Waarom verlaat een jonge Antwerpse vakbondsleider in 1936 de sociale strijd in eigen land voor een levensgevaarlijke deelname aan een verre Spaanse burgeroorlog? Piet Akkerman deed het en stierf daar. Hij werd slechts 23. Sven Tuytens en Rudi Van Doorslaer schreven zijn korte leven neer in het boek ‘Piet Akkerman’. DeWereldMorgen.be las het en sprak met mede-auteur Sven Tuytens.
“De volgende dag sprak een oudere dame me aan bij de schoolpoort waar ik mijn dochter afzette. Zij vroeg me wat ik deed als journalist en toen ik haar uitlegde dat ik een reportage maakte over de massagraven van de burgeroorlog, werd zij heel boos. Hoe durfde ik dat openbaar te maken! Dat was geen toeval. Ik woon in het westen van Madrid in een van de betere middenklassewijken. Daar is de conservatieve Partido Popular nog steeds oppermachtig.”
Tachtig jaar taboe van de burgeroorlog
“Het taboe over de burgeroorlog zit nog zeer diep in de Spaanse maatschappij en bepaalt nog steeds een deel van de Spaanse politiek. Podemos is de allereerste partij die daar openlijk over spreekt. De andere partijen reageren daar bijzonder verkrampt op. Dat hoort immers niet. Je hoort daar over te zwijgen.”
“Zo ben ik verder in het verleden van de Spaanse Burgeroorlog gaan graven en kwam ik in contact met Rudi Van Doorslaer, directeur van het Studiecentrum Oorlog en Maatschappij (CEGESOMA) in Brussel. Rudi’s verdienste aan dit boek is overigens veel groter dan de mijne. Hij heeft al in 1995 over Piet Akkerman geschreven. Hij wees me ook op iets dat in België en in Spanje lang vergeten is.”
“In verhouding tot de totale bevolking heeft België het grootste aantal vrijwilligers naar de Spaanse Burgeroorlog geleverd, 2400, waarvan 800 Belgische migranten, proportioneel meer dan eender welk ander land…”
“Piet Akkerman was een kind van Poolse Joden die naar Antwerpen waren geëmigreerd, deels om economische redenen, deels omwille van het antisemitisme in Polen. Zijn echte voornaam is Israel. Hij heeft op amper 23 jaar een merkwaardig politiek parcours doorlopen. Amper zeven jaar nadat hij nog lid was van een marxistisch-zionistische jeugdbeweging in Antwerpen, die jonge Joden voorbereidde op emigratie naar Palestina, was hij ‘politiek commissaris’1 van de Frans/Belgische brigade van de republikeinen, de wettige regering van Spanje die zich verdedigde tegen het opstandige Spaanse leger onder leiding van generaal Franco. Die laatste wilde de oude semi-feodale orde herstellen, wat hem na drie jaar burgeroorlog is gelukt.”
“De beslissing om zichzelf een zeer onopvallende Vlaamse naam te geven kwam van hemzelf. In zijn laatste brief aan zijn moeder voor zijn vertrek naar Spanje, legde hij haar uit dat hij geen ‘onderdrukte Jood’ meer wilde zijn, maar voortaan een ‘onderdrukte proletariër’ was. Hij wilde de sociale strijd van de diamantarbeiders breder zien dan alleen maar die van de Joodse onderdrukking, ook al werkte hij in een sector waar Joodse arbeiders zwaar werden gediscrimineerd. Hij wilde strijden tegen elke vorm van sociale onderdrukking en discriminatie.”
Nationaliteit geweigerd voor het hebben van een mening
“Zijn vijf jaar oudere broer Emiel was nog Belg kunnen worden, maar omdat Piet al zeer jong politiek actief was, werd hem de nationaliteit geweigerd. Het is interessant om te lezen in de archieven hoe de overheid dat rechtvaardigde. (zie hieronder)”
“Piet onderscheidde zich door zijn leiderschap in de sociale strijd in Antwerpen en werd lid van de communistische partij. Daar groeide zijn overtuiging dat de strijd tegen het fascisme het allerbelangrijkste was waar hij zich voor zou engageren.”
“In Antwerpen was Piet nog een overtuigd anti-militarist, die zich onder meer verzette tegen koloniale onderdrukking. Tijdens een staking van het personeel van de pakketboot Leopoldville (die de lijn Antwerpen-Matadi in Congo/Zaïre verzorgde) werd hij opgepakt met folders die hun solidariteit uitdrukten met de zwarte stakende matrozen aan boord. Dat was in die tijd ongezien. In de kranten sprak men er schande over dat een ‘blanke’ zich solidair had verklaard met ‘den neeger’.
“Het boek vertelt zijn korte leven tot aan zijn dood. Van zijn jeugd, zijn werk in de diamantsector, zijn periode in de mijnstreek en zijn uiteindelijk vertrek. Na amper drie maanden in Spanje sneuvelde hij al, ook al was hij opperbevelhebber van zijn brigade. In tegenstelling tot het Spaanse leger waar ze tegen vochten, namen de officieren van de republikeinen immers wel actief deel aan de gevechten.”
“Daar waren twee redenen voor. Hun soldaten waren gewone werkmensen met nauwelijks enige militaire training en een bijzonder grote afkeer voor autoriteit en hiërarchie. Ze moesten wel het voorbeeld geven. Zomaar bevelen geven, werkte immers niet. Daarnaast waren deze leiders ook bijzonder gemotiveerd en wilden ze zich niet zomaar gedragen als de feodale officieren van het leger aan de overkant.”
“Het lijdt geen enkele twijfel dat, als Piet Akkerman was blijven leven, hij een belangrijke politieke rol zou hebben gespeeld in het naoorlogse België.”
Communisme en anti-fascisme tijdens het interbellum
Het kan voor de hedendaagse lezer verbazend lijken dat jonge idealisten zich ooit lieten leiden door het voorbeeld van de Sovjet-Unie onder leiding van Jozef Stalin. Dat kan je echter alleen begrijpen als je de juiste historische context kent. De Sovjet-Unie bestond nog maar twintig jaar en wat er daar echt gebeurde was hier onbekend. Nieuws over het buitenland was sowieso beperkt en werd zo goed als volledig ideologisch gefilterd, zowel in linkse als in rechtse media.
Wel bekend waren de eigen drama’s die West-Europa meemaakte. De Italiaanse fascisten kwamen in 1922 aan de macht, in Portugal gebeurde dat in 1932, in Duitsland en Oostenrijk in 1933. Bovendien, tijdens de Tweede Wereldoorlog was de Sovjet-Unie een bondgenoot van het westen en was kritiek op Stalin ook in de mainstream media ‘not done’.
Veel jongeren vertrokken in die historische context naar Spanje om de wettige democratische regering te gaan verdedigen. De Spaanse regering was een zogenaamde ‘volksfrontregering’, wat toen in progressieve kringen het na te streven ideaal was. De Oktoberrevolutie van 1917 in Rusland genoot enorme bijval bij jongeren die streden tegen de nog steeds zeer brutale sociale onderdrukking in West-Europa. Een soort herhaling van die geslaagde opstand in Rusland leek voor veel jongeren dus iets om voor te gaan strijden in Spanje, ook zo voor Piet Akkerman.
Men kan zich ook de vraag stellen hoe een principieel man als Piet Akkerman zou gereageerd hebben op de latere onthullingen van de stalinistische zuiveringen. Het duurde uiteindelijk nog tot 1949, het begin van de Koude Oorlog, voor de mainstream media die gruwel ‘ontdekten’. Piet Akkerman leefde echter in de tumultueuze tijd tussen twee Wereldoorlogen.
De Spaanse Burgeroorlog?
De onwetendheid over de Spaanse Burgeroorlog is trouwens niet alleen in Spanje nog zeer groot, ook hier is dat zo. Met dit boek doen Sven Tuytens en Rudy Van Doorslaer dus meer dan alleen maar een merkwaardig man herdenken. Dit boek herinnert ons er aan dat Belgen proportioneel het grootse aandeel hadden in de internationale solidariteit met Spanje.
In dit boek leren we bijvoorbeeld ook dat mensen de Belgische nationaliteit werd geweigerd omwille van hun politieke overtuiging. De Belgische overheid erkende vreemd genoeg het grote leiderschapspotentieel van Piet, in een zin die tegelijk diepe minachting voor andersdenkenden als hij uitdrukte.
“Wij zijn van mening dat indien Akkerman onmiddellijk de nationaliteit toegekend wordt, hij de communistische doctrine meteen publiek bekend maakt. Dit is bijzonder gevaarlijk omdat hij op cultureel vlak begaafder is dan het gewone niveau van de Belgische communisten.”
De weigering van zijn nationaliteit was merkwaardig omdat nauwelijks enkele maanden tevoren nog aan de Italiaanse (in België geboren) communist Jacques Grippa wel de nationaliteit werd toegestaan, omdat “wanneer een vreemdeling in België geboren is, zijn gehechtheid aan het land als voldoende bewezen diende te worden beschouwd.”
Eerbetoon aan een groot mens
Sven Tuytens en Rudy Van Doorslaer schreven een evenwichtig eerbetoon aan Piet Akkerman, dat de kritische analyse niet uit de weg gaat. In zijn nawoord vat Bruno Verlaeckt, voorzitter van de Algemene Centrale ABVV Antwerpen-Waasland (de historische opvolger van de Diamantbond waarin/waartegen Akkerman actie voerde) de opzet van het boek samen:
“Vooral het voorbeeldige falen van de linkse machten om front te vormen (voor de Spaanse republikeinen, nvdr), om verder te kijken dan de eigen strategische korte termijn winstjes of het eigen grote gelijk, vormen vandaag reden genoeg om dit boek op te dragen aan de duizenden jongeren die – wars van politiek-strategische spelletjes en hunkerend naar krachtdadige linkse eenheid – optrokken tegen een spook dat vandaag jammer genoeg opnieuw door Europa waart, de politieke verrechtsing en het autoritair nationalisme.”
Het boek ‘Piet Akkerman’ werd fraai geïllustreerd met archieffoto’s, met foto’s van de regio van Guadelajara waar Piet ergens begraven ligt en mooie originele tekeningen van kunstenaar Jan Vanriet, die hij gratis aan deze uitgave schonk.
Sven Tuytens & Rudi Van Doorslaer. Israël Piet Akkerman. Van Antwerpse vakbondsleider tot Spanjestrijder. Algemene Centrale ABVV Antwerpen-Waasland, Antwerpen, 2016, 173 pp. Illustraties Jan Vanriet. ISBN 9789090296845
1 De enige hogere officieren van het Republikeinse leger waren achtergebleven militairen van het nationale leger. Over hun loyaliteit werd zwaar getwijfeld. Enerzijds boden ze de enige echte militaire expertise, anderzijds werden ze door de Republikeinen niet vertrouwd. Om die reden plaatsten zij naast de militaire bevelhebbers personen waar ze wel vertrouwen in hadden, die werden ‘politiek commissaris’ genoemd.