Persoonlijke aanvallen op Bernie Sanders worden bitsiger

Op 31 maart 2016 introduceerde de Puertoricaanse rapper Residente (Calle 13) Bernie Sanders aan 18.500 supporters in de New Yorkse wijk South Bronx

Op 31 maart 2016 introduceerde de Puertoricaanse rapper Residente (Calle 13) Bernie Sanders aan 18.500 supporters in de New Yorkse wijk South Bronx (youtube)

FacebooktwitterFacebooktwitter

Na de voorverkiezingen van 9 april 2016 in de staat Wyoming blijft de achterstand van Sanders op Clinton 219 delegates. Hoewel Clintons kans om te winnen nog steeds groter is, voert zij een campagne die je eerder van een achternaloper verwacht. Haar persoonlijke aanvallen op Sanders nemen toe. De Amerikaanse media sluiten zich daar grotendeels bij aan.

De noordwestelijke staat Wyoming duidt ondanks zijn enorme oppervlakte (iets groter dan Groot-Brittannië) slechts 14 delegates aan voor de Democratische partijconventie. Het is een van die drie Amerikaanse staten (naast Colorado en Utah) die je herkent op de kaart aan hun perfect rechthoekige vorm. Er wonen slechts 586.000 mensen. De staat is alleen bekend van het Yellowstone National Park.

In deze bergachtige staat in de Rocky Mountains wordt voornamelijk aan mijnbouw gedaan (steenkool, gas, diamant…). Bedrijven betalen er geen belastingen. Wyoming is een van de meerdere fiscale paradijzen binnen de VS. Toch heeft deze staat ook een bewogen sociale en politieke geschiedenis. Het was de eerste Amerikaanse staat die vrouwen ooit stemrecht gaf in de VS.

Voor het ogenblik is Wyoming stevig in handen van de Republikeinen. Democraten zijn er een minderheid. Sanders haalde 55,7 procent van de Democratische stemmen op 9 april 2016, wat hem door de verdeling over de kiesdistricten 7 van de 14 delegates oplevert. Die 55,7 procent staat voor slechts 156 kiezers, tegenover 126 kiezers voor Clinton die daarmee nipt ook 7 delegates binnenhaalt. De vier superdelegates van Wyoming hebben daarentegen allen hun steun aan Clinton toegezegd.

‘Caucus’ of ‘primary’

Die zeer lage stemmenaantallen kunnen verbazen, maar ze zijn een normaal verschijnsel in het interne verkiezingssysteem van de Democraten. Wyoming is namelijk een van de tien staten die geen echte voorverkiezing houdt maar een‘caucus’.

Weinig vermeld in het buitenland, maar er zijn in feite twee verschillende systemen van toepassing: de primary en de caucus. Een primary is een echte verkiezing waarbij ingeschreven kiezers naar kiesbureaus van de partij van hun keuze komen en daar net als bij echte verkiezingen een geheime stembrief invullen. Die stemmen worden samengeteld, de delegates voor de partijconventie worden proportioneel toegewezen aan de kandidaten.

Er zijn naast Wyoming nog negen staten die geen primary houden maar een ‘caucus’. Ooit was dit de methode die door alle staten werd gebruikt. Nu blijven alleen nog Alaska, Hawaii, Kansas, Maine, Minnesota, Nevada, North Dakota, Wyoming en Iowa over. Ook de Amerikaanse overzeese territoria Samoa, Guam en Virgin Islands doen dat nog steeds zo. Alle andere staten plus overzees gebied Puerto Rico houden echte voorverkiezingen volgens een nieuw systeem van ‘primaries’ dat in 1968 werd ingevoerd.

Een caucus is een intern partijproces dat reeds weken voor de dag van de voorverkiezing begint. Partijleden komen samen in de kiesdistricten en debatteren daar openlijk over de kandidaat van hun keuze. Er wordt gestemd met handopsteking. De meerderheid duidt dan de persoon of personen aan die namens de ‘caucus’ op de dag van de voorverkiezing zelf zal deelnemen aan de caucus van de staat. Een caucus is met andere woorden een vorm van indirecte democratie. Er nemen dus logischerwijze ook veel minder personen deel aan de allerlaatste caucus dan bij een ‘primary’.

Meer delegates maar minder kiezers

Bernie Sanders blijkt in staten met een caucus bijna steeds te winnen. Dat heeft echter meer te maken met het feit dat deze staten gelegen zijn in het noorden en westen van het land, de regio’s waar Sanders goed scoort, ook bij de staten daar die echte primaries houden.

Mediacommentatoren beginnen er recent op te wijzen dat zelfs als zou Sanders de helft van de verkozen delegates halen, dat dit de superdelegates niet zou verplichten om zich dan alsnog achter hem te scharen, met het argument dat zijn delegates toch minder kiezers vertegenwoordigen. Dat is om drie redenen een vals argument.

1. Het is de eerste maal sinds de primaries bestaan in 1968 dat dergelijk argument wordt gebruikt. Bij vorige voorverkiezingen werd hier nooit rekening mee gehouden.

2. Bovendien, dit doet niet af aan het feit dat Clinton nog minder kiezers wist te mobiliseren in deze caucusstaten als Wyoming (124 caucus-kiezers voor haar tegenover 156 voor Sanders). Met het volledige partijapparaat en alle media achter zich weet zij zelfs hier geen meerderheid van kiezers te overtuigen.

3. Diezelfde commentatoren wijzen steeds weer op de ‘grote voorsprong’ van Clinton, door de superdelegates reeds op te tellen bij de verkozen delegates. Die superdelegates vertegenwoordigen alleen zichzelf en gaan met hun keuze voor Clinton voortdurend in tegen de stemming van hun kiezers. Zij kunnen hun opinie tot op de partijconventie nog wijzigen. Ook de zogenaamde voorsprong van de superdelegates is een nieuw argument dat nooit eerder werd gebruikt tijdens de voorverkiezingen.

Aanvallen op Sanders worden bitsiger

In de media wordt sinds de recente reeks overwinningen van Sanders (acht op een rij) naast de thema’s van zijn ‘onverkiesbaarheid’, de ‘onbetaalbaarheid van zijn programma’ en de achterstand van ‘superdelegates’ nu ook een discussie gevoerd over de ‘kwalificaties’ van Sanders.

Hillary Clinton heeft van bij het begin van de campagne onafgebroken persoonlijke aanvallen op haar tegenstander gedaan. Hij is ‘niet realistisch’, ‘weet niet waar hij het geld gaat halen voor zijn plannen’, heeft ‘concreet nog nooit iets gerealiseerd’, maar vooral zou het hem als senator van een kleine staat ontbreken aan de ‘nodige ervaring’ om president te worden.

Daarbij vergeet ze wel te vermelden dat president Bill Clinton nog minder politieke ervaring had dan Sanders toen hij in 1992 president werd. Hij had als enige ervaring acht jaar als gouverneur van de staat Arkansas.  Barack Obama was zeven jaar lid van de Senaat van de staat Illinois en drie jaar lid van de federale Senaat voor hij president werd. Sanders was acht jaar burgemeester van Burlington, hoofdstad van Vermont, zestien jaar lid van het federale Huis van Afgevaardigden en negen jaar lid van de federale Senaat.

Bernie Sanders heeft tot voor kort zeer consequent geweigerd in deze klassieke campagnetactiek mee te stappen. Het gaat volgens hem over de ‘issues’, niet over de ‘personen’. Nadat Clinton in een recent kranteninterview voor de zoveelste maal alludeerde op het gebrek aan ervaring van haar tegenstander, besloot Sanders het alsnog over een andere boeg te gooien.

In een vlammende toespraak wees hij er op dat ‘ervaring’ niet zomaar een kwaliteit is. Ervaring in wat? Hij noemde de ‘ervaring’ van Clinton zeer betwistbaar en haalde Clinton’s beslissing aan als minister van buitenlandse zaken onder Obama om de oorlog in Lybië te ontketenen en verwees naar haar steun voor de oorlog in Irak als federaal senator onder Bush.

Nauwelijks had hij die woorden gesproken of de media veroordeelden hem voor deze ‘laag bij de grondse’ persoonlijke aanval. Aan Clinton werd vervolgens de vraag gesteld waarom Sanders het nu zo hard op de persoon speelde, wat de indruk moest geven dat Sanders zonet als allereerste het initiatief had genomen om de toon van de campagne te veranderen.

Dubbele standaard

Bernie Sanders gaf een interview aan de New York Daily1. In tegenstelling tot de traditie van deze tabloidkrant om aan politici vooral roddelvragen te stellen over tegenstanders en over het interne reilen en zeilen van de politieke wereld in Washington DC, kreeg Sanders vragen over de thema’s van zijn campagne. Op de vraag hoe hij de banksector zou aanpakken, antwoordde hij dat hij enkel de krijtlijnen zou opleggen en de uitvoering van de opsplitsingen aan de banken zelf zou overlaten.

De rest van de Amerikaanse media namen dat vervolgens zeer snel over als bewijs dat Sanders nauwelijks zou weten waarover hij praat. Daarmee negeerden ze wel even het historische feit dat dit ook het identieke antwoord was dat Franklin Roosevelt gaf aan de New York Daily in 1929, toen hem door dezelfde krant dezelfde vraag werd gesteld.

Dat antwoord kwam er op neer dat de president de krijtlijnen van de banken zou opleggen en de banken een tijdschema opleggen om zichzelf aan die nieuwe richtlijnen aan te passen. Zo is dat ook effectief gebeurd tijdens de Grote Depressie van 1930. Zo wil Sanders dat ook doen. Heel ‘onwetend’ is dat dus niet.

De New York Daily heeft net als andere kranten ook politici als de Republikein Paul Ryan geïnterviewd, de huidige voorzitter van het Huis van Afgevaardigden. Die wordt door de media steevast voorgesteld als een autoriteit van het overheidsbudget, ook al tonen zijn antwoorden op specifieke vragen een ontstellend gebrek aan elementaire kennis van de overheidsbegroting.

Bovendien bepleit deze man als voorbeelden van budgettaire besparingen zowat de hele federale overheid, zaken zoals de afschaffing van het volledige ministerie van justitie, de nationale parken, het ministerie van buitenlandse zaken, het ministerie van onderwijs, het departement voedselveiligheid en geneesmiddelen, voedselbonnen voor de armen en het nationaal instituut voor openbare gezondheid. Voor het leger maakt hij een uitzondering. Hij kan echter geen enkel antwoord geven op de vraag hoe hij dat zou gedaan krijgen en hoe hij het land dan verder zou besturen. Over de kwalificaties van Paul Ryan werd echter nog nooit getwijfeld.

In een ander recent TV-interview weigerde Sanders te antwoorden op vragen over het privé-leven van de Clintons en de escapades van Bill Clinton tijdens zijn presidentschap. Sanders negeerde de voortdurend herhaalde vraag van de journalist over dat onderwerp en bleef gewoon doorpraten over de politieke thema’s van zijn campagne.

Op het einde voegde hij er kort aan toe: “Ik denk dat het Amerikaanse volk betere dingen te doen heeft dan onzin te horen over het seksleven van de Clintons”. De journaliste in kwestie sloot af met de bemerking: “Wie anders dan senator Sanders kan een vraag over het seksleven van de Clintons beantwoorden met de klimaatcrisis.” Ze bedoelde het niet als compliment.

Deze dubbele standaard die de Amerikaanse media op Sanders loslaten is niet onschuldig. Uit opiniepeilingen blijkt dat tussen 9 à 11 procent van Clinton-kiezers tijdens Democratische voorverkiezingen voor haar stemmen, omdat ze er van uitgaan dat zij toch zal winnen en/of dat een stem voor Sanders toch een verloren stem zou zijn. Dat doen ze op basis van de perceptie die ze in de media constant herhaald zien. Het betekent dat een eventuele nipte nederlaag van Sanders volledig op rekening van deze mediacampagne kan geschreven worden.

Sanders heeft meer financiële steun dan Clinton

Anderzijds kan er niet naast gekeken worden dat het succes van Sanders tot nu er op wijst dat een steeds groter deel van de Amerikaanse bevolking het referentiekader van de grote media naast zich neer legt. Sanders’ andere grootste prestatie naast dat electoraal succes wordt zo goed als niet vermeld. Hij slaagde er in meer geld te verzamelen dan Clinton, uitsluitend van kleine schenkingen van gewone mensen, een historisch ongeëvenaarde prestatie. Clinton moet het hebben van de klassieke financieringsbronnen, bedrijven en betaalde diners.

Het succes van Sanders tegen deze overheersende mediaframing in is een fenomeen dat zich in meerdere landen voordoet, zoals in Groot-Brittannië met Jeremy Corbyn en in Spanje met Pablo Iglesias en Podemos. Dat de mainstream media er minder en minder in slagen de door hen opgelegde buitengrenzen van het respectabele debat te vrijwaren is al met al een gunstige evolutie voor de democratie.

D-day 19 april, 26 april, 7 juni, 14 juni???

De voorverkiezing van 19 april in de staat New York kan het echte keerpunt worden . Er worden dan 291 delegates aangeduid. De recentste peilingen hebben de voorsprong van Clinton herleid tot ongeveer 55 procent. In januari 2016 haalde ze hier nog 80 procent.

Voor Sanders betekent een nipte nederlaag dat hij een ernstige tegenkandidaat blijft. Clinton daarentegen heeft een grote overwinning hier broodnodig, om geloofwaardig naar de voorverkiezingen in Pennsylvania (210 delegates) op 26 april en Californië (546) op 7 juni te gaan. Dat zijn na New York immers de twee enige nog overblijvende grote staten.

Clinton was tweemaal federaal senator voor de staat New York. De peilingen geven haar daar nog steeds een lichte voorsprong. Op 2 maart hield ze er haar eerste meeting. Er kwamen ongeveer 1000 supporters naar haar toespraak luisteren in het Jacob K. Javits Centre in Manhattan. Een lange reeks partijtenoren leidde haar in, waaronder de gouverneur van de staat New York en de burgemeester van New York City.

Op 31 maart gaf Sanders zijn eerste toespraak in New York City in de arme wijk South Bronx. Er kwamen 18.500 supporters. Geen enkele lokale of nationale politicus kwam hem verwelkomen. In hun plaats spraken actrice Rosario Dawson, Spaanstalig rapper Residente en filmregisseur Spike Lee het publiek toe.

Het debat van de waarheid

Op 14 april gaan Sanders en Clinton eindelijk terug met elkaar debatteren. De dag erna mag Sanders gaan spreken op een conferentie in het Vaticaan over eerlijke economie. Geen detail, want de staat New York heeft een van de hoogste percentages rooms-katholieken in de VS. Op dezelfde 15 april spreekt Clinton een exclusieve fundraising dinner toe. De deelnemers betalen er 2700 dollar (2360 euro) per persoon om haar te horen spreken. Sanders heeft nog nooit een dergelijke manier van fondsenwerving gebruikt. Het contrast kan niet groter zijn.

Hillary Clinton heeft met andere woorden nog heel wat kopzorgen. De kans dat ze het uiteindelijk haalt is echter nog steeds groter dan die van Sanders. Elke stem zal tellen, misschien zullen uiteindelijk pas de 45 delegates van de hoofdstad Washington DC2 op 14 juni, de allerlaatste voorverkiezing, het verdict vellen, tenminste als Bernie Sanders er aan de voorverkiezingen mag deelnemen…

Het apparaat van de Democratische Partij heeft zogenaamd ‘verzuimd’ om Sanders in de hoofdstad DC tijdig te registreren als kandidaat. Zijn inschrijving – die door Sanders’ team nochtans tijdig aan de partij was verzonden – werd een dag te laat ingediend. Blijkbaar vindt de partijtop dat nu toch iets te verregaand en is men aan het uitdokteren om Sanders’ kandidatuur op 14 juni in DC alsnog te aanvaarden.

Bronnen: 

1   Met een oplage van ongeveer 750.000 exemplaren is de New York Daily de zevende krant van de VS. Dit dagblad wordt echter op een weekbladformaat  (’tabloid’) gepubliceerd. Naast politiek nieuws vanuit een conservatieve hoek geeft de krant veel aandacht aan celebrity, mode en infotainment, met schreeuwende titels vol insinuerende beeldspraak, spectaculaire foto’s en pseudo-onthullingen, zij het nog niet op het lage niveau van Britse tabloids.

2   Om naamverwarring te vermijden met de staat Washington aan de westkust wordt naar de gelijknamige hoofdstad Washington DC tijdens de campagne verwezen met de oude naam District of Columbia (DC). DC heeft een apart statuut, het maakt geen deel uit van een staat maar heeft geen eigen staatsrechten. Tot 1961 konden inwoners van DC niet stemmen voor de presidentiële verkiezingen.

Artikel oorspronkelijk verschenen in DeWereldMorgen.be.