Hillary Clinton heeft op Super Tuesday 1 maart 2016 haar kansen vergroot op de nominatie maar ze is er nog niet. Bernie Sanders houdt stand, met een overwinning in vier staten en een zeer nipte nederlaag in één. Zijn grootste probleem blijft de zwarte kiezers overtuigen, die massaal voor Clinton kiezen. Hij scoort daarentegen zeer hoog bij de witte middenklasse.
De resultaten van de Republikeinse en Democratische kandidaten bij de voorverkiezingen van 1 maart komen in grote lijnen overeen met de peilingen. Donald Trump wint 7 staten, Ted Cruz wint er twee en Marco Rubio één. Bij de Democraten wint Clinton eveneens 7 staten en Bernie Sanders 4.
Donald Trump
Dat brengt de stand van verkozen ‘pledged’ kandidaten aan Republikeinse kant op Trump 274, Cruz 149, Rubio 82, de minder bekende gouverneur van Ohio John Kasich 25 en Ben Carson 8. Voor Kasich en Carson is de strijd daarmee voorbij. Als ze nog blijven voortdoen is dat om zich te positioneren voor een plaats in de regering van de volgende Republikeinse president of om zich lokaal in de eigen staat te profileren.
Cruz is verre van uitgeschakeld en ook Rubio geeft nog niet op. Trump heeft wel al de helft van de te veroveren delegates tot nu veroverd, maar zijn grote voorsprong heeft hij te danken aan de 50 delegates in één staat. In South Carolina veroverde hij met 40 procent van de stemmen alle delegates. In die staat gaan bij de Republikeinse voorverkiezing alle delegates immers naar de kandidaat met de meeste stemmen volgens het Angelsaksische principe ’the winner takes it all’. Dat bracht hem meteen een disproportioneel voordeel van 30 delegates op. (In de meeste andere staten gebeurt de verdeling van de delegates proportioneel.)
Geen superdelegates bij Republikeinen
De Republikeinen laten hun superdelegates niet optellen bij de totalen. Daarin zijn ze eerlijker dan de Democraten. Bovendien, de Republikeinse partij-elite ziet geen van de huidige kandidaten zitten. De Democraten daarentegen laten niet na, met gulle medewerking van alle media, om de verkiezingsresultaten aan te vullen met de superdelegates. Niet alleen de Amerikaanse media doen dat. Het VRT-radionieuws ’s morgens 2 maart meldde een ‘duidelijke’ voorsprong voor Clinton van 1001/371. De echte stand van verkozen delegates is voor Clinton/Sanders echter 544/349.
Het is tijdens deze campagne van 2016 de allereerste maal dat de stemmen van superdelegates reeds tijdens de voorverkiezingen worden meegerekend (voor meer uitleg over het systeem van de superdelegates, zie Nipte nederlaag van Sanders in Nevada is morele overwinning).
Een perceptie van onoverwinnelijkheid van Clinton wordt zo door Democraten en media gecreëerd, met als impliciete boodschap dat de strijd zo goed als gestreden is. Een nadere blik op de echte cijfers toont een veel genuanceerder beeld. Clinton heeft na Super Tuesday zonder twijfel de betere positie veroverd in de tweestrijd, maar de race is nog verre van over. (Voor een analyse van de verwachte resultaten in de komende voorverkiezingen zie Democratische strijd ver van over na South Carolina)
Geen ‘knock out’ voor Sanders
Enkele maanden geleden voorspelden de media nog dat Bernie Sanders reeds voor Super Tuesday zou verdwijnen. In meer recente commentaren voorspelden commentatoren dat Super Tuesday voor hem de ‘knock out’ ging worden. De peilingen spraken dat tegen en blijken redelijk goed stand te houden.
Bernie Sanders wint zoals was voorspeld overtuigend in zijn thuisstaat Vermont, in Oklahoma, Minnesota en Colorado. Zijn voorspelde nipte overwinning in Massachusetts kwam echter niet uit. Hij verloor nipt van Clinton die er 45 delegates behaalde tegen Sanders 43. Daar staat tegenover dat Clinton overtuigend wint in zes andere staten die tevens ook groter zijn en meer delegates verkiezen, waaronder Texas en Arkansas, de staat waar echtgenoot president Bill Clinton nog gouverneur is geweest.
De commentatoren voorspelden na de nederlaag van Sanders in South Carolina dat zijn campagne zou stilvallen. In de week na die voorverkiezing en voor Super Tuesday haalde Sanders echter een recordbedrag aan kleine donaties op van individuele burgers.
Sanders overtuigt de zwarte Amerikanen niet
Het grote probleem voor Sanders is de stem van de Afro-Amerikanen, vooral dan in de zuidelijke staten. Die weet hij zo goed als niet te bereiken. Hillary Clinton haalt bij hen de overgrote meerderheid (tussen 70 en 85 procent van alle zwarte stemmen). Het is twijfelachtig of hij dat nog kan goedmaken in de verdere campagne. Sanders heeft immers tot nu zo goed als geen typische raciale thema’s gebruikt. Zijn pleidooi tegen armoede, werkloosheid en de misbruiken van Wall Street toont zijn sociaal-economische visie, maar standpunten over specifiek anti-zwart racisme heeft hij bijna niet geuit.
Sanders heeft nog meer nadelen bij zwarte kiezers dan dat sociaal-economisch discours zonder raciale componenten. Hij is een politicus uit het noorden, uit een van die kleine ‘Europese’ staten van het witte ‘New England’, hij spreekt met een hard noordelijk accent, is van joodse afkomst en atheïst. Bovendien, hij is zo goed als onbekend in het Zuiden, zeker bij oudere zwarte én witte kiezers.
Bill en Hillary Clinton zijn daarentegen bekende politieke sterren. Hillary Clinton laat zich voortdurend coachen om haar zuiders accent, typische uitdrukkingen, zinsbouw en lichaamstaal te benadrukken. Heel wat zwarte kiezers zien Sanders’ kritiek op de economie ook als kritiek op ‘hun’ president Obama. Obama was de voorbije jaren het onderwerp van ongezien racistische scheldpartijen door de Republikeinen, terwijl Clinton zich profileert als de opvolgster van Obama. Heel wat zwarte kiezers zien stemmen voor Clinton daarom ook als een vorm van loyaliteit tegenover ‘hun’ president.
Blanke middenklassers daarentegen
Wat de top van de Democratische partij en Clinton daarentegen wel verontrust is de hoge percentages die Sanders haalt bij de witte werkende middenklasse. Dat verklaart ook zijn groot succes in staten als het noordelijke Minnesota, maar ook in staten als Colorado. Ondanks zijn naam is de staat Colorado (‘gekleurd’) een zo goed als volledige witte staat.
Dit zijn kiezers die traditioneel eerder voor een Democratisch centrumkandidaat of voor een Republikein stemmen. Heel wat steden in die noordelijke staten, die vroeger voor kandidaat en president Bill Clinton en later voor Hillary (in 2008) stemden, hebben nu voor Sanders gekozen.
Clintons kansen zijn na Super Tuesday groter geworden. Ze bevindt zich in de beste positie van de twee maar de overwinning is nog steeds verre van zeker. Clintons meerderheid is niet gebaseerd op enthousiasme, haar meetings trekken weinig mensen (in tegenstelling tot Sanders). Clinton-kiezers stemmen vooral ‘nuttig’.
President Trump???
Trump lijkt voorlopig te gaan winnen bij de Republikeinen. Als Rubio en Cruz blijven doorgaan is de kans echter groot dat hij wel de meeste stemmen haalt voor de partijconventie, maar niet de helft. De kans dat een van beide andere kandidaten zijn delegates dan oproept om voor Trump te kiezen, is zeer twijfelachtig.
Het establishment van de partij zit in zak en as met Trump. Hij is geen lid van de partij, heeft nooit een politiek mandaat gehad en is compleet onvoorspelbaar. Trump geraakt met de meest racistische uitspraken weg, zegt eender wat over het buitenlands beleid en toont geen enkel inzicht in de economie. Trump de nominatie ontnemen betekent voor de partij echter bijna de helft van de eigen kiezers desavoueren.
Sanders verslaat Trump
Voor de Democratische Partij ziet het er evenmin goed uit. De kandidaat van hun voorkeur begint dan wel haar kansen te verbeteren, maar uit de peilingen blijkt dat Sanders beter zou scoren dan haar tegen Trump. Sanders zou zelfs Cruz en Rubio verslaan, weliswaar met een kleiner verschil, maar Clinton zou tegen die twee laatsten verliezen.
Trump mag dan al een ruim Republikeins publiek aanspreken. Hij blijft voor een groot deel van de Amerikaanse bevolking onaanvaardbaar. Bernie Sanders is dan weer onaanvaardbaar voor de elite van Wall Street, die de campagne van Clinton financiert. Clinton is bij de Republikeinse blanke achterban echter bijzonder onpopulair en haalt in de peilingen tegen Trump een veel zwakker resultaat dan Sanders.
Sanders of Trump
Hoe inhoudelijk en ideologisch Trump en Sanders ook van elkaar verschillen, ze spreken voor een deel hetzelfde publiek aan. Bij de voorverkiezingen van New Hampshire , waar Sanders zijn hoogste score haalde, bleek dat ongeveer 15 procent van zijn kiezers traditionele Republikeinen zijn.
Beide kandidaten geven een antwoord op de woede die bij veel witte middenklassers heerst. Die woede valt gemakkelijk te verklaren: de economische recessie, werkloosheid, verlies van de eigen woning aan de banken.
Witte mannen van de middenklasse blijken de enige maatschappelijke groep te zijn die de voorbije tien jaar aan levensverwachting heeft ingeboet. Zelfs de levensverwachting van zwarte mannen is in diezelfde periode gestegen, weliswaar vanop een lager peil dan hun witte evenkniën, maar het subjectief aanvoelen van achteruitgang is bij geen enkele andere maatschappelijke klasse zo sterk aanwezig als bij witte mannelijke middenklassers.
Die daling van de levensverwachting bij witte mannelijke middenklassers is te wijten aan een cocktail van problemen die allen gelinkt zijn aan die sociaal-economische achteruitgang: alcoholisme, drugsgebruik, overmatig gebruik van kalmeermiddelen, huiselijk geweld, zeer hoog aantal scheidingen, stijgende zelfmoordcijfers, stijgend aantal slachtoffers van vuurgevechten…
Eigen schuld, dikke bult
Klassieke kandidaten van beide partijen hebben altijd het discours van de individuele verantwoordelijkheid gevoerd: het is je eigen schuld, je hebt niet je best gedaan, verkeerde keuzes gemaakt, geen nieuwe opleiding gevolgd…
Sanders en Trump leggen de verantwoordelijkheid voor hun situatie bij anderen. Voor Sanders zijn hun problemen sociaal van aard, een gevolg van het economisch systeem dat niet eerlijk functioneert, maar alleen draait ten voordele van de ‘billionaire class’. Voor Trump moeten zij de schuldigen voor hun lot gaan zoeken bij verkrachtende Mexicanen, terroristische moslims, trouwende homo’s, blowende hippies.
Sanders is niet de revolutionair die een deel van zijn achterban in hem ziet. Hij is naar Europese maatstaven een gematigd sociaal-democraat van het centrum. Sanders stelt geen fundamentele vragen bij de eigendom van de economische hefbomen. Hij stelt ook de buitenlandse politiek van de VS niet fundamenteel in vraag. Hij is wel iets minder geneigd tot militaire interventies in het buitenland dan Clinton. Naar Amerikaanse normen is dat sociaal profiel behoorlijk links, zelfs op het extreme af. Zijn onaanvaardbaarheid voor het establishment heeft dan ook enkel te maken met dat binnenlandse sociaal-democratisch programma.
Sanders heeft het discours veranderd
Sanders’ verdienste is dat hij thema’s in de campagne heeft gebracht die de gewone Amerikaan anders nooit zou hebben gehoord. Privé-financiering van kandidaten, minimumlonen, gratis openbaar onderwijs, openbare gezondheidszorg, tegen het vrijhandelsakkoord TPP… Als hij niet had meegedaan aan deze campagne zou Clinton aan deze thema’s geen woord hebben vuilgemaakt. Sanders is ook heel concreet. Hij voert een heel anders discours dan de andere kandidaten.
Sanders spreekt ook enorm veel jongeren aan die anders niet zouden gaan stemmen zijn. Clinton was van plan een traditionele klassieke campagne met veel buzzwoorden te voeren als ‘hoop’, ‘verandering’, ‘samen’, ‘maak Amerika terug heel’ die geen enkel concreet engagement inhouden. Haar tegenkandidaat heeft haar al tot een aantal uitspraken gedwongen.
Wat als Clinton het nipt haalt?
In mei 2015 kondigde Sanders zijn kandidatuur aan. Hij heeft toen verklaard dat hij, als hij het niet zou halen, de winnende Democratische kandidaat zou steunen. Sanders stond toen wel op amper 6 procent in de peilingen, minder nog dan derde kandidaat O’Malley die al na drie voorverkiezingen roemloos uit de race stapte
Clinton heeft na Super Tuesday haar kansen op de nominatie vergroot, maar zal toch voor elke staat moeten blijven knokken. Voor het ogenblik is een nipte nederlaag van Sanders de meest waarschijnlijke. Of Sanders na deze voor hem onvoorzien succesvolle campagne dan alsnog de nominatie van Clinton zal steunen is nog niet duidelijk.
Bovendien, gaan zijn delegates hem dan wel volgen? Als ondertussen de Republikeinse partij verdeeld raakt en de nominatie niet aan Trump zou geven, is dat allesbehalve zeker. Er zijn heel wat Sanders-delegates die nu al stellen dat ze nooit voor Clinton zullen stemmen op de partijconventie. Wordt vervolgd.