Het Brexitreferendum heeft geleid tot het ontslag van conservatief eerste minister David Cameron. Het rommelt ook bij oppositiepartij Labour. De parlementaire fractie heeft een motie van wantrouwen gestemd tegen partijvoorzitter Jeremy Corbyn. Dat parlementair verzet tegen de eigen voorzitter is er echter al van de eerste dag dat Corbyn partijvoorzitter werd.
Nauwelijks enkele dagen na het Brexitreferendum volgden de berichten elkaar op van Labour-parlementsleden die hun ontslag aanboden uit het schaduwkabinet van Jeremy Corbyn.
Schaduwkabinet
Het schaduwkabinet is geen officieel orgaan. Voor elke minister in de regering duidt de grootste oppositiepartij – nu is dat dus Labour – in eigen rangen een collega aan die optreedt als ‘shadow minister’. Zo is John McDonnell ‘schaduwminister van financiën’. Hij neemt het woord over de begroting, formuleer partijinitiatieven over de begroting van de regering, repliceert op uitspraken van conservatief minister van financiën George Osborne, geeft interviews, schrijft opinieartikels en dergelijke. De leden van het schaduwkabinet worden aangeduid door de partijvoorzitter.
Jeremy Corbyn zetelt al sinds 1983 in het Britse Lagerhuis (het equivalent van de Kamer van Volksvertegenwoordigers in België) voor het kiesdistrict Islington North in Londen. Margaret Thatcher was toen nog Brits eerste minister. Corbyn is wegens zijn consequente houding als parlementslid altijd een ‘backbencher’ geweest (letterlijk een ‘achterbankzitter’) in het parlement.
Last minute candidate
Hij diende in 2015 zijn kandidatuur als partijvoorzitter pas op de laatste dag in, vanuit het idee zo een aantal linkse standpunten in de debatten te krijgen. Aanvankelijk had hij niet eens een campagneteam. De partijleden beslisten er anders over en verkozen hem op 12 september 2015 met 59,50 procent van de stemmen, de grootste marge waarmee een Labourvoorzitter ooit werd verkozen.
Het was reeds tijdens de campagne voor de voorzittersverkiezingen duidelijk dat de parlementsleden hun eigen weerbarstig consequente collega niet zagen zitten. Daar hadden ze de steun voor van alle mainstreammedia. Een nooit voorheen gezien roddelcampagne in de media mocht echter niet baten. Ondanks het ruime mandaat waarmee hij werd verkozen ging de mediacampagne tegen zijn persoon na zijn verkiezing onverminderd door.
Gebruik van selectieve berichtgeving die via impressies zaken suggereert die er niet zijn is een standaardtechniek. In het geval van Corbyn overtroffen journalisten van de Guardian, de Independent en de BBC elkaar om die methode maximaal in te zetten (Voor voorbeelden, zie de weblinks onder dit artikel).
Zwakke anti-Brexitcampagne
Deze campagne die hij als partijvoorzitter heeft gevoerd tegen de Brexit en voor de EU is de allereerste maal dat men terecht kan spreken van niet al te consequent gedrag van Jeremy Corbyn. Hij heeft in zijn eerste jaren als parlementslid openbaar bevestigd dat hij bij het referendum voor het EU-lidmaatschap van 1975 (toen nog de EEG) tegen had gestemd. Tijdens zijn politieke loopbaan heeft hij dat standpunt regelmatig bevestigd.
Zijn campagne tegen de Brexit was zwak en weinig overtuigend. Het was voor hem een moeilijk te verdedigen positie, kritisch zijn voor de antisociale gevolgen van het EU-beleid en tegelijk stellen dat de EU nodig is om de rechten van de werkende mensen te verdedigen. Kritiek op zijn leiderschap tijdens de Brexit-campagne is dus terecht. Tegelijk is het zo dat Jeremy Corbyn 63 procent van de Labourkiezers heeft meegekregen om tegen de Brexit te stemmen, dat is slechts één procent minder dan de Schotse bevolking die 64 procent voor de EU heeft gestemd.
Een uitvlucht met andere doeleinden
De parlementsleden die nu een motie van wantrouwen tegen hem hebben goedgekeurd zijn dezelfden die zich van bij het begin van zijn kandidatuur als voorzitter tegen hem hebben verzet. Op 28 juni stemden ze deze motie van wantrouwen: 172 parlementsleden stemden tegen hem, 40 voor.
De partijstatuten van Labour erkennen een dergelijke motie echter niet als bindend voor de partij. Alleen de leden kunnen een voorzitter verkiezen. Met 40 parlementsleden achter hem heeft Corbyn ruim voldoende steun om opnieuw zijn kandidatuur als voorzitter in te dienen. Peilingen onder Labourleden wijzen uit dat hij dan nog meer stemmen zou halen dan in september 2015, ongeveer 62 procent volgens een YouGov-poll.
Men kan zich de vraag stellen waarom zoveel Labour-parlementsleden zich halsstarrig verzetten tegen een voorzitter die populair is bij de eigen achterban, op een ogenblik dat de Conservatieven compleet in chaos verkeren na het Brexitreferendum en na het ontslag van Cameron.
Tweedracht in eigen rangen
Toch vinden zij het belangrijk om net nu tweedracht te zaaien in eigen rangen. De redenen voor deze poging om Corbyn af te zetten zitten veel dieper dan dit Brexitreferendum. Dit is hoogstens een opportuniteit om te doen wat zij al lang willen: een ander meer volgzaam leider voor de partij.
Ook al is de bevolking in het algemeen en de eigen partij-achterban al jaren in meerderheid tegen, toch zijn de meeste Labourparlementsleden voor kernwapens en de Trident-duikboten. Zij hebben allen voor de oorlogen in Lybië, Syrië, Irak en Afghanistan gestemd en zijn vurige verdedigers van de Britse wapenindustrie.
De meerderheid van de huidige parlementaire fractie van Labour heeft de besparingen van de Conservatieve regering goedgekeurd in het onderwijs, in de sociale woningbouw, in de zorgsector, in de ziekteverzekering of zich onthouden.
Persoonlijke motieven
In feite is dit een poging om de zogenaamde Derde Weg van Tony Blair terug in ere te herstellen, de strategie die er in bestaat het neoliberalisme niet langer af te wijzen maar er een zachte, sociaal gecorrigeerde versie van te verdedigen.
Er spelen echter ook zeer persoonlijke motieven voor de tegenstanders van Corbyn. In enkele tussentijdse verkiezingen in kiesdistricten waar om allerlei redenen opnieuw een parlementslid moest worden verkozen heeft sinds Jeremy Corbyn voorzitter is telkens een kandidaat het gehaald die pro-Corbyn is. (Groot-Brittannië is ingedeeld in evenveel kiesdistricten als er zetels zijn in het parlement. In elk van die districten wordt één parlementslid verkozen).
Zeker na dit openlijk verzet tegen hun populaire voorzitter vrezen heel wat Labour-parlementsleden dat zij bij de volgende verkiezingen in 2020 (of vroeger, omdat vervroegde verkiezingen in de huidige politieke crisis niet uitgesloten zijn) mededingers gaan krijgen voor de nominatie in hun kiesdistrict. Daarenboven moeten zij rekening houden met duizenden nieuwe Labourleden die omwille van de kandidatuur van Jeremy Corbyn (terug) lid geworden zijn van de partij. Vandaar hun ijver om tegen dan een ander partijvoorzitter te hebben.
Jeremy Corbyn heeft inderdaad een weinig overtuigende campagne gevoerd voor het Brexit-referendum. Dat neemt niet weg dat zijn tegenstanders hier enkel van gebruik maken om iets te verwezenlijken dat ze al maanden willen: zijn ontslag. Corbyn heeft al laten weten daar niet aan te denken.
170 op 232 van je eigen parlementsleden tegen je hebben is allesbehalve een comfortabele situatie om te functioneren als partijvoorzitter. Dat was echter al zo voor het Brexitreferendum, vanaf de eerste dag van zijn mandaat. Talrijke lokale afdelingen hebben al oproepen gelanceerd op de sociale media en meetings bijeengeroepen om hun steun voor Jeremy Corbyn te bevestigen.
Kritische analyses van de mediaberichtgeving over Jeremy Corbyn:
- Killing Corbyn
- The BBC puts its full weight behind the Corbyn coup with this bogus ‘evidence’
- The true anti-semites, past and present
- How the News Agenda is Set
- Multiple Crises in Democracy
- Tony Blair’s crony elite want to snatch Labour back from the working class