Sinds hij voluit president is heeft Michel Temer geen tijd verloren om een keihard neoliberaal programma te starten. Ten gronde zal er niets veranderen aan de kanker van het Braziliaanse politiek-economische systeem: de corruptie. Met de aangekondigde privatiseringen dreigt het zelfs nog erger te worden. Op 22 september is er een eerste nationale staking.
President Michel Temer laat er geen gras over groeien. Hij kondigt een drastisch programma aan van sociale inleveringen en privatiseringen van overheidsbedrijven. Vier grote luchthavens en twee zeehavens worden verkocht aan de privé-sector. Een groot deel van de mijnbouw en van de oliesector zal eveneens worden geprivatiseerd.
Niemand trekt de rampzalige situatie van de Braziliaanse economie in twijfel. Voor het tweede jaar op rij kent die een inkrimping, in 2015 met vier procent. Officieel staat het werkloosheidcijfer op 12 procent. Dat is een grove onderschatting van de sociale realiteit, miljoenen hebben een en twee banen waarmee ze nog steeds arm zijn. Zij tellen niet als ‘werklozen’.
Geen zicht op een echte oplossing
De vraag is maar of deze regering dat gaat oplossen. Daar mag om meerdere redenen aan getwijfeld worden. Eerst en vooral zijn er zo goed als geen aanwijzingen dat de nu aangekondigde privatiseringen eerlijk gaan gebeuren en op basis van de werkelijke economische waarden van de verkochte sectoren.
Tot bewijs van het tegendeel moet men er van uitgaan dat de politieke elite zich opnieuw massaal zal laten omkopen om de privatiseringen aan geprefereerde bedrijven te gunnen. Die zullen bovendien openbare bedrijven kunnen aankopen aan een prijs ver onder de reële marktwaarde.
Maar zelfs los van die politieke realiteit is het bijzonder twijfelachtig dat deze privatiseringen en sociale inleveringen de economie wel zullen herstellen. Voor het ogenblik is het niet bepaald interessant om in Brazilië te investeren, niet om puur economische redenen en al evenmin omwille van de politieke instabiliteit en de volledige onbetrouwbaarheid van de politieke elite die dit proces zou moeten begeleiden.
‘Neoliberalism lite’
Het beleid van Temer is economisch een verderzetting van het beleid van de regeringen van Lula en Rousseff voor hem. Zij voerden in feite een beleid van ‘neoliberalism light’, een zachtere versie van hetzelfde wat Temer wil doen. Het enige verschil zat hem in de sociale aspecten van dit beleid.
Onder presidenten Lula en Rousseff werd evengoed een neoliberaal beleid gevoerd, maar met een belangrijke sociale correctie. Samengevat kwam dat programma er op neer dat Lula en Rousseff de bedrijven toelieten verder megawinsten te boeken, zolang ze maar een deel van die winsten afstonden voor sociale programma’s, openbaar onderwijs, openbare gezondheidszorg, minimumlonen. Zn ze jobcreatie door overheidsprojecten toelieten. Die kritiek doet geen afbreuk aan de reële sociale verdiensten van dat beleid voor miljoenen Brazilianen. Maar het was zeker geen socialistisch beleid. De diepere structurele fouten van het systeem werden onder Lula en Rousseff nauwelijks aangepakt.
De afzetting van Rousseff komt neer op een zelfde neoliberaal beleid maar dan zonder de sociale correcties van de jaren er voor. Die worden nu zo goed als volledig afgeschaft door Temer.
Ondertussen is de regering onder president Temer verre van zeker over zijn toekomst voor de komende twee jaar (tot aan de presidentsverkiezingen eind 2018, die moeten worden gehouden op het einde van de vier jaar die Rousseff normaal zou hebben uitgezeten). De politieke en parlementaire oppositie tegen zijn beleid is verdeeld en, zoals hierboven al gezegd, zwak omdat ze in feite voor hetzelfde economische beleid staat.
Buitenparlementaire oppositie
Temer moeten echter meer vrezen voor de buitenparlementaire oppositie. Onder leiding van ondermeer de beweging van landloze boeren MST worden steeds meer protestacties gevoerd tegen zijn regering. Op 22 september komt er een eerste nationale staking tegen de sociale inleveringen en tegen de privatiseringen.
Temer heeft dan wel een grote numerieke meerderheid achter zich in het parlement, maar die is niet representatief voor de publieke opinie en is onderling al even verdeeld als de oppositie. Hij is een zeer zwak politiek figuur. In werkelijkheid heeft hij veel minder macht dan zijn formele ambt als president doet vermoeden. In de peilingen scoort hij even slecht als Rousseff. Het percentage van de bevolking dat ook zijn afzetting wil is zelfs hoger dan het percentage dat achter de afzetting van Rousseff stond.
Hij is daarenboven zelf al veroordeeld voor overtreding van de wetten op de financiering van de verkiezingen. De rechtbank heeft hem voor acht jaar uit zijn burgerrechten gezet, wat betekent dat hij zolang geen publiek mandaat mag uitoefenen. Dat vonnis werd echter uitgesproken terwijl hij staatshoofd is, waardoor hij politieke onschendbaarheid geniet en het niet kan worden uitgevoerd. In theorie kan hij dus niet eens presidentskandidaat zijn in 2018 (tenzij hij er in slaagt een meerderheid te vinden om de wet daarover te wijzigen, wat allesbehalve zeker is).
Symbolische afzetting van da Cunha
Het parlement heeft nu de parlementaire onschendbaarheid van Eduardo da Cunha opgeheven, zodat hij kan worden vervolgd voor grootschalige corruptie. Ironisch genoeg was hij de man die een jaar geleden de campagne om Rousseff af te zetten heeft in gang gezet. Medestanders van de afzetting van Rousseff beweren dat dit het bewijs is dat het parlement wel degelijk ernstig werkt.
“Niets is minder waar”, stelt de Braziliaan Alfredo Saad-Filho, professor politieke economie aan de University of London. Hij gelooft niet dat deze regering en dit neoliberale programma iets fundamenteels gaan veranderen. “Het parlement kon niet anders dan da Cunha afzetten. De bewijzen waren gewoon overweldigend. In tegenstelling tot Rousseff die louter politiek is afgezet, zonder enig misdrijf te hebben gepleegd, wordt hij beschuldigd van zware corruptie. Deze afzetting betekent geenszins dat de huidige regering de strijd tegen corruptie ernstig zal nemen, integendeel.”
“Da Cunha moest vooral wel weg als bliksemafleider. Hij heeft 1,3 miljoen dollar op een Zwitserse rekening staan die hij niet kan verantwoorden. Voor Temer betekent dit bovendien dat hij zijn voornaamste rivaal voor de macht kwijt is.”
Meer dan 250 leden van de 513 leden van het Nationaal Congres (de Kamer van Volksvertegenwoordigers) kregen geld van da Cunha – dat geld was niet letterlijk van hem, da Cunha dealde met bedrijven om financiële steun voor de verkiezingscampagnes en lobbyde voor bouwcontracten bij het petroleumbedrijf Petrobras van de overheid. Dat geld gaf hij dan door aan de politici van zijn keuze.
Door hem nu uit te schakelen hopen ze dat de andere potjes netjes gedekt zullen blijven. Dat kan lukken, zegt professor Saad-Filho, als het gerecht een deal sluit met da Cunha over zijn straf, wat volgens hem zeer waarschijnlijk is.
Corruptie blijft de kern van het probleem
“Zelfs al zouden al de huidige politici worden aangepakt voor corruptie, dan nog zou dat ten gronde niets veranderen. Daarvoor moet heel het systeem zelf worden veranderd. Bovendien gaan ze nu opnieuw proberen Lula terug te besmeuren met corruptie-aantijgingen. De zaken waar hij van wordt beschuldigd zijn – als ze al waar zouden zijn – peanuts in vergelijking met de echte corruptieschandalen.”
Het is vooral de bedoeling hem politiek te beschadigen en te verhinderen dat hij in 2018 kandidaat-president kan worden. Ook al wint hij dan jaren later al zijn processen, ondertussen is de echte doelstelling bereikt: hem buiten het verkiezingsproces houden. “Lula is immers nog steeds de meest populaire politicus van het land en zal zonder twijfel winnen in 2018 als hij kan meedoen”.
Niets ligt echter vast. Temer is allesbehalve zeker van zijn politiek lot binnen twee jaar en heeft geen enkele garantie dat zijn regering de volle twee jaar uitdoet. Ook vervroegde verkiezingen mogen niet worden uitgesloten.
Volgens professor Saad-Filho kan het zelfs in de komende weken al uit de hand lopen en kijkt president Temer aan tegen een bijzonder woelig najaar. Verdere politieke instabiliteit zal op zijn beurt de economie nog verder verzwakken.
Interview: Brazil’s New President Presents Neoliberal Economic Plan: