Met ‘Winsthonger’ schreef de 83-jarige Amerikaanse auteur Michael Parenti zijn 24ste boek. Hij is niet zo bekend als zijn tijdsgenoot Noam Chomsky. Dat is onterecht, want hij is immers minstens even goed, ook met dit boek.
Michael Parenti was tot aan zijn pensioen professor politieke wetenschappen en geschiedenis aan meerdere Amerikaanse universiteiten. In 1970 publiceerde hij zijn eerste boek The Anti-Communist Impulse. Zijn openlijke sympathieën voor socialisme en communisme werden hem niet in dank afgenomen. Hij had niet de internationale wetenschappelijke faam van Noam Chomsky toen hij begon te schrijven en te publiceren. Dat heeft zijn loopbaan als academicus meermaals negatief beïnvloed.
Beroepsverbod
Chomsky – die drie jaar eerder zijn ’tweede carrère’ als politiek analyst begon – kon dankzij zijn internationale faam als meest geniale linguïst ter wereld beroepsverboden afwentelen waar Parenti wel het slachtoffer van werd. Parenti heeft tijdens zijn academische loopbaan meermaals op de rand van de werkloosheid gestaan. Als Parenti het over politiek repressie in de VS heeft, vertelt hij dus ook uit eigen ervaring.
Hij schreef meermaals over de lamentabele toestand van de gezondheidszorg. Ook daar werd hij in de voorbije jaren zelf mee geconfronteerd. Wat een routine-operatie aan de rug moest worden werd hem bijna fataal wegens gebrekkige nazorg. En dan moest de rekening nog komen. “Dat is dan 19.466 dollar (17.289 euro), mister Parenti” (alleen voor de operatie, want ziekenhuisverblijf, nazorg, consultaties en geneesmiddelen niet inbegrepen).
In zijn nieuwste boek Winsthonger, de vertaling van Profit pathology and other indecencies, komt hij terug op de thema’s die hij al jaren bespeelt: de destructieve rol van het kapitalisme, het desastreuze buitenlandse beleid van de VS, de cruciale rol van de media als filter van de ‘juiste gedachte’ en bovenal ‘de brandstof die het systeem drijft: winsthonger’, de lust naar altijd meer voor altijd minder mensen.
Klasse en ras bepalen je levensloop
Geen hoogdravende ideologische termen als ‘kapitaalaccumulatie’ en de ‘massa’s’ in dit boek, maar wel de volgens Parenti onmisbare termen ‘klasse’ en ‘ras’. In zeer leesbare taal schrijft Parenti over de dingen die hij waarneemt met die bepalende woorden in gedachte. Zijn vlotte stijl kennen we al van zijn vorige boeken, waarvan er reeds meerdere werden vertaald.
In vier hoofdstukken legt Parenti uit dat democratie zonder economische macht een lege doos is. Het gaat nog altijd om de sociale klasse en het ‘ras’ waar je in wordt geboren, alle holle retoriek van Amerikaanse mainstream media en politici ten spijt. Parenti schreef dit boek voor de campagne van Bernie Sanders begon. Wat hij over deze laatste denkt leer je dus niet hier.
Net als bij Chomsky spelen de Amerikaanse media volgens Parenti een essentiële rol om dat systeem in stand te houden, onder meer door stelselmatig elk nieuwsbericht in het ‘juiste’ ideologische kader te plaatsen. Een voorbeeld: “Als in het communistisch Cuba een gaspijplijn ontploft… is dat het bewijs van het ‘disfunctionele’ socialistische systeem… het bewijs dat het socialisme gedoemd is te falen. Een ramp in de VS zal altijd worden afgedaan als een geïsoleerde tegenvaller.”
Uitbuiting in al zijn vormen
De VS zijn altijd op uitbuiting gebaseerd geweest, eerst door de genocide op de oorspronkelijke bewoners, daarna door de lucratieve uitbuiting van de gratis arbeid van Afrikaanse slaven. Wat er sindsdien beter op geworden is, kwam uitsluitend tot stand door keiharde sociale strijd, die zeer brutaal werd onderdrukt.
In de VS is ook na Obamacare gezondheidszorg nog altijd een product dat je op de markt koopt en alleen beschikbaar is als je er het geld voor hebt. Dat winsthongerige systeem poogt de VS ook aan de rest van de wereld op te leggen, met economische dwang als het kan, met bommen als het moet, als het verzet te hevig wordt (of dreigt te worden).
Parenti weet dat de VS niet uniek is op dat vlak. In feite doet de VS op zijn manier gewoon wat voor hen de Britten, de Fransen, de Nederlanders, de Spanjaarden, de Portugezen en … de Belgen deden: “Er was de gruwelijke slavernij die de Belgen het Congolese volk oplegden tussen 1880 en 1960. Na de ‘onafhankelijkheid’ van het land volgde een decennialange neokoloniale uitbuiting onder Mobutu”. De VS is dus zeker niet uniek, het verschil zit hem in de dimensie: geen land was ooit zo oppermachtig op een dergelijke wereldomvattende schaal als de VS.
In Winsthonger komt Parenti ook terug op een thema waar hij eerder al over schreef, de rol van de geïnstitutionaliseerde godsdienst als systeem van sociale controle en het fenomeen van kindermisbruik in de katholieke kerk. Het hoofdstuk over deze thematiek in dit boek Winsthonger is wel een beetje vreemd. Er is een onmiskenbaar verband tussen kindermisbruik en machtsmisbruik in een hiërarchisch systeem als de rooms-katholieke kerk, maar je kan die moeilijk onder de thematiek van Winsthongerplaatsen. Dat neemt niet weg dat Parenti hier heel pertinente dingen weet over te vertellen.
Epiloog
In zijn epiloog geeft Parenti een aantal tips voor een andere maatschappij, jammer genoeg wat kort, echt iets om een volledig boek aan te wijden. Waarom Parenti niet even beroemd is als Chomsky zal altijd wel een raadsel blijven, zijn analyse is even pertinent, hij schrijft zelfs toegankelijker en spreekt goed, met gevoel voor humor en ironie.
De Amerikaanse bevolking heeft geen Europese betweterige analyses van hun land nodig, daar hebben ze genoeg eigen talent voor in huis. Michael Parenti is daar het bewijs van.
Van Parenti verscheen eerder in het Nederlands Zwarthemden en Roden (2001), Het Vierde Rijk (2003), De Moord op Julius Caesar (2004), Democratie voor de elite(2007), God en zijn Demonen (2011) en Hoe de rijken de wereld regeren (2012).