De regering van Braziliaans interim-president Michel Temer struikelt van het ene corruptieschandaal in het andere. De regering van geschorst president Dilma Rousseff, werd terecht aangeklaagd voor massale corruptie. Het is echter opvallend dat het anti-corruptieprotest tegen Rousseff niets meer van zich laat horen tegen de huidige regering. Wat is er aan de hand?
Uit peilingen kort voor de schorsing van president Rousseff door het parlement bleek dat een meerderheid van de bevolking haar afzetting wenste. Een zelfde percentage van de Brazilianen wil echter eveneens de afzetting van toenmalig vice-president Michel Temer, de man die haar nu vervangt als interim-president.
Anti-corruptieprotest valt stil
Het is voor buitenstaanders op het eerste zicht verwarrend om vast te stellen dat de massale betogingen van enkele weken geleden tegen de corruptie nu volledig zijn stilgevallen, ook al struikelt de regering van interim-president Temer van het ene schandaal in het andere. Nauwelijks een maand na de aanstelling van de nieuwe regering van Temer hebben al vier ministers hun ontslag gekregen, wegens betrokkenheid bij dezelfde corruptieschandalen als onder Rousseff.
Bovendien werd ook de voorzitter van de Kamer van Volksvertegenwoordigers tot ontslag als voorzitter gedwongen en worden ook de voorzitter van de senaat en interim-president Michel Temer nu zelf ook vervolgd door het gerecht voor corruptie.
Desondanks zijn de massale betogingen tegen de corruptie van enkele weken geleden volledig stilgevallen. Daarentegen nemen de betogingen tegen de afzetting van Rousseff toe, hoewel zij nauwelijks enkele weken geleden nog bijzonder onpopulair was in de peilingen.
Andere doelstellingen dan bestrijding corruptie
Glenn Greenwald, Amerikaans onderzoeksjournalist, woont al enkele jaren in Brazilië en spreekt vloeiend Portugees. Hij volgt de situatie op de voet en doet enkele merkwaardige vaststellingen over dat toenmalig protest tegen Rousseff.
“Uit het onderzoek van gegevens blijkt dat de meerderheid van de betogers (tegen Rousseff) niet representatief zijn voor de Braziliaanse bevolking. Ze waren disproportioneel wit en rijk. Met andere woorden, het zijn dezelfde mensen die de PT (de Arbeiderspartij van voormalig president Lula en en huidig geschorst president Rousseff) haten en er tegen hebben gestemd. Hun protesten gingen terecht in tegen de corruptieschandalen in de PT – en dat zijn er veel – maar negeerden volledig de rechtse politici die verzuipen in nog veel ergere corruptie dan Dilma (Rousseff).”
Een foto van die betogingen (zie bovenaan dit artikel) ging viraal omdat ze in één beeld de ware aard van deze protesten samenvatte. Daarop is een jong, wit en welvarend gezin te zien met hun hond, hun twee kinderen en de nanny van de kinderen die hun buggy duwt. Die nanny is zwart en draagt de stereotype witte kledij van huispersoneel, die de rijke Brazilianen aan hun huispersoneel opleggen.”
Betogingen en ‘betogingen’
Het besluit van Greenwald is formeel: “Dit waren geen marsen tegen corruptie maar anti-democratiebetogingen, gevoerd door mensen wiens politieke ideeën minoritair zijn en wiens politieke vertegenwoordigers telkens verliezen als verkiezingen bepalen wie het land leiding mag geven.”
Sinds interim-president Michel Temer op 12 mei 2016 zijn regering samenstelde en van het ene in het andere corruptieschandaal rolde werd nog geen enkele betoging of manifestatie tegen corruptie gehouden. De reden is volgens Greenwald niet ver te zoeken. De zogenaamde anti-corruptieprotesten waren georganiseerd en gefinancierd door de partijen van de oppositie en door de grote media gepromoot, die dagelijks ruime aandacht gaven aan die protesten. Zelfs de Guardian kon niet anders vaststellen dat het publiek van de betogingen disproportioneel uit blanke en rijke middenklasse bestond.
De beweging Vem Para Rua (kom op straat) achter de betogingen tegen ‘corruptie’ onder Rousseff is nu stilgevallen. Hun FaceBookpagina en website verwijzen nergens naar de huidige corruptie onder interim-president Temer. De enige oproep is die voor een grote betoging op 31 juni voor de afzetting van Rousseff (Rousseff is nu alleen geschorst voor 180 dagen).
In schril contrast met die massale media-aandacht is de geringe belangstelling voor de betogingen tegen de huidige regering en tegen de schorsing van Dilma Rousseff. Die nieuwe betogingsgolf valt ook op door zijn veel grotere etnische diversiteit.
Het houdt niet op
Ook senator Aécio Neves, de centrumrechtse presidentskandidaat die in 2014 nipt de verkiezingen verloor van Rousseff, wordt nu verdacht van betrokkenheid bij de corruptieschandalen. Hij kreeg voor zijn verkiezingscampagne 1 miljoen Braziliaanse reals (260.000 euro). Hij was enkele weken terug nog een van de leiders van de anti-corruptiemarsen tegen Rousseff. Er werden toen zelfs t-shirts verdeeld door betogers: “Het is niet mijn schuld (dat Rousseff herverkozen werd), ik stemde voor Aécio” (zie foto hiernaast).
Greenwald’s besluit: “Deze protestbeweging (tegen Rousseff) is inderdaad representatief voor de afzetting zelf: ze gebruikte corruptie als een voorwendsel voor de anti-democratische doeleinden die ze nastreeft. Eender welk proces dat leidt tot de macht van mensen zoals Michel Temer heeft meerdere doelstellingen: anti-corruptie is er daar geen van.”
Ook in ander landen van Latijns-Amerika neemt het protest tegen de regering van Michel Temer toe. Tijdens een optreden van de zanger Arnaldo Antunes in de Argentijnse hoofdstad Buenos Aires begon het publiek luidkeels Fora Temer (Temer buiten) te roepen.
Gouden medaille voor corruptie
Op 6 juni 2016 schreef de New York Times dat Brazilië geplaagd zit met een wijdverspreide golf van corruptie en straffeloosheid, in een artikel getiteld Brazil’s Gold Medal for Corruption. Luis Alberto Figueireido, Braziliaanse ambassadeur in Washington reageerde met een verklaring dat de huidige regering “een medaille voor moed in strijd tegen corruptie verdient.
Het houdt ondertussen niet op. Het Braziliaanse gerecht heeft een rekening met 2 miljoen real (520.000 euro) geblokkeerd op naam van volksvertegenwoordiger Valdir Rossoni. Rossoni is een van de volksvertegenwoordigers die op 12 mei voor de schorsing van president Rousseff heeft gestemd.
Mendonça Filho, minister van onderwijs in de regering van interim-president Temer, wordt nu verdacht van het ontvangen van smeergeld van het bouwbedrijf UTC, een van de bedrijven die constructieopdrachten voor het overheidsbedrijf Petrobras in de wacht wist te slepen.
Ondertussen heeft de Nationale Bank van Brazilië aan de Senaat documenten overhandigd die aantonen dat de budgettaire aanpassingen die Rousseff gebruikte om de begroting op te smukken (door middel van de tijdelijke overschrijving van gelden op lopende rekeningen bij de Bank) zijn uitgevoerd door haar minister van financiën.
De Bank stelt bovendien dat deze tijdelijke overschrijvingen niet in strijd zijn met de begrotingswetgeving. Het is deze vermeende budgettaire overtreding die als reden voor de schorsing/afzetting van Rousseff werd gebruikt. Roussef wordt niet beschuldigd van medewerking aan de corruptieschandalen. De Senaat heeft sinds 12 mei 180 dagen om tot een besluit te komen en Rousseff al dan niet definitief af te zetten.
Bron:
- As Corruption Engulfs Brazil’s “Interim” President, Mask Has Fallen Off Protest Movement (English)
- Enquanto a corrupção assombra o Temer, caem as máscaras dos movimentos pró-impeachment (Português)