwillig zal meewerken aan een rogatoire commissie. Ook de Britse regering heeft bij Zweden aangedrongen om Assange in Londen te verhoren. Het Zweeds Hooggerechtshof heeft in een advies reeds beslist dat uitstel van verhoor niet in verhouding is tot de mogelijk ten laste te leggen feiten.

Klacht bij de VN

Assange heeft klacht ingediend bij de VN om twee redenen: Groot-Brittannië weigert het door Ecuador toegekende politieke asiel te erkennen, door hem geen vrije doorgang naar het buitenland te geven. Zweden schendt zijn burgerrechten door reeds vijf jaar lang geen specifieke aanklacht te formuleren en te weigeren hem in Londen te verhoren.

De VN-werkgroep WGAD heeft zijn besluit al geveld in december 2015 en overgemaakt aan de Zweedse, Britse en Ecuadoraanse autoriteiten. Op vrijdag 5 februari 2016 maakt de WGAD dat advies openbaar.

Het advies van de WGDA is niet bindend. Als zij besluit dat de situatie van Assange een vorm van arbitraire detentie is, kan Groot-Brittannië Assange dus nog steeds vrije doorgang naar Ecuador weigeren en Zweden kan nog steeds weigeren een aanklacht te formuleren en weigeren Assange te verhoren in Londen. Groot-Brittannië weigert eveneens om Assange naar een hospitaal in Londen te laten gaan voor medische behandeling.

Het stelt wel een groot politiek probleem voor beide landen omdat de besluiten van de VN-werkgroep een hoog moreel gezag hebben. Bovendien hebben zowel Zweden als Groot-Brittannië zich in het verleden altijd aangesloten bij de uitspraken van de WGAD, als het zaken betrof in dictaturen of weinig democratische regimes.

Zo heeft het advies van de WGAD er toe geleid dat Iran een Amerikaans journalist van de Washington Post vrijliet, omdat de werkgroep meende dat zijn gevangenschap niet beantwoordde aan de normen van nationaal Iraanse en internationale criteria van wettelijke vrijheidsberoving. President Obama heeft in het verleden meermaals verwezen naar oordelen van deze werkgroep om de vrijlating van personen in andere landen te eisen.

Officieel is het advies dus nog niet bekend, maar men mag er van uitgaan dat alle betrokkenen reeds weten wat er in staat. Vrijdag 5 februari om 11 uur wordt het advies van de WGAD in Genève openbaar gemaakt. Om 12 uur zal het team verdedigers van Assange een persconferentie geven.

Bronnen: