Waarom afzetting president Rousseff van Brazilië niet democratisch is

Waarom afzetting president Rousseff van Brazilië niet democratisch is
FacebooktwitterFacebooktwitter

In de sociale media circuleren commentaren die stellen dat er in Brazilië geen sprake was van een staatsgreep maar van de normale werking van de parlementaire structuren. Die redenering klopt niet, om meerdere redenen. Het protest tegen het neoliberale beleid van president Temer neemt ondertussen toe.

Puur formeel werd de afzetting van president Dilma Rousseff volledig volgens de bestaande wetten en regels uitgevoerd. Er was een motie van wantrouwen met voldoende stemmen in de Kamer van Volksvertegenwoordigers om een procedure tot afzetting te starten. De formele klacht in die motie was ‘vermoedens van overtredingen van de begrotingswetgeving’. Rousseff zou de begroting 2014 hebben opgesmukt om zo de presidentiële verkiezingen (nipt) te winnen. Die procedure voorziet de oprichting van een onderzoekscommissie door het andere parlement, de Senaat.

Onderzoekscommissie Senaat

Ook daar werd een meerderheid gevonden voor het starten van een onderzoek naar mogelijke feiten die tot afzetting kunnen leiden. Zoals voorzien in de wet werd de zetelende president geschorst en tijdelijk vervangen door de vice-president.

Die onderzoekscommissie vroeg, zoals voorzien in de procedures een niet-bindend advies aan het Hooggerechtshof. Dat advies was eenduidig: er was geen sprake van inbreuken op de begrotingswetgeving.

De onderzoekscommissie van de Senaat legde dat advies naast zich neer en gaf een positief advies aan de plenaire vergadering van de Senaat om Rousseff toch af te zetten. Dat gebeurde enkele dagen later, waarbij de benodigde 48 stemmen op 81 ruim werd gehaald met 61 stemmen voor de afzetting van de president.

Zoals voorzien in de wet wordt de vice-president nu president voor de duur van het lopende mandaat, dus tot oktober 2018, wanneer presidentiële en parlementaire verkiezingen worden gehouden. Alles lijkt dus formeel in orde te zijn.

Afzettingsprocedures in meerdere landen

Voorstanders van de wettelijkheid van de afzetting wijzen er bovendien graag op dat in vele landen een procedure tot afzetting van presidenten en parlementsleden bestaat. In Venezuela poogt de parlementaire oppositie dat nu te doen met zetelend president Maduro. De oppositiepartijen kunnen dat op basis van de door president Chávez ingevoerde grondwetswijziging. Voor 1999 hadden diezelfde oppositiepartijen zich altijd verzet tegen de invoering van een dergelijk systeem.

Er zijn op dit ogenblik 23 landen in de wereld die de mogelijkheid tot afzetting van het staatshoofd voorzien (zie deze lijst op WikiPedia).

Voorstanders van de afzetting van Rousseff wijzen er daarenboven graag op dat er een parlementaire meerderheid was voor haar afzetting en dat parlementsleden toch evenveel democratische legitimiteit hebben omdat ze ook verkozen zijn. Daarbij vergeten ze wel hoe precies in werkelijkheid een Braziliaans burger parlementslid of president kan worden, kortom ze doen alsof een parlementaire instelling los zou staan van de politieke machtsverhoudingen die er achter schuilgaan.

In Brazilië wordt de president in twee rondes verkozen. De twee sterkste kandidaten van de eerste ronde gaan door. Frankrijk heeft hetzelfde systeem. Frans president François Hollande was kandidaat voor één partij, de PS. In Brazilië is dat niet het geval. Dilma Rousseff was presidentskandidaat voor een coalitie van negen partijen, waaronder haar eigen Arbeiderspartij PT wel de grootste is, maar zeker niet de meerderheid uitmaakt. Bij de parlementsverkiezingen van 2014, gelijk met de presidentsverkiezingen, behaalde de PT 13,9 procent van de stemmen, goed voor 68 Kamerleden en 11 Senatoren.

Politieke machtsverhoudingen

Wetten en hun toepassing gebeuren echter niet in een of ander theoretisch vacuüm, maar in een politieke, maatschappelijke, sociale, economische context. De mate waarin burgers de consequenties van wetsovertredingen ondervinden heeft alles te maken met de politieke, sociale, economische macht die ze hebben. Voor een Kosovaarse vluchteling geldt de strikte toepassing van de wet, voor een multinational die massaal belastingen fraudeert geldt dan weer soepelheid, interpretatie, context, begrip, onderhandeling, compromis…

In de Coligação Com a Força do Povo (Coalitie met de kracht van het volk) die Rousseff als kandidaat-president steunde was de centrumpartij PDMB onder leiding van Michel Temer de tweede grootste met 11,09 procent van de stemmen. Daarom ook was hij kandidaat vice-president onder Rousseff. In de eerste ronde haalde Rousseff met deze coalitie 41,6 procent van de stemmen. Tegenkandidaat Aécio Neves van de Coligação Muda Brasil (Coalitie Verandering Brazilië, die eveneens 9 politieke partijen verenigt) behaalde 33,6 procent. In de tweede ronde behaalde Rousseff uiteindelijk een nipte overwinning met 51,6 procent van de uitgebrachte stemmen, ongeveer 54 miljoen kiezers.

Naar de buitenwereld wordt al te vaak de indruk gegeven dat een verkozen president altijd een parlementaire meerderheid achter zich heeft. Dat is niet zo. In Frankrijk en de VS bijvoorbeeld is het niet ongewoon dat een president moet regeren met een parlementaire minderheid achter zich. Dat noodzaakt de president tot schipperen en voortdurend zoeken naar medestanders buiten zijn eigen regeringscoalitie om wetsvoorstellen en beleidsbeslissingen gestemd te krijgen.

In Brazilië was dat dus niet anders. De voorganger van Rousseff, Ignacio Lula da Silva, verstond dat politieke spel van geven en nemen, onderhandelen en compromissen sluiten als geen ander. Zijn persoonlijk charisma maakte dat hij heel wat sociale programma’s kon doordrukken. Rousseff ging na de twee mandaten van Lula door op die lijn, maar was geen goed politiek onderhandelaar. De Arbeiderspartij PT heeft zijn sociale politiek echter alleen kunnen voeren door een compromis te vinden met de rijke oligarchieën, waarbij enerzijds een deel van de winsten naar sociale programma’s ging, maar nooit zoveel dat de winsten in gevaar kwamen.

Oppositie verloor al dertien jaar elke presidentsverkiezing

Wat deze afzetting ook uitzonderlijk maakt is dat de afzetting van de president leidt tot een complete ommezwaai van het regeringsbeleid. Wanneer in de VS een president wordt afgezet wordt hij opgevolgd door een vice-president van dezelfde partij, die hetzelfde beleid voortzet. Michel Temer voert een neoliberaal beleid dat nooit de steun van de bevolking heeft gekregen in verkiezingen.

Daarin zit al een eerste reden waarom de rechtse oppositie tegen Roussef haar afzetting wilde. Na haar herverkiezing voor een tweede mandaat bleef de rechtse oppositie verweesd achter. Voor de vierde maal op rij verloor ze de presidentsverkiezingen, deze keer weliswaar nipt. Het vooruitzicht dat de nog steeds zeer populaire Lula in 2018 opnieuw kandidaat zou zijn1 en weer zou winnen leek wel onvermijdelijk.

Harde aanpak van de betogingen door de politie
Harde aanpak van de betogingen door de politie (Mamana Foto Coletivo)
Ondertussen verloor Rousseff echter veel van haar populariteit omdat ze in tegenstelling tot haar verkiezingsbeloftes een streng besparingsbeleid begon te voeren, waar de armere Brazilianen het eerst en het ergst de gevolgen van ondervonden. De plannen om haar af te zetten werden door de oppositie al besproken vlak na haar tweede verkiezing, maar het is pas toen haar populariteit zo zwaar gezakt was, dat de oppositie zijn kans zag.

Lang voorbereide politieke machtsgreep

Om dat te bereiken heeft de rechtse oppositie maandenlang onderhandeld met een aantal partijen van de negen partijen die Rousseff nog hadden gesteund in 2014. Die hadden niet veel argumenten nodig om hun steun aan Rousseff op te zeggen. Vice-president Temer kreeg de kans om president te worden, iets wat hem in echte verkiezingen nooit zou lukken.

Wat heel wat parlementsleden overhaalde om Rousseff te laten vallen had nog een andere reden. Brazilië is altijd al een land geweest waar financiële omkoperij van politici meer de norm dan de uitzondering was. Dat was zo voor, tijdens en na de militaire dictatuur van 1967 tot 1985.

Met het zicht op enorme winsten van nieuw ontdekte olievoorraden voor de noordoostelijke kust werd investeren in het nationale overheidsbedrijf voor petroleum Petrobras een zeer lucratieve zaak. Talloze parlementsleden – ook van Rousseff’s en Lula’s partij PT – lieten zich omkopen om grote bedrijven bouwcontracten voor Petrobras te verkopen. Dat gebeurde dikwijls door financiële steun aan hun kiescampagnes.

Heel wat ‘verkozen’ Braziliaanse parlementsleden hebben hun verkiezing te danken aan twee fenomenen, een zeer lage opkomst van de kiezer en enorme (door  Petrobras betaalde) reclamecampagnes  die de kiezer de indruk geven dat de strijd gestreden is. Wat dat laatste betreft verschilt Brazilië niet erg van de VS: de grote media in handen van de economische oligarchie zorgden er voor dat andere kandidaten zo goed als onbekend blijven voor de kiezer.

In feite is het presidentiële niveau het eerste en enige dat aan dat politieke systeem van gekochte verkiezingen ontsnapte met de eerste verkiezing van Lula da Silva in 2003.

Rousseff heeft tijdens haar eerste mandaat en in het begin van haar tweede mandaat aan het Braziliaanse gerecht meer middelen en macht gegeven om deze vorm van corruptie te onderzoeken. Meer dan 50 van de 60 senatoren die voor haar afzetting hebben gestemd kijken zelf aan tegen onderzoeken voor corruptie. Hoe relatief gering de inspanningen van het gerecht ook zijn, door het toe te laten hun werk te doen, heeft Rousseff de ultieme reden gegeven aan haar vijanden om zich van haar te ontdoen.

Temer is al veroordeeld

Het meest ironische aan haar afzetting is de man die haar nu opvolgt. Michel Temer is zelf al veroordeeld voor overtreding van de financiële regels van de kieswetgeving. Hij mag acht jaar lang geen politiek mandaat uitvoeren. Dat vonnis is echter niet uitvoerbaar omdat hij als staatshoofd politieke onschendbaarheid geniet.

De afzetting van Dilma Rousseff mag dan al volgens de wettelijke procedures zijn gebeurd, de echte reden voor haar afzetting was en is politiek. De rechtse krachten willen naar de volgende verkiezingen gaan vanuit de zetel van de president (ook al wordt Temer meer dan waarschijnlijk geen kandidaat).

Zij hopen tegen de verkiezingen van oktober 2018 de sociale krachten in de maatschappij voldoende te hebben ontmoedigd om weg te blijven van de verkiezingen. Bovendien hebben ze nu met de zwakke en manipuleerbare Temer aan het roer de handen vrij om alle corruptieonderzoeken stop te zetten en de door hen zo verfoeide sociale programma’s voor onderwijs en gezondheidszorg af te schaffen.

Of dat zal lukken is de cruciale vraag. Voorlopig ziet het er niet naar uit dat de protesten tegen het antisociale beleid van Temer zullen afnemen. Was Rousseff in de maanden voor haar afzetting zeer onpopulair, Temer scoort nog veel slechter. Het aantal Brazilianen dat ook zijn afzetting wil is nog hoger dan het aantal Brazilianen dat akkoord gaat met de afzetting van Rousseff.

De komende maanden zullen bepalend zijn voor de toekomst van Brazilië. Ook in de rest van Latijns-Amerika kijkt men mee. Linkse organisaties hebben immers altijd opgekeken naar het succes van de progressieve krachten in Brazilië.

Protesten tegen de antisociale beslissingen van de regering-Temer worden door de politie gewelddadig aangepakt: Violência contra manifestantes marca o início do governo Temer

De toespraak van Dilma Rousseff voor de onderzoekscommissie van de senaat (in het Portugees): Pronunciamento da presidenta Dilma após aprovação do golpe parlamentar

Latijns-Amerikaanse presidenten veroordelen de coup in Brazilië: Bolivia, Venezuela, Cuba, Nicaragua y Ecuador condenan el “golpe” a Dilma

De Amerikaanse zakenkrant Forbes stelt de afzetting heel anders voor: Brazil’s Impeached President Dilma Keeps Political Rights, Destroying Her ‘Coup’ Narrative

1   Volgens de Braziliaanse grondwet mag een president slechts twee opeenvolgende mandaten uitvoeren. Daarna moet hij/zij minstens één periode van een presidentieel mandaat van vier jaar wachten om opnieuw kandidaat te zijn.